Ligging van de wijk Paddepoel binnen de stad Groningen (bron: Wikipedia)

Sinds eind september 2019 wordt in de onmiddellijke nabijheid van ons huis gewerkt aan de aanleg van het leidingennet van Warmtestad. Via deze leidingen zal restwarmte van de verschillende grote datacenters op de Zernike Campus Groningen ten gunste komen van (onder andere) allerlei nieuwgebouwde studenten wooncomplexen in de wijk Paddepoel, de wijk waar wij wonen. Los van het feit dat een en ander voor de bewoners in de wijk veel ongemak en omrijden met zich mee brengt komen er af en toe ook interessante zaken aan het licht. Deze post gaat over een paar van deze vondsten. Er zijn ondertussen ook al allerlei voorspellingen gedaan over de mogelijke datum van voltooiing van alle werkzaamheden, maar in de praktijk wordt de voltooiingsdatum steeds een beetje verder naar voren geschoven. Maar zeker in de omstandigheden waar we ons momenteel met z’n allen in bevinden zal de uiteindelijke voltooiing van de werkzaamheden nog wel even op zich laten wachten denk ik. Ongeveer een maand geleden werden bij graafwerkzaamheden in de buurt van ons huis oude aardlagen zichtbaar. Reuze interessant natuurlijk! Voor mij een goede reden om me iets meer te verdiepen in de wijk waar ik woon. Waar komt de naam van de wijk vandaan? Waarom worden er allerlei vondsten gedaan?

Luchtfoto van Paddepoel uit 1971. Links het Reitdiep. De brug over het Reitdiep is de Pleiadenbrug. Voor ons de kortste route naar de wijk Vinkhuizen.

Paddepoel is de naam van een gebied ten noorden van de stad Groningen. Globaal bevindt zich dit gebied tussen het Reitdiep en de Paddepoelsterweg, met het streekje Wierumerschouw als de meest noordelijke punt. In dit gebied ligt ook de stadswijk Paddepoel. De streek Paddepoel ligt behalve in de gemeente Groningen ook voor een gedeelte in de gemeente Het Hogeland. De wijk Paddepoel is de middelste van drie grote uitbreidingswijken (de wijken Selwerd, Paddepoel, en VInkhuizen) aan de noordkant van de stad Groningen en is gebouwd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Die toenmalige uitbreiding is naar de huidige inzichten veel te snel tot stand gekomen. De wijk Paddepoel kenmerkt zich door een vrij monotone bouw. Dit is de reden waarom een aanzienlijk deel van de wijk, voornamelijk ten zuiden van de Pleiadenlaan, inmiddels alweer gesloopt is om plaats te maken voor nieuwe woningen die voornamelijk uit koophuizen bestaan. Dit stuk van de wijk heeft ook een veel afwisselender straatbeeld.

De Zonnelaan ter hoogte van de Grote Beerstraat (de afslag naar links in de linkeronderhoek van de foto). Deze foto is gemaakt richting de Zernike Campus Groningen.
Klein stukje uit het Nieuwsblad van het Noorden van 23 september 1964. Men was nog bezig de wijk te bouwen…

Prof. Wim van Es leidde in 1964 opgravingen in op de plek waar nu de wijk Paddepoel te vinden in. Op een viertal plekken werden sleuven gegraven. Verschillende kleine wierden en sporen van bewoning  werden gedaan. Deze zijn beschreven in: Paddepoel, excavations of frustrated terps, 200 BC – 250 AD. Het laaggelegen gebied was het grootste gedeelte van het jaar moerassig van karakter en en daardoor moeilijk begaanbaar. De streek lag tussen de Hunze in het noorden en de Aa verder naar het zuiden. In de loop van de tijd zijn de beddingen van zowel de Hunze als de Aa vrijwel volledig uit het landschap verdwenen. Een uitlopen van de Hondsrug zorgde voor iets verhoging in het landschap. Aan de oostzijde van de Hondsrug stoomde de Hunze en aan de westelijke kant van de Hondsrug stroomde de Aa (het was ver voor de tijd dat het Reitdiep werd gegraven). Het gebied ‘De Paddepoel’ vormde daarmee niet alleen een kruispunt van land- en waterwegen, ook de grens tussen veen- en kleigebieden. Door de aanleg van de stadsuitbreidingen zijn de wierden in de vorige eeuw verloren gegaan.

De plekken van het archeologische onderzoek uit de jaren ’60 van de vorige eeuw geprojecteerd op een kaart van de wijk. Het Reitdiep loopt links op de kaart.

Uit het eerder uitgevoerde veldonderzoek is gebleken dat de ondergrond in het plangebied bestaat uit kwelder- en getijafzettingen, waarin op verschillende plaatsten vegetatiehorizonten (of cultuurlagen) zijn waargenomen. Hieruit blijkt dat het gebied geschikt was voor menselijke bewoning in het verleden (ijzertijd tot en met middeleeuwen). Een fragmentje verbrande klei wijst daadwerkelijk op menselijke aanwezigheid. Aangezien het kweldergebied tot de late middeleeuwen onbedijkt was, woonden de vroegere bewoners op terpen of wierden. In twee boringen werden mogelijk dergelijke terplagen waargenomen. Op diverse plaatsen werden recente sloten aangetroffen, vermoedelijk gedempt voorafgaand aan de ontwikkeling van de wijk Paddepoel. Het oorspronkelijke landschap is daarna afgedekt met een laag opgebrachte grond, waarop de huidige bouwvoor aanwezig is of de bestrating is aangelegd.

De straten in de wijk Paddepoel zijn vernoemd naar hemellichamen. In 1969 werd het Winkelcentrum Paddepoel geopend. In 1991 werd het gerenoveerd en overdekt. Tegen dit winkelcentrum rees destijds veel verzet vanaf de kant van allerlei Groningse winkeliers die inkomstenderving vreesden. In W.F. Hermans’ sleutelroman ‘Onder professoren’ verschijnt het universiteitscomplex Zernike, dat toentertijd nog bekendstond als het ‘complex Paddepoel’, onder de naam ‘Modderpoel’. Tegenwoordig spreekt men van de Zernike Campus Groningen.

Hoogtekaart van het gebied ten noorden van het Van Starkenborghkanaal. In de linkeronderhoek van de afbeelding is (rood) nog een stukje van de Zernike Campus Groningen te zien. Duidelijk is te zien dat er in de buurt meerdere wierden waren.
Het Galgenveld. Sporen van de Penningsdijk zijn nog zichtbaar. Foto van de Groninger Archieven.
De apotheek in het Winkelcentrum heeft nog steeds de kikker in het logo staan…

Sporen van een een oude waterscheiding (de Penningsdijk) zijn tegenwoordig nog zichtbaar op het Galgenveld, een terrein tussen de Paddepoelsterweg en de Zernike Campus Groninge. Het deel ten noorden van de (vervallen) Penningsdijk wordt de Hoge Paddepoel genoemd. Het deel ten zuiden hiervan, dat het dichtst bij de Hondsrug ligt wordt de Lage Paddepoel genoemd. In dit gedeelte ligt de stadswijk Paddepoel. De Penningsdijk is grotendeels verdwenen en lag halverwege de huidige Zernike Campus Groningen, ongeveer waar nu het Zernikeplein ligt. De naam Paddepoel betekent overigens hoogte van Padde (Pol betekent hoogte en Padde is een voornaam) en heeft niets met een pad uit te staan, ondanks het oude logo van het winkelcentrum in Paddepoel (dat ook nog eens, foutief, een kikker was). In de Hoge Paddepoel liggen naast elkaar de wierden Enens (3,2 meter boven NAP) en Paddepoel (1,47 meter boven NAP). De eerste is een voormalige dorpswierde die dateert uit de late ijzertijd of Romeinse tijd, waarschijnlijk later kerkelijk onder Oostum viel, reeds voor de 19e eeuw onbewoond was en rond de eeuwwisseling aan zuidzijde deels werd afgegraven. Op de laatste stond vroeger Cloots Borgje en sinds ongeveer 1850 staat er de monumentale Friese kop-hals-rompboerderij De Paddepoel.

Boerderij De Paddepoel
Rechts de scherf van de bovenkant van een kruik. De inkepingen zijn ruim 2000 jaar geleden met de vingers gemaakt.
Een kruik die bijna compleet gevonden werd aan de Friesestraatweg. De scherf uit Paddepoel is van een soortgelijke kruik.

In mei 2019 verscheen de volgende tekst op de site van Warmtestad: Een bijzondere vondst tijdens onze werkzaamheden in Paddepoel. Bij het graven van sleuven voor het warmtenet zijn scherven van een kruik gevonden. Deze scherven zijn ruim 2000 jaar oud en dateren van omstreeks het begin van de jaartelling. Ook zijn oude sloten ontdekt die de terp omringden waar de eerste Paddepoelers leefden. Tijdens onze werkzaamheden is een archeoloog aanwezig die na graafwerkzaamheden de bodem inspecteert en in beeld brengt. En gisteren kwam deze vondst tevoorschijn. We wachten af welke verrassingen de Paddepoelse bodem nog meer heeft. Deze vondst werd gedaan op een paar honderd meter van de plek waar wij wonen en kreeg uitgebreide aandacht in de regionale pers.

Een half jaar later begonnen de werkzaamheden (min of meer) achter ons huis. Daar kwamen in februari van dit jaar oude aardlagen aan het licht. Ook dat werd uitgebreid beschreven in Nummer 1, de wijkkrant van Paddepoel…

Plutolaan oostzijde met duidelijk zichtbare aardlagen. De archeoloog is met een metaaldetector aan het werk. Tijdens de aanleg van de transportbuizen voor Warmtestad, volgen de archeologen van RAAP de werkzaamheden op de voet. Ze zijn speciaal op zoek naar archeologische sporen die in de grond zijn achtergebleven. Bij de werkzaamheden in de Plutolaan is een duidelijke gelaagdheid (in de bodem) aangetroffen. In de steile kanten van de werkput, werd op een diepte van bijna twee meter een aantal sloten en greppels aangetroffen die te dateren zijn naar de IJzertijd. Deze periode was rond 800 voor Christus. Naast deze sporen werd ter hoogte van de Jupiterstraat een middeleeuwse put ontdekt. De gelaagdheid gaf duidelijk aan dat het gebied van de huidige wijk Paddepoel eerst een ruig gebied was waar de zee vrij spel had. De oude zeeklei zien we op de foto onderin duidelijk zitten. Daarboven is een eerste bewoningslaag aangetroffen met daaroverheen wederom een laag zeeklei. Op die laag is wederom een bewoningslaag te zien met klei en het huidige zand dat is aangebracht toen de wijk Paddepoel gebouwd werd. Het zijn de sporen van een oude wierde ter hoogte van de Marsstraat en de Jupiterstraat die (indertijd) tweemaal door de zee is overslibd en is verlaten. Bij de werkzaamheden in de Pleiadenlaan bij het Winkelcentrum is een bocht aangetroffen van een oude waterloop die tussen de Polaris en Bernlef ligt. Mogelijk een oude bocht of meander van de Aa of het Reitdiep.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.