Maandag 25 november 1991; de tiende vakantiedag.
Vroeg in de ochtend was ik al klaarwakker, eerst ging ik maar wat verder in m’n boek, het opstaan kon nog wel even wachten leek me. Tegen de tijd dat ik eindelijk beneden kwam waren Teifion en Jean Humpreys al lang met verschillende dingen bezig. Teifion zat in z’n kantoortje en had het druk met allerlei dingen te regelen voor de kerk en Jean legde de laatste hand aan het vullen van de wasmachine. Terwijl we even stonden te praten herinnerde ik me dat Kate mij gisteravond vertelde dat ze rond de middag van plan waren te vertrekken naar Noord-Wales. Ik had dus nog de hele ochtend tijd om andere dingen te gaan doen voordat A.G. & Kate mij op zouden komen halen. Teifion en Jean overlegden even samen en plots kwam Jean met het idee om Teifion en mij naar Port Sunlight te sturen. Geheel onwetend over hetgeen mij voorgesteld werd stemde ik toe in de veronderstelling dat het vast en zeker leuk zal zijn. Dat bleek later ook het geval te zijn. Teifion verzekerde me van het feit dat Port Sunlight leuk zou zijn en vertelde me dat ik maar snel m’n spullen klaar moet zetten want we hadden niet zo verschrikkelijk veel tijd meer. Toen we in de auto zaten vertelde hij me van z’n idee over de route van deze korte excursie.
Allereerst gingen we naar de kade in Birkenhead, een plaats die iets noordelijk van Bebington ligt. De rivier tussen Birkenhead en Liverpool is indertijd wereldberoemd geworden door het liedje ‘Ferry across the Mersey’ (van Gary & the Pacemakers), u begrijpt het al, de Mersey stroomt geweldig breed tussen Bebington en Liverpool… Inderdaad is tussen de flarden mist door in de verte iets van Liverpool te zien. Teifion zat me te pesten met de dingen die ik in Liverpool zou kunnen gaan zien als ik daar de tijd voor zou hebben, maar ja, geen tijd… Wij vervolgden onze reis naar het oorlogsmonument (1914 – 1918; ‘the great war’) op een groot plein voor de Lady Lever Art Gallery, aan de rand van Port Sunlight. Het monument is er een zoals als zovele monumenten, maar hier verteld Teifion het verhaal dat de beelden rond het monument naar foto’s van gesneuvelde soldaten uit de stad ontworpen zijn. Met een dergelijk verhaal in het achterhoofd kijk je toch met iets andere ogen naar een dergelijk monument. Tussendoor vertelde Teifion nog even dat de bekende film ‘Chariots of fire’ deels ook in Bebington opgenomen is… Omdat Teifion met mij de Lady Lever Art Gallery bekijken wilde, reden we met de auto door Port Sunlight.
Na een schitterende tocht langs de verschillende huisjes in Port Sunlight (what’s in a name…) brachten we een bezoek aan de Lady Lever Art Gallery. Hier zagen we onder andere de grootste verzameling van werkelijk schitterend Wedgewood porselein buiten de Wedgewood fabrieken, allerlei mooie schilderijen en prachtige meubelen en beelden. Werkelijk zeer de moeite waard! William Hesketh Lever wilde door middel van de Art Gallery (een deel van) zijn welstand op een symbolische manier weer teruggeven aan de mensen waar hij het uiteindelijk aan te danken had.
Eigenlijk veel te laat kwamen we weer bij het huis van Teifion en Jean aan. Hier hoorden we dat A.G. & Kate ondertussen naar de kerk waren gegaan zijn om daar de geluidsinstallatie in te pakken. Omdat de tijd een beetje begon te dringen, zeker naar de mening van Kate, pakten we snel de Landrover in. Daarna gingen we nog even terug naar Jean gaan om gedag te zeggen om vervolgens snel te maken dat we op de plaats van het optreden van deze avond zouden komen. Jean had pizza en een lekkere salade voor ons klaar staan, ons vertrek werd daardoor nog meer vertraagd. Zeker omdat het met ons vijven ons best deden om het gesprek van gisteravond nog even weer over te doen… Nadat ik door middel van een LP van A.G. & Kate Teifion en Jean voor hun gastvrijheid bedankt had en we verder afscheid genomen hadden werd het dan eindelijk hoog tijd om te vertrekken. Ons voorlopige reisdoel was Gobowen in het Chirk circuit in Noord-Wales, hier zouden we een dag of drie blijven. Bij de grens passeerden we een groot bord met het opschrift ‘Croeso i Cymru / Welcome to Wales’. Ooit had A.G. een song geschreven met dezelfde titel, u kunt het vinden op het eerste EP’tje van A.G. & Kate (de eerste song op de A-kant). Het eerste wat me opviel als we Wales binnenrijden zijn de tweetalige plaatsnaamborden (Friesland!), verder was het landschap niet echt mooier of minder mooi als aan de andere kant van de grens met Engeland. Omdat we, zoals vrijwel elke dag, wat krap in de tijd zaten reden we maar direct naar de kerk waar we deze avond zullen doorbrengen.
Eenmaal bij de kerk in Gobowen aangekomen kregen we de schrik van ons leven. De mensen waren zo vrij geweest om zelf een affiche voor het optreden te fabriceren, maar het ontbrak ze aan de vaardigheid om netjes te schrijven, laat staan fraai te tekenen. De affiches hingen door het hele dorp en waren werkelijk een aanfluiting voor hetgeen waar A.G. & Kate de laatste 20 jaar voor stonden. Later hoorden we dat de oorspronkelijk door Kate toegezonden posters waarschijnlijk in de post waren blijven steken… Omdat we zo laat zijn begon ik alvast, terwijl het duo zich omkleedde, de apparatuur naar binnen te dragen. Omdat de dorpelingen ook gelijktijdig binnen beginnen te lopen en er aan de deur gecontroleerd werd merkte ik dat er kaartjes verkocht waren, sterker nog, de hele kerk zat vol met ‘kaartjeskopers’. Er was voor minstens £ 100,- aan kaartjes verkocht naar mijn schatting. Toen ik A.G. & Kate m’n ontdekking vertelde ontstaken ze in grote woede en teleurstelling. Ze vroegen zich terecht af wat er van de rest van deze avond terecht zou komen. Tijdens het opbouwen van de geluidsinstallatie ontmoetten we ook Mike en Valerie Price, m’n onderdak voor de komende paar nachten. Valerie Price had de optredens rondom Chirk georganiseerd, ze was een van de nieuwe contacten van A.G. & Kate, ze zouden haar heus niet in de kou laten staan – het optreden ging dan gewoon van start…
De dominee voor deze avond was wel aanwezig, maar hij vertikte het eenvoudig om het samenzijn met gebed te openen (laat staan te sluiten…), het begin van het optreden was door deze opstelling eigenlijk al om zeep geholpen. Voor A.G. & Kate blee er dan nog maar één ding over; manmoedig doorzetten… Dat deden ze dus ook. Het publiek zou er op een dergelijke avond niets van kunnen merken dat ze zich bont en blauw hebben geërgerd aan de slechte organisatie. Het programma begon met een oude Johnny Cash Song ‘I called Him’. A.G. gaf aan dat het kernwoord van deze song ‘excitement’ was. Deze eerste song van dit programma werd gevolgd door ‘Out of the darkness, into the light’, een nummer dat we nog kenden van de tournees met The Bailes Brothers. De eerste regel van ’t laatste couplet van deze song vertelde (naar mijn gevoel) over Christus wederkomst, het refereert naar Openbaring 16: 1.
I wandered so far, I daunted life’s sea of sin,
Fearing the darkness, trouble within.
Then like a vision of heaven so bright,
I turned from the darkness into the light.
Out of the darkness, into the light,
Given the power to do what is right.
Protected each day by God’s holy might,
Brought out of darkness into the light.
Filled with your spirit may humble I be,
Never forgetting my need of Thee.
Walking each hour in Thy holy will,
Keeping my eyes on Calvary’s hill.
Out of the darkness, into the light,
Given the power to do what is right.
Protected each day by God’s holy might,
Brought out of darkness into the light.
When vials of wrath are spread on this land(*),
I will be sheltered by God’s holy hand.
While lost souls are seeking a place here to hide,
Jesus will keep me close by his side.
Out of the darkness, into the light,
Given the power to do what is right.
Protected each day by God’s holy might,
Brought out of darkness into the light.
Aansluitend op deze song volgde een lezing uit het werk van Donald English, uiteraard met de zelfde grondgedachte. Donald English vergeleek de wederkomst van Christus met de onthulling van een prachtig monument. Sommige mensen weten al van tevoren hoe het er uit ziet, anderen zouden verwijten (kunnen gaan) maken. ‘Waarom heb je mij er niet meer van verteld, ik had me dan vast anders opgesteld…’ A.G. vergeleek dit met ‘backsliders’; een voor mij inmiddels zeer bekende term uit het Methodisme. ‘Backsliders’ zijn mensen, die nadat ze eerst met groot enthousiasme het evangelie aanvaard hebben, het in het gedrang laten komen door de dagelijkse gang der dingen. Mattheus 13: 3-9 (de gelijkenis van de zaaier die uitging om te zaaien) illustreert voor mijn gevoel deze gedachte erg goed.
Uitgaande van hetgeen The Bailes Brothers stelden in ‘Out of the darkness, into the light’ zijn er drie mogelijkheden, stadia als het ware… A.G. & Kate vervolgen de gedachtenlijn van The Bailes Brothers dan ook met 3 verschillende hymnen. De eerste (nog steeds een van m’n favorieten) is ‘My God, I’m Thine’, uiteraard een hymne van Charles Wesley. Uit deze hymne sprak vertrouwen, maar ook een zekere opgewondenheid over de in de eerste regel gestelde zekerheid.
My God, I’m Thine;
What a comfort divine,
What a blessing to know that my Jesus is mine!
In the heavenly Lamb
Trice happy I am.
And my heart it doth dance at the sound of His name.
True pleasures abound
In the rapturous sound:
And whoever hath found it hath paradise found.
My Jesus to know,
And feel His blood flow,
‘Tis life everlasting, ’tis heaven below.
Yet onward I haste
To the heavenly feast:
That, that is the fullness; but this is the taste;
And this I shall prove,
Till with joy I remove
To the heaven of heavens in Jesus’s love.
Kate citeerde uit een (ander?) boek van Donald English: ‘how can you look so dull and so serious?’ Als we inderdaad zeker zijn van de stelling in deze hymne (‘My God, I’m Thine’), waarom zien we er dan steeds zo ‘dull’ en ‘serious’ uit? Het zou beter zijn dat we door ons gedrag vragen opwekten bij de mensen om ons heen, en meer nog dat we in staat zijn antwoorden op die vragen te geven… In 1807, slechts zestien jaar na het overlijden van John Wesley werd binnen de Societies al opgemerkt dat de Methodisten ‘respectable’ geworden waren… Er werden bijvoorbeeld geen openluchtdiensten meer gehouden omdat dat toch eigenlijk niet meer kon…
De tweede hymne was sterk met de vorige hymne verwant. Al eerder in dit verhaal schreef ik over ‘My heart is fixed eternal God, fixed on Thee’, een hymne die z’n oorsprong vindt in de Primitive Methodist Church en geschreven is door Richard Jukes. Deze hymne werd door A.G. gekoppeld aan een ‘reading’ uit een boekje van de Australische evangelist Alan Walker. Het thema van deze ‘reading’ was dat we ‘not only the crown’ zouden moeten nastreven, maar dat we meer vanuit het evangelie moesten leven als een ‘guideline to life’. De derde hymne in dit blokje was er weer een van Charles Wesley. Deze keer zongen A.G. & Kate ‘Jesu, Thy Boundless love to me’, ooit door John Wesley vertaald vanuit het Duits. Deze hymne kon als een gebed gelezen worden waarbij de vraag om steun centraal stond. Lezen we bijvoorbeeld het eerste en het tweede vers:
Jesu, Thy boundless love to me
No thought can reach, no tongue declare.
O, knit my thankful heart to Thee,
And reign without a rival there:
Thine wholly, Thine alone, I am,
Be Thou alone my constant flame.
O, grant that nothing in my soul
May dwell but Thy pure love alone;
O, may Thy love possess me whole,
My joy, my treasure, and my crown:
Strange flames far from my heart remove;
My every act, word, thought, be love.
Deze prachtige hymne ging nog een heel eind op deze wijze door. Van de oorspronkelijke tekst is het tiende couplet bij A.G. & Kate op de ‘chorussheets’ beland. Deze hymne kan gekoppeld worden aan een tekst uit Romeinen 8 (vanaf vers 6):
A.G. & Kate sloten het programma af met # 370 uit het hymnbook, ‘What we have felt and seen’. Deze hymne ging eigenlijk nog verder dan de voorgaande met betrekking tot ‘taking vows’; het doen van een gelofte met betrekking tot het verdere leven. Het optreden werd afgesloten met een oude bekende, ‘Wrestling Jacob’. Voor mij was dit zondemeer een programma met genoeg ‘vlees op de botten’ om er wat uit te kunnen halen. Op de één of andere manier was echter bij de bezoekers van dit optreden de indruk gewekt dat het een concert met een wat minder hoog ‘geestelijk’ gehalte zou zijn, waarbij de nadruk natuurlijk veel meer op de amusementswaarde van het geheel zou liggen. Naar mijn mening stond het A.G. & Kate dan ook zeer te prijzen dat ze ook in dit soort moeilijke omstandigheden niet voor de weg van de minste weerstand kozen… Wat de dominee betreft had ons duo waarschijnlijk niet een al te beste indruk gemaakt. De man was bijna nog voor de traditionele ‘tea and biscuits’ alweer vertrokken… A.G. & Kate waren na afloop van het optreden niet echt heel vrolijk, zeker toen bleek dat de apparatuur gelijk weer ingepakt moest worden omdat we morgen in een bejaardenhuis moesten spelen. Mike en Valerie verrichten wat hand-en-spandiensten en uiteraard werd er onderling over de slechte organisatie gemopperd, waarbij Valerie het voordeel van de twijfel ten deel viel. Het was natuurlijk ook wel sneu, om als je veel energie in het organiseren gestopt hebt te moeten constateren dat de plaatselijke organisatie de gemaakte afspraken toch net iets anders meende te moeten interpreteren.
Toen we eindelijk ingepakt waren nodigen Mike en Valerie ons uit om bij hen thuis nog wat verder na te praten. Bovendien moest ik ook die kant uit gebracht worden want mijn bed voor de komende paar nachten stond bij de familie Price. Het gesprek werd daardoor bij Mike en Valerie thuis voortgezet. Het meest verbazingwekkende gegeven was toch wel het feit dat er kaartjes verkocht waren terwijl de clou van A.G. & Kate’s optreden altijd was dat het als een ‘mission’ (evangelisatiewerk) door de plaatselijke gemeente opgepakt zou moeten worden… Deze avond was er ruim £ 100,- aan entreegelden binnengekomen, A.G. & Kate hadden daar £ 50,- van gehad, de rest stak de kerk in de zak. Valerie vertelde dat er voor overmorgen ook kaartjes verkocht waren, sterker nog, dat de woorden ‘free will offering’ van de postertjes ‘weggetyppext’ waren. Uit dat feit bleek wel dat er hier in Noord Wales mensen rondliepen die de intenties van ons aller duo niet volledig gesnapt hadden… Nadat A.G. & Kate naar hun caravan vertrokken waren polste Valerie bij mij nog eens naar de ernst van de nu ontstane situatie. Ik trooste haar maar wat met mijn vroegere ervaringen (zie boven), wat moest ik anders… Tegen de tijd dat het gesprek een beetje dood begon te bloeden gaf ik aan dat ik toch wel een beetje moe was. Mike snapt deze niet zo subtiele hint behoorlijk goed en onder begeleiding van het hondje van de familie Price werd ik naar boven begeleid. Een zeer (zeer, zeer, zeer) zacht bedje was mijn verblijfplaats voor de komende paar nachten. Na mij nog een uurtje aan m’n vakantiedagboek en aan m’n boek van Leslie D. Weatherhead vergrepen te hebben vond ik dat het allemaal wel goed was en dat we morgen maar weer eens verder moeten zien…
Facebook reacties