Zaterdag 23 november 1991; de achtste vakantiedag.
Naar mijn bescheiden mening hebben de Engelse bedden bijzondere eigenschappen, want ik had de voorgaande nacht heerlijk geslapen, ‘k Had me die ochtend zelfs in m’n ‘eigen’ badkamer kunnen douchen. Tegen de tijd dat ik helemaal fris en fruitig in Valerie’s woonkeuken aankwam was Kate al druk bezig wat telefoontjes te plegen. Terwijl ik snel wat begon te hannesen met melk en cereals en dergelijke vertelde Kate me de plannen voor deze dag. Eerst moesten we de spullen inpakken; dat moest vrij snel gebeuren, want er was die ochtend een ‘fayre’, een soort rommelmarkt, gaande in de kerk. Gisteravond, tijdens het programma van A.G. & Kate, waren er al verschillende mensen met de voorbereidingen van deze ‘fayre’ bezig. Vandaag zouden we tijdens het inpakken naar het resultaat kunnen kijken. Een en ander kwa bij mij over als een beetje ‘n soort zielige vertoning. Veel vrouwen, vrij weinig mannen, de organisatie die tegen het eind van de maand november een paar pond binnen proberen te halen met een soort rommelmarkt die eigenlijk voornamelijk op kerst gericht is…
Na het inpakken en het afscheid nemen van de enkeling die ons nog herkende van ’t programma van de vorige avond werd de caravan achter de Landrover gehaakt en waren we bijna klaar om te rijden. Kate had een garage ontdekt waar ze Calorgas (propaangas in metalen flessen) verkochten. A.G. & Kate gebruikten dit in de caravan voor de verwarming en ook om op te koken. Ik kon mooi even meelopen om de lege flessen de ene kant op en de volle flessen de andere kant op te sjouwen terwijl A.G. nog snel even met z’n polaroidcamera een foto van de kerk maakte.
Uiteindelijk waren we dan zover. Vlak buiten Newton stopten we nog even bij het huis van John Turner, een van de leden van de kerk waar we de voorgaande avond waren. Hij was de voorgaande avond bij het optreden en vroeg toen of we nog even langs kwamen om afscheid te nemen. John en z’n echtgenote hadden een bedrijfje dat evangelische kaarten produceerde aan de hand van eigen ontwerpen en zelf gekalligrafeerde (Bijbel)teksten. Heerlijke gesprekken volgden, we kregen zelfs een pakje met kaarten mee… Via het Peakdistrict reden we langs een min of meer toeristische route naar The Wirral, het schiereiland dat ten zuiden van de Mersey bij Liverpool ligt. Eigenlijk is het een landtong tussen Liverpool en Wales (aan drie kanten omgeven door water).
Onze route leidde ons via het Peakdistrict. Het Peakdistrict is een gebied van circa 200 vierkante kilometer in Derbyshire een aanliggende county’s, alhoewel het hoofdzakelijk met Derbyshire geassocieerd wordt. Het is er verschrikkelijk verlaten en ontstellend mooi, langs de weg zie in de beekjes af en toe kleine watervalletjes die een prachtig klaterend geluid maakten. Nog steeds vind ik het erg jammer dat ik geen fotoboek over deze streek heb kunnen vinden tijdens deze reis. Af en toe probeerde ik vanuit de auto foto’s te maken, maar omdat het al wat donker begon te worden en ik vrij trage film in de camera had, was er geen beginnen aan. Tijdens onze tocht door een klein dorpje zag A.G. ineens een boekenwinkeltje dat hij nog niet eerder ontdekt had. Een noodstop volgde… Kate reageerde wat ontstemt, maar A.G. kwam even later terug met een paar prachtige aanwinsten die terstond boven in een van de kisten op de Landrover opgeborgen moesten worden omdat de rest van de auto al vol was (onder andere ook met veel boeken). Even later zagen we rechts van ons in de verte Haddon Hall liggen, een landhuis dat indertijd nog door Anna Bolyn bewoond werd voordat ze in opdracht van Koning Henry VIII onthoofd werd. Haddon Hall werd in de 14e en 15e-eeuw gebouwd en ingericht en bevindt zich vrijwel volledig in de originele staat. Tegenwoordig woont de Duke of Rutland er (af en toe). Wij hadden geen tijd voor een bezoek deze keer. Kate gaf aan dat als we nog op tijd in Lower Bebington wilden aankomen, we zeker vlot door zouden moeten rijden. De rest van de reis verliep voorspoedig, na het Peak District volgden wat meer bebouwde gebieden en spoedig reden we op de rondweg rond Chester, op zoek naar de juiste afslag.
Het was al helemaal donker toen we Lower Bebington binnen rijden. Kate zat klem tussen A.G. en mij in en was met behulp van een zaklantaarn de toegezonden instructies aan het lezen om toch maar vlot de juiste kerk te vinden. Of er in de aanwijzingen een verkeerde kerk opgegeven stond weet ik niet meer, maar op een gegeven moment kwamen we bij een totaal verlaten Methodistenkerk aan. De lampen in deze kerk waren uit, er was verder niemand en het was een heidens karwij om de Landrover en de caravan achter de kerk geparkeerd te krijgen.
We hadden ons inmiddels al in de caravan teruggetrokken toen er opeens een oud mannetje met een hondje aan kwam lopen en ons duidelijk maakte dat het optreden bij de andere Methodistenkerk in Lower Bebington gehouden zou worden. Op de vraag of we daar de caravan ook zouden kunnen parkeren werd ontkennend geantwoord, hetgeen betekende dat ons duo zich eerst om moest kleden in de optreedkleren van die avond voordat de caravan afgehaakt en geparkeerd kon worden. Het was logisch dat door al deze slordigheden in de plaatselijke organisatie de stemming aardig beneden nul kwam, niet in het minst doordat de tijd nu behoorlijk begon te dringen. De man met het hondje gaf goede aanwijzingen en wij vonden de juiste kerk vrij vlot.
Terwijl verschillende mensen al binnen begonnen te komen begon ik met een van de dingen waar ik (in die tijd) goed in was; zo snel mogelijk zo veel mogelijk spullen de kerk in sjouwen zodat de Landrover afgesloten kon worden en we binnen de geluidsinstallatie op konden gaan bouwen. In recordtempo bouwden we de zaak op en waarachtig, A.G. & Kate konden nota bene min of meer op tijd met hun programma beginnen. Van alle frustraties voorafgaan aan het optreden was op dat moment (even) geen spoor meer over, de mensen die in de kerk zaten konden er immers ook niets aan doen. Het programma begon op een voor A.G. & Kate inmiddels kenmerkende wijze met drie verschillende ‘readings’:
‘People were bringing little children to him, for him to touch them. The disciples turned them away, but when Jesus saw this he was indignant and said to them, ‘Let the little children come to me; do not stop them; for it is to such as these that the kingdom of God belongs. I teil you solemnly, anyone who does not welcome the kingdom of God like a little child will never enter it.’ Then he put his arms around them, laid his hands on them and gave them his blessing’. Bron: Markus 10s 13–16
‘The Spirit himself and our spirit bear united witness that we are children of God.’ Bron: Romeinen 8: 16
De laatste van deze drie ‘readings’ gaf aan dat het thema voor deze avond ‘Assurance’, ‘zekerheid’ zou zijn. De zekerheid dat je zonden vergeven kunnen worden… ‘My God I’m thine’ was een hymne die daar perfect op aansloot.
Het feit dat levens veranderen kunnen was ook een van de thema’s van deze hymne. Op dat moment in het programma werd het tijd voor een volgende ‘reading’. Deze keer uit Alan Walker’s ‘A ringing call to mission’, onmiddellijk gevolgd door een lezing uit Mattheus 28; het zendingsbevel. Hieruit volgde voor ons allemaal de opdracht dat we aan het werk moesten gaan met de opdracht die Jezus ons hier op aarde geeft. Natuurlijk waren de mensen deze avond niet alleen gekomen op A.G. te horen praten, maar ook om A.G. & Kate samen te horen zingen. Het programma werd dan ook vervolgd met ‘Ah! wither, should I go’ een hymne waarvoor A.G. & Kate zelf de muziek geschreven hebben omdat de originele muziek hen niet aanstond. De manier waarop het nu gezongen wordt deed mij een beetje aan de stijl van The Carter Family denken. A.G. & Kate hebben indertijd nadat ze deze hymne op de LP ‘Come, O Thou travelIer unknown’ opgenomen hebben een versie van deze hymne gevonden met 16 in plaats van 8 coupletten, deze versie is ook afgedrukt in het bij de LP horende boek(je).
Burdened, and sick, and faint?
To whom should I my trouble show.
And pour out my complaint?
My Savior bids me come.
Ah! why do I delay?
He calls the weary sinner home-
And yet from him I stay.
What is it keeps me back,
From which I cannot part?
Which will not let my Savior take
Possession of my heart?
Some cursed thing unknown
Must surely lurk within,
Some idol, which I will not own,
Some secret bosom sin.
Jesus, the hindrance show,
Which I have feared to see;
Yet let me now consent to know
What keeps me out of thee.
Searcher of hearts, in mine
Thy trying power display;
Into its darkest corners shine,
And take the veil away.
I now believe in thee
Compassion reigns alone;
According to my faith, to me
O let it. Lord, be done!
In me is all the bar
Which thou wouldst fain remove;
Remove it, and I shall declare
That God is only Love.
A.G. gaf nog de aanvulling op deze hymne dat het oorspronkelijk thema redding voor iedereen was (‘Salvation for all’). Thematisch verwant met deze hymne was ook het laatste deel van hymne # 226, ‘Let earth and heaven agree’, ook hierbij was ‘all’ een centraal begrip.
Al eerder hadden A.G. & Kate aangegeven dat je, indien je gevolg gaf aan de opdracht zoals Jezus die stelt in Mattheus 28, je zonder enige twijfel in de problemen zult komen. Je zou dus continue aan jezelf moeten blijven werken. Het was bepaald niet een eindige opdracht zoals die aan ons gegeven is… Mac Odell schreef indertijd een prachtige gospelsong met als onderwerp de vragen die je bij anderen zou kunnen oproepen door je eigen manier van leven. ‘You may bet he only Bible (that a whole lot of people will ever read)’. Als we het antwoord gevonden hebben, dan is het tijd voor ‘What we have felt and seen’.
What we have felt and seen,
With confidence we tell.
A.G. & Kate sloten voor deze avond het programma af met een oude bekende van Frankie Bailes, de vrouw van Walter Bailes. Zij was het die ‘Travelling the highway home’ schreef. Merkwaardig toch hoe deze toch vrij moderne gospel prachtig in de lijn van dit Wesley programma paste… Want ook in ‘Travelling the highway home’ is ‘Assurance’ (zekerheid) weer het kernbegrip. Ik heb de song hieronder geplaatst in een uitvoering van Ralph Stanley (is ook prachtig)…
Na het inpakken van de apparatuur kocht ik bij één van de vrouwtjes die in een zijzaaltje de boeken- en platentafel in de gaten hadden gehouden een paar mokken met een plaatje van deze kerk er op. Ik wist al een tijdje dat A.G. gek was op ‘Methodistisch aardewerk’; eentje is voor hem dus… Zelf houd ik er ook maar eentje achter, ’t was immers een aardig aandenken aan deze plaats. Na al deze zaken afgehandeld te hebben werd ik meegetroond door Teifion Humpreys en z’n echtgenote. Uiteraard ben je dan eerst wat afwachtend omdat je weer bij nieuwe mensen onderdak gebracht bent, maar al snel was het ijs gebroken en praatten we honderduit over A.G. & Kate, mijn ‘geestelijk nest’, het programma voor morgen enzovoorts.
Het bleek dat Teifion en z’n vrouw oorspronkelijk uit Wales kwamen, en omdat wij over een paar dagen ook die kant uit zouden gaan leidde ik het gesprek een beetje in die richting. Al snel zaten beiden op hun praatstoel en werd er honderduit gesproken over de vroegere uitbuiting van Wales door de Engelsen en over de huidige nationalistische gevoelens onder de bevolking aldaar. Er was een duidelijke parallel te trekken met de Friezen bij ons in Nederland. Ik had echter wel de indruk dat de mensen in Wales wat fanatieker en beter georganiseerd waren (er van uitgaande van het feit dat Teifion een representatieve steekproef was…). Omdat morgen een drukke dag zou worden (twee of drie programma’s) werd het tijd om mijn bed en het boek van Weatherhead maar weer eens op te gaan zoeken…
Facebook reacties