Donderdag 5 december 1991, de twintigste vakantiedag.
Het was nota bene nog maar net 06:45 uur toen ik wakker werd van het geluid van een paar kleine kindertjes die met veel enthousiasme en lawaai als een soort van tornado door het huis jakkerden. Ik wist me in te houden tot bijna 08:00 uur omdat ik een paar boeken in de tas had zitten. Gedwongen door een behoorlijk volle blaas en een lichte kramp in m’n rug (het bed was voor mijn doen toch echt een beetje te zacht) ging ik maar naar beneden toe. Omdat zowel Tony als Margy verschillende dingen gepland hadden voor vandaag en omdat eigenlijk alleen Daniël (the spaniël) thuis zou blijven vroeg Tony mij of ik het erg zou vinden om na een bordje cornflakes om ongeveer 08:45 uur het pand te verlaten…

Natuurlijk stemde ik in met dit voor mijn gevoel wat wonderlijke verzoek, wat moest ik ook anders. Wetende dat het een ernstige en vooral onrealistische vorm van ‘wishful thinking’ was dat A.G. & Kate al voor 09:00 uur ‘up and ready to go’ zouden zijn besloot ik om gelijktijdig met de kindertjes het huis uit te gaan. In het verlengde van de route naar school (voor de beide kindertjes) was ook het strand te vinden. Via een wandelpad langs een restaurant aan het strand kwam ik op een rotsig stukje strand terecht. Een stukje verderop was het strand wat zanderiger en leek het erop dat ik daar vandaan het stadje weer binnen kon lopen. Een min of meer geforceerde frisse strandwandeling op de vroege ochtend is tenslotte nooit weg, ook al was het sinterklaasochtend…

Zeker in het voorjaar wordt Coquet River wat onstuimiger. Magnifiek landschap trouwens daar in Northhumbria!
Amble is a solidly built, business-like town. It used to rely on the export of coal from its own pit (and others) that was brought down to the sthaithes by rail. You may still notice the gaps in the town where the tracks came through, and the sthaithe, now without the tracks or trucks. Some grain is still shipped out, and some fish are still landed. But mainly Amble survives as a resort. There are golf links, a developing marina, fishing (from the pier and by boat) and marvelous sands stretching down the coast. It also caters for the residential, refreshment and entertainment needs of its visitors. Bron: Northumbrian coastline; Ian Smith (1988).
Ik plukte deze foto van Coquet Island van het Internet, maar het is natuurlijk wel fascinerend om in een klein stadje aan de kust te wonen, met op ongeveer anderhalve kilometer vanuit de kust een mooi klein eilandje met een vuurtoren en…

Een aardige, lange en winderige wandeling voert mij langs het strand, met onder andere een prachtig uitzicht op het ongeveer een kilometer uit de kust liggende Coquet Island. Dit eilandje is genoemd naar het riviertje Coquet dat bij Amble in de Noordzee uitmondt. Coquet Island is tegenwoordig een voor bezoekers gesloten vogelreservaat. Na de wandeling besloot ik dat het tijd werd om vandaag niet alleen de waterkant te verkennen, maar ook het stadje zelf de nodige aandacht te geven. Wie weet zou ik kans maken om Kate nog te ontmoeten tijdens m’n wandeling.

Een kolonie Puffins (papegaaiduikers). Pas toen ik in 1996 samen met Kees Jansen naar Shetland ging om daar te fietsen maakte ik iets uitgebreider kennis met deze schitterende vogels. In 1991, toen ik met A.G. & Kate in Amble was, had ik nog amper van papegaaiduikers gehoord…
Coquet Island is famous as the abode of Cuthbert, the Northumbrian saint, who occupied the Benedictine Cell on the island as a hermit, until persuaded to accept the bishopric by the abbess of Whitby, Elfreda, when she visited the isle in AD 684. Other hermits have lived here too: St. Henry of Coquet was a Dane who dwelled here in the 11th century. The Scots captured the island in 1645 despite a large garrison of 200 men. Bron: Northumbrian coastline; Ian Smith (1988).

Het was – toen ik de oorspronkelijke versie van dit verslag in 1993 schreef – toch wel interessant om even op de persoon Cuthbert in te gaan. Het had niet direct iets met dit gedeelte van het verslag te maken, maar omdat er een link naar Coquet Island was volgde ik m’n eigen zin maar…

Cuthbert werd in 633 ergens in het noorden van Engeland geboren. We weten vrij weinig van z’n jeugd af, behalve dat hij van spelletjes (en winnen!) hield. Het is niet onmogelijk dat hij een tijdje militair is geweest. Later werd hij herder. Toen Cuthbert achttien was veranderde z’n leven door een visioen. Op een nacht, terwijl hij bad en z’n schapen in de gaten hield zag hij engelen met de ziel van Aidan naar de hemel opstijgen. Koning Oswald had Aidan gevraagd om van het Schotse eiland Iona te komen om zendingswerk in Northumbria te doen. Aidan vestigde zich op Lindisfarne (Holy Island). Cuthbert interpreteerde z’n visioen als een teken van God dat hij Aidan zou moeten volgen en ook monnik en zendeling worden, hij sloot zich daarom aan bij het klooster van Melrose. Van Melrose vertrok hij later naar Ripon, maar keerde spoedig terug om abt te worden in het klooster van Melrose. Hij was nog maar dertig, toen hij naar Lindisfarne gestuurd werd. Hij gaf op een rustige en bedaarde manier leiding aan de gemeenschap op Lindisfarne, bovendien reisde hij uitgebreid om het evangelie te verkondigen en voor de mensen te zorgen. Na tien jaar kreeg hij het verlangen om alleen als kluizenaar verder te leven. Hij trok zich terug naar een van de Farne Islands, ongeveer twintig kilometer ten zuiden van Lindisfarne, hier bestond zijn gezelschap uitsluitend uit vogels en (ondermeer) zeehonden. In 685 werd hij tegen z’n eigen zin, maar onder druk van de koning, de bisschop en de bevolking tot bisschop van Lindisfarne gewijd. Na slechts twee jaar realiseerde hij zich dat hij waarschijnlijk nog maar kort te leven zou hebben. Hij trok zich weer terug naar de Farne Islands om daar zijn laatste dagen met gebed en meditatie door te brengen. Cuthbert stierf op 20 maart 687. Cuthbert is de meest bekende en meest geliefde heilige uit het noorden van Engeland. Niet omdat hij iets bijzonders deed, maar omdat hij bijzonder was. Hij combineerde in zijn persoonlijkheid heiligheid en mensenliefde, liefde voor God en liefde voor de wereld. In een tijd waarin bijgelovigheid de meeste mensen bang maakte voor hun omgeving zag Cuthbert de wereld om zich heen als God’s schepping. Omdat hij God liefhad had hij ook God’s schepselen lief. Omdat hij open en meelevend met zijn medemensen omging bemoedigde hij ze enorm. Als monnik in Ripon zorgde hij al voor zijn gasten, als bisschop van Lindisfarne reisde hij heel erg veel om ‘zijn’ mensen te ontmoeten. Omdat hij de mensen bezocht, bezochten de mensen hem ook. Zelfs als kluizenaar op een onbewoond eiland was hij niet onbereikbaar geworden. De mensen wisten dat ze in z’n gebeden een bijzondere plaats innamen. We kunnen tegenwoordig eigenlijk niet meer als Cuthbert leven, maar we kunnen wel, net als hij, open en verantwoordelijk zijn, de liefde van God voor Zijn schepping uitdragen. We kunnen leren van Cuthbert dat heiliging en medemenselijkheid hand in hand gaan. Christen zijn heeft niet te maken met ‘ontmenselijking’, maar met ‘mens onder de mensen zijn’, het voorbeeld van Jezus volgend. Bron: Foldertje over het leven van Cuthbert; Peter Baelz (1989).
Op Lindisfarne (dat ook wel Holy Island wordt genoemd) is dit beeld van Saint Cuthbert te vinden. Lindisfanrne is een iets noordelijker gelegen eiland met ook een sterke connectie met Saint Cuthbert.

Een tijdje later ontdekte ik het eerste winkeltje van deze dag; en er werden ook ansichtkaarten verkocht! Natuurlijk moest ik de benodigde dosis voor vandaag beslist kopen en het lijkt me verstandig dat ik er ook gelijk maar een paar voor A.G. mee zou nemen. Het haventje van Amble werd destijds bewoond door een dolfijn, Freddy genaamd. Het beest had een dusdanige lokale bekendheid dat het zelfs op ansichtkaartjes vereeuwigd werd. Uiteraard hoorde de dolfijn Freddy ook in mijn plakboek thuis…

De dolfijn ‘Freddy’ vond het haventje van Amble een aantrekkelijke plek. Zo ongeveer aan het eind van de tachtiger jaren van de vorige eeuw was Freddy een vaste gast. Blijkbaar genoot de dolfijn van de aandacht. Na verloop van tijd kon je op excursie of Freddy te bekijken, werden er ‘I love Freddy’ T-shirts verkocht en ook ansichtkaartjes met Freddy’s afbeelding er op waren te vinden. Freddy bleef een jaar of vijf in de haven van Amble. Daarna is ie vertrokken…
Een duiker zwemt met Freddy.

Redelijk voldaan met dit eerste succesje vervolgde ik mijn ochtendwandeling. Groot was mijn verbazing toen ik Kate in een telefooncel in het centrum haar dagelijkse portie telefoontjes zag plegen. Het duurde eventjes voordat ze me in de gaten had, maar daarna brak ze haar werkzaamheden af zodat we samen een kop koffie konden gaan drinken, even bijpraten en de wandeling door Amble gezamenlijk voortzetten. Later vond ik in een boek uit de min of meer antieke Highways & Byways serie een aardig vers over Amble. Ik ben in een vrij korte periode drie keer met A.G. & Kate mee naar verschillende delen van Engeland geweest, tot m’n spijt werden (ook toen al) dit soort boeken steeds zeldzamer en daardoor weer duurder om aan te schaffen. Maar we hadden het over een vers…

Oh, Amble is a fine town, with ships upon the bay;
And I wish with my heart I was only there today;
And I wish with my heart I was far away from here,
A-sitting in my parlor and talking to my dear.
And it’s home dearie, home!
Oh, it’s home I want to be!
My top sails are hoisted and I must out to sea.
Tor the oak, and the ash, and the bonnie rowan tree
They’re all a’growing green in the North Countree.
Oh! It’s home, dearie, home.

Tegen de tijd dat Kate denkt dat A.G. mogelijk wel wakker zou zijn geworden wandelden we in een rustig tempo weer terug richting caravan. Binnen zat A.G. ons al op te wachten terwijl hij aan een nieuw hoofdstuk in z’n boek was begonnen. Terwijl Kate met koffie in de weer ging worden de plannen voor de rest van deze dag gesmeed. Het liep inmiddels al tegen de middag, als we er nog op uit zouden willen, dan zouden we beslist in actie moeten komen.

Alnwick Castle is een kasteel in Alnwick, Northumberland, Engeland. Het is de residentie van de 12e hertog van Northumberland, Ralph Percy. Het kasteel werd gebouwd rond 1100, niet lang na de Normandische verovering van Engeland. Sindsdien is het kasteel vele malen verbouwd en gerestaureerd. Het is een Grade I listed building. Na de Tweede Wereldoorlog is een deel van het kasteel in gebruik bij verschillende onderwijsinstellingen. Daarnaast worden er in drie torens tentoonstellingen gehouden. Alnwick Castle is na Windsor Castle het grootste nog bewoonde kasteel van Engeland. Naast het kasteel is The Alnwick Garden gelegen, een tuinencomplex van 17 hectare uit de 18e eeuw.Het kasteel is reeds in veel films als decor gebruikt. Het bekendst zijn de Harry Potter-films die in en rondom het kasteel zijn opgenomen. Het kasteel figureerde als Zweinstein. In 2015 was het kasteel kort te zien als Brancaster Castle in de seizoensfinale van Downton Abbey.

Alnwick (wordt uitgesproken uit als ‘Annick’) is een oud Middeleeuws grensstadje dat een rol van betekenis speelde toen de Schotten een wat onstuimiger verhouding met de Engelsen hadden als tegenwoordig. Het ligt ongeveer 25 km te noorden van Amble en is een klein stadje uit het zelfde circuit waar Amble ook bij hoort. Het fungeert een beetje als commercieel centrum van de streek, hetgeen betekent dat er erg veel leuke winkeltjes te vinden zijn. Min of boven het stadje is Alnwick Castle te zien. Dit kasteel wordt sinds 1309 bewoond door de familie Percy en staat nog steeds op een strategische plaats op de route van Schotland naar het zuiden… De laatste jaren heeft het kasteel een extra functie als museum gekregen om onder andere het onderhoud ervan te kunnen bekostigen. Er zijn onder meer schilderijen van verschillende Italiaanse meesters te zien.

Alwick sleeps under the castle walls; a quiet old-fashioned town of curious streets, chares and ancient buildings of which one of the most interesting is that called Hotspur Tower… Bron: Highways & Byways in Northumbria; P. Anderson Graham (1920).

U begrijpt het inmiddels, onze reis had ons naar Alnwick gevoerd. We deden op deze Sinterklaasdag gewoon onze inkopen (boeken, kaartjes, wat levensmiddelen en dergelijke). Een van de dingen waar ik erg blij mee was, was het gegeven dat er ook in Alnwick een winkeltje is dat Lilliput huisjes verkocht (slecht voor mijn financiën, maar wel weer leuk voor mijn verzameling). Omdat we achteraf toch te weinig tijd bleken te hebben aten we bij ‘The Kings Place’, een lokaal restaurantje met een duidelijke christelijke signatuur. We bestelden een simpele, snel te eten maaltijd. Volgens mij was het iets met ‘jacket potatoes’ (gepofte aardappelen), maar ‘k weet dat niet helemaal zeker meer. Terwijl we de zaken van deze dag nog even de revue lieten passeren begonnen we al voorzichtig plannen te maken voor de volgende dag. Ik had het plan opgevat om morgen maar weer een lange wandeling te gaan maken (de kleine kindertjes van mijn gastheer en -vrouw zouden me immers wel helpen met wakker worden) en wie weet zou ik de volgende ochtend wel weer verzocht het onderdak op tijd te verlaten.

De jacket potato (gepofte aardappel in de schil) was destijds een simpel en goedkoop gerecht. In mijn geval vaak met tonijnsalade en rode ui. Lekker hoor!
Chapel Lane Methodist Chapel

Na het eten moesten we als een haas even weer terug naar Amble omdat A.G. & Kate hun instrumenten op moesten halen en ze zich om moesten kleden voor het optreden van deze avond (in Alnwick). Snel (voor een Landrover in alk geval) reden we terug naar Amble, haalden Tony en z’n zoontje Adam op en reden even snel weer terug naar Alnwick. De overige kinderen (Elenor en Ian) blijven met Margy en Daniël (the spaniël) thuis wachten tot we weer terug komen.

Midden in Alnwick staat de Chapel Lane Methodist Chapel een beetje eenzaam achteraf in een wat onooglijk steegje. John Wesley legde indertijd zelf (in 1786) de eerste steen voor deze kerk. In deze kerk staat nog een originele houten preekstoel waarin John Wesley verschillende malen heeft gestaan om te preken. U kunt begrijpen dat A.G. en schrijver dezes ons uitgebreid in deze preekstoel hebben laten fotograferen. In 1788 zag John Wesley de voltooide kerk voor het eerst in jaren weer terug en vond het een verschrikkelijk lelijk gebouw. Hij vergeleek het zelfs met een vogelverschrikker…

A.G. & Kate samen in de preekstoel uit de vorige alinea. Bijzonder momentje voor A.G. want in deze preekstoel had John Wesley nog staan preken…

In de begintijd was de Methodistengemeente in Alnwick de belangrijkste in Northumberland, de gemeente fungeerde een beetje als geestelijk middelpunt. Na de dood van John Wesley in 1791 volgde een schisma over de discussie om deel van de Church of England uit te blijven maken (hetgeen waarschijnlijk John Wesley’s keuze geweest zou zijn) of een eigen onafhankelijke weg te gaan. Uiteindelijk koos men voor het laatste, dit in tegenstelling tot de principes waar John Wesley vrijwel z’n hele leven voor gestaan had. De belangrijke rol van de gemeente in Alnwick behoorde daarmee tot het verleden. Tot 1960 bestonden er twee Methodistenkerken in Alnwick. De ‘Wesleyans’ bleven gehuisvest in de kerk waar we deze avond zijn, de ‘New Connection’ bouwden een eigen gebouw, dat uiteindelijk in 1960 gesloten werd. John Wesley’s dagboek bevat verschillende behoorlijk lovende uitspraken over de gemeente in Alnwick. Het is opvallend dat deze uitspraken dateren van voor de tijd dat de kerk in Alnwick gebouwd werd…

May 11, 1752: ‘I rode on to Alnwick, and preached at the cross to a far more numerous and serious congregation’. June 12, 1757: ‘Oh, what a difference there is between these living stones, and the dead unfeeling multitudes in Scotland’. June 1, 1759: ‘A people quite of another spirit, having the power, as well as the form of godliness, and panting after the whole image of God’. Bron: The Scarecrow still stands, Mr. Wesley; Chapel Lane Methodist Chapel, Alnwick; 1786 – 1986 (T.J. Howells).

Voordat het programma begon werden er Fisherman’s Friends gegeten. Als regelmatig gebruiker van dit snoepgoed had ik natuurlijk altijd een klein voorraadje bij me. Mijn voorkeur ging destijds uit naar de anijssmaak (in de gele verpakking). Met name Kate snoepte regelmatig met me mee, zeker als ze een klein beetje last van kriebel in haar keel had. Tegen de tijd dat ik wat verkoudheidsverschijnselen begon te vertonen hielpen Fisherman’s Friends me eigenlijk niet meer.

Tony Buglass opende de avond met een gebed en introduceerde A.G. & Kate bij het in beperkte mate aanwezige publiek. A.G. gaf met een verhaal over John Newton gelijk de richting van het programma van deze avond aan. Meestal was het in de eerste paar hymnen of de eerste paar introducties van hymnen te merken welk thema het programma van een bepaalde avond zou hebben. ‘Radiating love’ (liefde uitstralen) was een eerste kernbegrip deze avond. Reeds eerder in dit verslag heeft u een stukje van Leslie D. Weatherhead kunnen lezen over de ‘glorious infection’; of hoe het christendom zich in de eerste jaren van het actief zijn als een ware epidemie verspreidde. Over de (recentere) geschiedenis kunnen we kort en duidelijk zijn. We hebben het als mensen zijnde aardig weten te verpesten.

Een van de manieren om de balans weer wat de andere kant uit te laten slaan was (aldus A.G.) ‘radiating love’ en het tonen van meer ‘excitement’ over je geloof. De voorwaarde hiervoor was volgens hem ‘assurance’ (geloofsvertrouwen); ook een begrip dat eerder uitgebreid aan de orde was geweest. Een perfecte hymne met ‘assurance’ als thema is natuurlijk # 463, ‘My God, I’m Thine’. Couplet voor couplet wordt de hymne aan een zorgvuldige analyse onderworpen. Volgens de aanwezigen (A.G. gaat af en toe met het publiek in discussie) sprak met name uit de laatste regel van het eerste couplet duidelijk het begrip ‘assurance’.

My God, I’m Thine;
What a comfort divine,
What a blessing to know that my Jesus is mine!
In the heavenly Lamb
Trice happy I am,
And my heart it doth dance at the sound of His name.

De evangelist Billy Graham vergeleek ‘assurance’ eens met pijn in je knieën. Denk je (geloof je) dat je wel eens pijn in je knieën zou kunnen hebben, of ben je er van overtuigd dat je pijn in je knieën hebt omdat je het voelen kan? De laatste regel van het tweede couplet (van de zelfde hymne) zou kunnen worden samengevat met het begrip ‘knowing’.

True pleasures abound
In the rapturous sound;
And whoever hath found it hath paradise found.
My Jesus to know,
And feel his blood flow,
‘Tis life everlasting, ’tis heaven below.

De uitgebreide behandeling van ‘My God, I’m Thine’ gaf aan dat A.G. deze avond in een ‘talking mood’ was. Nu was dat meestal wel (een beetje het geval) maar deze avond duidelijk iets meer dan gebruikelijk. Het scheen de mensen echter niet te deren. Ze zaten in de wat kille kerk (zowel qua kleur van het interieur als de binnentemperatuur) aandachtig te luisteren naar hetgeen A.G. & Kate hen te vertellen hadden. Ik had het gevoel dat de mensen goed bij de les waren… A.G. & Kate vervolgden het programma met het derde deel van ‘Jesus, the name high over all’. Met name de laatste regel van het derde couplet van dit deel: ‘And life into the dead’, gaf iets aan waarvan we, volgens het duo, tegenwoordig meer en meer nodig hebben. Alles heeft te maken met de ‘vows’ (beloften) die we waar moeten maken. Hier was weer een relatie te leggen tussen de eerste twee delen van deze hymne en het zendingsbevel zoals dat in Mattheus 28 verwoord staat. Als we ons zelf niet op kunnen porren hoe zijn we dan in staat om de kerken (wereld) op te porren?

Tony Buglass en en ik zijn mijn of meer van dezelfde leeftijd. Ik vroeg me af hoe het tegenwoordig met hem is. Dat kunt u iets verderop lezen…

A.G. & Kate zongen uiteindelijk al de drie delen van ‘Jesus, the name high over all’ en wisselden de verschillende coupletten af met verschillende relevante gedeelten uit Mattheus 28. In relatie tot dit Bijbelgedeelte vertelden A.G. & Kate het verhaal van de interruptie van het programma in Batley door twee mensen die het niet helemaal met A.G. & Kate eens waren, maar ook niet precies snapten waar A.G. & Kate het op dat moment over hadden. U hebt onze wedervaren vast en zeker al in een eerder gedeelte van dit verhaal gelezen… De derde (en op één na laatste hymn van het programma van deze avond was een hymne met een erg mooie en ingetogen melodie ‘O love divine how sweet thou art’. Tijdens de collecte en aan het einde van het programma zongen A.G. & Kate hymn # 462 ‘Stupendous height of heavenly love’. Tony Buglass sloot de avond samen met ons af.

Uiteraard werd er weer thee gedronken en werd er langdurig en veel nagepraat. Hier in Nederland had ik in het verleden wel eens wat bedenkingen tegen allerlei lange verhalen en weinig zingen gehad (inmiddels is dat vrijwel over…), maar hier in Alnwick hadden de mensen het programma zeer gewaardeerd en dat terwijl er uiteindelijk over de hele avond maar vier hymnen gezongen zijn. Voor mij was dit een teken dat er wel degelijk een publiek is dat niet uitsluitend geamuseerd wil worden, maar dat ook bereid was enig (geestelijk) voer tot zich te nemen…

En hoe zou het nu met Tony Buglass zijn?
As far as clergymen go, Tony Buglass does not quite fit the stereotype. An atheist as a child growing up in North Shields’ Meadow Well estate, he didn’t take a shine to ‘boring’ religious education lessons at school. But since those humble beginnings, Tony has not only found God, he’s flown an airplane twice, and can speak a bit of Hebrew. The Methodist minister, who has previously worked in Corbridge and retired to Hexham three years ago, has also been known to play guitar as part of his sermons. A man with a penchant for self-education, Tony’s love of books and music is clearly evident in the front room of the house he shares with wife Margy. Many of the books are about Christianity, as you’d expect for a man who has dedicated more than four decades to the Methodist movement. However, had it not been for two life-changing experiences as a teenager, Tony’s career may have taken an altogether different path. ‘I was a theoretical atheist’, he admitted. ‘I found religious education lessons at school boring and monotonous, and I didn’t really want anything to do with the church. At that point in my life I was thinking of becoming a French teacher’, said Tony. I had passed French in my O-levels, but failed English. But on one occasion, I found myself at Chirton Chapel in North Shields and I felt as though God was behind me. He put his hand on my shoulder and said ‘it’s okay son, we’re going on a journey and I’ll be with you. I felt as though I was getting a divine nudge’. With his new-found fascination taking hold, Tony had become a member of a Methodist youth group, and attended a church convention at Otterburn Hall which proved to be significant. He said: ‘I had a Road to Damascus experience at Otterburn that night. It was at quarter to midnight on November 6, 1971, when I was 18. I felt that I had met God face-to-face. It was a call to ordination, and he wanted me to become a Methodist minister’. Tony began to study, and started working as a voluntary preacher. He attended Cliff College in Derbyshire, and in his early 20s, went to Bristol University, where he gained a BA in theology, based at the city’s Wesley College. After graduating, Tony could have been posted anywhere in the British Isles, but he was handed his first role as a Methodist minister in his native North Tyneside. ‘They put me in Wallsend, perhaps because I spoke the language! I loved the people and it was a great place to start. I had five memorable years there’. In 1985, Tony moved to Amble, where he would remain until 1992, when a switch to Corbridge beckoned. After six years in Tynedale, the vastly experienced Tony was appointed as a superintendent Methodist minister. This saw him based in Pickering, North Yorkshire, from 1998 to 2004, before moving again, to Hebden Bridge and Mytholmroyd, in the Upper Calder Valley. Over the years, Tony has combined his work in his respective postings with roles elsewhere. He has served as a chaplain in hospitals, and also at the category C prison Acklington, near Amble, where he helped thieves, burglars and fraudsters to turn their lives around. Tony once took a reformed prisoner into church to address the congregation about how God had helped him on to the straight and narrow. ‘As you can imagine, there are a lot of different characters in a prison’, said Tony. ‘Sometimes I had to proceed with caution, particularly on one occasion when a man demanded to use the telephone after receiving a ‘Dear John’ letter. But I was able to calm him down and help him. Quite a few people have become Christians while in prison’. A self-confessed airplane fanatic, Tony has also served as a chaplain at RAF Fylingdales, in the North York Moors. He explained: ‘As a youngster I always wanted to be a pilot, but that was never going to happen. My right eye is useless, but I’ve always been fascinated by planes. It was an honor to work there, and the in-joke was that the padre’s recognition skills were better than the men in blue suits’. Working with aircraft professionals, Tony has twice taken part in aerobatics, during which he briefly took control of the plane. He explained: ‘On one occasion I was asked how I would feel about being upside down. I said ‘let’s give it a go’. The g-forces are always pushing outwards. I didn’t feel as though I was upside down, even though the sky was down there, and the fields were above me. It was quite an experience’. Tony has long-established links with Estonia, dating back to the early 1980’s when he was asked to help one of the country’s lay preachers train for ordination. But instead of simply sending correspondence, Tony immersed himself in the culture of the Baltic states. He has since visited the country numerous times, and has long been on a list of Methodist overseas speakers. Tony maintained his connections with Tynedale after leaving his role in Corbridge in 1998, and said he always intended to return to the district in retirement. Now settled in Hexham, he is not exactly retired. Tony remains active on the local Methodist circuit, and continues to carry out chaplaincy work at Hexham Air Training Corps (ATC) Squadron. A keen singer and musician, his tenor voice can be heard while performing with Tynedale Community Choir, and the Hexham Abbey Festival Choir. A competent photographer, Tony takes a daily interest in current affairs, and also helps on a voluntary basis with Hexham Food Bank. He added: ‘I’ve always enjoyed singing, and I’ve played guitar since I became a Christian, starting with modern Christian music. We can always learn new things. I’ve always made the most of my three month sabbatical periods which is awarded to ministers every seven years. I like to travel, to read books, or perhaps brush up on my Hebrew. I enjoy languages, although despite my visits to Estonia, I was advised not to learn the language there, because it varies from region to region’. The father-of-three has been married to Margy for 37 years. The couple are looking forward to the birth of their first grandchild in April. He added: ‘It’s always been fun and it still is. You never get bored in this job. ‘I don’t think I could have done anything else with the same degree of vocation and satisfaction’.

Aan het einde van het programma kwam een jonge man op de platentafel af en kocht van al de verschillende LP’s die we mee hadden genomen één exemplaar. Een mooi moment. Het gebeurde helaas niet zo vaak dat er iemand in één koop vijf verschillende LP’s van A.G. & Kate kocht.

We lieten onze spullen, ingepakt in allerlei koffers en kisten, die nacht in de kerk staan en gingen, nadat het publiek weer vertrokken was, gauw naar Amble terug (voor de derde keer deze dag). Nadat Adam naar bed was gebracht wachtte ons een schaal met broodjes, veel koffie en een goed (na)gesprek. Tegen enen vertrokken A.G. & Kate langzamerhand richting caravan, ze wilden nog wat materiaal repeteren. Ik vond dat het tijd werd om maar eens in een vooral rustig tempo naar boven te gaan en het programma van A.G. & Kate van deze avond maar eens rustig in te laten zinken…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post