Zondag 8 december 1991, de drieëntwintigste vakantiedag.
Inderdaad werd er ook op de zondagochtend vroeg opgestaan in huize Roberts. Hier in Engeland ging men (bij de Methodisten) gewoonlijk pas om 10:30 uur naar de kerk, maar niettemin was ik bijna net zo vroeg uit de veren als ik in Hoogezand gewend was. De familie stommelde min of meer (luidruchtig als ze waren) door het huis dat het een lieve lust was, waarschijnlijk met de bedoeling om mij op een min of meer ‘natuurlijke’ manier vroeg op te laten staan. Het (af en toe) traditionele ontbijt stond al voor me klaar toen ik uiteindelijk fris gewassen en gepoetst naar beneden kwam. Heerlijke bacon en een gebakken ei van het soort dat nog niet helemaal zeker weet of het van het bord af wil lopen… Bah! Sommige mensen vonden het altijd iets heerlijks; ik probeerde steeds dit soort onhebbelijkheden te vermijden en als ze zich per ongeluk toch eens voordeden (zoals op 8 december 1991), dan probeerde ik het (mis)baksel met de grootst mogelijke omzichtigheid en een stralend gezicht naar binnen te werken.
Soms werkte het plan zelfs en had de gastvrouw me niet door, maar deze ochtend keerden mijn slinkse bedoelingen zich tegen mij… Omzichtig wordt er gevraagd of ik m’n ontbijt liever op een andere manier gehad had. Ik liet me echter niet kennen en werkte het onding verder naar binnen. A.G. & Kate kwamen me iets na het ontbijt ophalen zodat we gezamenlijk naar de kerk konden gaan. Deze zondagochtend begon de dienst pas om 10:45 uur, we hadden dus nog wel even de tijd.
Vrij vlot reden we naar de Whitehall Road Methodist Church en begonnen we de spullen naar binnen te sjouwen, een werkje waar ik me elke keer weer fysiek op uit kon leven. Steeds vaker moest A.G. m’n enthousiasme een beetje temperen, want als ik de vrije hand kreeg nam ik het liefst alles in één keer mee naar binnen… De koster had al gezorgd dat de deur niet meer op slot zat, we hadden dus de mogelijkheid om rustig onze gang te gaan. Deze kerk muntte niet uit in gezelligheid, het was een vrij grote, holle, kruisvormige ruimte die duidelijk de voorgaande paar jaren weinig onderhoud had genoten. Ondanks het feit dat er vrij vlot een paar mensen van de kerk poolshoogte kwamen nemen terwijl wij aan het opbouwen waren en eigenlijk een praatje kwamen maken, blijf ik deze zondagochtend een wat koud en kil gevoel houden.
Op het publicatiebord in de kerk hing een postertje met daarop de hele serie van drie optredens die A.G. & Kate in dit circuit verzorgden. Gisteravond één en vandaag de andere twee. Het persberichtje bij de aankondiging vond ik behoorlijk duidelijk omdat het aardig goed beschreef waar A.G. & Kate destijds eigenlijk mee bezig waren, leest u het zelf maar… ’s Maandags, toen we weer verder reisden heb ik bij een buurtwinkeltje één van de betreffende postertjes (compleet met het bijbehorend persberichtje) weten te bemachtigen.
A.G. & Kate hadden eerder al met de dominee afgesproken dat zij een groot aandeel in de dienst van deze ochtend zouden hebben. Het eerste lied dat ze zongen kwam uit Mission Praise, een moderne zangbundel waarvan Norman Bray in Mansfield destijds zei dat het alleen maar ‘Flimsey choruses’ waren. We zongen daaruit # 79, ‘How lovely on the mountains are the feet of Him’.
How lovely on the mountains are the feet of Him,
Who brings good news, good news,
Proclaiming peace, announcing news of happiness.
Your God reigns, your God reigns!
You watchmen, lift your voices jouyfully as one,
Shout four your King, your King.
See eye to eye the Lord restoring Zion:
Your God reigns, your God reigns!
Waste places of Jerusalem, break forth with joy,
We are redeemed, redeemed.
The Lord has saved and comforted His people.
Your God reigns, your God reigns!
Ends of the earth, see the salvation of your God,
Jesus is Lord, is Lord,
Before the nations He has bared His holy arm.
Your God reigns, your God reigns!
Voor mij was het gezamenlijk zingen van deze hymne min of meer de bevestiging van Norman Bray’s stelling. Er werd slechts bijzonder matig (mee)gezongen en het klonk allemaal een beetje moeizaam en vooral het hoorbare gebrek aan enthousiasme bij de kerkgangers maakte indruk op mij. De orde van dienst was min of meer dezelfde als we bij ons in Nederland gewend zijn, met dien verstande dat A.G. de afgelopen avond nog behoorlijk had zitten sleutelen aan het gedeelte dat zij voor hun rekening zouden nemen. Na de mededelingen en de eerste collecte met daarop volgend de doxologie namen A.G. & Kate de dienst over. A.G. begon met een prachtige, maar wel wat lange reading van Leslie D. Weatherhead, voor ons allemaal ondertussen natuurlijk een oude bekende.
Deze reading werd gebruikt om het gedeelte dat A.G. & Kate voor hun rekening namen mee in te leiden. Een aantal begrippen (‘lijden’, ‘opstanding’, ‘liefde’, en ‘vreugde’) zouden daarbij de rode draad van het programma vormen. De meeste mensen hoorden hetgeen A.G. te melden heeft in meer of mindere mate onbewogen aan. De organist zat als versteend achter het orgel. Hij realiseerde zich waarschijnlijk dat hij vooralsnog geen orgel zou hoeven spelen deze ochtend. Om de mensen toch een beetje mee te krijgen was de volgende hymne er een die zowel in het huidige Methodist Hymnbook stond maar ook in Mission Praise te vinden was. Terwijl wij samen ‘Love divine, all loves excelling’ zongen verlieten de kinderen de kerk en gingen naar de zondagschool. Omdat dit een erg bekende hymne was zingen de mensen nu ook beter mee, gelukkig maar… Kate vervolgde met een Bijbellezing:
Terwijl Kate las kwamen er nog een paar mensen binnen. Ze zochten voorzichtig hun plekje op en zorgden verder voor weinig verstoring van het programma. A.G. & Kate zongen ondertussen # 693 (‘Father of Jesus Christ – my Lord’) uit het hymnbook en daarna zongen A.G. & Kate ‘Thou hidden source of calm repose’ gevolgd door het derde deel van ‘Jesus – the name high over all’.
A.G. had de afgelopen nacht bedacht dat het mooi zou zijn om ook iets nieuws samen met de aanwezigen te doen. Waarschijnlijk had hij zitten bladeren in het hymnbook en was toen op # 243 gestuit. Deze hymne paste wonderwel in het programma. A.G. & Kate lazen afwisselend de coupletten voor en de aanwezigen nemen de hier vetgedrukte de respons voor hun rekening.
Rejoice, the Lord is King!
Your Lord and King adore;
Mortals, give thanks, and sing,
And triumph evermore.
Lift up your heart, lift up your voice;
Rejoice! Again I say: rejoice!
Jesus the Saviour reigns,
The God of truth and love;
When He had purged our stains,
He took His seat above:
Lift up your heart, lift up your voice;
Rejoice! Again I say: rejoice!
His kingdom cannot fail,
He rules o’er earth and heaven;
The keys of death and hell
Are to our Jesus given:
Lift up your heart, lift up your voice;
Rejoice! Again I say: rejoice!
He sits at God’s right hand
Till all His foes submit,
And bow to His command,
And fall beneath His feet:
Lift up your heart, lift up your voice;
Rejoice! Again I say: rejoice!
Rejoice in glorious hope;
Jesus the Judge shall come,
And take His servants up
To their eternal home:
We soon shall hear the archangel’s voice;
The trump of God shall sound: rejoice!
Een beetje verwonderd onderging ik deze gebeurtenis. Het was tijdens deze tournee al een keer eerder gebeurd dat A.G. & Kate met een respons (antwoord) werkten (dat was in Lower Bebington dacht ik) maar ‘k had het deze ochtend niet verwacht. Vervolgens zongen we uit het hymnbook # 278 ‘Ye servants of God, your Master proclaim’, een nieuwe hymne, en naar ik later vernam de titelhymne van de volgende LP. Wonderlijk was het dat je soms volledig voor verrassingen gesteld werd als je met A.G. & Kate op stap ging. Bij optredens waar je het niet verwachtte hoorde je soms de meest prachtige hymnen… A.G. & Kate’s gedeelte van de ochtend werd ook afgesloten met deze nieuwe hymne. In de dienst restte ons nog een hymne uit Mission Praise: ‘Thou didst leave Thy throne’. De organist was zichtbaar blij dat hij weer actief achter het orgel plaats kon nemen. Het enthousiasme waarmee de slothymne door de kerkgangers gezongen werd was echter niet helemaal van de zelfde orde…
De dienst was ten einde, de mensen gingen weer naar huis en wij bleven achter om de geluidsinstallatie af te breken en klaar te zetten voor het inpakken van de Landrover, we hadden de spullen tenslotte die avond weer nodig. Eén van de aanwezigen, Gerald Beattie, was voorganger in een ander deel van dit circuit. De bijdrage van A.G. & Kate aan deze dienst had hem goed gedaan. Waarschijnlijk had hij een en ander van te voren met z’n vrouw geregeld, want hij nam ons mee naar huis om daar een kopje koffie te drinken, een hapje te eten en nog even wat na te praten. Al snel bleek het dat Gerald en z’n vrouw beiden van Ierse afkomst waren. Als je goed luisterde naar de stemmen van beiden was het ook mogelijk om te horen dat ze niet uit de naaste omgeving kwamen. Tijdens de gesprekken die aan de maaltijd vooraf gingen bleven de ervaringen van vanochtend met de Mission Praise bundel op de achtergrond voortdurend het gesprek beheersen. We werden na verloop van tijd achter een heerlijke traditionele Ierse warme maaltijd gezet. Hartelijke mensen, dat echtpaar. Uiteraard werden we het huis rondgeleid en konden we een blik(je) werpen in het leven van dit aardige echtpaar. De tijd vloog en voordat we het goed en wel doorhadden werd het tijd om naar Burnopfield te gaan om daar de ‘evening service’ te doen, we moesten immers ook nog heen rijden.
Het was een beetje zoeken naar het kerkje daar in Burnopfield, want het was ondertussen behoorlijk donker geworden en de aanwijzingen muntten niet uit door hun duidelijkheid. Niettemin waren we goed gestemd, waarschijnlijk nog het meest door de blijken van vriendschap van de familie Beattie. Vol goede moed kwamen we op tijd bij het kerkje aan. Burnopfield was maar een klein dorpje; het kerkje was oud en klein, maar best wel mooi op zo’n typisch Britse manier. Het duurde even voordat we werden binnengelaten. Het grote sjouwen kon (wat mij betreft) weer beginnen. De sfeer was voor mijn gevoel gelijk een stuk beter. Deze kerk deed ook iets minder kil aan en de mensen leken blij met onze komst te zijn. Grappig was het om te weten dat dit de kerk was waar Edward Smith, de dominee waar ik de vorige dag zo’n aardige discussie mee had, zijn basis had. Hij nam me de discussie van gisteren niet kwalijk, waarschijnlijk had hij er mildere gevoelens over dan ik aannam. Hij was vol enthousiasme over zijn kerkje en wees ons, nog voordat A.G. & Kate begonnen waren, de plek in de hoek van de kerk aan waar volgens de overleveringen Charles Wesley nog had staan preken. In het mededelingenblad van deze ochtend stond een aardig stukje over dit optreden van A.G. & Kate:
De avond begon met # 109 uit het hymnbook, maar deze keer uitgevoerd met het orgel. De organist kende de melodie, dus waarom niet? Deze hymne werd dus echt samen gezongen. Voor A.G. & Kate een beetje een vreemde gewaarwording, maar een uitstekende manier om het ijs te breken. Het bleek dat A.G. & Kate twee coupletten meer zongen dan dat er in het hymnbook stonden, maar ook dat probleem was weer snel opgelost; ze moeten ze dan maar zingen… Vreemd was het dat gelijk na de eerste hymne de collecte gehouden werd, maar wie was ik om daar iets van te vinden? Dezelfde vier ‘keywords’ (‘love’, ‘suffering’, ‘resurrection’, en ‘rejoice’) die vanochtend het thema van de dienst vormden kwamen ook nu weer terug in deze dienst. Leslie D. Weatherhead’s werk vormde nu ook weer de rode draad van de avond. Wat het ‘rejoice’ betrof haalde A.G. de levensgeschiedenis aan van Billy Bray, de tinmijnwerker uit Cornwall aan. Billy Bray had een dusdanig blijmoedig geloof dat hij zelfs bij het wandelen aangaf dat eerst zijn linkervoet ‘hallelujah’ riep en daarna de rechtervoet…
‘Love divine, all loves excelling’ was na ‘O, for a thousand tongues to sing’ waarschijnlijk een van de meest bekende hymnen van Charles Wesley. De aanwezigen waren een beetje in een ‘singing mood’, en de hymne nodigde uit tot goed meezingen, er kon dan bijna niets meer mis gaan. Er zat een beetje verschil in het tempo waarmee de gemeente de hymne zong en waarmee A.G. & Kate de hymne zongen. We begonnen wel samen te zingen, maar we eindigen niet samen, en dat klonk niet zo fraai alhoewel het enthousiasme van de mensen wel weer veel goedmaakte. Het laatste couplet werd nadat A.G. er de nadruk op vestigde nog een keer extra gezongen, deze keer a-capella; eigenlijk wel net zo mooi… Zeker met zo’n prachtig couplet.
Finish then Thy new creation,
Pure and spotless let us be;
Let us see Thy great salvation,
Perfectly restored in Thee:
Changed from glory into glory,
Till in heaven we take our place,
Till we cast our crowns before Thee,
Lost in wonder, love and praise!
Dit couplet werd door A.G. gebruikt om aan te geven dat Charles Wesley niet alleen alles las wat los en vast zat, maar ook links en rechts nog dingen leende die hij gebruiken kon bij de verdere verspreiding van het evangelie. Er ware meerdere voorbeelden waar eigenlijk wel zeker vaststaat dat Charles Wesley andere dichters citeerde als hem dat goed uitkwam. De volgende hymne was daarvan een uitstekend voorbeeld.
When all Thy mercies, O my God,
My rising soul surveys,
Transported with the view, I’m lost
In wonder love and praise.
Unnumbered comforts on my soul
Thy tender care bestowed,
Before my infant heart conceived
From whom those comforts flowed.
Through hidden dangers, toils and deaths,
It gently cleared my way;
And through the pleasing snares of vice,
More to be feared than they.
Ten thousand precious gifts
My daily thanks employ;
Nor is the least a thankful heart,
That takes those gifts with joy.
Through every period of my life
Thy goodness I’ll pursue;
And after death, in distant worlds,
The glorious theme renew.
Through all eternity, to Thee
A grateful song I’ll raise;
But, O eternity’s too short
To utter all Thy praise!
Joseph Addison (1672 – 1719) schreef de vorige hymne. U had uit de onderstreepte gedeelten al kunnen constateren dat de zin ‘Lost in wonder love and praise’ in beide hymnen voorkomt. Joseph Addison stierf toen Charles Wesley 12 jaar oud was. Charles Wesley schreef zijn eerste hymne na z’n bekering in 1738. Het is dus duidelijk dat Charles Wesley dit ergens gelezen heeft. De bovenstaande hymne heeft nog een referentie naar een hymne van Charles Wesley, en wel het laatste couplet van ‘Wrestling Jacob (Come O Thou traveler unknown)’.
Lame as I am, I take the prey,
Hell, earth and sin with ease o’ercome;
I leap for joy, pursue my way,
And as a bounding heart fly home
Thro’ all eternity to prove
Thy Nature, and Thy name is love.
Thy Nature, and Thy name is love.
Hier echter was het Joseph Addison die een stapje verder ging dan Charles Wesley. Joseph Addison gaf aan dat eeuwig nog niet lang genoeg is om God te loven en Charles Wesley liet het bij eeuwig. Niet dat het zo veel verschil zal maken want langer dan eeuwig leek me onmogelijk, maar de zinsnede van Joseph Addison kwam iets krachtiger op mij over. Het aardige van dit hele betoog was dat Joseph Addison en Charles Wesley theologisch ongeveer haaks op elkaar stonden. Joseph Addison was een Deïst…
Deze uitstekende en leerzame verhandeling naar aanleiding van het laatste couplet van ‘Love divine, all loves excelling’ werd afgesloten met een ‘reading’ van Kate uit 1 Petrus; dezelfde Bijbeltekst die ’s ochtends ook in de ‘morning service’ gebruikt werd.
We zongen daarna samen een wat onbekendere hymne van Charles Wesley, ‘Father of Jesus Christ – my Lord’, waarna de discussie nog even verder werd voortgezet over dezelfde vier ‘keywords’ (‘love’, ‘suffering’, ‘resurrection’, en ‘rejoice’) als aan het beging van deze avond (en deze ochtend). ‘Thou hidden source of calm repose’ was het gezongen vervolg op deze vier ‘keywords’, die hier overigens voor mijn gevoel volledig in de juiste volgorde opgesomd stonden. De opstanding (‘resurrection’) kwam in versvorm weer min of meer terug in het derde deel van de hymne ‘Jesus the name high over all’, het was dan ook de volgende hymne die gezongen werd. De uitvoering van ‘Rejoice, the Lord is king’ met de daarbij behorende reactie van het aanwezige publiek werd vervolgens ook weer in het programma verwerkt. Toch goed om het publiek door middel van de respons, het antwoord geven, bij de tekst van de hymne te bepalen. Veelal was het zo dat de hymnen pas wat voor je gaan betekenen als je op de een of andere manier bij de teksten van de hymnen bepaald werd. De een deed dit door af en toe voor zich zelf de teksten te lezen en op zich in te laten werken, de ander deed dat door de hymnen veel te zingen. Een andere (ook wel prettige) manier was om je samen met A.G. & Kate in te graven in de teksten van de hymnen. Puur passief luisteren naar anderen die de hymnen voor je zingen gaf – naar mijn mening – wat dat betreft een iets lagere toegevoegde waarde aan de hymnen, je moest er actief in plaats van passief mee bezig zijn. Dat was mijn ervaring tenminste. A.G. & Kate waren ondertussen begonnen aan ‘Christ the Lord is risen today’, de hymne vlak voor de ‘love offering’, de collecte.
Terwijl A.G. & Kate de collecte aankondigden verlieten twee vrouwen hun stoelen, brachten in een hoekje van de kerk in twee grote ketels water aan de kook en maakten ‘slingerthee’. Niet van die gewone Nederlandse thee waar slechts één theezakje aan opgeofferd werd, maar degelijke zwarte Engelse thee van nota bene acht theezakjes!
Met grote verbazing had ik het een en ander in ogenschouw genomen en bijna was ik zover gegaan dat ik wat betreft de toevoeging van melk aan een kopje thee m’n standpunten wilde verzachten, ‘k heb me echter weten te beheersen… Je moet je weerzin tegen thee met melk niet laten beïnvloeden door een kopje thee waar je hart zowat van afzakt. A.G. & Kate waren ondertussen aan het laatste blokje van hun programma begonnen. ‘Christ from whom all blessings flow’ was wel een toepasselijke hymne voor na de collecte, toch? Niet alleen na de collecte trouwens, als je goed nadenkt geldt dit voor veel dingen in het leven. Ook dit tweede programma op deze zondag wordt afgesloten met ‘Ye servants of God, your Master proclaim’.
Ye servants of God, your Master proclaim,
And publish abroad His wonderful name;
The name all-victorious of Jesus extol;
His kingdom is glorious, and rules over all.
The waves of the sea have lift up their voice,
Sore troubled that we in Jesus rejoice;
The floods they are roaring, but Jesus is here,
While we are adoring He always is near.
Ye servants of God, your Master proclaim,
And publish abroad His wonderful name;
The name all-victorious of Jesus extol;
His kingdom is glorious, and rules over all.
God ruleth on high, almighty to save,
And still He is nigh, His presence we have;
The great congregation His triumph shall sing,
Ascribing salvation to Jesus our King.
Ye servants of God, your Master proclaim,
And publish abroad His wonderful name;
The name all-victorious of Jesus extol;
His kingdom is glorious, and rules over all.
Salvation to God who sits on the throne!
Let all cry aloud, and honor the Son!
Our Jesus’s praises the angels proclaim,
Fall down on their faces, and worship the Lamb.
Ye servants of God, your Master proclaim,
And publish abroad His wonderful name;
The name all-victorious of Jesus extol;
His kingdom is glorious, and rules over all.
Then let us adore, and give Him his right,
All glory, and power, and wisdom, and might,
All honor and blessing, with angels above,
And thanks never ceasing, and infinite love.
Ye servants of God, your Master proclaim,
And publish abroad His wonderful name;
The name all-victorious of Jesus extol;
His kingdom is glorious, and rules over all.
Het was de tweede keer deze dag dat ik de zelfde nieuwe hymne hoorde. Prachtig! De beide dames hebben ondertussen hun (zwarte) thee klaar; we blijven gewoon in de kerkzaal onze thee en de meegebrachte sandwiches en biscuits nuttigen. Het was heerlijk om zo nog even na te praten en het programma in te laten zinken. A.G. & Kate praatten ondertussen met deze en gene en proberen wat contacten te leggen en ook te onderhouden. Tussen de al de bedrijvigheid door probeerde Kate ook nog de platentafel in de gaten te houden terwijl A.G. en ik na verloop van enige tijd voorzichtig met het afbreken begonnen, dit zonder de mensen het signaal te geven dat ze maar moesten vertrekken.
Al eerder had A.G. het idee gehad dat dit wel eens een kerkje zou kunnen zijn waar ze nog originele ‘chapelware’, serviesgoed met het logo en de naam van de kerk, zouden kunnen hebben. Omdat het niet zo zeer in A.G.’s aard lag om er dan zelf maar achteraan te gaan zat hij steeds Kate aan te moedigen of zij al aan de organisatoren gevraagd had of dit in het betreffende kerkje inderdaad het geval was. Deze keer had A.G. geluk. Kate had aan Edward Smith gevraagd of er ook bordjes of schoteltjes van dit kerkje in Burnopfield waren en Edward had er in toegestemd om samen met Kate in de keuken langs de kastjes te gaan om daar eens even te kijken. Groot was de vreugde bij A.G. als Kate inderdaad met een schoteltje terugkeert. Niet alleen hadden ze vandaag twee keer een goed programma gedaan, maar de bordjes-verzameling was ook nog uitgebreid! Een goede dag.
Terug naar Whickham werd ik door A.G. & Kate bij David Roberts afgezet. Zelf gingen ze nog even mee naar binnen, maar al vlot trokken ze zich terug in de caravan. Ik bleef bij David en z’n vrouw nog even zitten. Er was een film op de TV over een jongen, Ben, die door een bloedtransfusie met het AIDS-virus besmet was geworden. Ook in Nederland is de film naderhand nog eens uitgezonden. Het bleek een aangrijpende film en aan het eind ervan waren de ogen van alle drie de aanwezigen in huize Roberts dan ook een beetje vochtig geworden van emotie.
Tot 00:30 uur heb ik daarna nog met David naar het cricket gekeken, maar evenals de vorige dag was het eigenlijk niet aan mij besteed. Zodra ik mijn kans dan ook schoon zie ging ik dan ook naar boven, naar mijn kamertje. Er moesten immers nog allerlei aantekeningen verwerkt worden, aantekeningen waar dit verhaal op is gebaseerd. Ik heb die nacht denk ik nog een uurtje zitten schrijven voordat ik het wel genoeg vond en m’n moede hoofdje te rusten legde…
Weer een mooi verhoal zoas gewoonlijk. Eem over dei oetsmieter… Ik vind dei juust lekker as e zo mokt wordt. Eem lekker slubberen veuraal wanneer je een board hebben!!
Het is maar goed dat er over smaak niet valt te twisten. Het zou voor ruzie zorgen vrees ik. Zo’n ‘slubberei’ vind ik al 66 jaar lang een verschrikking! Goed gebakken met wat zwarte peper en een beetje zout zijn ze wat mij betreft verreweg het lekkerst…
Woarhaid as een kou Harry!!