Een paar weken terug fietste ik vanuit Groningen naar Zandeweer, het dorp waar ik geboren ben. Tijdens mijn fietstocht bedacht ik me dat ik, toen ik een jaar of tien was, bij mijn ouders eens een boekje over het dorp Zandeweer had gelezen waarin gemeld werd dat er ook in Zandeweer een borg is geweest. Uithuizen heeft de Menkemaborg en Uithuizermeeden heeft de Rensumaborg. Hoe zit dat met de borg bij Zandeweer? Toen ik me op Internet een beetje ging verdiepen in een en ander bleek dat Zandeweer niet één borg rijk is geweest, maar zelfs twee! Beide borgen bestaan echter al generaties niet meer. In mijn geheugen is Zandeweer een rustig dorpje waar amper wat gebeurde. Dat er qua geschiedenis wel het een en ander over mijn geboortedorp te melden is, was voor mij dan ook een leuke verrassing. In het boek ‘De Ommelander Borgen & Steenhuizen’ (Dr. W.J. Formsma, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol, en A. Pathuis; Van Gorcum – Assen 1973) is vanaf bladzijde 506 de nodige informatie terug te lezen.

Onnemaborg
In 1548 heeft Haio Addinga van Westerwolde een voormalig steenhuis ‘gestalt ende getimmert’ omgebouwd tot zijn huis. Met moeite wist deze Spaansgezinde in 1568 het vuur van de Staatse soldaten tegen te houden. Na vele verervingen komt het in handen van Bywe (dochter van Joost Lewe en Harmtje Ompteda) en Abel Coenders van Vervou. Zij lieten in 1679 een fraai herengestoelte maken in de Zandeweerster kerk. Na 1725 wordt de borg Onnema een ‘plaats’ genoemd. Echter, in 1805 viel het doek. Maar waar konden we de Onnemaborg voorheen vinden? De straatnaam Onnemaweg helpt ons op weg. Deze gaat vanuit Zandeweer naar het zuiden. Het loopt door en kruist de Eppenhuizer Maar. Bij het pand met huisnummer 14 (dat op de plek staat van de voormalige schathuizen) zou het mooi in het midden op de kavel hebben gelegen. Het huidige pad voor de landbouwvoertuigen, dat in noordelijke richting loopt, kan gezien als het voetpad vanaf de voormalige Onnemaborg terug naar Zandeweer. Nadat Onnema in 1689 voor het eerst publiekelijk wordt verkocht, volgen meerdere verkopingen. Op de kaart van Beckeringh wordt de borg gemeld als ‘oud Onnema, nu herbout’. De laatste keer dat Onnema verkocht wordt is op 30 december in 1805.

Borg Scheltkema-Nijenhuis
Over de locatie van de Borg Scheltkema-Nijenstein kunnen we kort zijn. Die lag op de kavel aan de Noorderweg tegenover huisnummer 15 op het terrein tussen de Noorderweg en Molenhorn (de straat waar ik geboren ben) langs de huidige N999. Plaatselijk is nog een verhoging in het landschap te zien. In hoeverre de Scheltkema’s die aan het einde van de 15e eeuw op Scheltkema wonen afstammen van de een eeuw vroeger levende Alricus en Abel Scheltkema, is niet bekend, wél dat zij in bezit zijn van hun rechten. In 1482 en volgende jaren wordt te Zandeweer vermeld Hillebrant Scheltkema, die ook voorkomt als Hilbrant te Zandeweer en Hillebrant Sygers. Hij had een zoon Take Hijlbrants, ook Taco Scheltkema genoemd. In 1502 en 1503 wordt zijn naam vermeld. Diens dochter Eyske werd in 1540 in de kerk van Zandeweer begraven blijkens een fraaie grafsteen. Terzelfder tijd, 1534, komt ook nog Menno Zijgers voor als hoofdeling te Zandeweer. Eyske voornoemd was getrouwd met een lid van de familie Broersema en bracht zo Scheltkema aan deze familie.

Edzart Jacob Clant
Bauwina Coenders

Dochter Eyske wordt in 1540 in de kerk van Zandeweer begraven. In 1627 wordt de borg verkocht en komt het in handen van Edzart Jacob Clant. Nazaat Egbert Clant en vrouw Anna Lewe van Klinkenborg schonken een herengestoelte aan de Zandeweerster kerk en schonken tevens een avondmaalsbeker. Edzart Jacob Clant werd geboren op 5 juni 1584 in Bremen, Duitsland.Hij was een Nederlandse landjonker uit Groningen en hoofdeling tot Nyenstein op Zandeweer. Edzard Jacob was een zoon van Egbert Clant en Gratia Rengers. Zijn eerste huwelijk in 1616 was met Susanna van Eewse, en zijn tweede in 1629 met Bauwina Coenders. Uit zijn tweede huwelijk had hij 6 kinderen, Gratia Susanna, Alert, Amelia, Egbert, Alert en Derk Jacob. Edzard Jacob was de neef van Adriaan Clant. Hij bezocht vóór 1594 de Latijnse school te Bremen, later te Groningen en studeerde vervolgens te Franeker in de rechten. Van 1606-10 reisde hij door Engeland, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Duitsland en werd na zijn terugkeer raad der Ommelanden. In 1618 en 1619 compareerde hij in de Staten-Generaal en was in 1618 als politiecommissaris wegens de Ommelanden tegenwoordig op de Synode te Dordrecht. In 1623 behoorde hij tot de oprichters der West Indische Compagnie, van welk lichaam hij 20 jaar directeur bleef. In 1624 kwam hij in de Raad van State en van 1624-31 was hij lid der Staten Generaal, waarna hij in 1632 de betrekking van Gedeputeerde in zijn eigen gewest aanvaardde. In 1627 kocht hij de borg Scheltkema onder Zandeweer, verbouwde deze in 1633 geheel en noemde zich sedert dat jaar Scheltkema-Nyenstein of kortweg Nyenstein. Op deze borg hield hij verblijf en overleed er zondag 6 Augustus 1648. Hij is begraven in de Martinikerk in Groningen. In 1702, toen Anna overleed, werd er een bijzonder grafteken geplaatst. Het was gemaakt van gegoten koper op een grote blauwe steen en is nog steeds in de kerk van Zandeweer terug te vinden. In 1811 werd de borg op afbraak verkocht, gevolgd door het schathuis in 1817. De hekpalen van Borg Scheltkema-Nijenstein kwamen terecht bij de ingang naar de Nederlands Hervormde kerk in Middelstum. Ander materiaal werd gebruikt bij de verbouwing van Barmerweg 15 te Doodstil, maar dit is door een brand in het verleden verloren gegaan.

Het bijzondere grafmonument in de kerk van Zandeweer.
De palen van het toegangshek staan nu bij de Hervormde Kerk van Middelstum.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.