Woensdag 4 december 1991; de negentiende vakantiedag.
Tegen een uur of tien kwam deze Vogel eindelijk héél voorzichtig en stilletjes z’n nestje uit gekropen. Eileen Walker had (voor het eerst) een pot sterke thee (!) en een bord koude toast klaar staan, ze zou waarschijnlijk al een tijdje geleden gedacht hebben dat het snurken van haar gast nu lang genoeg geduurd had. Terwijl ik mij niet al te gretig door m’n wat verkleumde ontbijtje heen werkte kwam Kate naar binnen om een eerste (klein) gedeelte van haar dagelijkse portie telefoontjes af te werken. Ik kreeg van haar een seintje dat zelfs A.G. héél voorzichtig al wat tekenen van leven begon te vertonen en ik besloot op onderzoek uit te gaan zodra de uiterlijke Vogel gepoetst en verzorgd was. A.G. zat als een vorst in z’n hoekje van de caravan. Overal waar je keek stonden en lagen boeken, en natuurlijk nagenoeg allemaal binnen handbereik. Af en toe pakt hij er eentje, bekeek het eens grondig van alle kanten, snuffelde en snoof eens wat en schreef het betreffende boek in een grote zwarte ringband in.
Ik hielp A.G. een poosje met het inschrijven van de aanwinsten van de laatste paar dagen. Terwijl ik de essentiële gegevens van elk boek dat gearchiveerd moest worden voorlas schreef A.G. ijverig in z’n ringband, en ondertussen probeerde hij het desbetreffende boek aan mij door te verkopen. Soms lukte dat, vaak niet… Terwijl we zo wat aan het werk waren lieten we de gebeurtenissen van de laatste dag nog een flink de revue passeren en evalueerden de zaken nog eens even.
Wij gingen nadat Kate haar lijstje af had gewerkt en ook A.G. z’n ontbijtje gehad had, maar eerst eens even Sunderland in; dan zouden we tenminste nog wat van de stad bij daglicht zien… De dagelijkse eerste prioriteit was het vinden van een fatsoenlijke boekenwinkel met al dan niet tweedehandse boeken, verder stonden ook kaartjes (met plaatjes van Sunderland) met stip hoog genoteerd op onze lijst van aan te schaffen artikelen. Omdat de boekenwinkels vooralsnog onvindbaar bleken te zijn belandden we bij de Tourist Information Center (de plaatselijke VVV). Terwijl ik probeerde wat achtergrondinformatie over deze streek bijeen te harken bleek dat we eigenlijk al weer te laat waren. Kate hanteerde meestal een nogal strak tijdschema vanuit de wetenschap dat er toch iemand moest zijn die zorgde dat we op tijd bij het volgende optreden zouden zijn. Al met al was mijn oogst van deze ochtend redelijk bescheiden; een paar folders, wat documentatie over Hadrian’s Wall en een paar mooie ansichtkaartjes en een paar mooie pennen met een zodanige opdruk dat ze me altijd aan Sunderland zullen laten denken…
We hadden Eileen Walker beloofd dat we op tijd terug zouden komen maar we moesten eerst nog even terug naar de kerk om daar de geluidsapparatuur op te halen. Gisteren hadden we de hele handel naar een bovenzaaltje gesjouwd en nu moest de hele handel weer naar beneden. A.G. parkeerde de Landrover vlak voor de deur van de kerk. Dit was de enige plaats waar je in- en uitladen kon zonder een verschrikkelijk eind te moeten lopen, maar je moest behoorlijk goed op je tellen passen (of een heel erg goede en vooral ervaren beschermengel hebben) wilde je niet door het overige verkeer platgereden worden. Omdat er in Sunderland al voldoende auto’s rondreden met allerlei deuken er in laat ik mij vandaag door A.G. & Kate overreden om toch maar een flink uit te kijken. In de kerk hadden we met ons drieën een aardige discussie over de juiste toepassing en vooral de waarde van de ‘vastbindertjes’ waarmee we tegenwoordig de snoeren bundelen. In een eerder stadium heb ik over de inhoud van dit soort discussies gesproken; ik deed er nu maar het zwijgen toe.
We hadden gisteravond een kacheltje mee naar boven gesjouwd omdat het daar echt goed koud bleek te zijn. Het was zo’n draagbaar geval; A.G. zag het helemaal zitten als ik ook een dergelijk kacheltje voor onze kerstconcerten in het kerkje van Krewerd aan zou schaffen. Volgens mij heb ik daar toen wat terughoudend op gereageerd…
Tegen de tijd dat de spullen in de Landrover opgeborgen zijn heeft Kate ontdekt dat er een Kebab winkel vlakbij is. Snel bestellen we wat te eten en op de voorbank van de Landrover eten we onze hete Kebab’s op. Straks bij Eileen hebben we niet zo erg veel tijd over en we moeten nog een heel eind rijden. Bij Eileen Walker aangekomen blijkt dat de caravan zodanig verkeerd staat dat hij handmatig omgedraaid moet worden zodat hij achter de Landrover gehaakt kan worden. Meestal staat de Landrover er ’s avonds voor zodat A.G. & Kate van de accu van de Landrover kunnen profiteren. Volgens Graham Carling kon de Landrover gemakkelijk op Eileen’s oprit draaien, toen bleek dat dat echt onmogelijk was is hier voor een andere constructie gekozen en hebben we handmatig de caravan de oprit op geduwd. Toen de Landrover gerepareerd moest worden gebruikten A.G. & Kate elektriciteit uit Eileen’s huis, en moest de caravan, vanwege de lengte van het verlengsnoer, nog wat dichter naar het huis toe gezet worden. Onhandig als ik ben komen eerst A.G.’s handschoenen en later ook nog m’n handen onder het zwarte vet te zitten. Pas nadat m’n handen met alcohol schoon zijn gemaakt kunnen we eindelijk afscheid van Eileen nemen en gaan we op weg naar het volgende optreden.
Rond een uur of vijf deze middag worden we in HM (Her Majesty’s) Prison Acklington, voor mij de eerste gevangenis in deze tournee, verwacht. Een erg lange rit door een zeer leeg gedeelte van Engeland leidde ons naar de gevangenis. Het is op zich natuurlijk wel te begrijpen dat gevangenissen wat buiten de bewoonde wereld gebouwd worden, maar dit is wel heel erg buiten de bewoonde wereld…
Naarmate we dichter bij onze bestemming kwamen werden onze discussies in de Landrover aanzienlijk luider. A.G. en Kate verschilden heel af en toe van inzicht met betrekking tot de meest verstandige route en dit bleek één van die momenten (op een moment dat er eigenlijk geen tijd over was). Het was al volledig donker toen we na een lange, lange rit eindelijk bij de poort van de gevangenis aankwamen. De caravan moeten we achterlaten op het parkeerterrein, voordat we naar binnen zouden kunnen moesten A.G. & Kate zich eerst nog omkleden en de instrumenten vanuit de caravan in de Landrover over pakken. Al eerder hadden A.G. & Kate moeten melden dat ze met een extra gast kwamen en m’n signalement was waarschijnlijk ook al doorgegeven. Ik werd zonder problemen naar binnen gelaten, nog maar even af wachten of ik na het optreden weer net zo gemakkelijk naar buiten zou mogen. Drie hekken moesten we passeren. Twee daarvan vormen een sluis; het hek voor de auto ging pas open toen het hek achter de auto gesloten was. En dan te begrijpen dat dit een ‘class D’ (de op één na laagste veiligheidsklasse) gevangenis was…
Om twintig voor zes wandelden we kerkzaal op de eerste verdieping binnen. Acht gevangenen hadden geen geduld meer en zaten al op ons te wachten. Snel bouwden we de installatie op (naast het afbreken was dat eigenlijk m’n enige bijdrage aan het programma) en maakten we kennis met Tony Buglass, de gevangenispredikant, en tevens de organisator van dit evenement. Hij was een goede vriend van A.G. & Kate en ook m’n onderduikadres voor de komende paar dagen. Ik kreeg de instructie mee dat ik geen spullen moest laten slingeren en beslist de schroevendraaiers en tangetjes weer netjes op moest bergen op de plek waar ik ze vandaan gehaald had. De reden daarvoor zal duidelijk zijn. Nadat A.G. mij ferm had toegesproken omdat ik allerlei spullen op het altaar zette die daar eigenlijk niet hoorden ging ik maar een plaatsje zoeken. Wat moest je anders? Eigenlijk voelde ik me een beetje ongemakkelijk tussen het publiek, de mensen die hier het optreden bijwoonden waren hier tenslotte niet voor niets te gast…
Achteraf schaamde ik me wel een beetje voor die gedachten, want het bleek dat je (over het algemeen) ontzettend goed met gevangenen kunt praten. Volgens Tony Buglass kwam dat omdat de mensen heel erg veel tijd hadden om over dingen na te denken en in het contact met andere mensen eigenlijk niets meer te verliezen hadden. Dat principe geldt natuurlijk nog steeds. Ongeveer 20 man woonden het optreden bij, en het was het meest aandachtige en stille publiek wat ik tot dat moment tijdens m’n reizen met A.G. & Kate had meegemaakt. Er waren maar een paar jongens bij die even gewaarschuwd moesten worden omdat ze te veel lawaai maakten tijdens het optreden van ons aller duo. Het programma week eigenlijk niet echt af van andere programma’s, mogelijk was het iets meer op country gospel georiënteerd dan op de hymnen van de Wesley’s. A.G.’s introducties waren wel wat beknopter dan ik ven hem gewend was, maar daarom zeker niet minder duidelijk. A.G. & Kate begonnen met Dottie Rambo’s ‘One more valley’, een song waarvan je prachtig samen met het publiek het refrein kon zingen. Deze eerste song werd gevolgd door ‘I call Him’ van Johnny Cash en ‘Out of the darkness, into the light’ een song die we (waarschijnlijk nog steeds) nog kennen van The Bailes Brothers. Van Mac Odell deden A.G. & Kate twee songs. Eerst ‘You may be the only Bible’ en daarna ‘From this day on’; ook een oude bekende. Hoe vaak hebben we vroeger deze song wel niet meegezongen met A.G. & Kate?
I was driftwood on the river sorrow,
Flowing out to the ocean of despair.
Like a light at the end of a tunnel,
I walked out and Your sweet love was there.
From this day on I know that someone loves me,
From this day on I know that someone cares,
From this day on I’ll never more be lonely.
In my heart I know Your sweet love’s there.
Many times I’ve tried hard to find You,
Still it seems like You would vanish in the night.
Then one day like a dream out of nowhere
Your love came in a rainbow of light.
Should my world fall to pieces
And my smile turn to heartaches and tears,
Try a prayer, let His sweet love embrace you,
He’ll be there if your thoughts are sincere.
It’s so good to know that I’ve found You,
To know that You’re walking by my side.
Watch the shore from the cold deeply waters,
Your sweet love came along with the tide.
Voor mijn gevoel gaf juist deze song uiting aan het zoekproces waar veel mensen (ook hier in HM Prison Acklington) mee bezig waren/zijn. Sommigen waren daar echt zeer serieus mee bezig, en wel zodanig dat je voordat je goed en wel doorhad in allerlei moeilijke discussies verwikkeld was. Sommige mensen kwamen voor mijn gevoel pijnlijk snel tot de kern van de dingen waar ze mee bezig waren, waar ze over aan het nadenken waren. Ze dwongen je in een dergelijk gesprek naar de kern van je eigen geloof terug te grijpen, en ze hadden je donders goed door als je hun geen oprecht antwoord op hun vragen gaf.
Aan mensenkennis hadden de jongens hier zeker geen gebrek. Ook de hymnen van Charles Wesley kregen hun plek in dit programma. A.G. & Kate deden ‘Come let us with speed to Bethlehem go’, gevolgd door ‘They’re holding up the ladder’ (van de Easter Brothers) en ‘O love divine, how sweet Thou art’. De eerste hymne gaf eigenlijk al een antwoord op het zoeken van de mensen. In Bethlehem is indertijd het antwoord op het zoeken van de mensheid gegeven. Dat we met de nodige spoed te werk dienen te gaan zal duidelijk zijn. Jezus heeft al voor ons geleden; het is dientengevolge voor ons niet nodig om ons eigen lijden onnodig te verlengen. Immers, zo lang we Hem niet kennen verblijven we nog in de duisternis en lijden we onnodig. De tweede country-gospelsong werd gekozen vanwege het beeld dat deze song oproept, een beeld, dat zeker op gevangenen, de nodige aantrekkingskracht heeft. A.G. & Kate sluiten hun programma af met ‘Travelling the highway home’, ook een van The Bailes Brothers bekende song.
Going towards the sunset of time
Travelling the highway home
This world of sin I’m leaving behind
I’m travelling the highway home
Travelling the highway home
I’m travelling the highway home
Narrow’s the way, thank God I can say
I’m travelling the highway home
Old Satan said that I’d never be
Travelling the highway home
When I resisted he had to flee
I’m travelling the highway home
Sometimes the road gets weary and long
Travelling the highway home
But in my heart there’s always a song
I’m travelling the highway home
Na het optreden bleef circa de helft van de mannen voor de thee (ook hier in de gevangenis werd thee gedronken). Pas op dat moment begonnen de gesprekken met de aanwezigen echt vorm te krijgen. Het bleek dat de mensen hier slechts vanwege twee redenen naar een dergelijk optreden komen. De eerste reden was puur voor de muziek, de tweede was om in het eigen geloof opgebouwd te worden. Het was werkelijk verbazingwekkend om te horen hoeveel gevangenen met hun geloof bezig waren! Ik maakte er kennis met Dave Crawford, hij speelde gitaar (die had hij eventjes van A.G. geleend) en zong onder andere verschillende songs van Townes Van Zandt. Ik beloofde dat ik een cassettebandje voor hem op zou nemen, maar ‘k liet dat later achterwege omdat Tony me vertelde dat het goed mogelijk was dat hij het bandje nooit zou krijgen. Een andere man, Mickey, vertelde me dat hij een ex-militair was die inmiddels voor de 5e keer vast zat. Hij was van oorsprong katholiek; in z’n gesprek met mij kwam hij in erg korte tijd ‘straight to the nitty gritty’. Mickey wist dat hij nog even bij ons kan zijn voordat hij weer naar z’n cel moest, hij wist die beperkte tijd goed te gebruiken! A.G. & Kate leenden ondertussen hun instrumenten uit aan verschillende mensen. Kortom, het is heel gezellig totdat er een paar geüniformeerde heren binnenstapten die een eind aan al de gezelligheid maakten. De avond was voor mij een zeer indrukwekkend gebeuren!
Ik had van alles verwacht, maar beslist niet datgene wat me deze avond allemaal is overkwam. Pas toen iedereen uit de kerkzaal verdwenen was gaf Tony aan dat we rustig kunnen beginnen met het afbreken en inpakken van de installatie. Toen alles ingepakt was werden achter elkaar al de koffers eerst op de gang gezet, daarna werd de kerkzaal afgesloten en vervolgens gingen we op deze zelfde wijze vertrek na vertrek door totdat we vanuit de hal de Landrover in konden pakken. Ik had nog graag een affiche voor mijn plakboek meegenomen, maar dat moest helaas achterwege blijven. Jammer. We gingen met Tony Buglass voor ons aan bijna de hele route weer terug. Tony woonde in Amble (een oud mijnstadje) en werkte als predikant in verschillende kerken van het circuit waarvan ook Amble deel uit maakt. Amble ligt net als Sunderland aan de kust, maar dan verder noordelijk.
Thuis gekomen maakte ik kennis met Margy (Tony’s echtgenote) en Daniël (the spaniël). A.G. & Kate hadden in de Landrover al tegen me gezegd dat het huis van de familie Buglass waarschijnlijk de plek geweest was waar Jan Steen z’n inspiratie vandaan haalde, en echt volgens mij is het echt waar. Een beetje rommel vond/vind ik niet erg, best gezellig zelfs, maar er waren/zijn grenzen. Kennelijk lagen die bij de familie Buglass wel een beetje op een andere (vergeten) plek… We werden ook deze avond allerhartelijkst ontvangen met koffie en broodjes. Iedereen was blij om iedereen weer terug te zien en er waren veel verhalen te vertellen.
Er was bij de familie Buglass een enorm pak met veel boeken en boekjes van het Methodist Publishing House bezorgd, dat pak met boeken kreeg in eerste instantie de meeste aandacht. Nadat het wel en wee van de gemeenschappelijke vrienden en kennissen uitgebreid besproken was en ook mijn doopceel een beetje gelicht was, ging het gesprek verder over het huidige welzijn van de (Methodisten)kerk. A.G. & Kate en de familie Buglass waren het roerend met elkaar eens over de huidige achteruitgang in motivatie, enthousiasme en kerkbezoek. Rond middernacht trokken A.G. & Kate zich terug naar hun caravan, een paar straten verderop omdat er bij het huis van Tony en Margie geen plaats meer was. Wij praatten nog wat door totdat Margy voorstelt om samen te bidden voordat we gingen slapen. Ik sloot me als gast aan bij de gewoonte van de familie, maar hield me iets op de achtergrond.
Nadien werd mij m’n kamertje gewezen. Een groot oud houten bed met heel veel dekens en een zacht matras was m’n plekje voor de komende paar nachten. Nadat ik samen met Tony naar de rest van de familie (de slapende kleine kindertjes) had gekeken werd het ook voor mij tijd om me terug te trekken, ook deze keer weer vol van goede intenties en een goed boek. Wie weet komt er deze avond wat van om echt een keer een wat langer gedeelte te lezen…
Tja dat was em alweer. Gewoon weer genieten. Het blift fascinerend dei verzoameltik van Buining en Vogel. Het woordje ‘vastbindertjes’ gebroek ik ook altied nog. Onsterfelijk. En dei temperatuur in Krewerd is mie echt wel bekend. Moar het mie nooit aargerd. De sfeer en de meziek waren genog om op temperatuur te kommen. En ja ‘I call Him’ van Johnny Cash knalt er wel eem weer in. Hou voak zollen wie ‘From this day on’ en ‘Travelling the highway home’ wel nait zongen hebben. Het mie nooit verveeld. Mooi om te lezen waren de reacties van de gevangenen en dat ze zulf ook speult hebben. Alles weer oafsloeten mit ‘De hoesholden van Tony Burglass’. Het was weer mooi!!
Ach, die vastbindertjes… Ik vond het wel een dingetje destijds, en eigenlijk nu nog steeds. Ik ben vooral blij dat ik dankzij de oude CAGMITOT’s te weten ben gekomen dat ik destijds tot het einde van de tournee meet ‘op pad’ ben geweest. Ik kan dus nog een paar maanden vooruit (en jou een beetje scherp houden)…