Tijdens de afgelopen herfstvakantie verbleven we (zoals wel vaker) een weekje in Heerenveen. Deze keer hadden we onze fietsen thuis in Groningen gelaten; het ‘dwong’ ons eigenlijk om ons iets breder te oriënteren dan verschillende kleine(re) rondjes in de omgeving van Heerenveen te fietsen. We hadden in maart 2021 erg veel plezier gehad met onze autopuzzeltocht en misschien was dat wel een van de redenen dat we op het Internet een aardige autoroute vonden langs zes verschillende Friese staten en stinsen. Tijdens de afgelopen herfstvakantie hadden we twee mooie zonnige dagen. Laten we uitgerekend deze twee dagen aan deze route besteed hebben… Drie stinzen/states op de eerste dag en de volgende dag nog drie. Ik heb bedacht om er – juist omdat we er twee dagen over hebben gedaan – ook maar twee posts van te maken.

Kaartje van ’t noordelijk deel van Friesland waarop de drie stinsen/states van deze dag ingetekend zijn. Meest rechts de Fogelsangh State in Feankleaster (Veenklooster). In het midden de Schierstins in Feanwâlden (Veenwouden) en tussen Leeuwarden en Stiens (bij Jelsum) de Dekemastate.

Feanwâlden (Veenwouden): Schierstins

Onze eerste stop zou in Feanwâlden (Veenwouden) zijn. Op weg daarheen maakten we een erg leuke korte tussenstop in de Alde Feanen. Vervolgens reden we naar onze eerste ‘echte’ stop in Feanwâlden (Veenwouden) om daar de Schierstins te bekijken. De Schierstins is een ‘toerstins’ en heeft de vorm van een vroegmiddeleeuwse woontoren. Het is één van de zeer weinig overgebleven woontorens uit die periode in Nederland. Een YouTube-filmpje over een voormalig roofridderkasteel tegenover de plek waar ik werk door de Groninger historicus Beno Hofman werd deels in de Schierstins opgenomen.

Iets meer over de Schierstins in Feanwâlden (Veenwouden):
De naam ‘Schierstins’ verwijst naar de vroegst bekende eigenaren, de ‘schiere monniken’ of Cisterciënzers, die volgens een oorkonde uit 1439 de toren bezaten. De toren stond binnen een omgracht terrein op een heuvel en was uit veiligheidsoverwegingen pas op de hoogte van de verdieping via een ladder te bereiken. De dikke bakstenen muren bevatten schietgaten en later kruisvensters. Vanaf de 17e-eeuw werd de stins voor bewoning geschikt gemaakt en met een aanbouw aan de oostzijde uitgebreid. Voorname personen uit Leeuwarden en Franeker gebruikten de stins in de 18e-eeuw als buitenplaats, zoals professor Gerdes en zijn vrouw en hun dochter, die getrouwd was met professor S.H. Manger, theoloog aan de universiteit van Franeker. In het begin van de 19e-eeuw verwierf de Leeuwarder burgemeester Thijs Feenstra het complex. Een opvallende eigenaar was B.Th. baron van Heemstra, die er vanaf 1871 een museum heeft ingericht. Later raakte de toren in verwaarloosde toestand. In 1906 en in 1961 werd het complex ingrijpend gerestaureerd. In de toren zijn oude bouwfragmenten te zien, terwijl in de aanbouw, in de zaal met fraaie rococo-schoorsteenomlijsting, exposities worden gehouden. Het complex is eigendom van de gemeente Dantumadiel en is nu als cultureel centrum toegankelijk. In de tuin van de Schierstins staan verscheidene soorten stinzenplanten. Het is welhaast zeker dat dr. J.Botke, toen hij de naam stinzenplanten in 1923 bedacht, daarbij de Schierstins in het hoofd had: hij had er weet van dat de inwoners van Veenwouden (Feanwâlden) het bij de stins groeiende Haarlems klokkenspel aanduidden als ‘stinzeblomkes’.
De Schierstins is wellicht het bekendste en zeker ook het oudste bouwwerk in Feanwâlden. Het moet gebouwd zijn rond 1300 als een versterkte toren op een omgrachte verhoging. Het was een uithof van het klooster Klaarkamp bij Rinsumageest. De schiere monniken konden hier hun intrek nemen als ze bezig waren met het vervenen en het verrichten van landwerk. Later stond het ook bekend als Idzeghagude. In de loop der tijden kreeg de stins meer wereldlijke functies. De aanbouwen uit de 17de en de 18de-eeuw zorgden voor meerdere gebruiksmogelijkheden zoals marechausseekazerne en postkantoor. Jarenlang had het een woonbestemming, onder andere voor Thijs Feenstra, burgemeester van Leeuwarden; de familie Spree en professor Manger, wiens zoon in 1778 de eerste steen heeft gelegd van de oude school op Haadstrjitte 4. Vooral de ingrijpende restauratie van 1906 heeft de stins van de ondergang gered. Het koetshuis achter de stins is in 1966 gesloopt. De stins is nu een cultureel centrum; het terrein rondom de stins is een bolwerk van stinzenplanten.

Twee oudere dames heetten ons van harte welkom en vroegen ons om een kleine bijdrage van € 4,- per persoon. Vervolgens werden we met ons tweeën in een mooi vertrek onderin de voormalige ‘toerstins’ gezet om een interessante film over de geschiedenis van het gebouw te bekijken. Vervolgens mochten we op ons eigen houtje de rest van de Schierstins bekijken. Een kleine expositie aan de bekende schrijver Theun de Vries trok mijn aandacht. Theun de Vries werd op 26 april 1907 een paar straten van de Schierstins in Feanwâlden (Veenwouden) geboren. Ik weet nog goed dat Theun de Vries één van de favoriete schrijvers van Joke Janssen was. Niet dat ze er zo gek vaak over sprak, maar zo af en toe kwam de schrijver in onze gesprekken voorbij. Ze had over de loop der jaren vrijwel het volledige oeuvre van deze schrijver bijeen verzameld. Wonderlijk hoe je dan in je hoofd opeens jaren terug in de tijd kan gaan en een soort verwondering met terugwerkende kracht kan ervaren…

Wat hogerop in het ‘torengedeelte’ van de Schierstins was een kleine, maar uitgekiende expositie over de geschiedenis van de omgevingen, het kloosterleven de in de Middeleeuwen en ‘de Friese vrijheid’ georganiseerd. Zeer interessant! Ook hier sloeg de verwondering weer toe. Begin oktober waren P en ik aanwezig bij een lezing van Bert Looper (ook woonachtig in Veenwouden) tijdens de Dag van de Groninger Geschiedenis. Hij had het tijdens zijn lezing ook over ‘de Friese vrijheid’ in relatie tot de gebeurtenissen in het rampjaar 1672 en de het Groningens Ontzet in augustus van datzelfde jaar.

Nadat we alles hadden bekeken wat er te bekijken was probeerden we afscheid van de beide oudere dames te nemen. Dat bleek echter iets moeilijker dan gedacht, beiden zaten duidelijk om een praatje verlegen. Met de boodschap dat we graag de volgende stins wilden bezoeken gingen we weer verder.

Feankleaster (Veenklooster): Fogelsangh State

Ons bezoek aan de Schierstins had een behoorlijk gedeelte van onze middag opgeslokt. Niet erg, want we hadden het prima naar de zin gehad. Samen reden we een stukje naar het oosten, naar Feankleaster (Veenklooster), waar we de Fogelsangh State wilden gaan bekijken. Terwijl we een parkeerplek voor de auto zochten realiseerden we ons dat deze state een woonhuis is en niet alleen een mooi openbaar gebouw. De state is tegenwoordig in eigendom van Kyra Livia barones van Harinxma thoe Slooten en heeft een museale status. Dat gegeven zorgde er voor dat we op gepaste afstand bleven, een paar foto’s maakten en vlot weer weg waren. Het gebouw ziet er voornaam uit en is werkelijk indrukwekkend. Bovendien is het prachtig onderhouden. Er was een groot park waar we rustig even hadden kunnen wandelen (maar niet gedaan hebben).

Iets meer over de Fogelsangh State in Feankleaster (Veenklooster):
De state bevindt zich op het terrein van het voormalige klooster Olijfberg dat omstreeks 1580 werd afgebroken. In 1644 werd vermoedelijk door Dirck Fogelsangh hier een buitenhuis gesticht. Vanaf 1740 woonden er leden van het geslacht Van Heemstra. Toen is het gebouw aan de achterzijde vergroot. Vanaf 1791 werd door Cecilia van Heemstra een nieuwe pilastergevel bekroond door een groot tympaan voor het gebouw opgetrokken. Verder zijn de twee blokvormige bijgebouwen gebouwd waarin het koetshuis en de stallen zijn ondergebracht. Na de verbouwing in 1872, door Hector Livius van Heemstra, kregen het gebouw en de bijgebouwen hun huidige uiterlijk. Architect J.I. Douma maakte het ontwerp, dat onder toezicht van H.H. Kramer werd uitgevoerd. De gevels werden gepleisterd, de ingang verhoogd en van een bordes voorzien. De hal en de monumentale zaal links van de entree werden eveneens gemoderniseerd. Een ander voornaam vertrek achter de hal, de zogenaamde koepelkamer, was al in 1843 gerealiseerd. De prachtig ingerichte Fogelsangh State is nu in bezit van Kyra Livia barones van Harinxma thoe Slooten en functioneert na de restauratie in 2003 als museum. Naast de state bevindt zich een koetshuis uit 1793, waarin veel van het originele interieur bewaard gebleven is: een tuigenkast, versierd met pilasters en bladkapitelen; in de stal sierlijk gesneden houten bogen, gemarmerde houten palen en haverkisten. Alles moest voldoen – en voldeed – aan de eisen van het Paardenboek van Quadekker. De gehele situatie van nu bestaat al meer dan honderd jaar. In opdracht van A.T.R. Sixma baron van Heemstra heeft L.P. Roodbaard in 1838 de tuinaanleg van Fogelsangh State in de landschapsstijl ontworpen. Bij de uitvoering van de werkzaamheden waren vanaf 1843 de hoveniers L. Vlaskamp en zijn zoon G.L. Vlaskamp betrokken. In het park bevinden zich een berg met theekoepel, vijverpartijen, een ijskelder en een kluizenaarshut. Bij de state horen een jachtopzienershuisje, twee tuinmanswoningen en enkele boerderijen, waarvan twee door Douma zijn ontworpen. Aan de achterkant van het huis loopt een lindelaan. Van de oorspronkelijke lindes zijn er nog verscheidene over. Deze dateren uit de 18e eeuw. Veenklooster is als beschermd dorpsgezicht aangewezen.

Jelsum: Dekemastate

Het was een behoorlijke rit van Feankleaster (Veenklooster) naar Jelsum, waar we de Dekemastate wilden gaan bekijken (een foto van deze state vindt u bovenaan deze post). We reden door een lange reeks van dorpjes en langs talloze weilanden met koeien in de wei (daar waar ik ze het liefst zie). Een kort stukje door Leeuwarden en vervolgens probeerden we de weg naar Jelsum te vinden. We hadden al bedacht dat het in de omgeving van Stiens moest zijn. Nadat we een grote groep vliegtuigspotters waren gepasseerd (waarschijnlijk vanwege de nabijheid van de vliegbasis Leeuwarden) kwamen we kort voor 17:00 uur aan bij de ingang van de Dekemastate. We moesten een beetje zoeken naar de juiste route toen we eenmaal in Jelsum waren gearriveerd.

Iets meer over de Dekemastate in Jelsum:
In Jelsum bepalen een lange muur met poort en een voormalige tuinmanswoning het beeld van het dorpsplein. Via dit gebouw kan men het stateterrein betreden. Het L-vormige gebouw bestaat sinds de verbouwing in 1814 uit een hoofdgebouw met empire-ramen en een fraaie toegangsdeur en een lagere vleugel. Achter de vensters ligt het voornaamste vertrek, de zaal. Hier hangt de unieke collectie familieportretten. In de kelder zijn restanten van de middeleeuwse stins zichtbaar. In 1996 kocht het Old Burger Weeshuis te Leeuwarden het geheel. Het complex werd gerestaureerd en is nu museum. De inrichting toont hoe een voorname Friese familie rond 1930 een state bewoonde. De bezoeker komt heden ten dage binnen via de tuinmanswoning op de terp van Jelsum en loopt dan via de tuin naar het huis. Een grote boerderij naast de huidige ingang is in 2014/15 gerestaureerd en aan het complex toegevoegd, dat nu ook over het water vanuit Leeuwarden kan worden bereikt. Dekemastate is beschikbaar als bijzondere trouwlocatie van de gemeente Leeuwarden. Dekema State ligt op een omgracht terrein en is via een brug met rijk gesneden poort uit 1905 te bereiken. Hiervoor ligt het voorplein waarop de lange oprijlaan uitkomt. Een wandeling in de fraai aangelegde tuinen voert langs singels, een sier- en moestuin en een boomgaard. In het voorjaar bloeien er verschillende soorten stinzenplanten. Verscheidene families bewoonden deze state vóór de Dekema’s. Begin 16e eeuw trouwde de erfgename Reynsk van Camstra met Hette van Dekema (hun bijzondere grafsteen, van Belgisch hardsteen en met een zeldzame combinatie van oude en nieuwe stijlkenmerken, is op 14 mei 2013 teruggekeerd naar de state). Die naam is aan de state verbonden gebleven, hoewel ook na de Dekema’s generaties volgden met andere familienamen: Unia, Doys, Houth en Van Wageningen. In 1791 trouwde de erfgename Juliana Elisabeth Maria Houth met Gerardus van Wageningen uit Dordrecht. Door dit huwelijk kwam het huis aan de familie Van Wageningen, die er tot 1996 gewoond heeft. Gerardus van Wageningen was kapitein van het regiment Oranje te Friesland tot 1793, wethouder van Leeuwarden in 1821 en lid van de Provinciale Staten van Friesland. Hij was slotheer van 1832 tot 1852. Tot zijn nazaten behoorde Jan Hendrik Jetse van Wageningen thoe Dekema (1860-1908), die, zoals te zien is, de naam van de state aan zijn familienaam toevoegde. Deze statebewoner viel op doordat hij zich verwaardigde mee te doen aan een wielerwedstrijd. Ook reed hij minstens één schaatswedstrijd, georganiseerd door de ijsclub Thialf te Heerenveen (1893). Met 4 minuut 28 op de 1500 meter reed hij niet zo snel als wij nu van Friese ’toppers’ gewend zijn… Deze zelfde Jan Hendrik Jetse viel altijd op: hij had namelijk bepaalde opvattingen over een gepaste kledij. Op basis van historische bronnen ontwierp hij zijn eigen Oud-Fries kostuum. In artikelen en brieven trachtte hij dit kostuum ingang te doen vinden, maar dit lukte niet best. De laatste Van Wageningen die eigenaar was van de state, wederom een Gerard (1920-1994), bood onder meer gastvrijheid aan de bekende detectiveschrijver Havank (Hans van der Kallen, 1904-1964). In 1990 richtte Gerard van Wageningen zelf de Vereniging Vrienden en Vriendinnen van Dekema State op, waarna hij de overdracht van de state aan een stichting verzorgde. De vroegste vermelding van het gebouw dateert uit 1486, toen het als Fetzastate bekend was. Later werd de adellijke familie Camstra eigenaar van de state, die vervolgens op de familie Dekema, naamgever van de state, vererfde. Sinds het eind van de 18e eeuw tot 1996 was de familie Van Wageningen eigenaar van Dekema State. In 1990 richtte Gerard van Wageningen zelf de Vereniging Vrienden en Vriendinnnen van Dekema State op, waarna hij de overdracht van de state aan een stichting verzorgde.

We werden opgevangen in het tuinhuis van de state en een wat oudere heer (naderhand bleek dat hij al 85+ was) vertelde ons dat we nog wel tijd hadden om een rondje te wandelen. Ze waren met hun ploegje begonnen met af te sluiten voor deze dag en er moest nog van alles opgeruimd worden. Die tijd zouden wij goed kunnen gebruiken om even rond te neuzen en een paar foto’s te maken. Bijzonder vriendelijk en attent!

Een prachtig aangelegde tuin met oude rassen fruitbomen (allemaal keurig gesnoeid en voorzien van porseleinen bordjes met de juiste naam er op) maakte grote indruk op mij. Ik kwam namen tegen waar ik indertijd mijn opa wel eens over heb horen spreken. Bijzonder! Onze ontdekkingswandeling duurde niet zo heel erg lang, want we hadden immers te horen gekregen dat we over een minuut of twintig verwacht werden weer te vertrekken. Ondanks de beperkte tijd hebben we enorm genoten van ons bezoekje aan de Dekemastate.

Toen we weer weg liepen raakten we even aan de praat met de oudere heer die ons binnen had gelaten. Hij werkte als vrijwilliger om iets om handen te hebben nadat z’n vrouw een paar jaar geleden was overleden. Hij deed het werk met veel plezier, en vond het ook fijn om onder de mensen te zijn. Maar deze week (de herfstvakantie dus) was het drukker geweest dan gebruikelijk, hij was moe en wilde graag naar huis. Bij deze opmerking kreeg ik een kleine por van P – dit was volgens haar een ideaal moment om weer terug naar ons vakantieverblijf in Heerenveen te rijden. We waren er ondertussen ook al over uit dat we de volgende dag het tweede gedeelte van onze route zouden willen rijden (en dat we dan iets eerder van huis zouden gaan)…

Naar het tweede deel...

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.