Zondag 24 november 1991; de negende vakantiedag.
Deze zondag werd een ietwat bijzondere (zon)dag voor mij want op deze dag zou het de eerste keer worden dat ik tijdens mijn reizen met A.G. & Kate een doop- en Avondmaal dienst mee zou gaan maken. Na de discussie van de voorgaande avond, waarbij we het onder andere uitgebreid over de Welsh National Party gehad hadden was het op 24 november 1991 tijd voor wat geestelijk voedsel van een geheel andere aard.
Voorgaand aan de dienst, die hier overigens pas om 10:30 uur (dat betekende heerlijk uitslapen) begint, hebben we uitgebreid tijd om nog wat voor te praten over de dienst die zou gaan komen en over A.G. & Kate. Teifion Humphreys was zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van A.G. & Kate’s verbondenheid met/aan de Wesley’s en het Methodisme. Jean (mevrouw Humphreys) daarentegen vertelde ons honderduit over de vroegere uitbuiting van Wales door de Engelsen.
Uiteindelijk, toen we uiteindelijk ook het ontbijt genuttigd hadden vertrokken we met ons drieën naar de kerk. Daar ontmoetten we ons duo weer, en terwijl Kate me toevertrouwde dat A.G. een groot gedeelte van de afgelopen nacht aan het voorbereiden van deze dienst besteed had gingen we naar binnen. Ik zocht voor me zelf een plaatsje op een van de voorste banken (zoals gewoonlijk), maar niet helemaal vooraan.
A.G. & Kate en Teifion Humphreys trokken zich terug in de consistorie, en ik wachtte maar af op de dingen die zouden gaan komen. De kerk stroomde langzaam vol, en echt behoorlijk vol deze keer. Tijdens de mededelingen bleek dat, nadat A.G. & Kate een hymne gezongen zouden hebben, de dominee het doop gedeelte van deze dienst voor zijn rekening zou nemen waarna A.G. & Kate de dienst weer verder over zouden nemen. A.G. vertelde aan de mensen dat we bijeengekomen waren om een doopdienst mee te maken. Een doopdienst is doorgaans een dienst waarbij de kinderen meer dan gebruikelijk in de belangstelling staan. De Wesley’s hadden indertijd ook voor deze gelegenheden hymnen geschreven. Met één daarvan (# 696) begonnen A.G. & Kate deze dienst.
Charles Wesley was deze keer niet de schrijver, maar deze keer was John Wesley de vertaler van ‘O Jesu Christ, mein schönstes Licht’; een tekst van Paul Gerhardt (die leefde van 1607 tot 1676) geweest. John Wesley was over het algemeen de man van de vertalingen, terwijl het werk van Charles Wesley meestal wat oorspronkelijker van aard was. John Wesley echter corrigeerde en redigeerde de gedichten van Charles voordat ze gepubliceerd werden.
Jesus, thy boundless love to me
No thought can reach, no tongue declare;
O knit my thankful heart to thee.
And reign without a rival there:
Thine wholly, thine alone, I am;
Be thou alone ray constant flame.
From all eternity with love
Unchangeable thou hast me viewed;
Ere knew this beating heart to move,
Thy tender mercies me pursued:
Ever with me thy love abide.
And close me in on every side.
O Love, how cheering is thy ray!
All pain before thy presence flies!
Care, anguish, sorrow, melt away
Where’er thy healing beams arise;
O Jesu, nothing may I see,
Nothing desire or seek but thee!
Unwearied may I this pursue,
Dauntless the high prize aspire;
Hourly within my soul renew
This holy flame, this heavenly fire;
And day and night be all my care
To guard the sacred treasure there.
My Savior, thou thy love to me
In shame, in want, in pain hast showed;
For me on the accursed tree
Thou pourest forth thy guiltless blood.
Thy wounds upon my heart impress,
Nor aught shall the loved stamp efface.
More hard than marble is my heart
And foul with sins of deepest stain;
But thou the mighty Savior art.
Nor flowed thy cleansing blood in vain.
Ah, soften, melt this rock, and may
Thy blood wash all these stains away!
O grant that nothing in my soul
May dwell, but thy pure love alone;
O may thy love possess me whole,
My joy, my treasure, and my crown:
Strange fires far from my heart remove;
My every act, word, thought be love
O that I as a little child
May follow thee and never rest
Till sweetly thou hast breathed thy mild
And lowly mind into my breast!
Nor ever may we parted be
Till I become one spirit with thee.
Still let thy love point out my way;
(How wondrous things thy love has wrought!)
Still lead me, lest I go astray;
Direct my word, inspire my thought;
And if I fall, soon may I hear
Thy voice, and know that love is near.
In suffering be thy love my peace,
In weakness my almighty power;
And when the storms of life shall cease,
Jesus, in that important hour,
In death as life be thou my guide,
And save me, who for me hast died.
Het tweede couplet van deze hymne; dat A.G. & Kate gebruikten als refrein, gaf in een paar simpele regels aan waarom het allemaal begonnen was. Het refrein gaf aan dat God al voor ons gekozen had voordat wij überhaupt in staat waren om te denken, laat staan om een keuze voor Hem te maken. De doop wordt in deze zienswijze niet meer dan een bevestiging van de keuze die God al voor ons bestaan voor ons gemaakt heeft.
Ere knew this beating heart to move,
Thy tender mercies me pursued.
Het achtste couplet van deze hymne zullen verschillende van de wat meer ‘dieper gravende’ vrienden van A.G. & Kate vast wel herkennen van een klein rond tegeltje dat ik bij veel van de Engelse kennissen/vrienden van A.G. & Kate in de kamer heb zien hangen… Nadat Teifion Humphreys de dopeling, David Le Brun Davies, door middel van besprenkeling gedoopt had werd wordt er gecollecteerd. Zoals eerder was afgesproken namen A.G. & Kate daarna de dienst weer over.
A.G. vatte het gebeurde samen met een niet eerder gepubliceerd gedicht van Charles Wesley uit een ter gelegenheid van de 200-jarige sterfdag van Charles Wesley verschenen gedichtenbundel. Timothy Dudley-Smith selecteerde voor deze bundel een persoonlijke voorkeur van een 183 tal hymnen en gedichten, waaronder deze volgende:
Lover of little children, Thee,
O Jesus, we adore;
Our kind and loving Savior be,
Both now and evermore.
O take us up into Thine arms,
And we are truly blessed;
Thy new-born babes are safe from harms,
While harbored in Thy breast.
There let us ever, ever sleep,
Strangers to guilt and care;
Free from the world of evil, keep
Our tender spirits there.
Still, as we grow in years, in grace
And wisdom let us grow;
But never leave Thy dear embrace,
But never evil know.
Strong let us in thy grace abide,
But ignorant of ill;
In malice, subtlety, and pride
Let us be children still.
Lover of little children. Thee,
O Jesus, we adore;
Our kind and loving Savior be,
Both now and evermore.
A.G. & Kate zongen vervolgens nog een tweetal hymnen uit het hymnbook. Omdat, zoals al eerder gezegd, een doopdienst een aangelegenheid voor kinderen is, liet A.G. de kleuters onder hen naar voren komen om samen met de kinderen ‘I’m living on a mountain (and I’m all right)’ te zingen. Dit is een vrolijk lied, geschreven door Dottie Rambo. Voorafgaande aan het zingen las A.G. een stukje voor over het begrip ‘vreugde’. Dat dit een belangrijk woord is, mocht blijken uit het feit dat het niet minder dan 70 keer in het Nieuwe Testament vermeld staat… De kinderen vonden het prachtig, alhoewel ze haast meer aandacht hadden voor de instrumenten van het duo in plaats van het eigenlijke meezingen. Niettegenstaande dat leek het mooi, het duo daar voor op het podium, omringd door een hele groep kleine kinderen… A.G. Kate ronden hun gedeelte van deze ochtenddienst af met ‘My heart is fixed, eternal God’, # 403 uit het oude hymnbook.
My heart is fixed, eternal God,
Fixed on Thee:
And my immortal choice is made:
Christ for me!
He is my Prophet, Priest and King,
Who did for me salvation bring;
And while I’ve breath I mean to sing:
Christ for me!
In Him I see the Godhead shine:
Christ for me!
He is the Majesty Divine;
Christ for me!
The Father’s well-beloved Son,
Co-partner of His royal throne,
Who did for human guilt atone:
Christ for me!
In pining sickness or in health,
Christ for me!
In deepest poverty or wealth,
Christ for me!
An in that all-important day,
When I the summons must obey,
And pass from this dark world away,
Christ for me!
Deze hymne betekende ook gelijk het einde van deze doopdienst. Er werd voor A.G. & Kate nog een aparte collecte gehouden. De manier waarop dat gebeurde tekende eigenlijk een beetje de wat uitgebluste sfeer in deze gemeente. In plaats van iemand met een schaal in zijn/haar handen bij de deur neer te zetten, werd er een (onbewaakte) schaal op een tafeltje bij de uitgang gezet. Voordat je door had dat deze manier absoluut niet werkte waren de meeste mensen allemaal naar huis gegaan en was je de potentiële opbrengst goeddeels misgelopen. Dom, dom, dom. A.G. & Kate wonden zich best op over dit soort blijken van desorganisatie en onnadenkendheid. Het lag volgens mij niet aan Teifion Humphreys, de man deed geweldig zijn best en zette zich volledig in. Waarschijnlijk was het toch goed dat we in deze gemeente aangeland waren en niet in die andere…
Tijdens de maaltijd bij Teifion en Jean praatten we onder andere over het gevoel van ‘doodsheid’ in de gemeente. De dominee maakte bij A.G. & Kate ontzettend veel goed door toe te geven dat er organisatorisch best het een en ander verbeterd zou kunnen worden. ‘I brought you to the church where you’re most needed’ was zijn simpele verklaring. Dat soort opmerkingen van een dominee zijn goed, want dat betekende dat er van te voren over de mogelijk- en onmogelijkheden nagedacht wordt.
Tijdens de maaltijd gaf Teifion al aan dat er flink door gegeten moest worden, want die middag moest er nog een programma in het plaatselijke bejaardentehuis gedaan worden. A.G. & Kate gaven steeds hun aan hun contacten door dat zij bereid waren optredens te doen voor zieken en bejaarden, vaak werd daar niets mee gedaan, maar Teifion Humphreys had gelukkig wel wat geregeld. Het was niet nodig om de geluidsinstallatie mee te nemen, alleen de instrumenten zou genoeg zijn.
Even later gingen we met ons vieren naar het bejaardentehuis, die gelukkig dicht in de buurt van de woning van Teifion Humphreys te vinden was. De geluidsapparatuur van A.G. & Kate stond nog steeds in de kerk, maar toen we eenmaal binnen in het bejaardentehuis waren en de ‘upstairs lounge’ bekeken hadden bleek dat Teifion gelijk had. Terwijl A.G. & Kate hun instrumenten stemden zochten Teifion en ik een plekje terwijl om ons heen de bewoners van het tehuis naar binnen komen wandelen, rijden en/of gereden werden. Verschillende van de bewoners lieten duidelijk merken dat ze bepaald niet uit vrije wil naar dit optreden komen/gebracht zijn..
Een van de eerste songs in dit programma was ‘Tell me again there is no God’, een song die A.G. & Kate van de Bailes Brothers geleerd hadden. In 1982, toen de Bailes Brothers (Walter en Kyle) bij ons in Nederland waren, was dit deze song vrijwel elke avond Kate’s verzoeknummer. De beide tournees met de Bailes Brothers en de inzet de Walter en Kyle getoond hebben door het duo de eerste keer naar Amerika te laten komen is destijds waarschijnlijk het (begin van een) keerpunt in de carrière van A.G. & Kate geweest. Het was dan ook niet zo verwonderlijk dat ze erg vaak een andere song van de Bailes’sen als slotsong voor hun programma gebruiken. U weet natuurlijk wel welke… Net zo als een paar dagen geleden in Hawtonville, hadden A.G. & Kate er vanmiddag ook voor gekozen om een mengeling van hymnen en ander geestelijk repertoire te brengen. Na ‘Wonderful words of life’ volgde ‘And can it be’; de eerste Wesley hymnen die A.G. & Kate ooit leerden. Verschillende keren tijdens dit optreden moest er gestemd worden. De Engelse bejaardentehuizen mogen dan gebrek aan geld hebben, maar op de verwarming wordt hier beslist niet bezuinigd! Op dit punt volgde de eerste Bijbellezing van deze middag. Onmiddellijk gevolgd door ‘Thou bidden source of calm repose’, voor mijn gevoel een van de mooiere Charles Wesley hymnen (alhoewel het erg moeilijk is om te zeggen dat sommige van z’n hymnen niet zo mooi zouden zijn)…
Thou bidden source of calm repose,
Thou all-sufficient Love Divine,
My help and refuge from all foes.
Secure I am, if Thou art mine;
And lo! from sin, and grief, and shame
I hide me, Jesus, in Thy name.
Thy mighty name salvation is.
And keeps my happy soul above;
Comfort it brings, and power, and peace.
And joy, and everlasting love:
To me, with Thy dear name, are given
Pardon, and holiness, and heaven.
Jesus, my all in all Thou art;
My rest in toil, my ease in pain,
The medicine of my broken heart.
In war my peace, in loss my gain.
My smile beneath the tyrant’s frown.
In shame my glory and my crown.
In want my plentiful supply.
In weakness my almighty power.
In bonds my perfect liberty,
My light in Satan’s darkest hour,
In grief my joy unspeakable,
My life in death, my heaven in hell.
In het boekje dat A.G. & Kate destijds voor de LP ‘O come thou traveller unknown’ samengesteld hebben stond het vol van Bijbelreferenties met betrekking tot deze hymne. Sommige mensen hebben indertijd wel eens gezegd dat ons de Bijbel op de een of andere wijze voor de wereld verloren zou gaan, dat we allen maar de ruim 9.000 hymnen van de beide Wesley’s in de juiste volgorde zouden hoeven te zetten om het grootste gedeelte van de Bijbel weer te bezitten. Het enige waar ik in dit stuk van het verhaal van deze tournee de aandacht op wilde vestigen wareb de laatste twee coupletten van deze hymne. Charles Wesley is er destijds in geslaagd om in vrijwel elk van de regels uit deze coupletten minstens twee verschillende tegenstellingen te gebruiken en het nog duidelijk te laten zijn ook! Hieruit blijkt de onwaarschijnlijke taalvaardigheid van de dichter Charles Wesley. De Bijbelreferenties mag u zelf een keer nalezen, maar de tegenstellingen heb ik maar even onderstreept. Vrijwel elke keer als A.G. & Kate deze hymne zongen was dit ook een van de dingen waarvoor zij de aandacht van het aanwezige publiek vroegen.
A.G. & Kate vervolgden het programma met twee hymnen van de (inmiddels verschenen) dubbel-LP met Avondmaal liederen. Charles Wesley heeft ooit 168 avondmaalsliederen geschreven; een kleine selectie hieruit, slechts 26 stuks, zijn verschenen op deze dubbel-LP. Voor A.G. & Kate bood de gelegenheid van deze zondagmiddag een ideale gelegenheid om zonder al te veel risico de hymnen die ze misschien deze zondagavond wilden spelen nog even ‘door te lopen’ zoals A.G. dat altijd zo mooi wist te zeggen. De inzet van A.G. & Kate wordt echter wel wreed verstoord door twee dames die met luid ratelende theekarretjes de bejaarden allemaal van de (waarschijnlijk broodnodige) ‘afternoon tea’ probeerden te voorzien. Dat ze daarmee de sfeer van het optreden en de concentratie van A.G. & Kate volledig verstoorden realiseerden de beide dames zich gelukkig niet, waarschijnlijk interesseerde het ze ook niet zo erg want tijdens het optreden heb ik niemand van het personeel gezien, behalve om bewoners te brengen en weer op te halen…
Onverhoopt kwam ook tijdens het programma van deze middag het onderwerp ‘Wales’ weer op de proppen, deze keer vanwege de muziek die er indertijd voor verschillende hymnen geschreven is. De Rhondda Valley, de plaats waar Teifion een jaar of zeven gewoond heeft, is ooit vereeuwigd in de melodie Cwm Rhondda, tegenwoordig in gebruik voor ‘Guide me O Thou great Jehovah’. Dit verhaal van het duo werd uiteraard met grote instemming door Teifion Humphreys begroet, zeker nadat Kate een stukje van de melodie zong. Zelfs in de hymbooks slaat het nationalisme al een klein beetje toe… Vrij spoedig hierna is het uit met de pret en gaan wij weer op huize Humphreys aan voor onze eigen ‘afternoon tea’. Na het eten en de thee moesten we ons nog haasten om nog op tijd in de kerk te komen. Gelukkig hoefde er niet opgebouwd te worden… Van de familie Perkins uit Lower Bebington kreeg ik indertijd een cassettebandje met de hele Avondmaaldienst er op, zodat ik wat dieper op deze dienst in kan gaan. Voordat A.G. & Kate zongen in de Avondmaal dienst begon Teifion Humphreys de dienst met een gebed:
Nadat A.G. een paar mensen in het zonnetje had gezet die A.G. & Kate hier in Lower Bebington nu al voor de vierde keer hoorden, gaf hij aan dat hij eigenlijk de avond in twee afzonderlijke sessies wilde verdelen. De eerste was bedoeld om ons te inspireren om daadwerkelijk er op uit te gaan om mensen letterlijk en figuurlijk binnen te brengen. Waar hebben we anders onze armen voor gekregen… Het ontbrak er (maar net) aan dat de mensen echt naar buiten gestuurd worden, maar je zag ze even schrikken. De dienst werd begonnen zoals hij vanmorgen was geëindigd, met een ‘camp-meeting’ hymne, ondanks het feit dat A.G. vanmorgen de indruk kreeg dat het hier in Lower Bebinton geen echte ‘camp-meeters’ woonden. Zo rond 1850 werd in de Verenigde Staten de melodie ‘Old Kentucky’ geschreven door Stephen Foster, de zelfde man die ook ‘Hard Times’ geschreven heeft. ‘Old Kentucky’ was toentertijd heel erg bekend. ‘Old Kentucky’ kan goed gebruikt worden voor # 1 uit het oude hymnbook; ‘O for a thousand tongues to sing’, in het nieuwe hymnbook heeft deze hymn # 744. Langzaam maar zeker werd deze hymne steeds verder achterin het hymnbook gezet, ik hoop niet dat het op deze onopvallende wijze uit de hymnboeken zal verdwijnen… Omdat Teifion in een eerdere dienst deze hymne als onderwerp voor een preek genomen had zal A.G. de mensen deze keer de achtergronden van deze hymne besparen, alhoewel hij de mensen wel meegaf dat ze de hymne niet kunnen begrijpen zonder de eerste zes coupletten (die niet in het hymnbook staan). Deze eerste zes coupletten beschreven Charles Wesley’s bekering en leiden tot het gevoel van ‘Assurance’ waarover het eerste couplet uit het hymnbook sprak. Charles Wesley gaf in deze hymne een hele mooie uitleg van het begrip ‘Assurance’: ‘when written om my heart…’. Toen Charles Wesley zich dit realiseerde schreef hij in zijn dagboek: ‘now I know that by faith I stand’, hierna begint de tekst van ‘O for a thousand tongues to sing’ zoals wij de hymne in het hymnbook aan kunnen treffen. A.G. adviseerde de mensen om te doen zoals eens tegen John Wesley gezegd werd; ‘sing until you get it, and then sing because you’ve got it’; toen Peter Bowler aan John Wesley dit advies gaf had hij het trouwens niet over zingen, maar over het prediken. Zelfs als je nog geen doorgewinterde christen bent; John Wesley sprak over het avondmaal als een ‘means of grace’. In een brief schreef hij eens: ‘Lose no opportunity of receiving the sacrament. All who have neglected this have suffered loss; most of them are dead as stones; therefore be you constant herein, not only for example, but for the sake of your own souls’. Als je echt verlangend bent naar het geloof, naar een bekering, neem deel aan het avondmaal en ‘the Spirit might hit you, right then and there’. Met deze gedachten in het achterhoofd gaan we staan om ‘O for a thousand tongues to sing’ te zingen.
Onmiddellijk na de laatste noot vraagt A.G. aan de mensen of ze ook de ‘mission verse’ gevonden hadden. Charles Wesley zou Charles Wesley niet geweest zijn als er niet een couplet over evangelisatie in de hymne zou zitten. Prompt ging één van de aanwezige dames in het publiek staan en gaf het volgende (en volledig juiste) couplet:
My gracious Master and my God,
Assist me to proclaim,
To spread through all the earth abroad
The honors of Thy name.
‘Ik denk dat God ons twee handen gegeven heeft om twee mensen (letterlijk en figuurlijk) binnen te brengen’ was de respons van A.G. We moeten het evangelie niet voor ons zelf houden, dat zou gemeen zijn tegenover al de andere mensen die (nog) niet zo ver zijn. Ter voorbereiding op de volgende hymne, die overigens het zelfde thema had, las Kate:
Met de opmerking deze tekst goed in het geheugen te houden, werden we verzocht naar de volgende hymne te luisteren. Na wat aanhalingen uit de tekst van de hymne, om de gemaakte stelling te illustreren, volgde de eigenlijke tekst. Het eerste gedeelte van deze hymne was toentertijd al lang uit de verschillende hymnbooks verdwenen. Let trouwens op de laatste twee regels uit het zevende couplet; het is exact de zelfde belofte als in Mattheus 28…
Jesu, accept the grateful song,
My Wisdom and my Might,
‘Tis Thou hast loosed my stammering tongue.
And taught my hands to fight.
Thou, Jesus, Thou my mouth hast been;
The weapons of Thy war,
Mighty through Thee, I pull down sin.
And all Thy truth declare.
Not without Thee, my Lord, I am
Come up onto this place,
Thy Spirit bade me preach Thy name.
And trumpet forth Thy praise.
Thy Spirit gave me utterance now,
My soul with strength endued,
Hardened to adamant my brow,
And armed my heart with God.
Not without Thee, my Lord, I am
Come up onto this place,
Thy Spirit bade me preach Thy name.
And trumpet forth Thy praise.
Thy powerful hand in all I see,
Thy wondrous workings own,
Glory, and strength, and praise to
Thee Ascribe, and Thee alone.
Gladly I own the promise true
To all whom Thou dost send,
‘Behold I always am with you,
Your Savior to the end!’
Amen, amen, my God and Lord,
If Thou art with me still,
I still shall speak the gospel word,
My ministry fulfill.
Op dit punt onderbraken A.G. & Kate hun uitvoering van deze hymne om de mensen op de overeenkomst tussen het eerder gelezen Bijbelgedeelte en (het zevende couplet van deze) hymne te wijzen. De volgende vraag was of wij er van overtuigd waren op dat couplet op zich zelf staat of dat er voorwaarden aan verbonden zijn. Zou het zo zijn dat we relaxed achterover kunnen leunen en zeggen; ‘dank u wel Heer, dat u het zo mooi geregeld heeft…‘ Nee, natuurlijk was het niet zo, want iets eerder in het zelfde Bijbelgedeelte staat de voorwaarde: ‘Go therefore and make discipels’, en inderdaad was iedereen er, min of meer stilzwijgend, van overtuigd dat belofte en voorwaarde in dit geval hand in hand gingen. Ook moesten wij er van overtuigd zijn dat Jezus het in ’t eerder genoemde Bijbelgedeelte tegen ons heeft. Er waren mensen die redeneerden dat het erg lang geleden is dat Jezus deze woorden sprak en dat het daarom bedoeld is voor de mensen uit die tijd. Als je zo dacht dat kwam er inderdaad gemakkelijk onder uit, als je er al zo gemakkelijk onderuit zou kunnen komen… Als je daarentegen de mening toegedaan was dat Jezus door middel van deze woorden ook de hedendaagse mens aansprak, dan was het zaak om werk te maken van de voorwaarde die aan de belofte verbonden was. Het was toch schrijnend te moeten realiseren dat de negentiger jaren uitgeroepen waren tot het decennium voor de evangelisatie en dat er in de meeste kerken en bij de meeste mensen nog bitter weinig van terecht gekomen was? We hadden nog een hoop werk te doen, alhoewel wij over het algemeen de mening hadden dat het anderen moeten zijn die het werk (voor ons) op zouden moeten knappen. Wij waren het toch die nalatig waren? Was het niet zo dat als wij ons actief aan onze opdracht zouden wijden, wij onmiddellijk in moeilijkheden zouden komen? Waren we nog steeds bereid om onze verantwoordelijkheid te nemen, of hadden we al bij voorbaat opgegeven? Als wij discipelen wilden maken, kwam dat omdat wij van Jezus houden omdat hij al van ons hield voordat wij er waren. Charles Wesley zegt het in ‘O Love divine, how sweet Thou art’ op de volgende manier:
Let Earth and Heaven and all things go,
Give me Thine only love to know.
Waar waren we gebleven? Bij de moeilijkheden? Als je in moeilijkheden zat had je hulp nodig Daarom: ‘and lo, I am with you always, even to the end of the age’.’De voorwaarde en de belofte horen bij elkaar. In ‘And can it be’ staat:
I rose, went forth and followed Thee
Dat is wat de Wesley’s deden. In 1738 kwamen ze tot bekering (‘They felt their hearts strangely warmed’). Ze klommen op hun paard om het met zo veel mogelijk mensen te delen, discipelen te maken. . . Hoe gaat het dan verder met de hymne waar we net een begin mee gemaakt hebben? Charles Wesley’s reactie op de belofte van Jezus uit Mattheus 28 is:
Amen, amen, my God and Lord,
If Thou art with me still,
I still shall speak the gospel word,
My ministry fulfil.
Hoe zat het ook al weer met ons? Stopten we bij de belofte, of gingen we verder? A.G. & Kate gingen na deze uitleg van de hymne verder met het volgende deel, het eerste couplet van dit deel is het couplet waar de moeilijkheden op ons af komen. Of dat ook de reden geweest is waarom het niet in de hymnboeken staat is niet bekend:
Thee I shall constantly proclaim,
Though earth and heil oppose,
Bold to confess Thy glorious name
Before a word of foes.
Before a word of foes.
Jesus the name, high over all
In hell, or earth, or sky,
Angels and men before it all,
And devils fear, and fly.
And devils fear, and fly.
Jesus, the name to sinners dear,
The name to sinners given,
It scatters all their guilty fear.
And turns their heil to heaven.
And turns their heil to heaven.
Jesus the prisoner’s fetters breaks,
And bruises Satan’s head.
Power into strengthless souls it speaks,
And life into the dead.
And life into the dead.
O that the world might taste, and see
The riches of His grace!
The arms of love that compass me,
Would all mankind embrace.
Would all mankind embrace.
O that my Jesu’s heavenly charms
Might every bosom move I
Fly sinners, fly into those arms
Of everlasting love.
Of everlasting love.
Sinners, behold the Lamb of God,
On Him your spirits stay;
He bears the universal load,
He takes your sins away.
He takes your sins away.
His only righteousness I show,
His saving grace proclaim;
‘Tis all my business here below
To cry, Behold the Lamb.
To cry, Behold the Lamb.
Happy if with my latest breath
I might but gasp His name,
Preach Him to all, and cry in death
Behold, behold the Lamb!
Behold, behold the Lamb!
Omdat A.G. tijdens het zingen van deze hymne een snaar gebroken had, gaf hij de dienst weer over aan Teifion Humphreys. Deze had toen A.G. & Kate op weg naar de kerk waren al een Bijbelgedeelte uitgezocht, dat hij nu wil gaan voorlezen. De Heilige Geest werkt op een bijzondere manier volgen Teifion Humphreys, want A.G. & Kate waren niet van op de hoogte van welk Bijbelgedeelte Teifion Humphreys gekozen had. Het gedeelte dat Teifion uitgezocht had ging over mensen die de moed inmiddels opgegeven hadden, de mensen die jammerden en klaagden en rouwden om iemand die dood was, maar ze hadden geen rekening met Jezus gehouden…
Het onderstreepte gedeelte was de kern van deze lezing. Het dochtertje van Jairus had niet alleen genade van Jezus ontvangen, maar nieuw leven; precies hetgeen waar A.G. & Kate in dit programma over gezongen hadden. Wat gebeurde er daarna met het meisje? Ze kreeg te eten. Straks, later in deze dienst, zullen wij ook eten… Het leven van Jezus absorberen in ons eigen leven, in onze wereld, dat is de kern van het hele verhaal. Na de Bijbellezing en een klein stukje tekstuitleg van Teifion Humphreys wordt een collecte voor A.G. & Kate opgehaald. Als de collecteschaal weer terug bij Teifion is zegent hij de collecte (zoals dat in de Methodistenkerken gebruikelijk is):
Terwijl A.G. aan de aanwezigen vroeg of ze de tijd hadden voor 166 Avondmaal hymnen (Charles Wesley publiceerde ze in 1745) begon Teifion Humphreys met de voorbereidingen voor het eigenlijke avondmaal. John Wesley schreef over het Avondmaal: ‘And that no fitness is required at the time of communicating but a sense of our state, of our utter sinfulness and helplessness; everyone who knows he is fit for hell being just as fit to come to Christ, in this as well as all other ways of his appointment’.
‘Father, thine own in Christ recieve’ was de eerste van drie avondmaalsliederen, ‘Let all who truly bear’ was de tweede en ‘On that sad memorable night’ was de derde en laatste uit dit kleine voorproefje van de nieuw uit te brengen dubbel LP. Deze derde hymne was de eerste van 166 die door Charles Wesley gepubliceerd werden. Deze hymne geeft een goede beschrijving van het avondmaal zoals dat toen (en tegenwoordig nog steeds) in de Methodistenkerk gevierd wordt.
In that sad memorable night
When Jesus was for us betrayed,
He left His death-recording rite,
He took, and bless’d, and brake the bread.
And gave us His own their bequest.
And thus His love’s intend exprest:
Take, eat, this is My body, given
To purchase life and peace for you.
Pardon and holiness and heaven;
Do this My dying love to show.
Accept your precious legacy.
And thus, My friends, remember Me.
He took into His hands the cup,
To Crown the sacramental feast.
And full of kind concern look’d up.
And gave what He to them had blest;
And drink ye all of this, He said,
In solemn memory of the dead.
This is My blood which seals the new
Eternal covenant of My grace,
My blood so freely shed for you,
For you and all the sinful race;
My blood that speaks your sins forgiven.
And justifies your claim to Heaven.
The grace which I to all bequeath
In this divine memorial take.
And, mindful of your Savior’s death.
Do this, My followers, for My sake,
Whose dying love hath left behind
Eternal life for all mankind.
Op dat moment nam Teifion Humphreys de dienst weer over en begon hij aan de Avondmaal liturgie. Deze bestond uit een reeks van lezingen waarop de gemeente reageerde. Terwijl dit z’n beslag nam werden tevens de praktische voorbereidingen getroffen.
Na deze instellingswoorden voor het avondmaal (precies de zelfde tekst wordt ook bij ons in de kerk gebruikt), nodigde Teifion Humphreys de gemeente tot het avondmaal met de woorden:
Vervolgens kwam het moment dat de gemeente, rij voor rij, naar voren ging, knielde aan de ‘communion rail’ en onder de woorden ‘The body of Christ, that was given for you. Take and eat, remembering that He died for you’ het brood uitgereikt kreeg. Daarna de wijn (in héél erg kleine glaasjes): ‘The blood of Christ that was shed for you. It will keep you in eternal life’. Teifion Humphreys besloot deze Avondmaalsviering met de woorden ‘Go in peace into this World. You be the peacemakers and the disciplemakers. And remember always that Jesus is with you to the end of time. Amen’. Tijdens de viering zongen A.G. & Kate heel zachtjes ‘Thou hidden source of calm repose’. Teifion Humphreys gaf aan, dat toen hij dominee werd, hij beloofd had dat hij geen avondmaalsviering voorbij zou laten gaan zonder dat de aanwezigen elkaar (de hemelse) Vrede toe te laten wensen. De mensen geven elkaar de hand en wensten elkaar vrede toe. Voor mij riep dat hetzelfde gevoel op als wanner wij bij ons in de kerk hand in hand ons slotlied voor een Avondmaalslied zingen:
Wij reizen met elkander.
Wij wand’len hand aan hand,
De een zij tot steun de ander
Op weg naar ’t vaderland.
Komt sterkt opnieuw den moed,
Weest rustiger en blijer.
Van aardse banden vrijer.
Ons wacht een eeuwig goed!
Teifion deed, nadat de mensen elkaar de Vrede toegewenst hadden een oproep aan de aanwezigen om als de collecteschaal voorbij zou komen toch aan A.G. & Kate en het werk dat zij deden te denken. A.G. & Kate dankten de aanwezigen voor hun gastvrijheid en gaven aan dat ze veel hebben kunnen delen, maar dat ze graag langer zouden willen blijven (en zeker graag terug zouden willen komen). Het allerlaatste wat we in deze dienst samen met elkaar zongen is het refrein van # 311 ‘O let me commend my Savior to you’, een refrein waarvan Dr. William Edwin Sangster ooit schreef dat alles waar het Methodisme voor staat er in is samengevat. sterker nog, Dr. Sangster schreef in 1949 een boekje over evangelisatie onder dezelfde titel… Voor ons was het de perfecte hymne om deze dienst mee af te sluiten.
O let me commend my Savior to you,
I set to my seal that Jesus is true:
Ye all may find favor who come at His call;
O come to my Savior; His grace is for all.
Nadat A.G. & Kate samen met ons deze slothymne gezongen hadden, sloot Teifion Humphreys deze dienst af met een kort gebed.
Door samen met de aanwezigen de zegen uit te speken eindigde ons samenzijn in de Methodist Chapel van Lower Bebington.
Na deze indrukwekkende zondag gingen we samen naar Teifion en Jean’s huis om daar wat te eten en na te praten over hetgeen we allemaal meegemaakt hadden. Uiteraard waren daar veel zaken bij met betrekking tot Wales (zoals te verwachten was) maar ook de achtergronden van Teifion’s kerkelijk bezig zijn kwamen weer aan de orde. Alhoewel wij de mensen nu net twee dagen kennen ben ik een beetje overdonderd door de openheid en de ‘straightforwardness’ (recht op het doel af gaan) van onze gesprekken. Om een uur of elf trokken A.G. & Kate zich terug naar hun caravan. Teifion en Jean geven vrijwel onmiddellijk nadat ons duo hun hielen gelicht hadden aan dat wat hun betreft de dag ook lang genoeg geduurd had en ze gingen dus ook maar naar boven, echter niet nadat ze mij gevraagd hebben hoe laat ik de volgende ochtend gewekt wilde worden. Aardig subtiel, deze hint. Voordat ik echter überhaupt aan slapen toe kwam, praatte ik nog een tijdje verder met Graham, de zoon des huizes. Tot mijn grote verbazing is hij nog fanatieker in z’n (anti-Engelse) standpunten dan z’n vader en z’n moeder. Iets meer tolerantie bevalt mij toch een stuk beter… Met het programma van A.G. & Kate kon hij niet zo verschrikkelijk goed uit de voeten, het was hem een beetje te moeilijk af en toe. Wel vond hij het prachtig dat er nu eens mensen in de kerk waren die muziek maakten waar je bij stond. Zelf speelde hij ook wel wat gitaar, zo vertelde hij; maar de mondharmonica vond hij toch het mooist. Of het niet mogelijk was dat A.G. of Kate daar wat aandacht aan ging besteden? Na een uur of zo klonk de stem van Teifion: of we nog steeds aan het praten waren en of we er aan wilden denken dat er mensen waren die graag zouden willen slapen…
Voor mij zou de volgende dag een spannende dag worden Al dagen achtereen vertelden A.G. & Kate allerlei verhalen over Wales. Nog één nachtje slapen en dan is het eindelijk zo ver…
Hoi Harry. Bedankt. Deels interessant, omdat je heel leuk schrijft en grotendeels weer veel te religieus… Sorry! Ik lees liever jouw wereldse verhalen. Hartelijke groeten! Fijne Zondag!
En ik waardeer het dat je de moeite neemt om mij het te vertellen Dennis! Het compliment doet me sowieso goed…
Allereerst Dennis, ik vind het echt leuk om jouw naam ook zo nu en dan tegen te komen op deze pagina. Harry zorgt ervoor dat een stuk van onze geschiedenis bewaart blijft. Een bijzondere en mooie tijd hebben wij meegemaakt in ons Country verleden. Ik moest wel even glimlachen toen jij Harry een fijne zondag toewenste. We wensen elkaar wel een fijne zondag toe maar nooit bijvoorbeeld een fijne woensdag of zoiets. Zijn toch van nature alle mensen een beetje religieus??
Tja Harry, ‘k lees ik net het stukje van Dennis. Ik vind het nait echt störend en ik mag ook wel groag de gedachte achter dei laideren lezen. En wat aanvult mit wat geschiedenis van de bruiers Wesley. Ach, ik bin gewoon een veulvroat van dien verhoalen. Wat ik wel opvallend vind is dat Dennis die een Fijne Zondag wenst en gain fijne moandag of zo. Dus toch een beetje religieus dei Dennis? Goa zo deur Vogel!!
Tja Nobbe… Een dubbele reactie van jou deze keer… Ik kom jou en Dennis allebei tegemoet met een nieuw deeltje van de ‘Unpublished Bill Clifton interview’. Dennis kan een iets minde religieus verhaal lezen en jij was sowieso al een veelvraat… Komt dus helemaal goed!