Lang geleden, in februari 2018,  schreef ik een post over Jan Vogel (1859-1937) en Regina Brilstra (1855-1944) uit Rottum (dat ligt in de buurt van Kantens op het Groninger Hoogeland). Ik dacht altijd dat Jan en Regina één kind hadden (namelijk mijn opa), maar de werkelijkheid is dat het sowieso twee waren (en waarschijnlijk meer dan twee). Ik kreeg destijds – meerdere jaren geleden – via Facebook Messenger een reactie van J uit Uithuizen met de boodschap dat Jan Vogel en Regina Brilstra ook bij de voorouders van J hoorden. Opmerkelijk, want via mijn familie had ik niet eerder over een J uit Uithuizen gehoord. Op zich niet zo bijzonder, want in ons gezin was ‘familiegeschiedenis’, voorouders en stamboom geen onderwerpen waren waar we veel over spraken. Van J kreeg ik destijds de belofte dat, als meer informatie gevonden zou gaan worden, dat met mij gedeeld zou worden.

Het dorpje Onderwierum staat op drie wierden. Dit is de middelste van de drie. Het dorpje speelt een grotere rol in deze post dan ik in eerste instantie dacht…

Gisteren kreeg ik van J uit Uithuizen een foto van Lammert Vogel toegestuurd. Deze Lammert is een oudere broer van mijn opa. Er waren in één slag een paar dingen aan de hand. [1] Mijn opa had dus een oudere broer, en [2] de broer in kwestie had ook een gezicht gekregen, immers ik kreeg een foto toegestuurd. Ik heb beide foto’s naast elkaar gezet en één van mijn zussen vond de gelijkenis in meerdere opzichten treffend. Bovendien merkte ze op dat beide mannen op een bepaalde manier een beetje ‘stoensig’ keken. Ik vind ‘stoensig’ trouwens een prachtig woord…

Links is Harm Vogel (mijn opa) afgebeeld. Rechts zijn zeven jaar oudere broer Lammert Vogel.

Ongeveer een jaar geleden kreeg ik een tip dat er een relatie was tussen Onderwierum en de familie Vogel; mijn voorouders zouden uit Onderwierum komen. Ik heb daar destijds ook een post aan gewijd nadat ik op een zaterdagmiddag een ommetje Onderwierum had gedaan. Destijds leverde mij dat niet zo gek veel informatie op behalve een paar foto’s van een aardig ommetje naar Onderwierum. De relatie tussen Onderwierum en mijn voorouders ontging me dan ook vrijwel volledig.

Onderwierum is zowel een dorp als een voormalig waterschap in de provincie Groningen. Het schap lag ten zuidwesten van Onderdendam ten oosten van de Oude Ae en ten westen van het Boterdiep. De noordgrens was de Boschweg, de voormalige weg tussen Onderdendam en Winsum. Tegen de Oude Ae aan lag een klein gedeelte ten noorden van de Boschweg. De gronden ten zuiden van de weg en ten noordoosten van Onderwierum hoorden ook niet bij het waterschap. De zuidgrens was de Haandijk (de grens met de voormalige Westerdijkshornerpolder). De polder had vroeger een watermolen, die via een korte watergang van zo’n 150 meter, uitsloeg op het Boterdiep. Na de afbraak van de molen in 1958 werd er bemalen door het gemaal ‘Haandijk’. Dit gemaal was genoemd naar het (in verval geraakte) dijkje dat van het Boterdiep naar de Oude Ae loopt en dat de zuidelijke grens van het kerspel vormde. Ten zuiden van het dorp loopt het Onderwierumermaar, ooit de belangrijkste waterlossing van de Onderwierumerpolder. Waterstaatkundig gezien ligt het gebied sinds 1995 binnen dat van het waterschap Noorderzijlvest.
Nog iets meer informatie en geschiedenis over dit gebied...
Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw stegen de graanprijzen en werd de akkerbouw uitgebreid. Daardoor werd het voor de boeren aantrekkelijk om in een verlaging van het waterpeil te investeren. De capaciteit van de nieuw gebouwde poldermolens nam na 1780 snel toe. Ruim dertig jaar later telde men in de Centrale Woldstreek ongeveer 140 poldermolens, die vrijwel het hele gebied droog hielden. Dat was meer dan waar ook in de provincie. Kleine wipmolentjes met schoepraderen maakten plaats voor grote bovenkruiers met vijzels. De watergangen werden verbreed en uitgediept. ‘De aanbouw van meer groote watermolens herschiep eene landstreek, eertijds aan eene barre zee gelijk, in lachende korenvelden en welige weiden’, zo heette het rond 1850. Het land werd niet alleen beter ontwaterd. Taaie bodems waarin het wegstromende veenwater zure ijzerlagen had achtergelaten, werden vruchtbaar gemaakt door het opdelven van kalkrijke woelklei uit de ondergrond. Drainage en bodemverbetering gingen hand in hand. De boeren gingen meer akkerbouwgewassen verbouwen. Aanvankelijk waren dat vooral haver en aardappelen, later ook andere granen en peulvruchten. Rond Bedum werd bovendien veel kool geteeld, die in Groningen op de markt werd gebracht. De hele regio profiteerde van de nabijheid van de stad. Bestond aan het begin van de negentiende eeuw nog driekwart van het gebied uit grasland, omstreeks 1860 was dat nog maar de helft, rond 1900 minder dan een derde. Na 1900 werd de melkveehouderij opnieuw uitgebreid. In 1921 ging in Bedum de nieuwe melkfabriek van start, die zich ontwikkelde tot een van de grootste zuivelbedrijven van Noord-Nederland. Langs het Boterdiep verrezen in de negentiende eeuw vier steenfabrieken, die later weer werden afgebroken. Net als elders op de klei groeiden ook hier de sociale tegenstellingen, zij het in mindere mate dan op het Hogeland. Kleine melkveehouders, die hun producten in de stad verkochten, wisten zich aanvankelijk nog goed te handhaven. Maar ook in de Centrale Woldstreek zien we grote boerderijen in het buitengebied in scherp contrast met landarbeidershuisjes in de dorpen. De meeste dorpen ademen de geest van de negentiende eeuw. De dorpskernen bestaan grotendeels uit voormalige winkels, herbergen en werkplaatsen uit de tijd rond 1900, met boerenrentenierswoningen aan de rand. De trekschuiten raakten aan het einde van de negentiende eeuw uit de mode. Trein en stoomtram namen hun taak over. De kleilanen werden verhard en geschikt gemaakt voor wegverkeer. De (voormalige) rijksweg naar Delfzijl (N360) werd in de loop van de twintigste eeuw verder uitgebouwd.

Terug naar de beide broers.
Harm Vogel werd geboren op 8 augustus 1887 in Usquert en overleed op 27 oktober 1953 in Zandeweer. Lammert Vogel werd geboren op 31 juli 1881 in Warffum en overleed op 7 maart 1963 in Onderdendam op 81-jarige leeftijd. Het aardige is dat de afstand tussen Onderdendam en Onderwierum vrij klein is. Dat wist ik me nog van mijn fietsommetje te herinneren. Ik kreeg vervolgens informatie dat Lammert Vogel in 1952 zijn 30-jarig jubileum vierde als molenaar in Onderdendam; een feit dat destijds zelfs het Nieuwsblad van het Noorden heeft gehaald.

Dit kleine stukje stond op 29 juli 1952 in het Nieuwsblad van het Noorden.
Oude ansichtkaart van Onderdendam en het Boterdiep.

Ik weet dat er tegenwoordig nog steeds een molen in Onderdendam is te vinden. Dat is de molen Hunsingo. Tegenwoordig is daar De Molenaar gevestigd, een restaurant waar P en ik af en toe eten (mooie plek en heerlijk eten; beslist een aanrader). Het zou toch niet zo zijn dat deze molen de molen geweest is waarop onze hervonden Lammert Vogel molenaar was? Wat extra speurwerk maakte duidelijk dat Lammert Vogel jarenlang werkzaam geweest is op een andere molen, en wel op een plek waar ik al meerdere keren lang ben gereden en/of gefietst.

Onderdendam, waterknooppunt in trekvaartenstelsel. Er zijn nog dorpsbewoners die zich kunnen heugen dat het Boterdiep vol lag met boten en dat Onderdendam het waterknooppunt was tussen de Stad en het Hoogeland. Een belangrijke aanjager hiervoor was de aanleg van het trekvaartstelsel in de 17e eeuw. Bestaande watergangen zoals het Boterdiep, het Winsumerdiep en het Warffumermaar werden hiervoor verbreed en er werden jaagpaden en schutsluizen aangelegd. De verbreding van watergangen hield eveneens verband met de verbetering van het watersysteem. Laag gelegen polder konden met poldermolens worden bemalen en hun water lozen op de boezem van waaruit het water werd afgevoerd richting het Reitdiep. De uitstekende bereikbaarheid bracht Onderdendam welvaart. Het dorp vormde een regionaal bestuurscentrum en kende een bloeiende middenstand. Daarnaast zorgden de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van knik- of knipklei in de bodem ervoor dat in de omgeving van Onderdendam diverse steenfabrieken werden opgericht. Restanten van deze fabriekscomplexen en ook de afgetichelde percelen zijn nog in het landschap herkenbaar. Door de komst van het spoorwegnet (vanaf eind 19e eeuw) en steeds betere doorgaande routes over land (eerste helft 20e eeuw) neemt de betekenis van watergangen voor vervoer van mensen en transport van goederen af. Onderdendam komt decentraal te liggen ten opzichte van de belangrijkste spoor- en wegverbindingen in de regio.
Onderdendam is een dorp dat op een knooppunt van verschillende waterwegen ligt (zie rood kadertje in het midden van deze afbeelding). Deze ligging bracht met zich mee dat het dorp een grotere regionale betekenis had dan men zou vermoeden gezien het aantal inwoners. Onderwierum is net buiten de onderkant van het rode kadertje te vinden.

Op de een of andere manier blijven dit soort vragen rondzingen in mijn hoofd. Gelukkig bleek J in UIthuizen ongeveer dezelfde gedachten te hebben en via WhatsApp werden veel vragen beantwoord. Het bovenstaande document maakte veel dingen duidelijk… Lammert Vogel werd op 1 augustus 1932 molenaar op een watermolen met één vijzel in Onderwierum, ten westen van het Boterdiep. Hij maakte in 1944 de elektrificatie van de molen mee, want toen werd er een elektromotor van 20 PK geplaatst. De waarschijnlijke functie van de molen was het overtollige water uit de Onderwierumer Polder (bijna 242 hectare groot) weg te pompen richting het Boterdiep. De molen was in staat het overtollige water circa 1,7 meter omhoog te pompen.

Via J in Uithuizen kreeg ik ook deze en de volgende foto toegespeeld. Ik vermoed dat Lammert Vogel hier is afgebeeld samen met Jacobina Fiat, zijn vrouw. Links achter Lammert is nog de sloot zichtbaar waardoor (denk ik) het water uit de polder weggepompt werk naar het Boterdiep.
Ik kreeg nog een foto van Jacobina Fiat en heb die foto naast die van haar man Lammert Vogel gezet. Vervolgens ingekleurd met behulp van de software van MyHeritage. Het resultaat is aanzienlijk beter geworden dan ik vooraf bedacht had…
Prachtige foto! Mooie hond…
Het grondgebied van Onderwierum omvat de landerijen tussen de Oude Ae in het westen en het Boterdiep in het oosten. Hier lag vroeger de Onderwierumer polder die eerst bemalen werd door een watermolen (afgebroken in 1958) en vervolgens door het gemaal Haandijk. Dit gemaal is genoemd naar het (in verval geraakte) dijkje dat van het Boterdiep naar de Oude Ae loopt en dat de zuidelijke grens van het kerspel vormde. Ten zuiden van het dorp loopt het Onderwierumermaar, ooit de belangrijkste waterlossing van de Onderwierumerpolder. Bron: Wikipedia.
Ik vond een mooie oude foto van de poldermolen waar Lammert Vogel heeft gewerkt. Waarschijnlijk is de foto gemaakt door iemand die met zijn rug naar het Boterdiep heeft gestaan. Lammert Vogel en zijn vrouw woonden in het huis naast de molen. IK heb deze foto ingekleurd met behulp van de software van MyHeritage.
Het aardige is dat het huis nog steeds zichtbaar is vanaf de N995, de weg langs het Boterdiep. Ik veronderstel dat het donkergekleurde deel gebouwd is op de fundamenten van de in 1958 afgebroken molen. De foto is een uitsnede van Google Streetview.

In 1954 was er een discussie over het wel of niet afbreken van de molen (er was inmiddels een vervangend gemaal geplaatst met een grotere capaciteit). In 1958 (toevallig het jaar waarin ik geboren ben) is de molen uiteindelijk toch afgebroken. Lammert Vogel heeft dus nog meegemaakt (hij moet toen ongeveer 76 jaar oud zijn geweest) dat de werkplek waar hij een groot gedeelte van zijn werkzame leven gewerkt heeft tegen de vlakte ging. De laatste jaren van zijn leven was Lammert Vogel dementerend. Hij overleed op 7 maart 1963 in Onderdendam. Op 20 mei 1958 was zijn vrouw overleden, hetzelfde jaar dat de molen werd afgebroken.

De eerste brief die over de sloop van de Poldermolen te Onderwierum vond. Men schreef dat de molen ‘in een vervallen toestand’ verkeerde en daarom gesloopt diende te worden.
Vier maanden later blijkt het om een in goede staat verkerende Poldermolen te gaan (met uitzondering van de ondertussen gedemonteerde wieken). In de laatste zin van deze brief wordt voorgesteld de gevraagde sloopvergunning te weigeren…
Nog een maand later bedenkt men dat de dienstdoende minister geen toestemming voor de voorgestelde sloopt hoeft te geven. Het waterschap kan overgaan toto de sloop van de Poldermolen te Onderwierum…
Op donderdag 22 mei 1958 was de rouwadvertentie van Jacobina Fiat te lezen in het Nieuwsblad van het Noorden, zij overleed op dinsdag 20 mei 1958. Bijna vijf jaar later, op donderdag 7 maart 1963, overleed Lammert Vogel. Zijn rouwadvertentie stond op zaterdag 9 maart 1963 in het Nieuwsblad van het Noorden.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.