Donderdag 1 februari; de zevende vakantiedag
Het was inmiddels donderdagochtend geworden, het begin van een stralend mooie dag. Phillip en Carol Colton waren naar hun respectievelijke scholen gegaan om daar les te geven. Ze hadden hun kinderen ook meegenomen en Romany, de collie, voor het gemak maar in de keuken opgesloten. Wij hadden de strikte aanwijzing gekregen om Romany vooral in de keuken te laten.

Het ‘Suffolk pink’ is een prachtige kleur!

Ik was die ochtend naar ’t postkantoor in Horringer gewandeld om daar een girobetaalkaart in te ruilen voor £ 75,- Ik was nog nooit zo vriendelijk in een postkantoor behandeld: ‘I hope you enjoy yourself today, young sir!’ Ik stond volledig perplex. Ik heb die ochtend verder nog wat verder gewandeld en heb wat foto’s in de omgeving genomen. Teruggekomen bij het huis, waarvan Phillip mij inmiddels de sleutel had gegeven, zag ik dat de beste man een paar enorme coniferen gerooid had, zodat A.G. de Landrover netjes naast het huis zou kunnen parkeren… Ik dacht steeds dat de Engelsen zo netjes op hun tuin waren, nou deze Engelsman dus niet!

A.G. had met de Landrover het natte grasveld dan ook volledig omgeploegd. Binnen heb ik eens goed bekeken hoe het Engelse kleingeld er uitziet. Ik zag drie totaal verschillende muntstukken van £ 1,–. Drie verschillende plaatjes erop en ook nog drie verschillende randschriften:

NEMO ME IMPUNE LACESSIT ● PLEIDIOL WYF IM GWLAD ● DECUS ET TUTAMEN
Vertaling van de drie randschriften (de middelste is Welsh, de andere twee Latijns): No one harasses me with impunity ● I am true to my roots ● Ornament and safeguard

Nadat we met z’n drieën gegeten hadden, hebben we de Landrover ingepakt, het huis op achtergelaten artikelen gecontroleerd en de hond weer in de keuken gebracht (het beest was opeens in de kamer). Of het door mijn over(ge)wicht kwam weet ik niet, maar mij heeft hij toen niet gegrepen, wel keek hij mij behoorlijk dreigend aan en gromde vervaarlijk. Na een laatste controle, draaiden wij de voordeur op slot, gooiden de sleutel door de brievenbus weer naar binnen en lieten we huize Colton voor wat het was en zetten ons op weg naar Sleaford. Eerst trouwens nog eventjes terug naar Bury St. Edmunds want A.G. wil graag nog een geruite broek (een ‘Bolke de Beer’ broek) en misschien was er ook nog wel een boekenwinkel waar we nog niet eerder geweest waren. We vonden geen boekenwinkel, maar wel een platenzaak met erg lage prijzen. Ik kocht er een paar Jimmy Rodgers LP’s, eentje van Willie Nelson en een paar van Woody Guthrie. ‘k Was nog geen 2 pond per plaat kwijt!

We waren maar wat vroeg van start gegaan, want Sleaford was (en is) een behoorlijk eind naar het noorden rijden. In St. Ives, op weg naar het noorden hebben we gepauzeerd omdat er volgens Skoob (het boek van A.G. dat alle tweedehands boekenwinkels gerangschikt per county aangeeft) een paar goede tweedehands boekenwinkels zouden zijn. De boekenwinkels waren er wel, maar ze hadden niets waar A.G. en ik nou echt enthousiast voor werden. Ik vond nog wel een aardig boekje voor m’n vogelbestuderende collega: ‘Bluff your way into birdwatching’, hij bleek weken later de grap ook nog best te kunnen waarderen. A.G. kocht voor mij een exemplaar van de Baptist Times, een krant apart voor de baptisten in de streek. Het was erg gemakkelijk om St. Ives binnen te komen, maar het was een rotkarwij om de juiste weg naar het noorden weer terug te vinden. Tegen een uur of vijf kwamen we op de A-1 vast te zitten vanwege het drukke forensenverkeer en de ‘roadworks’ die vrijwel overal gelijktijdig in dit land plaats schijnen te vinden.

Sleaford is terug te vinden iets onder het midden van deze ansichtkaart…

De ‘roadworkers’ in Engeland werken ongeveer net zo snel als de gemeentewerkers in de plantsoenen bij ons in Hoogezand, u zal dus begrijpen dat de verschillende ‘roadworks’ nog wel een tijdje een probleem en een ergernis voor veel Engelsen geweest zijn. We zaten ongeveer een uur vast in de file, in een stromende regen, en al die tijd stond er een prachtige Jaguar naast ons, soms stonden wij een paar meter voor, soms hij. Toen A.G. zich langzamerhand behoorlijk begon te ergeren aan het getreuzel op de snelweg, maakte ik de opmerking dat hij helemaal niet mocht klagen; wij lagen op dat moment al meer dan vijftig meter voor op de Jaguar… Op een bepaald moment vond A.G. dat we binnendoor, via van die kleine kronkelweggetjes veel sneller naar Sleaford zouden kunnen rijden. U begrijpt vast wel wat er toen gebeurde. Juist! We kwamen nog veel later dan dat we in eerste instantie al geweest zouden zijn in Sleaford aan! Later, tijdens de ‘singing’ in Sleaford hoorde ik mijn opmerking over de Jaguar weer terug. Het was erg opvallend hoe snel gewone dagelijkse gebeurtenissen hun weg vonden in de introducties van bepaalde hymnen.

Aankondiging van het optreden op een postertje in de kerk…

We kwamen dus veel te laat aan in de kerk. Om de mensen ‘vast’ te houden, hadden de dominee en de koster maar besloten om de thee niet na, maar vóór de ‘singing’ aan te doen. Toen wij aankwamen zaten alle mensen die van plan waren te komen (wel 18!) lijdzaam op ons te wachten. Wederom waren we in staat om in een kleine twintig minuten op te bouwen en na een half uur stonden A.G. & Kate dan ook te zingen. Of het kwam door het feit dat we aan de late kant waren, of dat het misschien aan de mensen zelf lag weet ik niet, maar het waren niet erg beste zangers daar in Sleaford. Na de ‘love-offering’ bad de dominee voor een zegen over het geld dat door de mensen gegeven was en voor A.G. & Kate en het werk dat ze binnen de kerken doen.

Tijdens deze ‘singing’ bleek dat Kate problemen met haar stem begon te krijgen en aan het einde van de avond was het dan ook behoorlijk bar geworden. Kate begon steeds harder te krassen en te piepen, en een bezoek aan een (huis)arts zou de volgende dag zeker noodzakelijk worden. De volgende dag waren A.G. en Kate weliswaar vrij, maar de dag daaropvolgend, zaterdag, zou er weer gewerkt moeten worden. Zonder Kate’s stem konden A.G. & Kate niet werken, dus er was zeker sprake van een lichte paniek. Met mijn gastheer en -vrouw werd driftig overleg gepleegd, en een goede huisarts was snel gevonden. Nu alleen nog wachten tot de volgende morgen… Ik ging mee met Peter en Susan Thorton, ze woonden maar een paar straten bij de kerk vandaan. A.G. & Kate bleven met hun caravan en Landrover bij de kerk staan, dus we waren nu voor het eerst op deze tour een eind van elkaar verwijderd…

Plaatje van de voorkant van het kerkblad van deze gemeente…

Bij de familie Thorton hebben we nog een hele tijd gepraat over het fenomeen wat zich (waarschijnlijk) in erg veel (Engelse en Nederlandse) families voordeed en -doet. Het gaat om ’t feit dat de kinderen met geen mogelijkheid meer mee naar de kerk te krijgen zijn, en zich zelfs tegen de overtuigingen van hun ouders volledig afzetten. Dit was zo’n familie. Peter en Susan hebben een dochter die destijds ongeveer twintig jaar oud was; een volledig ‘werelds’ kind volgens moe, dit zeer tot het verdriet van de beide ouders. Pa en moe Thornton waren beiden ‘lay-preachers’, dat wil zeggen dat ze binnen het ‘circuit’ waar hun gemeente deel van uit maakt, hulppredikers waren. Een ‘circuit’ binnen de Methodistenkerk bestaat uit één of twee wat grotere kerken en circa tien kleinere. De grotere kerk(en) vormen de standplaats voor één of meerdere dominees, die gewoonlijk vijf tot acht jaar op een standplaats blijven werken. Daarna worden ze overgeplaatst naar een ander ‘circuit’. Binnen de rest van de kerkjes van het ‘circuit’ wordt door de hulppredikers gepreekt. Een systeem van beroepen en beroepen worden zoals dat bij onze protestantse kerken gebruikelijk is kennen ze hier niet. Een hulpprediker is een gemeentelid met een roeping tot het uitdragen van zijn geloof, dit wordt dan gestalte gegeven door het volgen van verschillende opleidingen en het uiteindelijk leiden van diensten binnen de kerk. A.G. vertelde mij eens dat één van de doctrines van Charles Wesley, de volgende was:

WORK ALL YOU CAN ● GAIN ALL YOU CAN ● GIVE ALL YOU CAN

De praktische uitwerking van deze leerstelling was een beetje terug te vinden binnen het huis van Peter en Susan. Hoewel Peter een vaste baan binnen het onderwijs had (alweer een onderwijzer!) en Susan een parttimebaan binnen het onderwijs had, was van deze maatschappelijke positie niets terug te vinden in het huis van deze twee mensen. De inrichting van het huis was uiterst sober en dateerde dan ook van een waarschijnlijk ver verleden. Op de een of andere manier schenen ze niet te hechten aan ‘aardse’ zaken. Waarschijnlijk lag binnen deze houding van pa en moe Thorton ook de oorzaak van het conflict met hun dochter. Peter Thorton hechtte grote waarde aan vaste, dagelijks wederkerende zaken. Vandaar ook het feit dat hij elke avond voor het slapen gaan, dus ook deze avond, twee crackers, ééntje volkoren en ééntje wit, met Goudse kaas at; hierbij dronk hij dan een beker ‘Horlicks’, een aan Ovalmatine verwante bouillon-achtige bruine drank. Mij werd ook een beker aangeboden, maar omdat ik sterke associaties met zweetvoeten enzovoorts kreeg, heb ik er toen maar vriendelijk doch heel beslist voor bedankt. Susan had een prachtig bed voor me opgemaakt, maar toen ik er eenmaal met m’n 105 kilo in lag raakte het midden van ’t matras bijna de vloer, het was dus een klein beetje zacht. Los daarvan heb ik prima geslapen…

Vorige post Volgende post

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.