Zondag 4 februari 1990; de tiende vakantiedag:
In de kerkdienst van deze zondagochtend zouden A.G. & Kate een gedeelte van zo’n twintig minuten doen, vervolgens zou Georgina, de ‘lay-preacher’ die die dag ingeroosterd stond, de dienst overnemen. Georgina preekt over gebed, bidden en de verhoring van gebeden. Het was al met al een mooie en goede dienst, die ook door een redelijk groot aantal mensen bijgewoond werd. De kerk zat een stuk voller als de zaterdagavond en nu waren er zelfs jonge mensen aanwezig! Aan het einde van de dienst werd er een schaalcollecte bij de uitgang voor A.G. en Kate gehouden. Toen we na het afbreken en inpakken van de Landrover gingen kijken zat er maar amper £ 1,50 in, dat is toch een geweldige opbrengst, vindt u niet? Dit verschijnsel vormt de basis voor een soort wetmatigheid. Hoe meer mensen er zijn die een ‘singing’ bijwonen, hoe minder ze gemiddeld in de collectezak(schaal) doen, waarschijnlijk denken de mensen dat de ander dan wel voldoende geeft… Er zit bovendien een redelijk groot verschil tussen een collecte met behulp van een schaal en eentje met behulp van een collectezak. U raadt het al, als je bij de collecte een collectezak gebruikt in plaats van een open schaal, dan is de opbrengst per persoon ook weer een stuk lager.

Na de kerkdienst werden we door het echtpaar Pleet, Richard Bye en John en Sheila met hun dochter uitgenodigd om in de kerk, in een door de gemeenteleden zelf gebouwd bijgebouw te blijven eten, overal was al voor gezorgd. We hoefden alleen maar aan te schuiven en het ons lekker te laten smaken. Mrs. Pleet en Sheila hadden gezorgd voor ‘jacketed potatoes’ (u weet inmiddels wat dit zijn, ik ook, ‘k kreeg immers nauwelijks iets anders), een salade en koud vlees. Als toetje kregen we de ‘cheesecake’ en de ‘applepie’ die door Mr. Pleet, een man van dik in de 70 gemaakt waren.

Deze maaltijd was werkelijk een waar ‘love-feast’ in de christelijke zin van het woord. De Pleet’s zijn eigenlijk geen Methodisten, maar Baptisten, niet dat dit zo verschrikkelijk belangrijk is, maar ik vond het wel een grappig detail. Ze vertelden me dat ze indertijd gedoopt waren in de rivier waar Spurgeon ook in gedoopt is, geen slechte plek vind je niet? We werden met klem aangeraden om vooral genoeg te eten, we wisten immers niet wanneer we weer van die goede en aardige mensen zouden tegenkomen… De ‘applepie’ was redelijk, maar de ‘cheesecake’ was zondermeer een openbaring, ik heb het recept opgezocht:

Ik herinner me dat Rian in ’t Groen dit recept heeft nagewerkt en een cheesecake op deze wijze heeft geprobeerd te bakken. Op de een of andere manier is er in dit recept is misgegaan met de verhoudingen. Ik weert nog goed dat ik van Rian te horen kreeg dat het resultaat op een soort ‘geglazuurde dakpan’ leek die nauwelijks te eten was…

Baked cheesecake: 75 gram boter; 125 gram suiker; geraspte schil en ’t sap van één citroen; 300 gram zachte (smeer)kaas; 2 eieren, dooiers en wit van elkaar gescheiden; 50 gram gemalen amandelen; 25 gram griesmeel; 50 gram; 50 gram rozijnen; poedersuiker voor ’t decoreren. Meng de boter, de suiker, en de geraspte citroenschil tot ’t mengsel zacht (‘fluffy’) wordt. Roer de kaas er geleidelijk doorheen, vervolgens de eierdooiers en meng dit grondig. Voeg vervolgens de amandelen, het griesmeel, de rozijnen en het citroensap toe. Roer de eiwitten stijf en meng deze voorzichtig door het kaasmengsel. Schep dit mengsel in een beklede, en ingevette bakblik (Ø 20 cm) en bak de cheesecake gedurende 50 à 60 minuten in een oven van 180°C. Zet daarna de oven uit en laat de cheesecake in de oven afkoelen. Decoreer de cheesecake met poedersuiker.

Na het eten werden we vrijgesteld van afwassen, en de tijd die ons nog restte voor ons vertrek weer terug naar Wrangle brachten we door met praten. Vlak voor het vertrek dacht A.G. opeens aan het maken van foto’s van de hele ‘eetgroep’ buiten de kerk. Op de terugreis naar Wrangle, waar A.G. & Kate graag ’s avonds naar de kerk wilden, stopten we even in Ely om daar de Rooms-katholieke kathedraal te bekijken. Ik had steeds gedacht dat de kerk in Zevenbergsche Hoek de grootste was die ik tot dan gezien had, maar deze was echt enorm. Ik heb medelijden met de predikers die daar hun werk moeten doen, ze hebben bijna een fiets nodig om van het ene eind naar het andere einde van de kerk te komen. We hebben wat gewandeld in het complex en ik heb een aantal ansichtkaartjes en een boekje over deze kathedraal gekocht. Ze hadden er ook een boek over het proza van Charles Wesley (‘Charles Wesley’s verse; an introduction’, door Frank Baker). Bovendien vond ik er een boek met gebeden van verschillende hedendaagse Engelse hymnwriters (schrijvers van geestelijke liederen), verzameld door Tomothy Dudley Smith, de man die ook de beide korte hymns (‘Come, let us with speed to Bethlehem go’ en ‘When he did our flesh assume’) op de nieuwe plaat van A.G. & Kate schreef, want A.G. had ze tot dan toe nooit in andere boeken gevonden. Timothy had ze in z’n boekje dat uitgegeven werd ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van het Methodisme gezet.

In de kathedraal van Ely kwamen ook weer een stel Hollanders tegen, want ineens hoorde ik een moeder in plat Rotterdams tegen haar zoontje zeggen dat hij ergens met z’n ‘poten’ af moest blijven. Ik heb beslist geen hekel aan Nederlanders, ik ben er immers zelf ook eentje, maar als ik in ’t buitenland op vakantie ben zie ik er het liefst zo weinig mogelijk. We verlieten de kathedraal op tijd, want we wilden immers op tijd in Wrangle zijn, en we moeten nog een heel eind rijden. Toen we ergens voor benzine stopten omdat ik zo nodig naar het toilet moest, kocht Kate snel marshmallow repen omdat A.G. die zo lekker vond, ik vond ze alleen maar heel, heel erg zoet. Het gebeurde trouwens vrij vaak dat we ons te buiten gingen aan erg zoete lekkernijen, wat dacht u van ‘cream eggs’? Dit zijn chocolade eieren barstens vol met een mierzoete pasta. A.G. beweert dat het ook tijd wordt dat ik een keertje bij een ‘Little Chef’ of een ‘Happy Eater’ ga eten. Op z’n minst moet ik er een keer een kop chocolade drinken. Het eerstvolgende wegrestaurant blijkt nota bene een ‘Little Chef’ te zijn, en we gaan naar binnen om onze chocolade te drinken. Op de klaarliggende placemats staan allemaal toeristische verhaaltjes over de mooiste plekjes in Engeland. Op de mijne staat een verhaaltje over de plaats met de langste naam ter wereld, 59 letters nota bene. …

LLANFAIRPWILLGWYNGYLLGOGERYCHWYRNOROBWLLLLANTYSYLIOGOGOGOCH

Het ligt ergens in het noordwesten van Wales, en A.G. kan het (volgens mij) werkelijk bij herhaling vlekkeloos uitspreken… Het vreemdste wat ons op deze reis overkwam was dat we op de autoradio in de Landrover luid en duidelijk naar ‘langs de lijn’ van de NOS konden luisteren. Het is een hele vreemde gewaarwording om rijdend langs de Engelse kust naar de Nederlandse radio te luisteren… We waren nog precies op tijd om de Landrover bij het huis van Tony en Doreen te parkeren en snel naar de ‘Methodist chapel’ van Wrangle te lopen. De meeste mensen (ongeveer 15) zaten al, de theekopjes stonden netjes onder een theedoek te wachten en wij zochten ook maar snel onze plaatsen op. Binnen in de kerk waren Tony en Simon drukdoende. Tony deelde de mededelingen uit, op dezelfde wijze als bij ons in de kerk in Hoogezand

Simon daarentegen had het ontzettend druk. Hij was met de kachels bezig, met de ventilatie en ook nog met de muziek die voor de dienst aangedraaid wordt. Hij had voor dat doel z’n cassetterecorder mee naar de kerk genomen en uiteraard ook voor bijpassende muziek gezorgd. Simon was bij ‘zijn’ mensen en had het verschrikkelijk naar z’n zin, dat was duidelijk aan hem te merken. Ik was behoorlijk onder de indruk van het feit dat een geestelijk gehandicapte jongen als Simon toch zo volledig geïntegreerd kan worden in een bestaande gemeenschap, hij fungeert binnen de kerkgemeenschap van Wrangle als een soort koster (z’n vader houdt echter wel een oogje in het zeil).

De dominee, Wesley Sloane, is afkomstig uit Ierland en een grote favoriet van A.G. en Kate, ik vind dat hij een prachtige manier van spreken heeft. Vooral dat zachte Ierse accent van de man vind ik schitterend. Hij begint de dienst met een anekdote over zigeuners, na eerst Simon om z’n mening over deze kwestie te hebben gevraagd. Vervolgens neemt de anekdote een wat ernstiger wending en geeft de dominee te kennen dat hij, op meervoudig verzoek van de gemeente, over zonde gaat preken, maar niet voordat we samen een paar hymnen gezongen hebben. Hij pakt z’n gitaar, blijft rustig achter de preekstoel staan, stemt het ding en begint te zingen. Hij zingt een regel voor, en de gemeente zingt het na. In de Amerikaanse old-time en folkmuziek noemen we dit ‘outlinen’. Als de gemeente na verloop van tijd een beetje mee begint te doen, draait hij de rollen om: de gemeente moet nu eerst een regel zingen waarna hij deze regel herhaalt.

De preek in deze avonddienst is naar aanleiding van Psalm 35; het verhaal van Koning David en Batseba. A.G. & Kate hebben volledig gelijk, Wesley Sloane preekt geweldig. Ik had het gevoel alsof ik alleen in de kerk zat en alsof ik de enige was waartegen gesproken werd. Het meest indrukwekkende uit de hele preek vond ik het gegeven dat als je een beschuldigende vinger naar iemand anders uitsteekt, je je goed moet realiseren dat op datzelfde moment drie van je eigen vingers (beschuldigend) jouw richting uitwijzen. Wees dus voorzichtig met het uiten van beschuldigingen en ‘dat typische Hollandse vingertje’ (van Seth Gaaikema). Na de dienst gingen we weer terug naar het huis van Tony en Doreen. We dronken nog wat koffie, praatten wat na en gingen niet al te laat naar bed. Tony moest immers de volgende ochtend weer aan het werk. Hij had geen vakantie…

Vorige deel Volgende deel

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.