De bordjes zijn verhangen…

Datum: vrijdag 13 augustus 1999.
Afgelegde route: Caernarfon → Llanberis (met de bus) → Yr Wyddfa/Mount Snowdon (met de trein) → Llanberis (met de trein) → Caernarfon (met de bus) → Caernarfon ingewandeld → Dinas Dingle (met de trein) → Caernarfon (met de trein).
Gefietste afstand: Deze dag niet gefietst totaal afgelegde afstand: 286,6 kilometer

Gedurende de nacht was ik al een paar keer wakker geworden. Telkens weer hoorde ik het geluid van neerkletterende regendruppels op mijn tentzeiltje. Met meer en minder grote frequentie. Steeds draaide ik mij om met in het achterhoofd dat het hopelijk tegen de ochtend op zou houden. Uren later, het was inmiddels al wel tijd geworden om op te gaan staan, kletterde de regen nog steeds op mijn tentzeiltje. Nu met een trage, maar wel gestage, regelmaat. Het was nog vroeg in de ochtend maar wij wilden zo meteen om 07:35 uur de bus naar Llanberris nemen. Om 09:00 uur zou, enkel bij voldoende belangstelling, de eerste trein naar de top van Yr Wyddfa (zoals ze in het Welsh Mount Snowdon noemen) rijden. En wij waren vastbesloten dat we met dat treintje omhoog zouden willen gaan. Bij terugkomst op de camping zouden we onze tenten afbreken en daarna alvast naar Anglesey fietsen. Maar dan zou het in de loop van de dag wel fiks op moeten klaren.

Wij maakten ons op voor een natte dag. We hadden geluk want de bus naar Llanberris zou net buiten de oprit van de camping stoppen. Harry zou vandaag de foto’s voor zijn rekening nemen. Ik hoefde dus deze zooi niet mee te sjouwen. We hoefden niet lang te overwegen of we onze regenjassen mee zouden nemen. Dat zou waarschijnlijk wel een bittere noodzaak worden. Nog steeds miezerde het in behoorlijke mate. Ongeveer tien minuten voordat de bus zou arriveren stapten we naar de bushalte. Hier hadden we geen enkel punt om een beetje uit de regen te kunnen staan en we werden toch snel zeiknat.

Een minuut of vijf later kregen we gezelschap van iemand anders. Wij dachten dat de bus wel snel ter plaatse zou zijn. Maar het wachten duurt altijd veel te lang. Tegen de tijd dat we echt de smoor in kregen kwam de bus eindelijk aanrijden. De kaartjes werden snel gekocht en wij zochten een plaatsje op. Ik nam de omgeving goed in me op zodat ik op de terugweg zou weten waar we er weer uit moesten. De rit duurde een stuk langer als dat ik gedacht had. Daarnaast bleek al snel dat het ook voor wat betreft het stijgingspercentage geen gemakkelijk ritje geworden zou zijn en wij waren blij dat we dit gedeelte van onze route niet hoefden te fietsen.

In 2009 gingen P en ik met onze beide jongens op vakantie naar Noord-Wales. Uiteraard stond een tochtje naar Mount Snowdon (Yr Wyddfa) ook toen op het programma. Dit is een foto van die vakantie van 2009…

De bus reed in grote slingers door verschillende dorpen langs de weg die naar Llanberris leidde en het duurde uiteindelijk een uur voordat we daar aankwamen. Nog altijd regende het onafgebroken voort. Wij waren aan het begin van dorp uitgestapt en wandelden door een vrijwel uitgestorven dorp richting stationnetje. Het was nog geen 08:30 uur dus hadden we alle tijd van de wereld. Het plaatsje maakte een vrij troosteloze indruk. Na een klein kwartiertje gewandeld te hebben bereikten we het station.

Ook dit bood bepaald geen opwekkend beeld. Het stationnetje zag er deprimerend uit. Wij waren er zo ongeveer voordat er ook maar iemand anders was. Wij zochten in eerste instantie een plekje waar we uit de regen konden staan. Er was al wel iemand bezig om alle luiken voor de ramen weg te halen. We hebben een hele tijd geprobeerd uit te vissen hoe de kaartverkoop er hier aan toe gaat hier. Maar we kwamen er uiteindelijk toch uit.

In 2009 gingen P en ik met onze beide jongens op vakantie naar Noord-Wales. Uiteraard stond een tochtje naar Mount Snowdon (Yr Wyddfa) ook toen op het programma. Dit is een foto van die vakantie van 2009…

Na verloop van tijd ging ik maar eens checken bij het loket ‘enquiries’. Hier wist men mij te vertellen dat er nog niet voldoende mensen waren voor de trein van 09:00 uur en dat men erop gokte wellicht een half uur later te vertrekken. Ik kreeg de stellige indruk dat dit het standaard antwoord is voor mensen die vragen naar de trein van 09:00 uur. Ze beginnen gewoon niet voor 09:30 uur! Niet veel later kwam er een hele touringcar vol met mensen. De reisleider kwam informeren hoe de stand van zaken was. Ik luisterde, op de achtergrond, het verloop van het gesprek af. Met deze hele groep mensen zouden er in ieder geval voldoende mensen zijn voor de trein van 09:30 uur…

Omdat dat nog wel een 25 minuten weg was vertrok de bus naar het iets verderop gelegen hotel waar ze nog op hun gemak een warm kopje koffie zouden kunnen drinken. Druppelsgewijs, ‘pardon the pun’, kwamen er steeds meer mensen naar het stationnetje. Een kwartier voordat de trein vertrok werd dan toch begonnen met de kaartverkoop. Harry en ik stonden niet helemaal vooraan maar het scheelde niet veel. Als nummer drie en vier van de dag kochten wij onze kaartjes. Teneinde problemen met het plakboek te vermijden vroegen, en kregen, wij ieder apart een kaartje. Wel £ 18,- de man! Voor dat bedrag kan je in Nederland een dagkaart voor kopen en de hele dag onbeperkt door het land reizen. Dit kaartje was slechts goed voor een ritje van 30 minuten naar de top van Yr Wyddfa (Mount Snowdon), een verblijf van eveneens een half uurtje boven en vervolgens weer een half uur met de trein naar beneden. De ‘stationsmaster’ had al een paar keer laten weten dat hij ons, alle aspirant passagiers, niet snapte. Wij hadden de vorige dag moeten komen. Toen was het prachtig weer en kon je daadwerkelijk wat van de omgeving zien vanaf de top. Dat zat er, volgens hem, vandaag niet in.

Voorafgaand aan ons vertrek gingen we in de rij staan voor het perron. Veel gemak bood men de ‘klanten’ niet, maar het was in ieder geval droog. In de onmiddellijke nabijheid van het station bevonden zich ook een paar winkeltjes en een café. Wij probeerden naarstig wat te eten en te drinken te vinden. In eerste instantie was er nog niets open maar nu het eenmaal negen uur geweest was begon er ook hier enige beweging te ontstaan. Tenslotte slaagde Harry er toch in voor ieder van ons een blikje Cola light en een Mars te bemachtigen. Dat was dan ons ontbijt van de dag.

In 2009 gingen P en ik met onze beide jongens op vakantie naar Noord-Wales. Uiteraard stond een tochtje naar Mount Snowdon (Yr Wyddfa) ook toen op het programma. Dit is een foto van die vakantie van 2009…
In 2009 gingen P en ik met onze beide jongens op vakantie naar Noord-Wales. Uiteraard stond een tochtje naar Mount Snowdon (Yr Wyddfa) ook toen op het programma. Dit is een foto van die vakantie van 2009… Duidelijk is op deze foto het vaste deel van de tandradbaan zichtbaar om het treintje veiliger naar boven te kunnen laten rijden.

Tegen de tijd dat het 09:30 uur was werden wij allemaal aan boord gelaten. Tegen deze tijd waren er zoveel belangstellenden dat het treintje, letterlijk, helemaal volgepropt werd. Er konden 56 mensen mee naar boven en dit aantal zat er ook minimaal in. De stoomfluit liet van zich horen en heel langzaam zette het treintje zich in beweging. Deze trein is in zoverre bijzonder dat deze niet gewoon over de rails reed maar verder veranderd zat aan een tandwiel systeem in het midden. Tussen de rails. Deze laatste voorziening was als veiligheidsmaatregel aangebracht omdat op bepaalde stukken van het traject het baanvak behoorlijk steil omhoog liep.

De markante punten op de korte route van 4½ mijl (ongeveer 6 kilometer). Enkele reis duurt deze route ongeveer 30 minuten…

Met een gemoedelijk gangetje begonnen we aan de klim naar 1085 meter hoogte. Deze berg vormt daarbij het dak van Wales. Een land dat sowieso niet slecht bedeeld is met bergen. Terwijl we zo langzaam naar boven klommen ontvouwde zich een prachtig panorama om ons heen en beneden ons. Het meest verbazingwekkend, in mijn ogen dan, was wel dat er tot op éénderde van de hoogte, tot op 350 meter of zo, nog mensen woonden. Vanuit de hoogte zagen we duidelijk de ‘wegen’ die naar deze huizen toeliepen. In vele gevallen waren het niet meer dan geitensporen. Zo leek het althans van bovenaf. Hoe zij zich in de winter op die plekken weten te handhaven ging mijn voorstellingsvermogen ver te boven.

Niet veel later zagen we een bergriviertje zich in een waterval van de bergwand afstorten, omzoomd door prachtige bomen. Iedereen deed dan ook zijn best om het zicht aan die kant van de trein te zien. Tot op het halfweg punt viel er voor iedereen volop van het uitzicht te genieten. Daarna was het snel gedaan met de pret. Hierna reisden we door een dikke, grijze smurrie. Alsof je je kop in een emmer behangplak gestoken had. Volgens Harry dan. Het enige wat we daarna nog zagen waren schapen, een verdwaalde zeemeeuw en een stuk van het spoor voor en achter ons. Toch hortte en stootte het treintje zich in een gestaag tempo door naar de top.

Op de top van Yr Wyddfa bevindt zich een restaurant. Vroeger stond hier in ieder geval ook nog een hotel. Ik weet niet of dat heden ten dage nog het geval was. In ieder geval was de aanwezigheid van dat hotel op de top een van de belangrijkste redenen dat het spoorlijntje weer in bedrijf werd genomen. Eenmaal boven maakten wij van de gelegenheid gebruik om een fatsoenlijke boterham en een kop warme drank naar binnen te werken. Aan alle kanten van dit restaurant bevonden zich ramen maar het zich bleef beperkt tot een ondoordringbare grijze sluier. Harry ging op zijn gemakje de ‘omgeving’ verkennen terwijl ik achterbleef om nog wat te lezen.

In 2009 gingen P en ik met onze beide jongens op vakantie naar Noord-Wales. Uiteraard stond een tochtje naar Mount Snowdon (Yr Wyddfa) ook toen op het programma. Dit is een foto van die vakantie van 2009…

Een half uur later werd iedereen opgeroepen om weer terug te gaan naar het treintje. Dat wil zeggen als men niet verkoos om terug te gaan wandelen. Er worden retourtickets verkocht op voorwaarde dat men met dezelfde trein waarmee men gekomen is ook weer terug naar beneden gaat. Een ’treintje overslaan’ was dus geen vanzelfsprekende optie. Men kan wel met een latere trein terugkeren maar alleen indien daar nog voldoende ruimte is. Terug in de trein bleken toch nog een fiks aantal mensen voor een flinke wandeltocht langs de flanken van de berg te hebben gekozen.

Ik had in die tijd twee camera’s. Zowel een Canon AE1 als ook een Canon A1 zoals hierboven is afgebeeld. Nadat ik de Canon A1 had aangeschaft (een paar jaar nadat ik de Canon AE1 kocht) was dat de camera die ik verreweg het vaakst gebruikte, en die ook mee op (fiets)vakantie ging. Beide camera’s heb ik nog steeds, hoewel ze nauwelijks meer gebruikt worden…

Harry had zich voorgenomen om toch nog een paar mooie foto’s te maken van deze tocht. Hij moest wachten totdat hij weer onder de bewolking uit kwam. Onderweg zagen we her en der wel mensen die te voet op weg naar boven, of naar beneden, waren. Terwijl Harry foto’s maakte kwam hij er plotsklaps achter dat het slingertje, nodig om een volle film terug te kunnen spoelen, weg was. Hij begon meteen allerlei plannen te smeden om het eventuele ongemak ongedaan te maken. Ik ben ervan overtuigd dat hij een aantal prachtige foto’s gemaakt heeft. Niet meer dan een half uurtje later stonden we weer beneden. Zij hadden hun zaakjes goed voor elkaar want op onze uitweg werden wij vakkundig door het souvenirwinkeltje geleid. Wij keken op ons gemakje rond maar vonden niets van onze gading.

Lone Tree on Llyn Padarn lake in LLanberis at dawn, Wales, UK

We hadden precies 2½ uur gedaan over de reis. Precies zoals ons van tevoren voorspeld was. Eenmaal buiten liepen we weer Llanberris in en liepen globaal in de richting van de bushalte waar we uitgestapt waren. We kwamen onderweg nog wel een paar winkeltjes tegen en Harry begon meteen te informeren of ze een slingertje hadden voor aan zijn fototoestel. Hem kennende moest en zou dit nog vandaag verholpen moeten worden. Anders zou hij er misschien niet eens van kunnen slapen. Nadat zo ongeveer iedereen de trein had verlaten kamde Harry deze nog eens grondig uit, in de hoop zijn verloren slingertje alsnog terug te vinden.

Uiteindelijk is het weer goed gekomen met het terugwindslingertje, maar volgens mij was dat pas toen we na afloop van de fietsvakantie weer terug in Nederland waren. Omdat we fotografeerden met 35 mm film, was het essentieel dat het gebruikte rolletje (36 opnamen) werd teruggewonden voordat er een nieuwe film geplaatst kon worden. Zonder slingertje was dat behoorlijk behelpen!

In één van de winkeltjes die we tegenkwamen zagen we een aantal leistenen die versierd waren met van die typisch Welshe, symbolische figuren. Wij vonden ze hartstikke mooi maar zagen voornamelijk de bezwaren van het transport. Wij besloten ze om ze later, in het zuiden van Wales, maar te kopen. Bovendien waren ze niet goedkoop. Maar wat is dat wel met de huidige koers van het Engelse pond? Wij wandelden op het gemak verder. Het weer hield nog steeds niet over en in iedere winkel die er ook maar enigszins veelbelovend uitzag deed Harry een poging om het mankement aan zijn camera te verhelpen. Vooralsnog allemaal zonder succes.

Wij waren de bushalte alweer voorbij gewandeld, maar toen deze bij de halte stopte waren we snel genoeg om toch mee te kunnen. We reden dezelfde weg terug die we gekomen waren. Omdat het weer ons niet echt mooie beelden van onze omgeving voorschotelde dook ik weer in mijn boek. Daar stond Harry toch wel behoorlijk versteld van. Tegen de tijd dat ik dacht dat we weer in de omgeving van de camping kwamen borg ik mijn boek op en begon me meer op mijn omgeving te concentreren. Ik had blijkbaar de omgeving goed in me opgenomen want precies op het juiste ogenblik wist ik de chauffeur duidelijk te maken dat wij er hier uit wilden.

En nog altijd regende het. Gadverdamme! Op de hoek, net als bij mij thuis, zat een Spar winkel. Wij kochten een flesje Cola light en togen hiermee terug naar de camping. Bij de wasruimte stond een bankje, onder een afdak, en wij gingen hierop de plannen voor de rest van de dag zitten uitbroeden. We konden onze tentjes een twintigtal meter verderop zien staan. Druipnat. En nog altijd werd er nieuw water van bovenaf aangevoerd. Het ene moment was het droog maar nog geen minuut later begon het weer te miezeren. Dat maakte het voor ons zo moeilijk om tot een besluit te komen. Na lang overleg besloten we om hier nog maar een dag te blijven staan.

Nadat de kogel door de kerk was toog ik naar de receptie en zorgde ervoor dat onze campingbaas ons er niet uit zou gooien. Harry had intussen zijn tent uitgekamd in een poging zijn slinger terug te vinden. Alweer zonder resultaat. We wilden echter niet de rest van de dag in onze tentjes zitten kniezen en besloten nog even Caernarfon in te gaan. Op aanraden van de campingbeheerder wandelden we gewoon het centrum in. Hier hervatte Harry zijn jacht op het slingertje voor zijn camera. Hij ging allereerst op zoek naar een fotowinkel. Er waren er maar twee in Caernarfon en deze stelden hem beide al snel teleur. De volgende optie was een ‘hardware’ winkel. Hier zou hij de meeste kans hebben om in ieder geval iets te vinden om zijn film terug te kunnen spoelen. Ten langen leste vond hij in de ene winkel twee moertjes en in een andere winkel een tangetje. Ik wist inmiddels wel beter dan hem van zijn speurtocht af te houden. Hij zou geen rust hebben totdat hij of een oplossing gevonden had of totdat hij alles had geprobeerd om een oplossing te vinden.

We zochten vervolgens een terrasje op om een beetje op adem te kunnen komen. Terwijl ik op zoek ging naar twee Cola lights slaagde Harry erin om zijn film terug te spoelen. Hoera! Hierna besloten we om Caernarfon eens nader te gaan bekijken. We wandelden eerst het haventje van Caernarfon in. Harry had gisteren al uitgevonden dat er door de vallei een smalspoor treintje reed en het leek ons leuk om daar ook eens een ritje mee te maken. We wandelden naar het ‘station’. Hier wist men ons te melden dat pas over drie kwartier het eerstvolgende treintje zou vertrekken.

We keerden op onze schreden terug en, vlak bij het dorpsplein aangekomen, klommen we een aantal heel erg steile trappen op die ons tot vlak voor het postkantoor brachten. Harry had inmiddels weer het nodige materiaal verzameld voor onze plakboeken en het werd tijd om weer een envelop naar het thuisfront te sturen. Dit was inmiddels al envelop nummer vier, of zo! Ongelofelijk. We dronken nog wat en wandelden toen terug naar het station van de Caernarfon trein. We hadden het goed getimed en we konden vrijwel meteen aan boord van de trein. Dit was een trein met zowel open als gesloten wagons. Aangezien het nu redelijk weer kozen wij voor de niet gesloten constructie.

Niet veel later zette het stoomtreintje van de Ffestiniog & Welsh Highland Railways zich in beweging. Dit ritje zou ons tot Dinah’s Dingle voeren, en weer terug. Al met al zouden we zo’n drie kwartier onderweg zijn. Leuk, toch? Dit ritje had veel meer weg van een treinreis dan het ritje van hedenochtend. Daarnaast was het weer nu een stuk beter dus was het landschap een stuk vriendelijker om te zien. Omdat het landschap niet zo ruig was als bij Mount Snowdon ging deze rit ook veel meer relaxed. Harry had zijn camera weer, of moet ik zeggen nog, bij zich en maakte een aantal foto’s. Op het halfweg punt had men in de remise een mooie expeditie ingericht over de geschiedenis van dit lijntje. Het was vroeger vooral aangelegd om de enorme hoeveelheden leisteen, die in de directe omgeving in grootse hoeveelheden gedolven werd, naar de havens vervoerd te krijgen. In het begin van deze eeuw nam de vraag naar leisteen geleidelijk aan af. Dat was vooral te danken aan de opkomst van een aantal ‘nieuwe’ dakbedekkingsmaterialen zoals de overbekende dakpan. En geleidelijk aan werd het economisch steeds minder en minder interessant om nog leisteen te delven en dus werd de lijn gesloten.

Jaren later, en dan heb ik het over een aantal decennia, staken een aantal treinfanatici de koppen bij elkaar en besloten om dit stukje van de lijn weer operationeel te maken. Het kostte bloed, zweet en tranen maar de mensen die het mogelijk gemaakt hebben kunnen trots zijn op hetgeen ze gepresteerd hebben. Er was een behoorlijk uitgebreide expositie en de tijd ontbrak eigenlijk om alles goed te bekijken. Voordat ik het goed en wel in de gaten had werd iedereen verzocht weer terug aan boord te gaan.

Voordat we vertrokken werd de deur van de expositie ruimte zorgvuldig gesloten en werd het bord bij de voordeur, waarop het tijdstip van de eerstvolgende trein vermeld stond, vervangen door een bord dat aangaf wanneer de volgende trein weer zou vertrekken. De mensen in de volgende trein wisten dan precies wanneer hun trein weer terug zou gaan. Best knap bedacht. Nadat alles netjes gecontroleerd en achtergelaten was werd het sein tot vertrek gegeven.

Ondanks het feit dat we nu dezelfde route volgden als dat we op de heenweg gedaan hadden vonden we dit nu ook een heel aangenaam ritje. Halverwege stopte de trein weer voor een overgang. Normaal stoppen de auto’s op de plaatsen waar trein en auto elkaar kruisen, maar hier was het omgekeerd. Een hele gekke sensatie. We stapten uit en bekeken het onvermijdelijke souvenirwinkeltje op ons gemak even. Ook hier zagen we de met symbolen beschilderde leisteen, maar ook nu zagen we van aankoop af. Nadat we hier uitgekeken wandelden we terug naar het centrum van Caernarfon.

We nestelden ons vervolgens op een terrasje waar we gezelschap kregen van een Amerikaans echtpaar, uit Californië. Dit echtpaar was, zoals al snel bleek, op een schijnbaar eeuwigdurende vakantie. En, wat nog erger was, overal waren ze al geweest. Ze klonken niet echt blasé of zo, maar je kon geen plaats opnoemen of zij waren er al eens geweest. Ook Ierland had al met hen kennis mogen maken en wat zij ons over de Ierse wegen vertelden stemde ons niet echt vrolijk. Aan de andere kant waren het ook niet echt mensen die over welk land of welke plaats dan ook enthousiaste verhalen ophingen. Op den duur vonden wij hun conversatie zeer vermoeiend. Het duurde dan ook niet echt lang voordat wij eieren voor ons geld kozen en op zoek gingen naar ons avondeten.

De vorige dag hadden we in de ‘Crown Hill’ al uitgebreid op het terrasje zitten lezen en schrijven en vanavond besloten we dit adres te kiezen voor onze hoofdmaaltijd van de dag. Na gegeten te hebben stortte ik me weer op het reisverhaal. Harry had wat te lezen en de tijd vergleed zeer genoeglijk. Niet veel later kwam ook het echtpaar uit Californië de zaak binnen voor hun avondeten. Gelukkig kwamen ze niet weer bij ons zitten

Nadat we ons zo een uurtje of anderhalf onledig hadden gehouden besloten we dat het tijd werd om de tentjes weer eens op te gaan zoeken. Een kwartiertje later waren we terug op de camping. Het was al redelijk laat en buiten was het al ver donker. Daarom was het vanzelfsprekend dat we meteen de tenten opzochten. Ik probeerde nog een paar pagina’s te lezen in het boek van Raymond E. Feist maar eigenlijk was er te weinig licht om lekker te kunnen lezen. Al snel gaf ik de poging dan ook op.

Raymond Elias Feist is een Amerikaans fantasyschrijver. Hij schrijft bijna al zijn boeken over de werelden van Midkemia en Kelewan. Deze werelden zijn ontstaan doordat Feist ze samen met een paar vrienden verzon voor het spelen van het rollenspel Dungeons & Dragons. Toen hij werkloos werd besloot hij een boek te schrijven over hoe de hogere magie in Midkemia was gekomen. De beschreven werelden hebben een geheel eigen geografie, volkeren, religies, koninkrijken, etc. Doordat deze werelden in elk boek steeds verder uitgediept worden, krijgt de lezer een steeds beter beeld.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post