Evenals het vorige tourneeverslag van A.G. & Kate op deze site (‘See England in 70 bookshops’) kwam het nu lopende tourneeverslag tot stand door het materiaal dat ik al had liggen te scannen en vervolgens daar de tekst uit te halen en naar Word (m’n huidige tekstverwerker) over te zetten en daarmee verder te knutselen. Toen ik een aantal weken terug verder wilde met het deeltje # 19 bleek het eerder gescande materiaal compleet op te zijn. Balen dus, want ik ben niet zo gek op halve verhalen. Ik heb ruim twee maanden zitten piekeren hoe dit op te lossen. Maar gelukkig wist m’n oude vriend Bert Nobbe raad. Hij had via via de nagenoeg complete collectie van de Country And Gospel Music In That Old Tradition (de CAGMITOT) het toenmalige tijdschrift van A.G. & Kate liggen. Wellicht zou daar een uitgebreidere tekstversie in staan dan die ik meende tot mijn beschikking te hebben. Bert bleek na de nodige uitzoekerij volledig gelijk te hebben. Indertijd begon dit tourneeverslag in CAGMITOT # 34; januari 1993 en het liep door tot en met CAGMITOT # 47; mei 1996 (dat was dus 3½ jaar). Twee dingen zijn er nu aan de hand: [1] ik heb aanzienlijk meer tikwerk te doen dan ik aanvankelijk dacht; en [2] jullie (mijn lezers) zullen zeer waarschijnlijk het volledige verslag kunnen lezen. Mijn dank is groot Bert!

Dinsdag 3 december 1991; de achttiende vakantiedag.
Ook deze ochtend werd ik voor mijn gevoel weer veel te laat wakker; vrijwel elke avond nam ik mij voor om de volgende ochtend om een uur of negen op te staan en vrijwel nooit lukte het me. Tegen de tijd dat ik eindelijk boven water was, stond Graham Carling al voor de deur om met ons naar Durham te rijden. Voor A.G. & Kate was het eigenlijk best wel een grote dag, zij kregen (hopenlijk) de gerepareerde Landrover en daarmee hun onafhankelijkheid weer terug. Voor mij betekende het een begin van een reis naar nieuwe plaatsen, nieuwe logeeradressen en nieuwe mensen om te ontmoeten. Wij werden fluks en snel naar Durham gebracht, Graham vergewiste zich er van dat de Landrover echt gerepareerd was en ging er vervolgens als een haas weer vandoor. Wij namen onmiddellijk deze gelegenheid te baat om met Landrover en al Durham in te gaan om daar een paar boekenwinkels en een kruidenier te zoeken, het was immers al een tijdje terug dat we een boekenwinkel van binnen gezien hadden en A.G. & Kate wilden graag wat broodjes en ander ontbijtmateriaal hebben. We wisten het tot twee boekenwinkels te brengen, wat de opbrengst aan boeken was kan ik mij onmogelijk meer herinneren, maar dat is ook niet zo belangrijk meer.

Met de bouw van de Kathedraal van Durham werd in 1093 begonnen. Ze is een van de belangrijkste christelijke geloofscentra in Engeland. De officiële naam luidt ‘The Cathedral Church of Christ, Blessed Mary the Virgin and St Cuthbert of Durham’. Het gebouw staat op de Werelderfgoedlijst, samen met het naastgelegen kasteel van Durham. Zowel de kathedraal als het kasteel bevinden zich in het stadje Durham, waarvan het oude centrum bijna geheel ingesloten is door de rivier Wear. De kathedraal is grotendeels gebouwd in de romaanse stijl die de Engelsen ‘Norman architecture’ noemen. In de kathedraal zijn de tombe en relieken van Cuthbert van Lindisfarne te bezichtigen; hij was een heilige uit de 7e eeuw. Tevens zijn aanwezig het hoofd van Oswald van Northumbria en de stoffelijke resten van Beda. Een toeristische attractie vormt het beklimmen van de 325 traptreden van de 66 meter hoge toren, om daar te genieten van het uitzicht op Durham en omgeving.

Ik kocht er in de kathedraal van Durham een paar prachtige kaarten met uitspraken van bekende leiders. Wat dacht u van deze schitterende tekst van Martin Niemöller. Ik heb deze ondertussen zelfs horen gebruiken in verschillende TV-programma’s. Wat mij in deze tekst het meeste aanspreekt is de inzet voor de naaste, de andere…

Niemöller, Martin (Lippstadt, Westfalen, 14 jan. 1892), Duits protestant leider, was in de eerste Wereldoorlog onderzeebootcommandant, studeerde daarna theologie en werd in 1930 predikant in Berlijn-Dahlem. Vanaf de opkomst van het nationaalsocialisme keerde hij zich fel tegen deze beweging. Hij nam het initiatief tot de ‘Pfarrer-Notbund’, die in 1933 gevormd werd door hen die weigerden zich neer te leggen bij het feit dat de maatregelen tegen joodse ambtenaren ook werden doorgetrokken op kerkelijk terrein. Deze Notbund zou later uitgroeien tot de Bekennende Kirche, waarin het kerkelijk verzet zich concentreerde. In 1937 werd hij gearresteerd en tot 1945 verbleef hij als Hitlers ‘persoonlijke gevangene’ in de concentratiekampen Sachsenhausen en Dachau. Na de oorlog werd hij preses van de Evangelishe Kirche van Hessen en Nassau (van 1947 tot 1964). In deze periode deed hij opnieuw van zich spreken door zijn verzet tegen de verharding van de tegenstelling tussen Oost en West. Dit bracht hem in het verweer tegen bijvoorbeeld de Duitse herbewapening, maar het maakte hem ook tot een bemiddelende figuur in de internationale oecumenische beweging, die veel aan hem te danken heeft. Bron: Grote Winkler Prins (1977).

Ook in de bovenstaande tekst ligt er een duidelijke link naar de Wesley’s. Al een paar jaar heb ik een klein kaartje met daarop ‘John Wesley’s rule’, een mooie tekst van (uiteraard) John Wesley, in grote lijnen is de strekking dezelfde als van het verhaal van Martin Niemöller.

Na ons bezoek aan Durham vertrokken we weer snel naar Sunderland om de spullen die we gisteravond in het ziekenhuis hadden achtergelaten weer op halen. Sister Claire had alles wel mooi achter slot en grendel weggeborgen, maar we hadden ’t een en ander natuurlijk wel weer nodig. Tegen de tijd dat we Sister Claire de sleutel teruggegeven hadden was het inmiddels hoog tijd geworden om terug naar de kerk te gaan, wat LP- en andere hoezen op te halen en naar het volgende, door Graham Carling voor ons geplande optreden te gaan. Alhoewel de optredens bij Graham in de kerk niet allemaal het beoogde succes hadden moest toch toegegeven worden dat hij een van de dominees is geweest die destijds (heel) erg veel optredens voor A.G. & Kate in de naaste omgeving had georganiseerd.

Hij had voor A.G. & Kate ook een optreden geregeld in het Cherry Knowle Hospital, een psychiatrische inrichting aan de rand van Sunderland. Terwijl we naar de rand van Sunderland reden bleek dat het een prachtige zonnige dag was geworden; zonde eigenlijk om de rest van de middag binnen te moeten doorbrengen. Onze contactpersoon hier was ook weer de ‘chaplain’, Carolyn Worsford heette ze. Uitvoerig vertelde ze over het ziekenhuis en de verschillende bewoners, ons ondertussen naar de zaal brengend waar we deze keer het programma moesten brengen. De algehele indruk was er een van grote troosteloosheid, het was allemaal een beetje triest eigenlijk. De staat van onderhoud van de gebouwen en het schilderwerk wekte bij mij een beetje de indruk dat de mensen die hier hun boterham moesten verdienen eigenlijk de moed al behoorlijk op hadden gegeven.

En amper tie jaar later was het een enorme bouwval…

De route naar het hospitaal, dwars door Sunderland, was erg slecht aangegeven. Gelukkig maar dat Graham ons een redelijke routebeschrijving mee had gegeven. Het hospitaal was een enorm complex van vooral oude gebouwen, waarschijnlijk zo’n honderd jaar geleden gebouwd (net als zo veel panden uit de gezondheidszorg hier in Engeland). Het was vanaf de parkeerplaats een heel eind lopen, maar gelukkig werd ons een klein, erg onhandig karretje bezorgd zodat het wat mee viel. Een van de bewoners, John Casey, zag het helemaal zitten en hielp ijverig mee met sjouwen, ons ondertussen honderduit vertellend over zijn persoonlijke omstandigheden en de redenen waarom hij hier aanwezig was. Uiteindelijk hebben we die middag 4 keer heen en weer naar de Landrover moeten lopen om alle spullen in ‘The Main Hall’ te krijgen. John vond het allemaal prachtig, het liefst zou hij na het optreden met ons mee gaan zijn en vervolgens elke dag met de spullen heen en weer sjouwen. Aan het einde van de middag hebben we adressen uitgewisseld en naderhand hebben we elkaar nog een paar keer geschreven. Het laatste wat ik van hem weet is dat hij inmiddels getrouwd was en de inrichting ondertussen verlaten had. Terwijl A.G. & Kate met de soundcheck bezig waren kwam er het verzoek of de Landrover een klein stukje verderop weggezet kan worden, het ding stond wat in de weg. Ik nam bij wijze van uitzondering, deze taak maar op mij. Als u mijn ervaringen met het gemotoriseerde verkeer kent begrijpt u me wel… Vlak voordat A.G. & Kate zouden beginnen blijkt dat de ‘chorus-sheets’, de bladen met refreinen, nog in de Landrover lgen. A.G.’s mooie groene (podium)jasje lag er ook nog. Of ik nog even terug wilde om beide artikelen op te halen? Uiteraard, maar ‘k vond het wel een beetje jammer dat het gebruik van beide artikelen tijdens het programma achterwege bleef…

Om 14:00 uur begonnen A.G. & Kate met het programma. Ze openden met een blokje country gospel songs. De eerste was een oude Johnny Cash song: ‘I called Him’, de tweede een oude bekende van The Bailes Brothers: ‘Out of the darkness, into the light’ en de derde was al langere tijd een van mijn favorieten. Jimmie Davis zette ooit een prachtige versie van ‘Will there be any stars in my crown? op de plaat.

A.G. & Kate hoorden het waarschijnlijk van Jimmie Davis en namen het vervolgens in hun repertoire op. Uit het Sankey hymnboek volgde ‘Wonderful words of life’, ook al zo’n prachtige song en indertijd ook vaak door mij als verzoeknummer aangevraagd. Het viel mij ineens op dat net als het wel eens in Nederland het geval is, er hier ook een foto van de koningin in de zaal hing, deze keer natuurlijk niet van Beatrix, maar van Elisabeth II. In de hal waar A.G. & Kate optraden was een enorm aantal zitplaatsen, deze dag waren er ongeveer 45 bezet met bewoners die meer of minder onhandelbaar waren en geheel op hun eigen manier van het programma genoten. Sommigen lagen bij wijze van (stil?) protest languit bij op de grond, anderen konden elkaar niet met rust laten en weer anderen hebben zoveel schik aan het programma en het feit dat er mensen zijn die aandacht aan hen besteden dat ze helemaal uit hun bol gaan en op de een of andere manier van hun vreugde daarover blijk moesten geven. Over het algemeen was een optreden voor een dergelijk publiek geen financiële vetpot, maar de pure reacties van de aanwezigen maakte echt verschrikkelijk veel goed. Het duo zette het programma voort met een instrumentale versie van ‘We know by faith, we surely know’. Ik heb geen idee waarom de woorden van deze eerste Wesley hymne van dit programma achterwege zijn gebleven, maar waarschijnlijk omdat A.G. & Kate indertijd een pakkende melodie bij deze hymne gezocht (danwel gemaakt) hebben. Het aanwezige publiek reageerde enthousiast op deze vlotte instrumental.

Mijn taak gedurende het programma was het ‘bewaken’ van de platenstand. We hadden de platentafel in een hoek opgesteld, dat vonden we wat veiliger. Veel van onze luisteraars hadden snel door dat er wat te halen viel en ik heb er dan ook een hele kluif aan gehad om ongeschonden en met behoud van alle spullen het programma door te komen. A.G. & Kate zongen ondertussen ‘Come, let us with speed to Bethlehem go’, de tweede van een paar korte Wesley hymnen met betrekking tot Kerst. Ook dit was weer een hymne met een wat ‘up-tempo’ karakter. De tekst is geïnspireerd op een tekst uit Lukas 2 vers 15, leest u het maar eens na…

Come, let us with speed to Bethlehem go,
The house of that bread wich God doth bestow:
To all He hath given and sent from above
The banquet of heaven, the Son of His love.

By faith we shall see Him promised of old,
And know it is He of whom we were told;
That heavenly stranger fall prostrate before,
And God in a manger with angels adore.

A.G. & Kate gingen ondertussen verder met ‘Blessed assurance’ en ‘Amazing grace’. Ik herinner mij dat jaren geleden, na een optreden in The Grand Ole Opry in Rijen, Kate en Margriet Meyeren deze hymne als een duet gezongen hebben en dat hun uitvoering  een grote indruk op mij achter gelaten heeft. Het opvallende van de tekst van deze hymne is dat er in het Amerikaanse (Baptisten)hymnboek een andere versie staat als in het Engelse (Methodisten) hymnboek. Bovendien is het niet in het 1933 hymnboek te vinden, alleen in de recentere druk van 1983. In deze tekst is het voorlaatste couplet het laatste uit het Engelse hymnboek, het laatste couplet uit de tekst hieronder is het laatste couplet uit het Amerikaanse (Baptisten)hymnboek. Dit is ook de versie die A.G. & Kate zingen, waarbij ze over het algemeen een speciale nadruk op het laatste couplet leggen om daarmee aan te geven dat eeuwig echt wel heel erg lang is…

Amazing grace (how sweet the sound)
That saved a wretch like me!
I once was lost, but now am found,
Was blind, but now I see.

Through many dangers, toils and snares
I have already come;
God’s grace has brought me safe thus far,
And He will lead me home.

The Lord has promised good to me,
His word my hope secures;
He will my shield and portion be
As long as life endures.

And, when this heart and flesh shall fail
And mortal life shall cease,
I shall possess within the veil
A life of joy and peace.

When we’ve been there ten thousand years,
Bright shining as the sun,
We’ve no less days to sing God’s praise
Then when we first begun.
Amen.

Beide hymnen geven mij na al de keren dat ik ze gehoord heb nog steeds kippenvel. Kate verteld ondertussen het verhaal over het ontstaan van de autoharp.

Het verhaal gaat over een uit Duitsland naar Amerika geëmigreerde meneer Zimmerman die aldaar zijn bestaan maakte door citers te bouwen. De citer is een instrument dat ook tegenwoordig nog in de Duitse traditionele muziek terug te vinden is. Afijn, de citers die Zimmerman maakte vonden te weinig afzet om er een redelijk bestaan aan over te houden. In 1882 kwam Zimmerman op het lumineuze idee om knoppen op z’n citers aan te brengen opdat het instrument gemakkelijker bespeelbaar zou worden; de ‘button-zither’ was geboren. Zimmerman had met deze uitvoerig van het instrument beduidend meer succes. Pas veel later zou het instrument door een andere fabrikant ‘Autoharp’ genoemd worden. Deze specifieke merknaam is later de soortnaam geworden…

Dit verhaal vormt wel vaker de inleiding voor ‘And can it be’, de eerste Wesley hymne die A.G. & Kate leerden, en die nog jarenlang  regelmatig in hun programma’s terugkeerde. Deze hymne vormde de inleiding voor een ‘autoharp-blokje’. Op de aanwezigen maakte volgens mij ‘The wildwood flower’ de meest indruk, volgens mij vanwege de vele tempo wisselingen die A.G. & Kate in de uitvoering van dit nummer stoppen. Het eerste en het tweede deel van ‘Jesus, the name high over all’ en ‘See, how great a flame aspires’ (de tweede keer tijdens deze toer!) volgen. De laatste hymne van dit programma was ‘Love divine, all loves excelling’. Al met al was dit een afwisselend en toch spiritueel programma waarin voldoende afwisseling zat om ook dit publiek te boeien. Niet dat ze echt een moeilijk publiek waren; ze waren over het algemeen een stuk onrustiger dan veel andere mensen, maar daarentegen waren ze ook in hun reacties ten opzichte van het programma een stuk eerlijker dan veel andere mensen…

Tijdens de laatste paar songs zat ik er wat onderuitgezakt bij, hetgeen me later de opmerking opleverde dat er tussen mij en de patiënten eigenlijk geen verschil te zien was als ik er niet wat beter bij ging zitten. Na het programma volgde er de nodige verwarring bij de platentafel. John Casey was met name prominent aanwezig. Op het moment zelf probeer je dan alles zo goed mogelijk in de gaten te houden, want de patiënten waren verschrikkelijk creatief als ze eenmaal hun zinnen op een bepaald artikel gezet hadden. Van geld en prijzen hadden ze soms (gelukkig?) niet al te veel benul, en het was dan ook een hele kunst om alles in goede banen te leiden. Vooral Kate was daar heel erg goed in. John Casey hielp ons naderhand om alle spullen weer richting Landrover te krijgen, hij hielp ons bovendien met het inpakken van alle koffers, kisten en tassen. We namen uitgebreid afscheid van John en we beloofden elkaar dat we zullen schrijven (hetgeen ook gebeurde).

In de Landrover praatten we erover hoe en waarom Graham Carling zo veel activiteiten buiten de kerk om had georganiseerd. Volgens A.G. lag het antwoord op deze vraag in een van de kerkbladen die hij achter in de kerk had gevonden. Volgens A.G. bleek daaruit dat de rest van de gemeente de dominee een beetje in de kou had laten staan bij het organiseren van de optredens in Sunderland. Eén optreden in de kerk mocht nog wel, meewerken aan de zondagochtend dienst was eigenlijk al op het randje, en nog meer dingen in de kerk organiseren echt uit den boze.  Ik weet het niet, maar volgens mij klonk de redenatie van A.G. plausibel genoeg om waar te zijn.

NOVEMBER 30th. – A.G. & Kate Gospel Concert – We are looking forward to seeing you all next Saturday evening to support Rev. Carling’s booking of this lovely Dutch couple. This concert will not be too noisy! So bring along your family, friends and neighbours to share this time with us. There will be a retiring collection for them as this is their way of earning a living.

Na het optreden drinken we eerst een kop thee bij Carolyn Worsford en praatten nog even wat na. Daarna gingen we nog eventjes Sunderland in. Uiteraard kwamen we (weer) bij een evangelische boekenwinkel terecht. Ik kocht voor mijzelf een mooie One Year Bible. Dit is een Bijbel die uitgesplitst is een dagelijks stukje Oude Testament, Nieuwe Testament en een stukje Psalmen. In precies een jaar heb je dan de hele Bijbel doorgewerkt. We gingen ook nog even terug naar Eileen Walker, maar eigenlijk moesten we onmiddellijk terug naar de kerk. Afgelopen zondag ochtend had A.G. gezegd dat als er vijf personen zouden zijn om dinsdagavond voor te spelen, A.G. & Kate dinsdagavond een extra optreden in de kerk zouden verzorgen. Graham en ik hadden volgens A.G. eigenlijk betrekkelijk weinig keuze om er vanavond wel of niet bij te zijn. Uiteindelijk bleek dat we inderdaad met ongeveer 5 personen aanwezig waren. Tegen de tijd dat we al de spullen in een van de zijbeuken van de kerk gesleept hadden vielen achtereenvolgens het licht en de verwarming uit. Ons restte op dat moment niets anders dan of de zaak op te breken of naar een van de bovenzalen te slepen. Toch maar weer goed dat er iemand voor het zware werk bij was…

Veel te laat begonnen A.G. & Kate met een veel te kleine groep mensen aan het programma. Onze gastheer en gastvrouw van de middagmaaltijd van de voorgaande zondag waren er ook. Ik denk dat het vanwege de haast en de wat kleine groep was, maar ook deze avond trad A.G. op zonder zich eerst in z’n optreedkleren te hijsen. Het programma van deze avond begon met de eerste zeven coupletten van ‘Oh, for a thousand tongues to sing’, deze keer op een melodie van Stephen Foster’s ‘Old Kentucky’. A.G. ontleedde de zeven coupletten stuk voor stuk. Met een loflied als ‘Oh, for a thousand tongues to sing’ viel er heel wat over de afzonderlijke coupletten te vertellen. Er werd door hem met betrekking tot deze hymne een link gelegd tussen de begrippen ‘excitement’ en ‘assurance’. Een van de meest sprekende voorbeelden, die ook deze avond ter sprake kwam, was Billie Bray.

If Billy gets work, he praises the Lord. When he gets none, he goes on singing all the same. Do ‘ee think Father will let Billy Bray starve? No, ‘course he won’t. No, there’ll always be a little, small bit of flour in the bottom of the barrel. Though Billy Bray died a century ago he became and has remained a folk hero in Cornwall. He was a simple, self-educated tin-miner. He was an eccentric if charismatic lay-preacher. What has caused caused him to be so well remembered and loved? Is it because thousands of conventional christians wish they had the gaiety and assurace, the uninhibited faith and courage, from which his presentation of the Gospel was drawn? Bron: Flaptekst van ‘The Glory man’; A new biography of Billy Bray; Cyril Davey (1979)

In een ander boek vond ik een aardig stukje met betrekking tot ‘Oh, for a thousand tongues to sing’

One of our best known hymns is that one beginning, ‘Oh, for a thousand tongues to sing My great Redeemer’s praise’ But the original hymn began otherwise. It was written by Charles Wesley on the first anniversary of his conversi-on to God, which took place on Sunday, May 21, 1738, and began, ‘Glory to God and praise and love’, the heading being ‘For the anniversary of one’s conversion’. The author’s brother, John Wesley, however, very much shortened the original version, which consisted of no fewer than eighteen verses, and began the new version with the author’s seventh verse, as every one sings it now. In this form it stands prominent as the first hymn in The Methodist hymnbook. It appears that this seventh verse sprang from a conversation which Charles Wesley had with Peter Bohler, the Moravian, on the subject of preaching Christ, during which Bohler remarked, ‘Had I a thousand tongues I would praise Him with them all’, thus giving Wesley the idea of the present opening lines of the hymn. One of the expressions in the hymn provoked at one time some little controversy, namely the line that runs, ‘He breaks the power of cancelled sin’, for which some have substituted either ‘death and sin’ or ‘reigning sin’, but the line is now generally accepted as Wesley wrote it. Bron: Great hymns and their stories; W.J. Limmer Sheppard (1923).

Waarschijnlijk omdat ik niet gelijktijdig zingen en schrijven kon/kan en daarom dus niet meezong, zongen A.G. & Kate het refrein nog een keer. Dat zou me leren om in zo’n klein publiek nog eens weer te gaan zitten schrijven in plaats van te zingen! A.G. & Kate zongen hierna ‘Wrestling Jacob’, de aanwezige mensen reageerden erg goed op deze uitzonderlijk lange hymne. Ook nu leidde A.G. door middel van een uitgebreid verhaal de hymne in. Samen zongen we a-capella het refrein. A.G. praatte over inhoud in plaats van het etiket. Het zelfde ging uiteraard ook op voor de manier waarop we naar onze medemens kijken. ‘See how great a flame aspires’ was de volgende hymne; niet zo erg verwonderlijk als je weet dat deze hymne op het (kolen)mijn gebeuren geïnspireerd is en we hier midden in een mijnbouwgebied verbleven. ‘O love how sweet Thou art’ en ‘Little spot in heaven’ volgden elkaar op vanwege een verband tussen het laatste couplet van de hymne en een mooie regel uit de countrysong. Het bewuste couplet luidt:

Thou only Love, do I require,
Nothing on Earth beneath desire,
Nothing in Heaven above:
Let Earth and Heaven, and all things go,
Give me thine only love to know,
Give me thine only love.

In relatie tot de vergelijking tussen de laatste hymne en de daaropvolgende countrysong las Kate een klein stukje voor uit de Bijbel. Deze keer las ze een stukje voor uit het eerste gedeelte van Johannes 8. A.G. & Kate vervolgden hun programma met ‘The gospel stands in Moses’ place’, een op het 9-e vers van het voorgaande stukje Bijbeltekst gebaseerde hymne. Naar aanleiding van de tekst van de hymne is het voor u als lezer af te leiden waar het genoemde Bijbelgedeelte over gaat.

The gospel stands in Moses’ place
The foes of Jesus and His grace
Are scattered by a word,
Th’ accusers all are fled and gone,
Misery with mercy left alone,
The sinner with her Lord.

Misery with mercy left alone,
The sinner with her Lord.

If left alone with Thee I am,
Though covered o’er with guilt and shame,
I nothing have to fear;
My Saviour in my Judge I meet,
And wait a sinner at Thy feet,
Thy pardoning voice to hear.

And wait a sinner at Thy feet,
Thy pardoning voice to hear.

De laatste hymne van deze, wat koude, avond was ‘Christ from whom all blessings flow’, nummer 720 uit het hymnboek. Na de collecte (heel snel deze keer) dronken we nog een kop thee en daarna begonnen we voorzichtig de apparatuur weer af te breken en zodanig klaar te zetten dat we het morgenochtend af zouden kunnen halen. De aanwezigen vertrokken vrij vlot weer, en ook wij moesten maar weer eens terug naar Eileen, ze zou vast nog wel op zitten te wachten.

Tegen middernacht kwamen we bij Eileen Walker’s huis in North Shields, een van de buitenwijken van Sunderland, aan. Eileen zat inderdaad nog op ons te wachten, met soep en broodjes deze keer (en gelukkig geen sterke zwarte koffie!). We aten wat, praatten wat na over ondermeer de diverse platen van A.G. & Kate en de W.R.V.S. (Woman’s Royal Voluntary Service). De reden voor dat laatste onderwerp was duidelijk. Eileen had deze avond een bijeenkomst gehad van deze vereniging, zodat het haar gelukt was om tijdens het verblijf van A.G. & Kate in Sunderland het duo niet één keer te hoeven horen. A.G. & Kate vertrokken uiteindelijk weer richting caravan, en nadat ik Eileen nog even met afruimen geholpen had vond ik het ook wel weer genoeg geweest voor deze dag. U begrijpt het al, schrijver dezes ging een (klein) tukje doen.

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post