Zaterdag 14 december 1991; de negenentwintigste vakantiedag.
Om 09:30 uur was ik op die zaterdagochtend al wakker. Of het van de angst voor een volgende ontmoeting met een van de honden was weet ik niet meer, maar ‘k had er die ochtend wel voor gezorgd dat ik vlot gewassen en aangekleed in de kamer kwam te zitten. Weer herhaalde zich hetzelfde ritueel als de voorgaande ochtend. Sybil vroeg ‘Harry, what would you like to have for breakfast this morning?’. Weer herhaalde ik dat ze zo weinig mogelijk zaken overhoop moest halen en weer waren mijn verzoeken tevergeefs (zoals ik ook wel een beetje had verwacht).Terwijl ik rustig aan tafel m’n ontbijtje naar binnen werkte zat Kate aan de zelfde tafel verder te werken aan het ‘kerstkaartenproject’.

Ook deze ochtend was ze weer ruim voor mij aan wakker en ook deze ochtend was ze druk aan het werk om de continuïteit van het werk van hen beiden zeker te stellen. Kerstkaarten schrijven naar de mensen waarmee je het afgelopen jaar gewerkt had leek mij iets minder belangrijk te zijn, maar de andere kant was het schrijven van kerstkaarten een moment dat je jezelf nog even in de gelegenheid stelde om je nog even in de gedachten van degene die je boekte te plaatsen. Dat was de commerciële kant van de zaak, nog even los van het feit dat de geestelijke boodschap van A.G. & Kate op de kerstkaarten ook zeer belangrijk was (en ook een kerstkaart sturen werd door A.G. & Kate als evangelisatie beschouwd). Het schrijven van een persoonlijke boodschap aan iedereen was dus een niet te veronachtzamen aspect  van het sturen van zo verschrikkelijk veel kerstkaarten. Nadat ik de laatste hap van m’n ontbijt naar binnen had gewerkt hielp ik mee met de tweede fase van het project, het vouwen van de kaarten en het plakken van de postzegels… Na een van mijn kant enthousiaste start werd ik door Kate tot iets meer rust (en met name tot iets meer netheid) gemaand.

Tegen een uur of twee in de middag was A.G. ook wakker genoeg geworden om iets anders te gaan doen dan slapen of lezen. Het was de bedoeling dat we die middag de stad in zouden gaan om te winkelen, te wandelen en gewoon het centrum van York te verkennen. Er waren destijds al een groot aantal boekenwinkeltjes in York en A.G. en ik hadden ons voorgenomen om daar een aantal van te gaan ‘doen’. Los van de eventuele boeken moesten er ook postzegels voor de nog te verzenden kerstkaarten gekocht worden, geld worden opgenomen (door ondergetekende), allemaal redenen genoeg om York in te gaan. Na het postkantoor en het opnemen van £ 100,– door middel van een girobetaalkaart en, uiteraard, tientallen postzegels voor A.G. & Kate’s kerstkaarten kwamen we eindelijk toe aan de wat meer toeristische activiteiten. Voordat we daar echter überhaupt aan toe kwamen moest allereerst de Landrover een fatsoenlijke parkeerplaats hebben. Als u weet dat het op een zaterdag al moeilijk is om een Morris mini in York te parkeren, dan kunt u zich de discussies van die zaterdagmiddag op de voorbank van de Landrover een beetje voorstellen… De eerste attractie op onze lijst was ‘The Shambles’, een straatje met prachtige oude Engelse vakwerkhuisjes die eigenlijk een beetje schots en scheef staan en waarvan de gevels prachtig naar elkaar toe leunen. Vroeger was dit waarschijnlijk een ongelooflijk prachtig straatje, maar al in de negentiger jaren van de vorige eeuw had de commercie ook daar al  ongenadig huisgehouden. Los van het feit dat het architectonisch nog steeds een prachtig straatje was, deed het feit dat er in vrijwel alle pandjes toen al winkeltjes met alle mogelijke toeristische prullaria gevestigd waren naar mijn mening veel afbreuk aan mijn plezier aan dit straatje. Nauwelijks 2 à 300 meter lang, waren er zeker een dertigtal souvenirwinkels gevestigd. Een waar eldorado voor mensen die kaartjes nodig hebben trouwens, ‘k moet daarom dus ook niet al te fel met m’n oordeel voor de dag komen.

Shambles is one of York’s most famous landmarks and one of the best-preserved medieval shopping streets in Europe. With its cobbled streets and overhanging buildings, it is believed to have been the inspiration behind Diagon Alley from the movie adaptation of the Harry Potter series. Although none of the original shop-fronts have survived from medieval times, some properties still have exterior wooden shelves, reminders of when cuts of meat were served from the open windows. The street was made narrow by design to keep the meat out of direct sunlight, but you can readily imagine the Shambles packed with people and awash with offal and discarded bones. Today, the beautiful old buildings have been restored and now house cheerful cafés, quirky boutiques and even a coin & stamp dealer and the smells are rather more pleasant with aromas from the chocolate, fudge and sweet shops, clothes and accessories and gift shops.

Het was voor mij een wonderlijk gegeven dat A.G., die bijna nergens de weg wist, een (tweedehands) boekenwinkel bijna blindelings kon vinden (misschien kon hij ze ruiken). Met een enthousiaste pas liep hij vooruit en was voortdurend de eerste persoon die binnen was. Sommige tweedehandse boekenwinkeltjes konden hem niet zo bijster boeien, maar als hij de geest had zoals bijvoorbeeld bij de S.P.C.K. of  ‘the Barbican’, dan waren Kate en ik nauwelijks in staat hem bij te houden. Los van een mooie ‘Highways and byways’ heb ik tijdens deze expeditie in het stadscentrum van York niet zo gek veel gevonden, A.G. trouwens ook niet. Maar u wist het vast al; het mooiste van zoeken is het zoeken zelf en niet zo zeer het vinden. Als je eenmaal wat gevonden hebt hoef je er namelijk niet meer naar te zoeken en daarmee vervalt op hetzelfde moment de reden om nog verder te zoeken. Alleen bij de in deze alinea al eerder genoemde ‘the Barbican’ had A.G. zich die zaterdagmiddag volledig uitgeleefd. Ik denk dat er in de hele winkel geen plank was die niet door A.G. aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen werd. En als u eens wilt weten hoe groot deze winkel precies was moet zou u eens met K.C. (Kees Jansen) moeten gaan praten, hij kan het u zo vertellen, want ook hij was op een ander eerder moment precies dezelfde manier door deze tweedehands boekenwinkel gekomen (ook samen met A.G. & Kate trouwens). De winkel van Pickering & Chatto Publishers was voor ons drieën aanzienlijk veel minder interessant, maar aan de buitenkant wel heel erg veel mooier…

Tegen het einde van die toch wat grauwe decembermiddag vonden we dat we een kop koffie verdiend hadden. Voor de tweede keer tijdens deze tournee gingen we de kroeg in om daar een koffie/bier te nuttigen. Voor A.G. & Kate werd het koffie, voor mij een Newcastle brown ale, een biertje met een mooiere naam als smaak, maar dat deed er verder niets aan af. Vroeger was het zo dat mannen in Newcastle de smoes hadden dat ze met de hond gingen wandelen als ze naar de pub wilden. Vandaar dat het drinken van een Newcastle brown ale tegenwoordig nog steeds ‘walking the dog’ heet. ‘t Is maar dat u het weet. Aangezien het bier die grauwe decembermiddag niet naar meer smaakte gingen  we na deze consumptie maar weer verder. Kate had bedacht dat het mogelijk slim zou zijn om nog even langs W.H. Smith te gaan. W.H. Smith was een keten van (behoorlijk uitgebreide) kantoorartikelen winkels, waar ze onder andere ook prachtig mooie kleine kalendertjes verkochten, maar dat terzijde.

While ‘Walking the Dog’ may sound like a mundane task of suburban conformity, these ‘Dog Walkers’ are actually using the phrase as an excuse to slip out and scamper to their favorite local pub to enjoy a pint of Newcastle Brown Ale. ‘Sometimes you just can’t say you’re going to the pub to have a Newcastle. Sometimes ‘Walking the Dog’ is more acceptable,’ said Colin Westcott Pitt, vice president of marketing, Newcastle Brown Ale. ‘Drinkers in Newcastle have been using the ‘Walk the Dog’ ruse for decades. But don’t tell anyone, or the secret will be out!’ A clever excuse indeed, ‘Walking the Dog’ resonates among devoted Newcastle fans as the perfect ploy for catching up with friends while enjoying The One and Only Newcastle Brown Ale. ‘Walking the Dog’ proves that sometimes a reliable alibi is a beer drinker’s best ally.

Terwijl we bezig waren wat dingen bijeen te zoeken liepen we Wim Agenant tegen het lijf. De verbijstering was zowel bij Wim Agenant, A.G. & Kate en schrijver dezes even groot. Degenen onder ons die indertijd regelmatig de Strictly Country (van Rienk Janssen) lazen weten waarschijnlijk over wie we het hier hebben. Het wonderlijke was dat ik Wim Agenant al eerder aan het beging van deze reis tegen was gekomen op het moment dat ik naar Engeland reisde, maar om hem nu, ruim vier weken later nog een keer weer tegen te komen terwijl Engeland toch een behoorlijk groot land is was toch een uiterst wonderlijke gewaarwording. De begroeting was werkelijk allerhartelijkst. Wim wilde graag weten waar A.G. & Kate die tijd (op het moment dat ik dit verslag aan het uitwerken was, was dat 4½ jaar terug; nu ruim 32 jaar geleden) zoal mee bezig waren, hij had ze al in geen jaren meer gezien of gesproken (waarschijnlijk was dat zijn fout) en er ontstond dan ook een heel aardig gesprek. Tegen de tijd dat we eindelijk uitgesproken waren werd het hoog tijd om snel weer terug naar Derek en Sybil Spencer te gaan; ze zouden immers op ons wachten met het eten…

Of het die zaterdagnamiddag aan Wim Agenant gelegen heeft weet ik niet meer, maar toen we eindelijk ‘thuis’ kwamen was de pizza die Sybil voor ons in gedachten had wel een beetje aan de geblakerde kant. Niet dat dat erg was, hij smaakte er nog steeds goed om. We vertelden uitgebreid over onze wonderlijke ontmoeting en over de dingen die we gezien, bewonderd en gekocht hebben. Ook de parkeerproblematiek in het centrum van York kwam uitgebreid aan de orde.

De beruchte en zwaarbeveiligde gevangenis Alcatraz staat erom bekend dat het onmogelijk is om eruit te ontsnappen. In 1960 arriveert de sluwe bankovervaller Frank Morris in Alcatraz. Gedreven door een sterke vrijheidsdrang en getergd door de gewetenloze straffen van de gevangenisleiding, beraamt Frank een gewaagd plan om samen met een kleine groep medegevangenen uit Alcatraz te ontkomen.

Derek maande ons ondertussen aan tot spoed. Hij had gelezen dat de film ‘Escape from Alcatraz’ op de TV kwam en hij was vastbesloten om die film te gaan kijken. Ik had ‘em ooit een keer gezien, maar voor de tweede keer bleek het nog steeds een mooie film te zijn. Na de film dronken we nog wat (en een stevige ale voor deze Vogel) en praatten na tot het bedtijd werd. U raad het al, ik sliep die nacht voor de op één na laatste keer in het verduisterde kamertje…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post