Nadat we eerder al een gedeelte van ‘onze eigen’ provincie Groningen hadden verkend aan de hand van één van de boekjes van Sanne Meijer had P bedacht dat we voor de afwisseling wel eens een rit door de kop van Drenthe zouden kunnen maken. Tegenwoordig valt een groot gedeelte van dit gebied onder de gemeente Noordenveld. Ik was het gelijk het haar voorstel eens. ’t Zou sowieso een mooie gelegenheid zijn eens een paar hunebedden te bekijken. Op een zonnige zondagmiddag kort voor de afgelopen kerstdagen gingen we op pad…

Een oude kaart van het gebied waar we gereden hebben. Het woord ‘DINGSPIL’ trekt gelijk de aandacht… Een dingspel is een voormalig rechtsgebied in de provincie Drenthe. De naam komt van ding, de rechtszitting die tot 1580 driemaal per jaar gehouden werd onder de hoogste functionaris van de bisschop van bisdom Utrecht. De dingspelen vaardigden elk vier etten af naar de etstoel, die samen met de drost de provincie bestuurden en er recht spraken. Vanaf 1603 vormde het college van drost en gedeputeerden het bestuur van Drenthe. Drenthe bestond uit zes dingspelen. Dit aantal komt overeen met de zes sterren in de vlag van Drenthe. De dingspelen zijn weer onderverdeeld in kerspelen.
Hunebed D1 is een portaalgraf. Het hunebed ligt bij de plaats Steenbergen in de provincie Drenthe. De plaats Steenbergen is ook vernoemd naar deze hunebedden. Dit hunebed is het noordelijkst gelegen hunebed in de provincie Drenthe en heeft daarom nummer 1 gekregen. De archeoloog professor Albert van Giffen, die onderzoek deed naar hunebedden, heeft ze van noord naar zuid genummerd per provincie. In de jaren 1953/1954 is het vervallen hunebed door Van Giffen gerestaureerd, waarbij de dekstenen weer op hun plaats zijn gezet en een van de stenen weer in elkaar is gezet. Het hunebed is ook gerestaureerd rond 1965 en in 1993.

Het belangrijkste monument in Norg is de in het midden van de 13e-eeuw gebouwde romanogotische Sint-Margaretakerk met een zadeldaktoren. Deze thans protestantse kerk werd gewijd aan de martelares Margaretha van Antiochië. De wijwaterbak en het doopvont van de kerk dateren van voor de bouw, respectievelijk uit het midden van de 12e eeuw en het begin van de 13e eeuw. Rond de kerk was vroeger een kerkhof. Dit kerkhof ligt er nog steeds, hoewel de zerken zijn verwijderd.
Waterpomp tegenover de kerk in Norg.

Veenhuizen 1 stond aan het begin van Veenhuizen waar nu Norgerhaven is, het 2e Gesticht is het huidige Gevangenismuseum en Veenhuizen 3 stond op de akker achter het huidige complex ‘Oud Bergveen’.  Aan de buitenzijde van het carré waren de woningen van bewaarders gelegen. De ruimtes die aan de binnenplaats grensden werden bevolkt door de ‘verpleegden’ of te wel degenen die verplicht in Veenhuizen waren ondergebracht. Later wordt het beheer van Veenhuizen ‘overgenomen’ door de Nederlandse Staat. Veenhuizen werd een strafkolonie. Landloperij en bedelarij waren strafbaar en wie hiervoor werd opgepakt werd ‘opgezonden’ naar Veenhuizen, voor straf en heropvoeding. Alle gebouwen, huizen, wegen, bossen en landerijen, met uitzondering van de Hoofdweg, vielen onder beheer van het Ministerie van Justitie en de dienst der Domeinen. Veenhuizen was een gesloten gebied waar men alleen binnen mocht als men er daadwerkelijk iets te zoeken had. In de woningen met de stichtelijke spreuken op de gevel, ‘Orde en Tucht’, ‘Humaniteit’ of ‘Lering door Voorbeeld’, woonden de ambtenaren. Wie werkte in Veenhuizen moest er ook wonen en andersom. Aan de grootte en kenmerken van de huizen was de strenge hiërarchie af te lezen. Deze situatie duurde voort tot in de jaren ’70 van de twintigste eeuw. Rond 1980 werd Veenhuizen een ‘gewoon’ dorp. Gewoon tussen aanhalingstekens, want het beeld van het dorp wordt beheerst door haar geschiedenis en door de drie nog bestaande penitentiaire inrichtingen. Veel inwoners werken nog steeds in de gevangenissen.

Het Tweede Gesticht. Van de oorspronkelijke drie gestichtsgebouwen bestaat alleen het Tweede Gesticht nog. He enorme carrévormige gebouw met gevels van 145 meter lengte is in 1823 gebouwd door aannemer Harm Wind. Het ontwerp is van Johannes van den Bosch, oprichter van de Maatschappij van Weldadigheid. Hij verdeelde de vleugels in een binnen- en een buitenschil, gescheiden door een muur. Aan de binnenzijde bevonden zich 12 zalen voor weeskinderen, later ook voor volwassenen, die tevens dienst deden als werkplaats. Aan de buitenzijde waren éénkamerwoningen voor ‘voorbeeldige gezinnen’. Voor het personeel waren er aparte woonruimten. In 1901 werd het Gesticht verbouwd tot werkgebouw van de net gereedgekomen rijkswerkinrichting Esserheem. Er is veel aan het uiterlijk veranderd. Zo is in 1928 de oostelijke vleugel uitgebroken en vervangen door garages. De scheidingsmuur tussen de binnen- en buitenschil is verdwenen. Sinds 2005 is het Gevangenismuseum in het Tweede Gesticht gevestigd.

Hunebed D2 is een portaalgraf. Het hunebed ligt aan de oostzijde van Westervelde, 2 kilometer ten zuiden van Norg, vlak bij het Norgerholt. D2 is gebouwd tussen 3400 en 3100 voor Christus en wordt toegeschreven aan de trechterbekercultuur.

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.