Maandag 2 december 1991; de zeventiende vakantiedag.
Pas tegen 11:00 uur werd ik eindelijk eens wakker. Kate en de buurvrouw zaten inmiddels in Eileen Walker’s woonkamer een gesprek te voeren. De buurvrouw bleek uit IJsselstein (waar lag dat ook alweer…) te komen, langere tijd had ze in Nieuw-Zeeland gewoond en nu werkte ze in de Nissan fabriek in Sunderland (de fabriek waar ze onder andere de Nissan Primera maakten).

Na een tijdje ging de buurvrouw weer naar haar eigen huis en Kate ging weer verder met hetgeen waar ze voor naar binnen was gekomen. Wanneer A.G. & Kate op tournee zijn, dan houden ze uiteraard contact met het thuisfront. Verschillende mensen kregen regelmatig een kaartje of een briefje. Dat was altijd natuurlijk een tijdrovend werkje, maar als er regelmatig teruggeschreven werd, dan blijft het contact in stand en bleven we wederzijds op de hoogte van de min of meer dagelijkse gang van zaken. Ik liet Kate maar rustig haar kaartjes schrijven; ‘k had op dit moment eigenlijk geheel andere prioriteiten. Omdat het inmiddels een paar dagen (vier!) geleden was dat ik een badkamer of douche aan de binnenkant gezien had werd het zeker weer eens tijd voor een grote uitwendige schoonmaak. Toen ik weer goed schoongeboend en helemaal fris naar buiten kwam blijkt Kate ondertussen de garage al weer aan de lijn te hebben gehad. Ze had de ietwat treurige mededeling in ontvangst genomen dat de Landrover deze dag helaas niet gerepareerd kon worden omdat de monteurs deze dag geen tijd hebben. Redelijk frustrerend allemaal! Zeker voor A.G. & Kate; immers, hun Landrover was een van de voorwaarden voor hun bestaan. Zonder hun transport hadden ze geen werk; zonder werk geen geld en zonder geld geen…

Aan het einde van de middag, om kwart voor vijf werd nog maar weer eens de garage gebeld, het meisje achter de balie wist echter van niets, maar ze wilde Kate wel doorverbinden met de monteur die de Landrover wellicht onder handen gehad had. De man had het over een doorgebrand draadje van het contact naar de startmotor. De conclusie was dat niemand een idee had van de oorzaak van het euvel, maar dat het eenvoudig te verhelpen bleek te zijn. Een simpel klein draadje vervangen en de auto deed het weer. Nu was het zaak om Graham Carling met zijn grote Citroen BX Break te mobiliseren, terug naar de kerk te gaan, de geluidsinstallatie af te breken, alles in de BX te pakken en naar het optreden voor deze avond te gaan. Morgenochtend (op dinsdag) moesten we Graham maar mee naar de garage zien te krijgen en de Landrover weer inpakken zodat we weer min of meer onafhankelijk van anderen ons zelf kunnen transporteren.

Een mooie oude ansichtkaart van het complex waar het optreden gehouden werd…

Het optreden van deze avond was net als de voorgaande twee ook alweer door Graham Carling georganiseerd. A.G. & Kate gaven meestal aan dat ze naast één of meerdere optredens in de kerk ook nog wel wat optredens in ziekenhuizen of bejaardentehuizen wilden doen. Deze avond was het optreden in The Royal Infirmary Chapel; de kerkzaal van het ziekenhuis van Sunderland. We zijn, zoals eigenlijk een beetje te doen gebruikelijk is, weer een beetje aan de late kant. Het werd dus stevig heen en weer rennen met de diverse koffers, tassen en kisten. A.G. en ik hoesten en snoven nog steeds wat, deels van de geleverde inspanning, deels omdat we nog steeds wat verkouden waren. U weet nog wel van onze exercities in Chirk en Batley…

Eigenlijk viel het me net pas op, maar ik zag net dat de aanvangstijd van het optreden met pen is veranderd (waarschijnlijk door Graham Carling). Zou het daarmee te maken hebben gehad dat er amper publiek bij het optreden was?

Terwijl we in de kerkzaal aan het opbouwen waren vertelde Graham Carling al datgene wat hij aan de publiciteit voor dit optreden gedaan had. Hij had postertjes verspreid en op alle bedden in het ziekenhuis is een foldertje over het optreden van vanavond neergelegd…

Soms, als ik een beetje weinig tijd genomen had om een optreden van A.G. & Kate goed voor te bereiden, gebruikte ik dezelfde truc. Omstandig uitleggen wat je allemaal wel gedaan had, maar dan heel subtiel achterwege laten hetgeen je ‘vergeten’ was. Ik twijfel er niet aan of A.G. & Kate hadden dit soort dingen feilloos door… Toch ging het ondanks alles nog steeds redelijk goed met de optredens in Groningen (en ook in Friesland)… We hadden in die tijd echter wel graag wat meer dingen willen organiseren als de plaatselijke kerkjes maar wat beter mee zouden willen werken (of niet Sijbe Oosterhaven?)…

Aan de goedwillendheid van Graham zou het dus absoluut niet kunne liggen. Langzaam maar zeker begon er bij A.G. & Kate en trouwens ook bij mij (ervaring leert immers) een wat onheilspellend gevoel naar boven te komen, zo’n gevoel wat je in eerste instantie weg probeerde te duwen, maar wat op de een of andere manier steeds weer de kop opstak… Toen Graham even naar de auto was gelopen vertelden wij drieën elkaar hoe we ons voelden met betrekking tot dit optreden. We worden er niet echt heel vrolijk van… Het bleek dat het optreden geboekt was tijdens het bezoekuur. Vanuit Graham Carling z’n positie geredeneerd best wel een pientere gedachte, tijdens het bezoekuur waren er immers veel mensen in het ziekenhuis! Ons idee dat het bezoek liever bij de patiënten op bezoek is dan bij een optreden van A.G. & Kate in de kerkzaal werd dan ook volledig bewaarheid.

Sister Claire, de pastor, was net 10 dagen weggeweest en wist tot op deze dag eigenlijk niets van hetgeen in ‘haar kerkzaal’ stond te gebeuren. Sister Claire stond dus eigenlijk een beetje naast de organisatie. Terwijl we voor het optreden nog even een colaatje dronken vertelde ze ons dat ze deel uitmaakt van de Anglicaanse Sisters of Charity. Het werd een kort, maar hartelijk gesprek en eigenlijk zag ik een beetje naar het vervolg van ’t gesprek (aan ’t eind van het optreden) uit. Om 19:00 uur, de geplande aanvangstijd stonden A.G. & Kate op het podium. Sister Claire zat aan A.G.’s kant van de kerkzaal, ik aan de andere kant. Terwijl A.G. & Kate begonnen met ‘I called Him’ kwamen twee jongeren eventjes naar binnen. Op dat moment hadden we dus twee mensen die vrijwillig het optreden (eventjes) bijwoonden. A.G. gaf aan dat hij zich een klein beetje als John Wesley voelde. Wesley gaf ook wel eens aan dat hij vaak moest wachten totdat de mensen even wilden stoppen zodat hij ze het evangelie kon verkondigen. Deze situatie was niet gek veel anders, behalve dat John Wesley waarschijnlijk een plek gekozen had met wat meer voorbijgangers…

The Sisters of Charity (SC) is an Anglican religious order following the Rule of St. Vincent de Paul, and so committed to the service of those in need. The Order was founded in 1869. From their mission house in Plymouth, England, the sisters are involved in parish and mission work.

Om 19:15 uur kwam er eindelijk wat schot in de zaak. Terwijl A.G. & Kate ‘Out of the darkness, into the light’ zongen kwam er een rolstoeler naar binnen gereden en een paar meisjes kwamen even nieuwsgierig op de eerste rij zitten. Terwijl de meisjes onderling even gingen discussiëren of ze nu wel of niet zouden blijven zitten; de meningen waren zo te horen ernstig verdeeld, gingen A.G. & Kate rustig verder met ‘One more valley’, een prachtige song van Dottie Rambo.

Qua repertoire viel het me op dat A.G. & Kate rekening gehouden hadden met de plaats waar het optreden van vanavond gehouden zou worden. Terwijl er een vrouw met baby op de arm naar binnen wandelde hielden de twee meisjes op de eerste rij het voor gezien en gingen huns weegs weer; de vrouw met de baby op de arm volgde voor het einde van de song hun voorbeeld. Inmiddels zaten Sister Claire, de rolstoeler en schrijver dezes alleen nog bij het optreden. Voor A.G. & Kate begon da avond langzamerhand een beetje op een repetitie met zeer weinig publiek te lijken, wat moeizaam werkten zij zich door hun repertoire heen. Mac Odell’s ‘You may be the only Bible (that a whole lot of people ever read)’ was de volgende song. Nog steeds speelden A.G. & Kate een beetje op safe, maar dat was met de volgende hymne voorbij.

See how great a flame aspires,
Kindled by a spark of grace!
Jesus’ love the nations fires.
Sets the kingdoms on a blaze;
To bring fire on earth he came,
Kindled in some hearts it is,
0 that all might catch the flame,
All partake the glorious bliss!

When He first the work begun,
Small and feeble was his day;
Now the World doth swiftly run,
Now it wins its widening way;
More and more it spreads and grows.
Ever mighty to prevail,
Sin’s strong-holds it now o’erthrows,
Shakes the trembling gates of hell.

Sons of God, your Savior praise!
He the door hath opened wide
He hath given the word of grace,
Jesus word is glorified;
Jesus, mighty to redeem,
He alone the work hath wrought;
Worthy is the work of him,
Him who spake the world from naught.

Saw ye not the cloud arise,
Little as a human hand?
Now it spreads along the skies,
Hangs o’er all the thirsty land;
Lo! the promise of a shower
Drops already from above;
But the Lord will shortly pour
All the spirit of his love!

…It is one of the hymns that still lives and grows. Every advance made by the cause of Christ gives it fresh emphasis. Thomas Jackson says, ‘Perhaps the imagery was suggested by the large fires connected with the collieries, which illuminate the whole of that part of the country in the darkest nights. Bron: The New Methodist Hymnbook Illustrated. John Telford (1934)

Nog nooit eerder hadden A.G. & Kate de hymn ‘See how great a flame aspires’ in aanwezigheid van publiek gezongen maar wat hadden ze te verliezen?). Deze keer zaten alleen Sister Claire en ik erbij, de vraag was in hoeverre wij tweeën als publiek echt mee zouden tellen was natuurlijk een beetje discutabel. A.G. deed alsof de kerkzaal vol met mensen zat en ging, net als anders, uitgebreid op de inhoud en de achtergrond van de hymne in. Hij legde een link tussen deze hymne en het begrip ‘wildfire’.

Dit was de vierde en laatste hymne uit een kleine serie die Charles Wesley schreef met de subtitel ‘After preaching to the Newcastle Colliers’. De hymne staat zoals bij Charles Wesley te doen gebruikelijk is weer barstensvol met referenties naar allerlei Bijbelgedeelten. Op bladzijde 22 van het boekje bij de LP ‘Ye servants of God’ is het mogelijk een en ander nog eens rustig na te lezen en na te pluizen. Er viel naar mijn gevoel in verband met het eerder geïntroduceerde begrip ‘wildfire’ ook een link te leggen naar een in dit verslag al eens (een paar keer) eerder gebruikt stukje van Leslie D. Weatherhead.

‘In the first century, men and women of small means and education, with simple organization and little concern with the social life of the church, were so vibrant and alive with the spirit of their Master, so amazingly happy, so exuberantly certain that they had a secret which would transform men’s lives, so passionately eager to pass it on, that Christianity spread, not by advertisement and stunt and piteous invitation, bat like a glorious infection. Nor did men doubt the source of this new power that was flooding the world with light and energy, for when they beheld the boldness of Peter and John they took knowledge of them that they had been with Jesus,’ Bron: Jesus and ourselves. Leslie D. Weatherhead (1933)

Terwijl ik dit verhaal (in het begin van 1992) uit zat te werken viel het mij op dat het laatste couplet mij aan een lied uit ons eigen hymnboek doet denken. Vindt u de parallel ook niet opvallend? Volgens mij staat het onderstaande couplet ook in de Amerikaanse Baptistenbundel onder de titel ‘Showers of blessings’. Ik weet het echter niet helemaal zeker… Wat de referenties betreft zal ik er wel een beetje naast zitten, maar in eerste instantie…

Er komen stromen van zegen
– dat heeft Gods Woord ons beloofd -;
stromen, verkwikkend als regen,
vloeien tot elk die gelooft.
Stromen van zegen,
komen als plasregens neer.
Nu vallen drupp’len reeds neder;
zend ons die stromen, o Heer.

Een oude hymne, ooit eens op een (kerst) cassetteband je verschenen was de volgende hymne. ‘God of God the uncreated’ werd in de 4e-eeuw door Prudentius in het Latijn geschreven. Veel later is het een keer in het Engels vertaald, en nog veel later hebben A.G. & Kate het in hun repertoire opgenomen. Ik vond de manier waarop Kate deze hymne zingt na al die keren dat ik de hymne gehoord heb nog steeds overweldigend, u niet? Terwijl A.G. & Kate begonnen aan ‘O love divine, how sweet Thou art’ kwamen de meisjes die eerst op de eerste rij hun discussie voerden weer terug. Deze keer waren ze (gelukkig) veel stiller. Een paar van de kernwoorden uit het Methodisme (woorden als ‘me’, ‘all’ en ‘love’) en hun onderlinge samenhang komen in de ‘behandeling’ van deze hymne uitgebreid aan de orde.

Regelmatig, meestal na een optreden in Rijen, hebben Sijbe, A.G. en ik uitgebreide en lange discussies over onder andere het verschil tussen de Gereformeerde Kerk, de Baptistengemeente en het Methodisme. Ik ervaar deze gesprekken, die soms tot het ochtendgloren duren, als zeer waardevol. A.G., die in deze discussies veelal uitgebreid de verschillende onderwerpen door een ‘Methodistische bril’ bekijkt en benaderd, verbaasd mij vaak met de schijnbare eenvoud waarmee veel geloofszaken via het Methodisme beredeneerd worden. Alsof het wiskunde is, telt A.G. regelmatig A en B op om er C uit te zien ontstaan. Op het moment dat je je wat verder in de materie verdiept blijkt ook de juistheid van een stelling die ik ooit eens in Engeland hoorde; als we, door de een of andere reden, de Bijbel kwijt zouden raken, dan hoefden we eigenlijk alleen maar de hymnen van John en Charles Wesley op de juiste wijze te rangschikken om verreweg het grootste gedeelte van de Bijbel weer in handen te hebben. Hieruit blijkt maar eens te weer hoe ‘scriptural’ de hymnen van beide heren eigenlijk zijn…

‘Thou hidden source of calm repose’ en ‘Come let us with speed to Bethlehem go’ waren de twee volgende hymnen. De tweede hymne benadrukte dat we er haast mee moeten maken om te zorgen dat we (zowel met ons hart als met onze problemen) bij Jezus komen. Steeds kreeg het duo het voor elkaar om van het programma van die avond een mooi afgerond geheel te maken, niet alleen qua opbouw met betrekking tot instrumentatie, tempo en dergelijke, maar voornamelijk qua Boodschap die er van het programma uit ging. Nog één hymne was er te zingen deze avond, en dan zat dit programma er alweer op. Als slothymne hadden A.G. & Kate voor ‘Christ, from whom all blessings flow’ gekozen. Deze hymne, zoals A.G. & Kate hem indertijd op de plaat hebben gezet bestaat slechts uit een klein gedeelte van Charles Wesley’s originele tekst. U voelt het natuurlijk alweer aankomen; de rest van de tekst, inclusief de referenties naar de diverse Bijbelteksten kunt u weer nalezen en bestuderen in het boekje van ‘Ye servants of God, your Master proclaim’.

Christ, from whom all blessings flow,
Perfecting the saints below,
Hear us, who Thy nature share,
Who Thy mystic body are.

Join us, in one spirit join,
Let us still receive of Thine;
Still for more on Thee we call,
Thou who fillest all in all.

Closer knit to Thee our Head,
Nourish us, O Christ, and feed;
Let us daily growth receive,
More and more in Jesus live:

Jesus, we Thy members are,
Cherish us with kindest care;
Of Thy flesh and of Thy bone,
Love fore ever love Thine own.

Move, and actuate, and guide;
Divers gifts to each divide;
Placed according to Thy will.
Let us all our work fulfill.

Never from our office move,
Needful to each other prove;
Use the grace on each bestow’d,
Themper’d by the art of God.

Sweetly may we all agree,
Touched with loving sympathy:
Kindly for each other care;
Every member feel its share.

Wounded by the grief of one,
Now let all the members groan,
Honour’d if one member is,
All partake the common bliss.

Many are we now, and one,
We who have Jesus put on:
There is neither bond nor free.
Male nor female. Lord, in Thee.

Love, like death, hath all destroyed,
Rendered all distinctions void;
Names, and sects, and parties fall:
Thou, O Christ, art all in all.

A.G. & Kate gebruikten hiervoor de melodie ‘The old 100th’, ook bekend van ‘The Doxologie’; ik had de indruk dat deze hymne een beetje voor mij alleen gezongen werd omdat ik tot dusverre niet meer dan één of twee coupletten gehoord heb. Vaak zongen A.G. & Kate een gedeelte van deze hymne tijdens de collecte, dus vrijwel nooit het geheel. Het was eigenlijk een prachtige hymne, zo aan het einde van de avond, de tekst kan vrijwel geheel als een gebed gelezen worden, een gebed tot God om ons door ons gedrag naar onder andere onze naasten toch dichter tot Hem te laten komen. ‘The Doxologie’ wordt in verschillende Engelse en de meeste Amerikaanse Methodistenkerken gebruikt als de collectanten weer met de opbrengst van de collecte naar voren komen.

Praise God, from whom all blessings flow;
Praise Him, all creatures here below;
Praise Him above, ye heav’nly host;
Praise Father, Son and Holy Ghost.
Amen.

Op dat moment zingt de gemeente voor zover het de eerste regel betreft vrijwel dezelfde tekst, en inderdaad ook op de melodie van ‘The old 100’…

Om 20:00 uur heeft het programma van vanavond echt z’n langste tijd gehad. Publiek was er eigenlijk nauwelijks geweest, met uitzondering dan van die er toch (toevallig) moesten zijn, zoals Sister Claire en ene Harry Vogel, min of meer toevallig in dezelfde regio op (werk)vakantie. Na het optreden praatten we nog een tijdje na met Sister Claire en we aten en drinken iets voordat we weer door Graham Carling opgehaald werden om naar Eileen Walker, ons ‘huisadres’ gaan. Graham Carling, de dominee, had gedurende de avond dat A.G. & Kate hier in het ziekenhuis stonden te zingen andere activiteiten, maar hij had ons wel beloofd om ons op een bepaalde tijd op te halen. Kate had ondertussen met Sister Claire een afspraak gemaakt om de geluidsapparatuur in de kerkzaal achter te laten, zodat we Graham niet zouden belasten met het extra heen en weer gesleep van allerlei zaken. Hem met ons heen en weer te laten rijden vonden A.G. & Kate waarschijnlijk al erg genoeg…

Eileen Walker had inmiddels over de laatste dagen doorgekregen dat we erg van koffie houden. Ze had dan ook, volledig naar eigen inzichten, een grote kan koffie voor ons gezet en sandwiches klaargemaakt. De koffie was van het soort dat je met een mes aan blokjes kon snijden, de sandwiches waren echter heerlijk. Toen A.G. & Kate na een uitgebreide maaltijd naar hun huisje, de caravan, gingen praten Eileen Walker en ik nog wat na.

Eileen Walker had geconstateerd dat ik, omdat ik in m’n eentje met A.G. & Kate op reis was, ik naar alle waarschijnlijkheid een vrijgezelle (jonge)man was. Dit geconstateerd hebbende toetste zij bij mij haar veronderstelling. Toen ik er bevestigend op antwoordde volgde er een uitgebreide lezing waarin het huwelijk, vrouwen en vooral kindertjes het thema waren. Omdat ik op dat moment eigenlijk geen zin had in een verdediging van mijn toenmalige leefwijze, laat ik haar maar begaan. Natuurlijk moest je in dat soort discussies zeer op je hoede zijn om op de juiste momenten de juiste dingen te zeggen, maar ik had aan het einde van de avond de indruk dat ze tevreden was, terwijl ik geen strobreedte had toegegeven. Lichtelijk ontstemd wenste ik haar goedenacht en zocht m’n bedje maar weer eens op. Nog even een klein stukje lezen en deze dag was weer voorbij. Morgen zien we wel weer verder…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post