Dinsdag 20 februari 1990; de zesentwintigste (en laatste) vakantiedag
Tegen half tien was ik eindelijk beneden en kreeg vervolgens door Derek m’n ontbijt voorgeschoteld. Deze ochtend gingen we, voordat A.G. & Kate me bij de boot af zouden zetten, naar de voor mij laatste ‘singing’ van deze tournee. Overmorgen (donderdag) moet ik weer aan het werk. Aan de ene kant ben ik wel een beetje blij dat ik weer naar huis ga, maar ’t is een blijdschap met een wat zoet/zure smaak, het bevalt me verschrikkelijk goed hier in Engeland. Zou zo’n het meereizen met zo’n tournee wat dat betreft blijvende gevolgen hebben? Ik denk van wel…

Vrij vlot nadat A.G. & Kate mij ophaalden vertrokken we naar ‘The Polar Home’, een tehuis voor wat dementerende blinde bejaarden. In Acle waren we in een soortgelijk tehuis geweest, dat was ons dankzij de inspirerende leiding aldaar niet zo verschrikkelijk goed bevallen. A.G. & Kate vreesden ook nu dan ook weer het ergste. Derek had ons al verteld dat er veel blinde mensen in dit tehuis zaten en Kate gaf in de Landrover al aan dat we wat haar betreft de spotlights wel in de auto konden laten liggen… A.G. & Kate hoefden zich volgens haar dan ook niet in hun optreedkleren te verkleden… Het hoofddoel van zo’n ‘singing’ zoals die ochtend deden was eigenlijk de mensen een plezierige ochtend te bezorgen en ook niet meer dan dat. ‘The Polar Home’ bleek een groot oud gebouw te zijn dat betere tijden gekend had. Ook aan de oudjes was het duidelijk te zien dat er veel te weinig geld aan hen besteed werd. Zelfs in de donkerste hoekjes waren nog mensen weggezet. Zou het strakke regime van premier Thatcher hier debet aan geweest zijn? Ook hier bleek de leiding van het tehuis meer geïnteresseerd te zijn in een vlotte afwikkeling van de eigen werkzaamheden dan in het welzijn van de bewoners. De sfeer binnenin het gebouw paste wat mij betreft wonderwel bij de naam van het gebouw… Ik schaamde me bijna om daar als gezonde (jonge)man naar binnen te lopen.

De mensen die de leiding hadden in dit tehuis waren heel erg verbaasd dat we er überhaupt waren, ze wisten echt niet dat we zouden komen… Er werd gelijk verteld dat we deze keer en in de volgende tehuizen geen betaling hoefden te verwachten, want er was absoluut geen geld voor dit soort activiteiten. Jammer, we wisten dat er nog een stuk of drie van dit soort tehuizen op het programma stonden. Eigenlijk was het verschrikkelijk zielig voor de bewoners dat er zelfs geen £ 25,- beschikbaar was om iets leuks voor de mensen te doen. De ruimte waar we moesten zijn is zo klein dat we zelfs de P.A. maar in de auto lieten. Ik had het dus gemakkelijk deze laatste keer, want alleen de instrumenten en een paar LP’s moesten mee naar binnen. Toen ik met de spullen het tehuis binnen ging bedacht Derek’s contactpersoon in dit tehuis dat ik A.G. was. Het volgende gesprekje volgde: ‘Do you play the guitar? No. Do you sing? No. Oh?’ A. G. & Kate waren net van plan te beginnen toen Derek er aan kwam en mij vertelde dat het misschien wel erg verstandig zou zijn om al vast een kaartje voor de bus van Portsmouth naar Londen te kopen.

Er was inmiddels een reservering voor de trein van Londen naar Harwich, de boot van Harwich naar Hoek van Holland en ook voor de trein van Hoek van Holland naar Martenshoek (vlak bij m’n huis) gemaakt, maar de bus, daar moesten we volgens Derek nog wel even voor zorgen. Snel stapte ik bij Derek in de auto en toen ik een half uurtje later weer terug was had ik al m’n tickets op zak en was ik klaar voor de reis van later die middag. Omdat ik tijdens deze vakantie zo’n uitbundige hoeveelheid boeken had aangeschaft besloot ik dat het vest dat ik in Wrangle van Tony en Doreen Atkinson kreeg in eerste instantie maar bij A.G. & Kate moest achterblijven. Mijn slaapzak liet ik ook maar achter, dat scheelde ook weer sjouwen…

A.G. & Kate waren inmiddels maar begonnen en ik kan nog net naar de laatste paar songs luisteren voordat de ‘singing’ voorbij was. Terwijl A.G. & Kate ‘He leadeth me’ zongen brak er een oud vrouwtje in snikken uit. Toen de ‘singing’ voorbij was kregen we van het personeel bossen narcissen mee als dank voor het vertier wat we de mensen gebracht hadden. Eerder in de ochtend had ik al afscheid van Susan genomen en ondertussen had ik ook al afscheid van Derek genomen. Omdat het niet zo heel erg lang meer duurde voordat de veerboot naar Portsmouth zou vertrekken leek het ons verstandig om eerst maar naar Ryde, het vertrekpunt van de veerboot te rijden. Ik had ondertussen een gevoel alsof ik naar de tandarts moest, u kent dat wel, zo’n soort onderhuidse spanning…

We waren ruimschoots op tijd in Ryde om mij op de boot te zetten. Eerst moest er echter nog een kaartje voor de veerboot gekocht worden. Een enkeltje Ryde-Portsmouth koste maar £ 3,50. Terwijl ik m’n kaartje kocht en Kate op mijn tassen paste rende A.G. weg om nog even snel een paar laatste kaartjes van ’t eiland voor mij te kopen. Vervolgens klonk er door de luidsprekers dat het 13:45 uur was en dat het treintje dat de passagiers via de pier naar de klaarliggende veerboot zou brengen klaar stond. Dit betekende dat het moment om afscheid te nemen nu echt was aangebroken… Een beetje aangedaan door alle gedachten die op dit moment door mij heen gingen nam ik afscheid van m’n reisgezellen van de laatste 26 dagen. Een paar omarmingen, een paar zoenen, een laatste handdruk en de belofte dat ik de volgende dag zou bellen als ik weer thuis was. Dat was het dan…

De Palmerston fortificaties warden in 1859 gebouwd vanwege de veronderstelde dreiging van een Franse invasie (die nooit kwam). Een groot aantal forten werd aangelegd waaronder vier zeeforten in de Solent. Tijdens deTweede Wereloorlog warden de forten opnieuw bemand om de marinebasis in Portsmouth te beschermen. Een rapport uit 2020 stelde dat ‘the forts were used to defend the Portsmouth dockyards. Life on site was grim; those serving were deliberately chosen for their inability to swim, to avoid any attempt to escape’.
Heel veel forten (aangegeven met zwarte stippen)…

Terwijl het treintje naar de veerboot reed zag ik in de verte A.G. & Kate steeds kleiner worden, tegen de tijd dat ik uitgezwaaid was en ze bijna niet meer kon zien draaide ik me om en wachtte op de dingen die zouden gaan komen. De veerboot, de ‘Lady Pembroke’ bleek een snelle catamaran te zijn. Volgens een in de cabine vastgeschroefde plaquette was koningin Elisabeth II ooit met dit schip naar The Isle of Wight gevaren. De tocht ging langs twee hele kleine kunstmatige eilandjes in The Solent, ‘No man’s land fort’ en ‘Horse sand fort’, vroeger waren deze eilandjes deel van veel grotere verdedigingswerken om de marinebasis in Portsmouth te beschermen, maat tegenwoordig hebben ze hun oorspronkelijke functie al lang verloren. Na een kwartiertje meerde de veerboot af in de haven van Portsmouth. Een klein busje bracht ons naar het busstation, ik had al een kaartje (£ 6,60) voor de bus naar Victoria Coach Station in Londen, ‘k hoefde alleen maar even te wachten tot de bus zou komen.

Ruim 2½ uur later (over aansluitende verbindingen gesproken!) kwam de bus naar Londen eindelijk aan. Van de busreis naar Londen weet ik niet zo gek veel meer omdat ik een groot gedeelte van de reis lekker onderuitgezakt heb liggen slapen. Af en toe schrok ik even wakker en keek ik naar buiten, naar de bossen met de vele omgewaaide bomen of naar de kleine dorpjes die in een bijna eindeloze stoet voorbijtrokken. Om iets over half acht kwam de bus aan bij het Victoria Coach Station in Londen, een enorm groot oud gebouw vol bussen. Nadat ik m’n bagage terugkreeg bedacht ik dat ik een briefje van Kate had gekregen met het reisschema. Na lang zoeken vond ik het terug en ontdekte ik dat ik nu naar Liverpool Street Station moest. Het leek me verstandig om maar een taxi te nemen. Zo’n mooie Engelse taxi was één van de dingen waar ik een mooie voorstelling van had. De taxi was snel gevonden en even later zat ik op de achterbank van zo’n mooie ouderwetse zwarte taxi met een cockney Engels sprekende chauffeur achter het stuur.

De tocht kostte me £ 6,40 en we reden langs alle beroemde plekken waar de leraar Engels op de MAVO vroeger al hele verhalen over vertelde. Trafalgar Square, Nelson’s Column, Picadilly Circus… Ach, u kent het rijtje wel… De taxi’s reden met een rotgang door de stad, binnen een kwartier was ik op het Liverpool Street Station. Bij de European Rail Office kon ik een gecombineerd kaartje kopen voor de trein naar Harwich, de boot naar Hoek van Holland en de trein naar Martenshoek. Dit gedeelte van de reis koste maar £ 34,10. Voor de hele reis van The Isle of Wight naar Martenshoek was ik nog net geen ƒ 165,– (£ 50,60) kwijt, en dan te begrijpen dat de taxi daar nog bij inbegrepen is! Tegen een uur of zes had ik het juiste perron gevonden. ‘k Zocht een goed plekje om te zitten en ging naar de eindeloze stoet forensen zitten kijken. Ik nam maar aan dat het ook hier spitsuur was om deze tijd. Ik heb het altijd al leuk gevonden om voorbijtrekkende naar mensen te kijken en ook nu ging de tijd redelijk snel. Om half acht ging, volgens het schema van Kate, mijn trein. Tussendoor las ik nog wat ik het volgende boek van Bruce Chatwin (‘On the black hill’), en voordat ik het wist begon zich er een lange rij voor de trein te vormen.

Ineens hoor ik, een paar meter verder op, een groep mensen Grönnings tegen elkaar praten! Het bleek een groep jongens uit ‘De negende cirkel’, een kroeg in het centrum van de stad Groningen te zijn. De rest van de reis zat ik niet meer om aanspraak verlegen. Zonder al te veel toestanden werden we om 21:30 uur van het treinstation in Harwich naar de boot geloodst. Ik was voor deze reis zo verstandig geweest een vierpersoonshut (de goedkoopste mogelijkheid) te reserveren zodat ik lekker zou kunnen slapen en de volgende ochtend uitgerust in Hoek van Holland aan zou komen. Naderhand bleek dat ik de hut deel met een dronken Duitser, een Nederlandse immigrant uit Thetford en een gepensioneerde man uit Wales. Met de laatste heb ik bijna de hele nacht gepraat over tientallen verschillende onderwerpen. Om een uur of half zeven werd omgeroepen dat we de haven van Hoek van Holland naderden en nog geen uur later zat ik in de trein naar Martenshoek…

Mijn jongste zus had een bos bloemen met een kaartje weggezet toen ik weer thuis kwam. Leuk toch?

Naschrift Harry Vogel: Dit was het 27e en laatste deel van deze reeks. Thuis heb ik het regelmatig over het A.G. & Kate feuilleton… Op een bepaalde manier ben ik blij dat dit het laatste deeltje is, aan de andere kant was het natuurlijk een indrukwekkende ervaring. Deze reis maakte ik in 1990. Da’s inmiddels 32 jaar geleden. Zou ik op dit moment een dergelijke reis nog eens maken? Ik denk van niet. Daar zijn verschillende redenen voor aan te wijzen. De belangrijkste zijn dat zowel A.G. & Kate als ik 32 jaar ouder zijn geworden. We leven ondertussen in een andere tijd. Natuurlijk, ik ga nog wel naar optredens van verschillende artiesten, maar bij lange na niet meer zo vaak als destijds. Dat neemt niet weg dat ik beslist geen spijt van deze reis heb. Ik heb een gedeelte van Engeland destijds op een wel heel bijzondere manier mogen beleven en die ervaring heeft ervoor gezorgd dat Kees Jansen en ik een paar jaar later meerdere prachtige fietsvakanties in Engeland hebben gehad. Ik kijk dus ook in dit geval terug op mooie herinneringen. Dat jullie – m’n lezers – het gevolgd hebben blijkt wel uit het feit dat de gepubliceerde deeltjes (deel 1 t/m 26) ondertussen gezamenlijk bijna 13.000 keer gelezen zijn. Dat is circa 450 lezers per deeltje… Daar ben ik best trots op…

Vorige post

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.