Lesley ‘Esley’ Riddle (13 juni 1905 – 13 juli 1979) was een Afro-Amerikaanse muzikant wiens invloed op The Carter Family hielp om countrymuziek vorm te geven. Riddle werd geboren in Burnsville, North Carolina, Verenigde Staten. Hij groeide op bij zijn grootouders van vaderskant in de buurt van Kingsport, Tennessee, niet ver van de grens met Virginia. Toen hij als jonge man in augustus 1927 in een cementfabriek werkte, struikelde hij over een vijzel. Het resulterende letsel bracht de amputatie van zijn rechterbeen vanaf de knie met zich mee. Terwijl hij herstelde, leerde hij gitaar spelen en ontwikkelde hij een innovatieve plectrum- en slide-techniek. Al snel werkte hij samen met andere muzikanten uit de provincies Sullivan en Scott, waaronder Steve Tarter, Harry Gay, Brownie McGhee en John Henry Lyons. In december 1928 ontmoette Riddle A.P. Carter, de grondlegger van The Carter Family. De familie Carter was bekend geworden door hun opnamen tijdens de Bristol Sessions in augustus 1927. Riddle begon zijn tijd te verdelen tussen Kingsport en het huis van Sara en A.P. Carter in Maces Spring, Virginia. Riddle en Carter begonnen aan het verzamelen van liedjes door de regio: Lesley Riddle zou fungeren als een ‘human taperecorder’, die de melodie uit het hoofd leerde terwijl Carter de teksten verzamelde. De Carter Family ging verder met het opnemen van een aantal nummers die Lesley Riddle componeerde of uitzond, waaronder ‘Cannonball blues’, ‘Hello stranger’, ‘I know what it means to be lonesome’, ‘Let the church roll on’, ‘Bear Creek blues’, ‘March winds goin’ blow my blues away’ en ‘Lonesome for you’. Lesley Riddle’s gitaartechniek maakte indruk op Maybelle Carter en ze verwerkte elementen ervan in haar stijl. In 1937 trouwde Riddle en in 1942 verhuisde hij naar Rochester, New York. Al snel trok hij zich volledig terug uit de muziek en in 1945 verkocht hij zelfs zijn gitaar. De daaropvolgende twintig jaar deed Lesley Riddle niet met muziek. In 1965 spoorde Mike Seeger de vrijwel onbekende Lesley Riddle op. Hij had van Maybelle Carter gehoord over de eerdere samenwerking met ‘Esley’ Riddle, en probeerde – nadat hij Lesley Riddle had gevonden – hem over te halen terug te keren naar het opnemen van muziek en interviews met Lesley Riddle te hebben. In de volgende 13 jaar maakten Lesley Riddle en Mike Seeger een reeks studio-opnamen, waarvan er verschillende werden gebundeld in het album ‘Step by step’, uitgebracht door Rounder Records in 1993. Lesley Riddle verscheen ook op het Smithsonian Folk Festival en het Mariposa Folk Festival. Lesley Riddle stierf in juli 1979 in Asheville, North Carolina. In 1993 werd een selectie uit de sessies met Mike Seeger uitgebracht door Rounder Records als ‘Step by step: Lesley Riddle meets The Carter Family: blues, country & sacred songs’. Bron: Wikipedia

Hoe doe je recht aan iemands leven? Iets meer specifiek, aan het leven van Lesley Riddle? Eigenlijk is er vrijwel niets opmerkelijks geweest aan het leven van Lesley Riddle. De meest stabiele baan die Lesley Riddle tijdens zijn leven gehad heeft was een baan als kledingperser bij een stomerij, waar hij niet eens de eigenaar van was. Tijdens de laatste jaren van zijn leven was hij schoenpoetser. Hij had geen kinderen. Hij maakte geen commerciële (muziek)opnamen en deed eigenlijk ook heel erg weinig aan welke vorm van documentatie dan ook. Hij had geen grote vriendenkring, en de mensen om hem heen vonden altijd dat hij erg onopvallend was. Zijn familie was hem dierbaar en dat was wederzijds. Hij had een paar goede vrienden die echt om hem gaven, de meest bekende daarvan waren ‘vanwege historische redenen’ natuurlijk The Carter Family – A.P., Mother Maybelle en Sara – en vervolgens ook de kinderen van A.P.: Gladys, Joe en Janette. Lesley Riddle leerde hen van alles; songs en zijn manier, zijn techniek van gitaar spelen, en uiteindelijk leerde men natuurlijk ook van elkaar.

Door Frank M. Young & David Lasky is in 2012 een ‘graphic novel’ getekend/geschreven over The Carter Family onder de titel ‘The Carter Family; don’t forget this song’. Natuurlijk komt Lesley Riddle ook voor in dit (bijzonder leuke) boek.

‘I have seen the fog of many a morning’, was eens het antwoord van Lesley Riddle op een vraag van Mike Seeger naar zijn leeftijd. Dat antwoord gaf een klein beetje duidelijkheid over de mogelijke scenario’s van  het leven dat hij had gehad. Het antwoord van Lesley Riddle was een min of meer standaard antwoord van de mensen die destijds met hun handen werkten, de mensen die noodzakelijkerwijs elke dag erg vroeg op moesten staan om met hun werk van die dag te beginnen. De arbeiders en de mensen die in de fabrieken werkten, de boeren en de mijnwerkers. De huisvrouwen en alle anderen die hoofdzakelijk met hun handen hun geld verdienden. De meeste Amerikanen van kleur hadden – zeker aan het begin van de vorige eeuw – banen die in één de bovenstaande categorieën vielen. Lesley Riddle was daarop zeker geen uitzondering. Heel veel Amerikanen verdienden destijds hun geld met dit soort onaanzienlijke werkzaamheden. Dat lot trof niet alleen een groot aantal blanke arbeiders, maar ook veel mensen van kleur moesten met hun handen hun ‘dagelijks brood’ verdienen. De rassenscheiding was destijds volop in de samenleving aanwezig, maar het lot om met je handen in een armzalig baantje een klein inkomen te verdienden maakte nauwelijks onderscheid naar huidskleur. De ‘fog’ in Lesley Riddle’s antwoord verwijst ook naar de onaanzienlijkheid waarmee van deze mensen hun leven leefden, ze werden amper gezien door de anderen die de maatschappij op dat moment domineerden (en aanzienlijk meer geld te besteden hadden).

Lesley Riddle had niet zo veel keuzes te maken in zijn leven, maar dat weerhield hem er niet van een trotse man te zijn met een wat wrang gevoel voor humor. Hij had er geen moeite mee met anderen om te gaan, maar – mochten ze het wellicht vergeten zijn – hij bleef graag zichzelf en wilde het liefst zichzelf zo weinig mogelijk aanpassen aan anderen. Hij had er nooit voor gekozen dat Mike Seeger hem zou (her)ontdekken. Hij ging er echter wel schoorvoetend mee akkoord dat Mike Seeger hem gedurende de circa vijftien jaar dat beide mannen elkaar kenden meerdere keren interviewde en opnamen van hem maakte. Die opnamen bleven vervolgens 30 jaar op de plank liggen totdat ze – ongeveer veertien jaar na Lesley Riddle’s overlijden – resulteerden in het biografische essay waar deze post(s) op gebaseerd zijn en de CD met opnamen waar ze destijds bij hoorden.

Mike Seeger had zich er sterk voor gemaakt. In 1993 bracht Rounder Records postuum een album van Lesley Riddle uit (Rounder CD-0299). Lesley Riddle was ongeveer 14 jaar daarvoor overleden. Ik kan me herinneren dat Bert Nobbe het album indertijd voor de Strictly Country heeft besproken. Het album is trouwens zeer de moeite waard.

Lesley Riddle was er nooit vanuit gegaan dat iemand belangstelling voor zijn levensloop zou hebben, laat staan dat mensen ook nog in zijn muziek geïnteresseerd zouden zijn. Hij was er nooit vanuit gegaan dat zijn levensverhaal verteld zou worden, of dat hij antwoorden zou moeten geven op vragen die hem werden gesteld over de dingen die hij gedaan had en de mensen die hij had ontmoet. Het is niet na te gaan hoe hij gewild had dat zijn levensverhaal verteld zou gaan worden, als hij überhaupt al gewild had dat zijn levensverhaal het onderwerp van allerlei overpeinzingen zou gaan worden. Toen Lesley Riddle wat ouder begon te worden liet zijn geheugen hem af en toe een beetje in de steek, velen van ons zullen dat probleem herkennen. Lesley Riddle hield aan aantekenboekje bij met voor hem belangrijke data: de datum dat hij werd gedoopt ‘in Jesus name’, de datum van zijn ‘receiving the Holy Ghost’, de datum van zijn roeping om voorganger in de plaatselijke Pinkstergemeente te worden, en – beslist niet te vergeten – de datum dat hij trouwde met Allie Rhea. Veel andere datums werden wat vrijelijk gehanteerd. In verschillende interviews plaatste hij sommige (dezelfde) gebeurtenissen soms tien jaar eerder, of later (als hij zich dat beter kon herinneren). Dat betekent dat de meest basale ankerpunten van een chronologische beschrijving van zijn levensloop voor meerdere interpretaties vatbaar blijken te zijn. Veel van de dingen die Lesley Riddle belangrijk genoeg vond om te onthouden bleken naderhand voor musici en/of verzamelaars zoals Mike Seeger en Kip Lornell of andere geïnteresseerde historici wat lastig te hanteren te zijn. Elk mens heeft een iets andere kijk op de wereld, en het vereist ijver en een iets sceptische blik om dan onderscheid te kunnen maken in het licht van de geschiedenis, van de omstandigheden waarin de desbetreffende persoon leefde. Daarbij komen dan nog de machtsverhoudingen van de tijd waarin de persoon leefde, en het onderscheid naar kleur wat destijds (en tegenwoordig nog steeds) werd gemaakt. Historici die onderzoek doen naar de Amerikaanse cultuur en naar de muziekgeschiedenis lopen onherroepelijk tegen deze zaken aan. Dat is in het geval van de levensloop en de muzikale ontwikkeling en de bestaande opnamen van Lesley Riddle niet anders.

Het meest voor de hand liggende scenario van de levensloop van Lesley Riddle is dat van een gewone man van kleur die kort na de vorige eeuwwisseling op 13 juni 1905 werd geboren in Silvers Gap in het westen van Yancey County in North Carolina, één de meest noordelijke van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten. Tegen de tijd dat hij een teenager was gingen Ed en Hattie (zijn ouders) scheiden. Hattie nam de drie kinderen mee naar Kingsport. Het was een tijd van grote verandering in het leven van Amerikanen van kleur; een tijd van hoop op grote veranderingen; een tijd van grote materiële vooruitgang. Het was een tijd dat grote bevolkingsgroepen van het platteland naar de steden migreerden – enorme mensenmassa wilden aan het agrarische (en daarmee arme) bestaan in het zuiden ontsnappen. Het was de tijd van ‘sharecropping’ en een armoedig bestaan voor diegenen die in die situatie zaten. Mensen die de kans kregen om te ontsnappen aan dit systeem trokken als vanzelf naar de grote steden. De meesten die in het zuiden van de Verenigde Staten gevangen zaten in het systeem van ‘sharecropping’ wilden maar al te graag een bestaan in de stad opbouwen, het liefst met een grotere financiële zekerheid in het vooruitzicht. Migratie naar de steden was voor velen dus zowel een dwang als een keuze. Zo tussen 1890 en 1910 bedachten de blanke machthebbers in het zuiden van de Verenigde Staten nieuwe manieren om hun macht beter te kunnen handhaven (eigenlijk was het een nieuwe vorm van slavernij): allerlei nieuwe belastingen, testen op analfabetisme, allerlei nieuwe juridische constructies. Openbare voorzieningen en scholen werden op kleur gescheiden. Als de nieuwe wetten niet in voldoende mate affect bleken te hebben kan men altijd nog teruggrijpen op fysiek geweld, tot aan het lynchen van de gekleurde medemens aan toe. Zo werd in de zuidelijke staten de rechtsorde destijds gehandhaafd.

‘Sharecropping’ is een systeem waarin de landeigenaar het land verhuurt voor een gedeelte van de oogst die het land mogelijk op gaat brengen. De prijs wordt vooraf vastgesteld. Het systeem zorgde er voor dat huurder van het land z’n uiterste best zou doen om een zo hoog mogelijk opbrengst te krijgen. Ook zorgde het systeem er voor dat huurders vast bleven zitten in het systeem en niet konden vertrekken om andere kansen te benutten. ‘Sharecropping’ was dus een erg opportunistisch systeem dat vrijwel uitsluitend in het voordeel van de eigenaar van het land bleek te werken.

Lesley Riddle was met de ervaringen zoals hij die in zijn leven mee heeft gemaakt een representatief voorbeeld voor wat betreft het leven van veel mensen van kleur in die tijden. Lesley Riddle werd geboren in Burnsville, North Carolina. Het was een soort ‘vakantie stadje’ in de bergen van North Carolina. In de nabije omgeving van het stadje veel kleine keuterboerderijtjes waar veel mensen van kleur, maar ook veel blanke mensen hun geld probeerden te verdienen. In die tijd en die omgeving waren mensen van kleur en blanken al zo lang met elkaar opgetrokken dat ze een gezamenlijke cultuur en religieuze beleving hadden ontwikkeld en zeer regelmatig familie van elkaar bleken te zijn. Regelmatig kwam het voor dat mensen zo veel voorouders gemeenschappelijk bleken te hebben dat onderscheid maken op basis van de huiskleur van mensen volstrekt onbelangrijk voor ze waren, hoewel de wet- en regelgeving van die tijd er wel van uitging dat een dergelijk onderscheid zou moeten worden gemaakt. Wet- en regelgeving verplichtte het maatschappelijk systeem tot het maken van een dergelijk onderscheid, maar in het meest noordelijke gedeelte van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten was in die tijd het ‘blanke paternalisme’ iets minder nadrukkelijk aanwezig dan verder naar het zuiden. Dat betekende niet dat de inwoners van kleur een gemakkelijk bestaan hadden daar in Burnsville. Het stadje werd in die tijd gedomineerd door één familie die een groot gedeelte van het stadje in bezit had. Lesley Riddle had het over ‘them old devils’. Ze hadden het zo geregeld dat alle concurrerende bedrijvigheid in het stadje hun bedrijvigheid bleven houden. Op die manier hadden de inwoners van kleur geen andere keuze dan voor de laagste inkomens te werken, lager nog dan in de omgeving van het stadje. De rauwheid van de rassenscheiding van het diepe zuiden van de Verenigde Staten werd dan wellicht iets minder hard toegepast op de inwoners van kleur in de bergen van het Piedmont gebied, maar ondanks dat was het duidelijk dat er minder waarde werd gehecht aan de kwaliteit van leven van de inwoners van kleur van het gebied. Lesley Riddle’s levenservaringen spreken wat dat betreft boekdelen.

Piedmont is een in de Verenigde Staten gelegen plateau-regio. Met Piedmont wordt het gebied bedoeld dat ligt tussen de Atlantische Kustvlakte en de Appalachen. De naam is afgeleid van de Italiaanse regio Piëmont en betekent hetzelfde, namelijk: ‘aan de voet van de berg’. Het plateau loopt vanaf New Jersey in het noorden in zuidwestelijke richting door de staten Pennsylvania, Delaware, Maryland, Virginia, North Carolina, South Carolina en Georgia, tot in de staat Alabama. De Piedmont heeft een totale oppervlakte van ca. 210.000 km² en is maximaal 475 km breed (in North Carolina). Bekende steden in deze regio zijn Charlotte, Atlanta en het verstedelijkte gebied (Delaware Valley) rond Philadelphia en Wilmington. Qua muziek staat de regio staat bekend om de Piedmont blues, die een kenmerkende manier van gitaar spelen heeft.

Het lijkt erop dat Ed Martin, een oom van Lesley Riddle, één van de eersten was die North Carolina verliet om op een andere plek, verder naar het noorden, een nieuw bestaan op te bouwen. Hij had zijn zinnen gezet op Johnson City, een stadje in Tennessee op ongeveer 70 kilometer afstand van Burnsville. Kingsport in Tennessee en Bristol in Virginia waren steden in de buurt van Johnson City. Beide plaatsen hadden in die tijd een sterk groeiende industrie en als gevolg daarvan ook een sterk groeiende bevolking. Ed Martin ‘was following the work’ zoals zo veel van zijn tijdgenoten dat destijds ook deden. Het duurde dan ook niet lang of hij vestigde zich in Kingsport waar er nog meer werk voor hem te doen was. Familie en vrienden volgden dezelfde gedachtegang en daarmee ook dezelfde route. Dit was het mechanisme achter een nieuwe golf van migratie in zowel de noordelijke als de zuidelijke staten van de Verenigde Staten.

De ‘Tri-Cities’ is het gebied met daarin de steden Bristol, Johnson City en Kingsport (alle drie de steden liggen in het noordoosten van Tennessee). 

In het begin, en opnieuw is het patroon typisch, verhuisden Lesley Riddle en anderen in zijn geboorteplaats heen en weer tussen Burnsville en de Tri-Cities, maar ook binnen die drie steden, afhankelijk van het ritme van werkgelegenheid en hun persoonlijke behoeften. Lesley Riddle zelf ging voor het eerst naar Johnson City in 1913 toen hij nog maar een jongen was, hoewel zijn jeugd nog maar een paar jaar duurde voordat hij zijn levenslange bezigheid als gewone arbeider zou beginnen. Lesley Riddle bleef en werkte in verschillende banen rond Kingsport tot 1942, toen berichten van vrienden en verschillende familieleden van zijn vrouw de twee veel verder naar het noorden deden trekken, opnieuw zoals veel Afro-Amerikanen, naar Rochester, New York trokken voor betere lonen en banen dan die beschikbaar waren in de Tri-Cities.

Op verschillende niveaus zou de verbetering gering lijken: in zijn gemak was hij een baan als kledingperser in een schoonmaakbedrijf in Roserville, Tennessee, tot het persen van kleding en het besturen van de bestelwagen voor een soortgelijk bedrijf in Rochester. De marginaliteit vertelt veel over hoe hardnekkig zwarte mensen werden uitgesloten van vele soorten banen en hoe gering de economische kansen voor hen waren. De beroepsgeschiedenis van Riddle documenteert dat fenomeen direct. Hij begon als schoenpoetser ‘jongen’ in een salon in Kingsport toen hij 18 jaar oud was, groeide ‘op’ tot kok en vervolgens tot kledingperser; kwam naar het noorden om meer kansen te krijgen, maar nog steeds als kledingperser en/of bezorger. Laat in zijn leven poetste hij opnieuw schoenen of, zoals hij het geestig omschreef, hij ging terug ‘naar mijn oude eerste liefde’, en eindigde als bewaker bij het oversteken van schoolkinderen (wij hebben het dan over een klaar-over). Zijn motivatie en die van andere zwarte mensen vertegenwoordigen een volk dat zichzelf heeft getraind om alles te maken wat ze konden van de beperkte ruimtes die voor hen openstonden. Ze wisten voortdurend te overleven tegen de verwachtingen in, over generaties heen, ondanks de littekens, de fysieke en psychische kosten, en af en toe zelfs een bestaan als bedelaars. Lesley Riddle’s eigen prestaties bij het verkrijgen en behouden van de banen die hij deed, zijn des te opmerkelijker gezien zijn fysieke beperkingen – hij had twee ontbrekende vingers aan zijn rechterhand en hij miste zijn rechter onderbeen. In de laatste jaren van zijn leven, nadat zijn vrouw was overleden, leek het er op dat hij een iets comfortabeler leven kreeg, misschien omdat hij weer muziek ging spelen (hoofdzakelijk dankzij Mike Seeger). Hij had een auto en was opener en meer ontspannen dan hij in jaren geweest was.

De Riddle’s kregen in hun dagelijks bestaan ook met meer dan voldoende problemen te maken. Lesley’s ouders scheidden voor de eerste keer toen Lesley net drie jaar oud was. Hij was de oudste van hun twee kinderen. Uiteindelijk zouden er nog twee broers en drie zussen bij komen uit de latere huwelijken van zijn moeder. Zijn ouders hadden gedurende een aantal jaren blijkbaar enige tijd moeite om zich weer te verzoenen, om vervolgens opnieuw weer uit elkaar te gaan, Hoewel zijn moeder hertrouwde, heeft zijn vader dat blijkbaar nooit gedaan. Ik kan alleen maar speculeren over de veelheid aan spanningen die het huwelijk van Lesley Riddle’s ouders waarschijnlijk hebben ondermijnd, maar een zeer waarschijnlijke oorzaak is dat Edward Riddle, zoals veel zwarte mannen, toen en nu, zijn gezin niet adequaat kon onderhouden met de banen die in zijn geboorteplaats beschikbaar waren. Over z’n vader: ‘he was doing railroad work all the time. He’d go out and work for three or four months and then come back home’. Zijn moeder had meer geluk op de arbeidsmarkt en werkte een groot deel van de tijd als kok en huishoudster voor een advocaat in Burnsville die haar $ 7,- per week betaalde. Dat bedrag was genoeg in de late jaren twintiger en vroege jaren dertig om – ‘nobody working but my mama’ – Lesley’s stiefvader (ook een Lesley), en zijn broer, te onderhouden en het was bovendien genoeg voor Lesley Riddle om elke week twee pakjes sigaretten (vrijwel altijd Camels) in de winkel te kopen. Destijds waren in de winkel gekochte sigaretten een kostbaar goed, het was de tijd dat zelfs met de hand gerolde sigaretten een luxe waren.

De economie stelde het gezin niet in staat om op een betrouwbare basis fysiek bij elkaar te blijven. Zelfs voordat zijn ouders een einde maakten aan hun huwelijk, werd Lesley Riddle, op vijfjarige leeftijd, eerst door zijn grootouders van vaderskant meegenomen om op te voeden en vervolgens door een figuur die belangrijk zou worden in zijn muzikale leven, oom Ed Martin, de tweede echtgenoot van zijn tante Belle Riddle. Lesley’s herinneringen suggereren dat zijn grootouders hun huishouden deelden met de Martins. De grootouders van moederskant namen de verantwoordelijkheid voor zijn broer Grady. Zijn grootouders van vaderskant lijken oom Ed in 1910 of 1911 te zijn gevolgd naar Johnson City en vervolgens in 1913 naar het nabijgelegen Kingsport, waar hij, zoals Lesley het uitdrukte, opgroeide. Hoewel hij vaak in verschillende huishoudens en op verschillende plaatsen woonde, bleven zowel zijn directe als zijn uitgebreide familie duidelijk hecht. Als werk, heimwee en andere behoeften het noodzakelijk maakten, verhuisden familieleden heen en weer tussen Kingsport en Burnsville, maar ook tussen huishoudens.

Noch Lesley Riddle, noch zijn zus Rosalie Edmonds spreken in hun interviews heel direct over hoe moeilijk de strijd om in economische zin te overleven echt was. Maar hun stilte betrof eigenlijk het meest voor de hand liggende; over het meest onmiskenbare feit van het leven. Toen de depressie eenmaal kwam, werden veel blanke mensen geconfronteerd met zeer vergelijkbare problemen als de gekleurde bevolking. Maar destijds waren de leefomstandigheden voor zwarte mensen, aanzienlijk slechter dan die van de blanke bevolking. Al die jaren was er nooit een tijd in het leven van Lesley Riddle waarin enige materiële overvloed, laat staan een vaste baan, kon worden een zekerheid was, behalve mogelijk in de jaren tijdens de Tweede Wereldoorlog, en net daarna, toen hij en zijn vrouw voor het eerst in Rochester waren.

Lesley Riddle trouwde in 1937 met Allie Rhea en verhuisde in 1942 naar Rochester, New York waar Allie familie had. Kort daarna ging het contact tussen Lesley Riddle en The Carter Family verloren. Tot circa 1965, toen Mike Seeger hem opspoorde, leidde hij een anoniem leven. Een leven waarin voor de muziek eigenlijk geen plek meer was…

Bij het beschrijven van hoe de vroege jaren van de depressie de muzikale scène rond Kingsport tot rust brachten, merkte Riddle eenvoudig op: ‘people were breaking strings and didn’t have the money to buy another…’. Het onvermogen om kleine aankopen te doen, zoals bijvoorbeeld snaren voor instrumenten of, bij andere gelegenheden, zelfs het papier om een sigaret te kunnen rollen, legt niet het ergste vast. Mensen van kleur en arme blanken en blanken uit de arbeidersklasse waren kwetsbaar voor elke vorm van onverschilligheid en voor regelrechte agressie. Volgens het gebruikelijke patroon ging Lesley Riddle af en toe naar school. De sporadische aanwezigheid registreert zowel de lage prioriteit die wordt gegeven aan het financieren van openbaar onderwijs voor kinderen van kleur en voor de armen in het algemeen, als de behoefte van het gezin aan zijn arbeid om het inkomen van volwassenen te verhogen. Desondanks slaagde hij erin een opleiding te volgen tot en met de tiende klas. Maar het was, vermoed ik, alleen vanwege een vreselijk ongeluk waar hij de rest van zijn leven onder leed, dat hij zo ongewoon ver kon komen op school vergeleken met andere mannen van kleur van zijn generatie.

Ergens in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Kip Lornell bezig zijn research te doen. Net als bij een aantal andere foto’s in deze post heb ik de software van MyHeritage gebruikt om te foto in te kleuren en de kwaliteit iets te verbeteren.
Kip Lornell was musicoloog en hoogleraar aan de George Washington University. Hij is de schrijver van ‘Exploring American Folk Music: Ethnic, Grassroots, and Regional Traditions in the United States’; schreef mee aan ‘The Beat! Go-Go Music from Washington, D.C.’; en schreef ook mee aan ‘The Music of Multicultural America: Performance, Identity, and Community in the United States and Shreveport Sounds in Black and White’, al deze boeken werden door de University Press of Mississippi gepubliceerd.

Het ongeluk gebeurde in Kingsport bij de Clinchfield Port & Cement Company, waar zijn vader, zijn oom en blijkbaar nog een aantal andere familieleden werkten. Wanneer het ongeval precies heeft plaatsgevonden, is wazig. Hij vertelde Kip Lornell ooit dat het in 1927 was, maar zowel zijn eerste interview met Mike Seeger als zijn zus Rosalie plaatsen het veel eerder en dat is nauwkeuriger geloof ik. Hij was pas veertien of vijftien en werkte in 1919 bij een andere man in de cementfabriek, waarschijnlijk zowel vanwege de geldbehoefte van zichzelf als die van zijn gezin. Hij stapte over een schroefgoot die bij het mengproces werd gebruikt. De schroefgoot werd alleen bedekt door een scherm. Zijn voet gleed uit, zijn zachte en goedkope sneakers boden geen enkele bescherming, de schroef in de goot sneed zijn voet af. Hij verloor uiteindelijk zijn rechterbeen vanaf de knie. Het cementbedrijf deed niets voor hem, hoewel de staat North Carolina hem uiteindelijk genoeg invaliditeitsgeld gaf zodat hij een jaar naar North Carolina A&T kon gaan. Als de familie destijds een rechtszaak had aangespannen, was er misschien iets te halen geweest, maar waarschijnlijk ten koste van hun baan bij het bedrijf. Het risico was dus te groot. Krukken waren alles wat de Riddle’s zich konden veroorloven en dus moest hij zich lange tijd behelpen zonder enige vorm van prothese. Daarna deed hij het een tijdje met wat op een (waarschijnlijk zelfgemaakte) houten been lijkt te zijn geweest.

De lijst van muzikanten van kleur die soortgelijke verminkingen of het verlies van hun gezichtsvermogen hadden ondergaan omdat ze geen medische zorg konden krijgen is lang genoeg is om duidelijk te maken hoe ongevoelig de blanke wereld was over deze levens en hun leed. Het aantal dat jong stierf vanwege verwaarlozing veroorzaakt door hun armoede en huidskleur, of dat gek werd, komt soms terug in griezelige legenden die de romantische behoeften van de blanke cultuur voedden, maar het betaamt een cultuur om de herinneringen aan haar slachtoffers eerlijk te houden. Je zou kunnen zeggen dat een handicap veel mannen en vrouwen van kleur in de richting van de muziek heeft gedreven omdat muziek maken gezien werd als één van de weinige manieren waarop ze de kost zouden kunnen verdienen. En daar zit een waarheid in. Vanuit de groep arme blanken als mensen van kleur in het Zuiden, was voor degenen die blind werden, of hen zo geboren waren (dat was een veel kleiner aantal), of gedeeltelijk kreupel waren (geworden)… Voor hen waren medicijnshows die entertainers nodig hadden en ‘busking’ om te proberen te overleven. Hun marginaliteit kan echter niet worden overdreven. Voor elke Blind Lemon Jefferson of Blind Boy Fuller die enig succes boekten (en de vroege dood van beiden zou ons gevoel moeten controleren dat ze een grote uitzondering waren), waren er velen die nooit boven de status van muzikale bedelaars uitstegen.

Een straatmuzikant is een muzikant die in openbare ruimten, veelal buiten op straat of in overdekte winkelcentra, optreedt. In grote steden, zoals Parijs, Londen en New York, vindt men straatmuzikanten ook in de stations van de ondergrondse, gebruikmakend van de goede akoestiek. Het is de bedoeling van de muzikant dat men de muziek zo prettig vindt en dat men hem hiervoor beloont. Daarom speelt hij veelal bekende melodieën. Meestal heeft de muzikant een hoed, beker of koffer voor zich staan waar men geldstukken in kan werpen, soms gaat hij ook met de pet rond. Beloningen kunnen ook elektronisch worden gegeven via een QR-code die men met de smartphone moet scannen, zodat men een Tikkie ontvangt waarmee men het geld overmaakt naar de rekening van de straatmuzikant. Deze QR-code staat of ligt dan vaak in of bij de hoed, beker of koffer waarin het geld wordt geworpen, zodat men de keuze heeft om de beloning fysiek of elektronisch te geven. Veelgebruikte instrumenten van een straatmuzikant zijn accordeon, viool en gitaar. Ook de bediener van een draaiorgel kan men als straatmuzikant zien. Sommige bekende artiesten, zoals Rod Stewart, Beck, Damien Rice en Glen Hansard (The Frames) hebben een periode als straatmuzikant gespeeld.

Lesley Riddle werd een tijdlang een last voor zijn uitgebreide familie. Hij was een paar maanden bedlegerig. Hij bleef een tijdje in Kingsport en ging toen terug naar Burnsville voor minstens een paar jaar om bij zijn moeder te gaan wonen. Hij kreeg in die periode meer scholing. Hij begon ook, rond 1921-‘22, nadat hij klaar was met school, te werken als ‘shoeshine boy’ in Blake’s Barbershop in Burnsville. Het was iets dat hij met zijn beperking kon doen, het was een van de banen die waren voorbehouden aan jonge en oude zwarte mannen, en hij kon zitten en zijn been laten rusten als hij dat nodig had. Gedurende de jaren twintig verhuisden de verschillende leden van de familie bij wie hij verbleef heen en weer tussen Burnsville en Kingsport. En hij lijkt dat ook minstens een paar keer alleen te hebben gedaan.

Hoewel hij voor het ongeluk gitaar had gespeeld en gezongen, is het uit zijn herinneringen niet duidelijk of hij veel vaardigheid op de gitaar had. Hij leerde aanvankelijk spelen toen hij ongeveer zeven was, voornamelijk door het kijken naar zijn oom Ed die speelde om het vervolgens zelf te proberen. Maar het lijkt een korte vreugde te zijn geweest: ‘…one day he was gone and I took that old guitar and broke a string and that broke up my musical career for a long time…’. Na het ongeluk met zijn been pakte hij echter de muziek weer op en hij dateerde zijn aanhoudende aandacht voor het maken van muziek uit deze tijd. Hij probeerde eerst het oude orgel van zijn tante uit en keerde daarna terug naar de gitaar. Zijn zus Rosalie herinnerde zich die periode in Burnsville ‘he’d stay up half the night playing the guitar and then went to sleep half the day’. Hij werd handig genoeg, en met een repertoire van acht of tien liedjes, misschien iets meer, kon hij zich aansluiten bij verschillende muzikanten uit de omgeving van Burnsville om mee te spelen wanneer er countryfeesten en dansen waren, sommige voor blanke mensen, maar de meeste voor mensen van kleur. Ook was Lesley Riddle af en toe  de ‘caller’ voor verschillende ‘squaredances’. De groep was ook te porren in voor ‘furnishing dances’, bedoeld voor de lokale ‘bootleggers’ zodat die een kant-en-klare groep potentiële klanten hadden om hun ‘moonshine’ af te nemen…

Amerikaanse dranksmokkelaar tijdens de drooglegging aldaar (die oorspronkelijk de drank verborg in de schacht van zijn laars (bootleg). Tegenwoordig: vervaardiger en distributeur van illegale ‘witte’ langspeelplaten of geluidsopnamen; de artiest of de platenmaatschappij heeft daarvoor dus géén toestemming gegeven.
Moonshine is de Amerikaanse term voor zelfgemaakte sterkedrank. De uitdrukking is waarschijnlijk ontstaan vanwege het feit dat het stoken van alcohol illegaal was en daarom ’s nachts ‘bij maanlicht’ gebeurde om ontdekking te voorkomen. Een andere theorie is dat smokkelaars de dozen waarin de drank zat zo aanduidden: ‘That is mere moonshine’ (het is maar maanlicht, er zit niets bijzonders in). In de Verenigde Staten wordt illegale destillatie vaak geassocieerd met de Appalachen en de daar wonende hillbillies.

Porter Young, de gitarist met wie hij vaak speelde, en John Smith, die ‘harp’ (mondharmonica) speelde lijken net als Lesley Riddle en zijn familie vaak te zijn gemigreerd tussen het Burnsville-gebied en Kingsport. De groep speelde, min of meer regelmatig, voor de medewerkers van het waterleidingbedrijf in de stad. De moeder van Lesley Riddle bakte cake en verkocht die geserveerd met perziken. Lesley Riddle, af en toe samen met Porter Young en/of John Smith, en soms ook alleen, sloot zich aan bij andere Kingsport-muzikanten. Zijn zus herinnerde zich dat hij op die manier bij de groep muzikanten betrokken raakte: ‘when he came from Kingsport he always had a guitar around his neck and he’d have a crowd behind him while he played’.

Hij was natuurlijk een groot deel van zijn beschikbare tijd met verschillende baantjes bezig, tijdens het werken als schoenpoetser in kapperszaken in Kingsport en in Burnsville. Als hij klaar was met werken, of geen werk maar had – en dat kwam regelmatig voor – ging hij drinken en praten met andere mannen van kleur, van wie velen ook muziek maakten. Sommigen hadden een lokale bekendheid, een paar van hen zijn onderdeel geworden van de annalen van de geschiedenis van de Afro-Amerikaanse muziek, voor zover die überhaupt is geschreven. Onder hen waren onder andere John Henry Lyons in Kingsport, Steve Tarter (waar we later nog op terug zullen komen – HV) die op een aantal verschillende plaatsen in de omgeving woonde, Harry Gay met wie Lesley Riddle zijn hele leven goed bevriend bleef, Brownie McGhee, die Lesley Riddle ergens in 1920 of 1921 had ontmoet, zijn broer ‘Sticks’, en hun vader George. Hij bracht veel tijd door met Steve Tarter, de man boven alle anderen wiens muzikaliteit hij bewonderde. Tarter speelde piano, mandoline, vijf-snarige banjo en viool, maar ook gitaar. Het was van hem dat Lesley Riddle mandoline leerde spelen en men zegt dat Lesley Riddle bij Steve Tarter thuis de toen bijna legendarische Blind Lemon Jefferson ontmoette.

Dat was dus de manier waarop Lesley Riddle het grootste deel van de jaren twintig doorbracht, veel ervan in en rond Kingsport, met af en toe wat kortere periodes terug in Burnsville, waar vooral toen het werk erg schaars was. Een ander ongeval, een behoorlijk mysterieus ongeval, leidde tot een tweede handicap. De twee middelste vingers van Lesley Riddle’s rechterhand werden afgeschoten door een jachtgeweer. Toen Mike Seeger vroeg hoe hij die twee vingers was kwijtgeraakt, antwoordde hij laconiek dat hij met een jachtgeweer had gespeeld en ze er zelf af had geschoten. Wat hij beschreef was een fysieke onmogelijkheid en de snelheid waarin hij in dat interview van onderwerp veranderde toen Mike Seeger het ter sprake bracht, impliceert een pijnlijker verhaal. Niemand geeft een datum, maar ik vermoed dat het in 1927 was, de datum die Lesley ooit gaf voor zijn ‘accident’, waarbij hij mogelijk het eerdere verlies van zijn been verwarde met het latere verlies van zijn vingers. Volgens Rosalie hadden Lesley en de man van zijn grootmoeder, Jim Crack, ruzie. Lesley stond in een deur met zijn rechterhand op de deurpost en zijn stiefgrootvader schoot de twee vingers eraf. Het heeft weinig zin om te speculeren over een mogelijk motief op basis van een verhaal met zo weinig details. Waren het misschien de spanningen van het samenleven in een kleine ruimte terwijl banen, vooral voor de mannen, sporadisch waren? Een middag of avond dronken eindigend in een ruzie? Jim Crack’s wrok of ergernis over Lesley’s gitaarspel en zijn occasionele materiële afhankelijkheid? Of geen van deze? Toen de vingers genazen, leerde Lesley zichzelf gitaar spelen met slechts drie vingers aan zijn plectrumhand

De familie voorzag in de middelen om te overleven in een onverschillige en soms actief vijandige wereld. De familie kon ook niet altijd de spanningen wegnemen die door die wereld werden veroorzaakt, of de spanningen van het feit dat familieleden elkaar verwonden en daarmee blijvende littekens veroorzaakten? Toch suggereren Lesley Riddle’s herinneringen aan zijn grootmoeder van vaderskant en Rosalie Edmonds aan hun grootmoeder van moederskant de cruciale rol die de familie speelde, niet alleen in het materiële overleven, maar ook door de geschiedenis levend te houden die de familieleden waardigheid gaf. De geschiedenis die de twee broers en zussen vertellen, lijkt misschien bescheiden, maar de verhalen van beide grootouders hadden als gemeenschappelijk thema het weigeren te vergeten hoe onverzettelijk de blanke mensen waren geweest. Beide grootouders beweren stilletjes een geschiedenis waarin de mensen van kleur zich verzetten tegen de veronderstellingen en ontwerpen van blanke mensen en zich er altijd van bewust moesten zijn dat ze een identiteit hadden die onafhankelijk was van de identiteiten die blanken hen probeerden op te leggen. Zijn zus Rosalie: ‘My grandmother Lucindy Griffiths used to talk about the name as what was given them by white people who raised them’. De Griffiths waren eigenaar geweest van de ouders van grootmoeder Griffiths. Grootmoeder Riddle was blijkbaar in slavernij geboren. Lesley dacht dat ze een jaar of vijf was toen de slavernij eindigde, maar ze vertelde altijd over hoe ‘people used to get in the house and shut all the doors and put the bigger kids up to the window to watch and see that the people didn’t come… and they’d go in there and pray… Somebody’d come through would know the alphabet and the numbers and they’d do the same thing with that. He’d come in and get some of them around and he’d try to teach how to count… You know, that was a cruel time’.

Verantwoording: Voor deze post (en de volgende posts in deze serie) heb ik gebruikt gemaakt van een wat langer biografisch essay geschreven door Barry O’Connel in de tijd dat Lesley Riddle’s CD ‘Step by step’ in 1993 verscheen op Rounder Records. Destijds was het mogelijk het essay toegestuurd te krijgen door $ 3,- naar Barry O’Connel te sturen. Onlangs vond ik dit essay weer terug in m’n archief en dacht ‘daar zit een verhaal in’. Ook heb ik gebruik gemaakt van Bill C. Malone’s boek ‘Country music USA’ uit 1968 en het boek ‘Will you miss me when I’m gone? The Carter Family & their legacy in American Music’ van Mark Zwonitzer en Charles Hirshberg uit 2002. Verder heb ik natuurlijk diverse bronnen op het Internet geraadpleegd.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Volgende post