Ik werd door Joël, één van de kinderen, geattendeerd op een bluegrass band die toch wel erg aansprekende muziek maakt. Er werden thuis YouTube clipjes met elkaar gedeeld en toen we in de gaten kregen dat Whiskey Shivers in Groningen op zouden treden, was ik degene die meegenomen werd naar een concert in een heel klein zaaltje aan de Pelsterdwarstraat in Groningen. Lola050 heeft een bijzondere, bijna barokke uitstraling. Met zo’n 50 personen is het zaaltje aardig gevuld. Ik denk dat er deze avond circa 35 mensen op het optreden af waren gekomen; het was dus niet zo heel erg druk. Het was niet zo zeer een luisterend publiek deze avond dit in tegenstelling met wat ik natuurlijk gewend ben van de optredens in ‘The Home of Strictly Country’ in Harpel bijvoorbeeld. Dit waren mensen die uit waren op een avond ontspanning met een biertje in de hand. Niks mis mee, maar het betekende dat er naast de muziek ook allerlei rumoer te horen was. Wat dat betreft was het ook een gezellige avond.

Anna Coogan heeft vanaf zeer jonge leeftijd opera-zang gestudeerd en verliet dat pad toen zij begin twintig was om een rock- folk carrière te volgen. In de afgelopen jaren is zij via allerlei onverwachte manieren teruggekeerd naar haar opera wortels. Sinds ze 5 jaar geleden een vintage Fender Stratocaster en een Deluxe Reverb-versterker heeft gekocht, heeft ze veel uren besteed aan het spelen van elektrische gitaar en debuteerde onlangs met een solo-gitaarpartituur van 50 minuten voor de klassieke film ‘The Blood of a Poet 1932’. Zij speelt met de Johnny Dowd-band, Mary Lorson en verschillende combinaties met Willie B, J.D. Foster en solo.

Ik vond dat Anna Coogan een aardige partij gitaar speelde en kon me ook wel vinden in haar repertoire-keuze. Het grappige was dat we een tijdje bij haar in de buurt gezeten hebben voorafgaand aan het concert, ze stond naast ons haar biertje te drinken. Haar uitvoering van Leonard Cohen’s ‘Suzanne’ vond ik ronduit mooi. Maar op het moment dat ze haar opera-stem opzette, gingen mijn nekharen wel wat overeind staan. De combinatie van een typische rock stem, een stevige manier van gitaar spelen en een opera achtige presentatie vond ik behoorlijk vervreemdend. Ondanks dat maakte het optreden als zodanig wel indruk op me. Tijdens haar laatste song legde ze haar gitaar plat op het podium. De nagalm van de gitaar stierf héél langzaam weg en vervolgens liep ze – haar song verder zingend – van het podium af en verdween via de uitgang (nog steeds zingend) uit de zaal. Deze ‘exit’ vond ik behoorlijk indrukwekkend!

De door frontman en violist-meester Bobby Fitzgerald aangevoerde band Whiskey Shivers brengt een experimentele variant van bluegrass. Met een gezonde dosis punkrock-energie en een vleug duistere komische luchthartigheid. Whiskey Shivers is niet alleen de vijfmanband, maar iedereen in de zaal. ‘We proberen iedereen te laten beseffen dat er geen muur is tussen ons en het publiek’. Hun nieuwe titelloze album is zwaar van traditionele bluegrass thema’s en beelden die klagen over universele strijd – werk, pijn, zonde, spijt en dood. Ze brengen hun liedjes met punkrock-energie en een duistere komische luchthartigheid, en rekken het bluegrassgenre op om te passen in wat ze goed vinden.

 ‘Austin’s Whiskey Shivers are bluegrass-fueled Americana for a generation that grew up listening to punk rock. This group of 20 somethings plays banjos, fiddles and washboards at breakneck speeds while singing high, lonesome harmonies about love and video games’. Uit de Washington Post

A diverse group of masterfully talented musicians who stand out like a sore thumb from the traditional bluegrass world, Whiskey Shivers have made a name for themselves with a genre-pushing sound that the Washington Post called ‘apocalyptic Americana’ and NPR described as ‘frenetic bluegrass’ with a ‘punk spirit’.

‘As legend has it (depending on whom you ask, or whoever is telling the story), Austin quintet Whiskey Shivers formed around 2009. Some say they were hatched in a woodpile. Others say they tumbled out of one-a them rancid whiskey bottles and frightened the locals. But mostly, it was a talented bunch of musicians who figured they’d make great music together’. Laurie Gallardo, KUT Austin

Nadat Anna Coogan de zaal had opgewarmd en lichtelijk in verwarring achter had gelaten door haar zingende aftocht was het podium voor Whiskey Shivers. Het eerste wat de mannen deden was hun instrumenten op orde brengen natuurlijk. Vervolgens gingen de schoenen en de sokken uit. Op blote voeten barstte een orkaan van al dan niet elektronisch vervormde bluegrass los. Ik herken het idioom van de bluegrass, ik weet van de instrumentele virtuositeit, maar dit sloeg alles. Met 180 km/uur werden we aan de hand genomen, het avontuur tegemoet. Ik had associaties met ‘Crock of gold’ een CD van Shane McGowan (lang, lang geleden aangeschaft). Het was een wat punkachtige benadering van de muziek. Het was een houding van ‘who cares’, maar duidelijk was dat deze mannen wisten waar ze vandaan waren gekomen! Stuk voor stuk fantastisch getalenteerde musici, een ongenadig strak gevoel voor timing en dat alles in een tempo dat amper bij te benen was. De band bestaat uit Bobby Fitzgerald (fiddle, harmonica en zang), Jeffrey ‘Horti’ Hortilllosa (gitaar en zang), Andrew VanVoorhees (akoestische bas en zang), Jame Bookert (banjo en zang) en James Gwyn (percussie en zang).

Songs van The Osborne Brothers, van Lester Flatt & Earl Scruggs, van Ralph Stanley… Ik heb ze allemaal – al dan niet ernstig vervormd – voorbij horen komen. Ik was onder de indruk van de genadeloze levenslust van deze mannen en heb dan ook ernstig genoten van alles wat voorbij stormde. Halverwege de set ben ik maar naar de tafel met merchandise gelopen om een LP/CD combinatie te kopen (die later op de avond gesigneerd werd). Het was al na middernacht dat Whiskey Shivers hun set beëindigde. Ze waren echter nog niet klaar, want het publiek eiste een toegift. Net als Anna Coogan hadden deze mannen iets bijzonders bedacht. De stekkers werden uit de instrumenten gehaald, ze stapten van het podium af en stelden zich in een kleine cirkel midden tussen het publiek op. Daar hebben we – uit volle borst – met z’n allen ‘Rocky Top’ gezongen. Prachtig!

Na de laatste song hebben we de tijd genomen om de aangeschafte LP/CD combinaties te laten signeren en een praatje te maken. Het bleken héél toegankelijke mannen te zijn, vol van belangstelling voor de muzikale roots van ons beiden. Bij Joël, mijn gastheer voor deze avond, is dat metal, bij mij is het traditionele bluegrass en country. Het was Jame Bookert (banjo) die aangaf dat ‘we are somewhere halfway’. Hij luistert graag naar de muziek van Jimmy Martin. En ja, de muziek van Ralph & Carter Stanley heeft bij hem een haast monumentale status, die is en blijft onnavolgbaar aldus Jame. En Joël was helemaal tevreden dat Jame vertelde óók naar metal te luisteren. Dat verbaasde me niet. Ik heb nooit geweten dat metal en bluegrass überhaupt te mengen was… We hebben een fantastische avond gehad en zijn beiden zéér voldaan en tevreden weer naar huis gefietst. Ik heb genoten!

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.