Woensdag 14 februari 1990; de twintigste vakantiedag
Keurig volgens afspraak werd ik op deze Valentijnsdag om 07:50 uur gewekt. Na de gebruikelijke gang naar het toilet ging ik naar beneden. De eigenaar van ’t ‘Belmont Guest House’ vroeg me of ik belangstelling zou hebben voor een ‘full English breakfast’. Omdat ik absoluut geen idee had wat een ‘full English breakfast’ in zou houden, en ik  eigenlijk best wel trek had in iets substantieels waagde ik mij maar aan het gebodene. Terwijl de eigenaar voor kok speelde keek ik de eetzaal wat rond. Alles om mij heen maakte een wat treurige en weinig geïnspireerde indruk. Verschillende mensen, die eerder op waren dan ik, waren al lang en breed klaar met het ontbijt en zaten aan een kop thee te lurken. Uiteindelijk kwam m’n ‘full English breakfast’ er aan. Nu pas kreeg ik door wat ik had aangericht. Achtereenvolgens werden er twee gebakken eieren (‘sunny side up’), toast, worstjes, tomaten, champignons, cereals, thee en sinaasappelsap op m’n tafeltje gezet. Behalve de gebakken eieren zag het er redelijk uit.

Met betrekking tot het koken en bakken van eieren ben ik al tientallen jaren behoorlijk kieskeurig. In het eerste geval moet het ei bikkelhard gekookt, maar niet blauw zijn. Van die half gestolde slobbereitjes moet ik niets hebben. Gebakken eieren moeten voor mij ‘gescrambled’ worden, eventjes met de vork er door dus. Van een gebakken ei waarvan de dooier trillend op het bordje ligt (‘sunny side up’ dus), wordt door mij alleen héél voorzichtig het eiwit opgegeten, waarbij ik m’n uiterste best doe om de wat snotterige dooier niet te beschadigen.

U begrijpt het dus al dat de kok wat betreft de eieren volledig naast de roos had geschoten (eigenlijk had ik er naast geschoten). De rest van het ontbijt smaakte me overigens prima. Na het ontbijt ging ik fluks en snel weer naar boven om een lekker bad te nemen. Zo af en toe ben je tijdens zo’n tournee wel toe aan een lekker bad en juist dan is er geen tijd of moet er weer naar een volgend optreden gereden worden. Deze keer nam ik lekker de tijd. Toen alle zaken met betrekking tot de persoonlijke hygiëne voltooid waren, werd het tijd om m’n kamer (Room 3) weer op te zoeken en mijn dagboek, de basis van dit verhaal weer eens goed bij te werken.

Om half tien werd ik door het personeel van het hotel vriendelijk verzocht om naar de ‘lounge’ te gaan omdat de kamers gedaan moesten worden. Omdat ik in de veronderstelling verkeerde dat A.G. & Kate mij om 10:30 uur op zouden komen halen ging ik maar naar beneden, naar de ‘lounge’. Ik kon tenslotte daar ook wel verder aan m’n dagboek werken. Uiteindelijk kwamen A.G. & Kate tegen een uur of twaalf bij de ‘Belmont Guest House’ om mij op te halen. Van Banbury gingen we naar Oxford om daar eens grondig de verschillende boekenwinkels door te werken. We stopten het eerst bij een boekenwinkel van Oxfam, een liefdadigheidsorganisatie die veel doet voor de minder bedeelden in de grote steden. Zij verkopen tweedehands kleding, huisraad en dus ook boeken. Ik kon hier niets vinden en A.G. eigenlijk ook niet.

We gingen eerst maar terug naar de Landrover en probeerden de auto in het centrum van Oxford geparkeerd te krijgen. Nadat dat gelukt was wandelden we langs de universiteitsgebouwen. Bij één van de gebouwen konden we even naar binnen om wat kaarten en foldertjes te kopen. A.G. & Kate lieten mij ook Trinity College zien, dit is het gebouw waar Wesley gestudeerd en les gegeven had. Terwijl we door de stad lopen zien we buiten een winkel iemand van Oxfam staan met een heleboel rode buttons met witte harten erop. Kate stuift weg en even later spelt ze mij een hart op de jas en voorziet daarna ook haar eigen jas van een button

De rest van de vakantie bleef de button op mijn jas zitten, maar ik had er geen idee van of het een speciale actie was of zo… Zou het dan toch vanwege Valentijnsdag geweest zijn? Tegen het einde van de middag kwamen we bij Waterfield’s, een héél erg grote tweedehands boekenwinkel. De zaak stond vol met allerlei eerste drukken, en voor veel van de boeken die er stonden moest dan ook een redelijke prijs betaald worden. Er was zelfs een afdeling ‘Dutch books’ waar ik een exemplaar van Arthur van Schendel’s ‘Zwerver verliefd, zwerver verdwaald’ zag staan (en liet staan). Na bijna drie weken Engeland doet je dat best wel wat… A.G. vond, vlak voordat we weg wilden gaan, een exemplaar van Jean Ritchie’s ‘Singing family of the Cumberlands’ voor £ 12,–. Ik had het zelf maar wat graag gekocht, maar A.G. was eerder deze keer. Jammer. Inmiddels hebben ze voor mij de pocketeditie in Amerika gekocht. Nadat we tegen het einde van de middag 7 ‘bookshops’ gedaan hadden gingen we weer terug naar de caravan, eigenlijk waren we wat aan de late kant en Kate liet het goed merken dat ze het hier niet erg mee eens was.

Net op tijd kwamen we in Chipping Warden aan, ‘Chipping’ betekent trouwens ‘marktplein’. Ook hier hadden we een goede ‘singing’, ruim 20 mensen hadden de weg naar de kerk weten te vinden. Tijdens de uitleg die A.G. aan de songs gaf, probeerde Kate deze avond voor het eerst ‘cross references’ te maken tussen het 2e couplet van ‘O, for a thousand toungues to sing’ en het 3e couplet van ‘O, Jesu Thy boudless love to me’. Na de ‘singing’ was er weer de gebruikelijke ‘tea and biscuits’, en omdat we in Oxford geen tijd gemaakt hadden om te eten, probeerden we hier de opgelopen achterstand weer in te halen. Na de ‘singing’ dronken we koffie in de caravan. Terwijl A.G. & Kate mij weer naar m’n ‘bed and breakfast’ brachten werd ik door A.G. herinnerd aan twee verschillende uitspraken van Roger Padfield (‘as thick as two planks’ en ‘the best thing since sliced bread’), de aanleiding voor dit alles was mijn uitspraak om ‘even bij mezelf langs te willen gaan’…

Vorige post Volgende post

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.