Onze najaarsexcursie vond plaats op vrijdag 18 oktober 2019. Het is zo langzamerhand een traditie dat mijn collega Jan-Albert Bleeker en ik met dit soort excursies mee gaan. Dit keer was de excursie niet op een zaterdag, maar op een vrijdag. We moesten allebei een vrije dag nemen. We gingen om 09:00 uur met een grote touringcar met een gezelschap van circa 60 personen naar het noordwesten van Friesland: de oude academiestad Franeker en de ‘Friese Beemster’, de in 1505 bedijkte Waddenpolder Het Bildt. Onze gids voor deze dag was dr. Kees Kuiken uit Haren, cultuur- en godsdiensthistoricus met Bildtse wortels. Ik ben altijd geïnteresseerd in de link tussen de excursie en de Groninger geschiedenis. Deze keer had ik wat moeite deze link onmiddellijk te zien, tijdens de excursie heb ik voornamelijk genoten van de weidse uitzichten (maar zeker ook van het verhaal van Kees Kuiken). Ik heb me er een beetje in verdiept en ben tot de (voorlopige) conclusie gekomen dat op het moment dat Het Bildt ingedijkt werd, de stad Groningen fungeerde als centrum van macht in de Noordelijke Nederlanden. Ik heb me ook afgevraagd waarom Kees Kuiken, onze reisleider, die in Haren woont en werkt en aan de RUG in Groningen gestudeerd heeft een proefschrift heeft geschreven over een polder in Friesland. Ik ben op zoek gegaan en kwam onderstaand citaat tegen uit de publiekssamenvatting van ‘Het Bildt is geen eiland. Capita cultuurgeschiedenis van een vroegmoderne polder in Friesland’:
Van mijn hait kreeg ik halverwege de jaren 1960 een door S.J. Hoogland uitgetypte stamreeks van mijn familie, die al in 1527 in Het Bildt boerde en voor die tijd in de buurt van Leiden. Mijn eigen Bildtse onderzoek begon in 1999, toen ik van de archiefonderzoekster Aleid van Poelgeest dikke stapels 15e en 16e-eeuwse akten uit Zuid-Holland kreeg opgestuurd. Daaruit bleek dat mijn familie in Het Bildt niet op een eiland leefde, maar nog een eeuw lang zakelijke en familiebanden met Zuid-Holland onderhield. Het deed me denken aan de Chinese migranten-wereld, die ik van mijn Chinese tolkpraktijk kende. Moderne migratie is geen eenrichtingsverkeer maar een netwerk van wat we tegenwoordig ‘translokale contacten’ noemen. In dit opzicht mag de 16e-eeuwse handel en wandel van deze eerste Bildtbewoners zeker modern heten.
Franeker:
Op weg naar Franeker passeerden we Dronryp, het geboortedorp van de revolutionair en planetariumbouwer Eise Eisinga (1744–1828). Eise Eisinga ontvluchtte op een bepaald moment Franeker en streek vervolgens neer in Visvliet. De bekende landmeter Jan Sems (1572–1635). We kennen Jan Sems onder meer van ‘de Semslinie’, de kaarsrechte grens tussen de provincies Groningen en Drenthe). Jan Sems werd in Franeker geboren. Zijn familie had een buiten in Het Bildt en ook een familiegraf. In Franeker wordt de bus geparkeerd bij de kaatsbaan en rustig aan wandelen we richting het centrum van dit oude stadje.
Op het plein tegenover de Martinikerk (voor het eerst in een oorkonde uit 1216 genoemd) krijgen we een klein hoorcollege van Kees Kuiken. Hij vertelt enthousiast over de verschillende stinzen en de stadsadel van Franeker. Mooi gerestaureerde panden doen aan deze periode herinneren. Uit de renaissanceperiode zijn 75 zerken bewaard gebleven in de Martinikerk. Wapens van de Franeker stadsadel zijn terug te vinden op verschillende van deze zerken. Verschillende adellijke families hadden tevens hun eigen altaren in de kerk, vermoedelijk aan de pilaren waarop fresco’s van beschermheiligen te zien zijn. De kooromgang – uniek in Friesland – bood nog meer ruimte aan zulke privé-altaren. Het hoofdaltaar op het koor zelf was gewijd aan Martinus, net zoals in Groningen de Martinikerk aan Martinus gewijd is. Toen Johan Sems acht jaar oud was (in 1580) werd de kerk geschikt gemaakt voor de protestantse eredienst. De fresco’s werden toen voorzichtig witgekalkt (wat een geluk voor de mensen van tegenwoordig: ze konden eenvoudig weer zichtbaar gemaakt worden). Van de fresco’s op twee pilaren heb ik foto’s gemaakt. Links is Sint Margaretha (Beschermheilige van onvruchtbare vrouwen en de boerenstand) afgebeeld en rechts Sint Apollonia (Beschermheilige tegen kiespijn).

We verlaten de kerk en wandelen gezamenlijk richting Brasserie de Stadstuin voor koffie/thee, dumkes, en oranjekoek. Gezamenlijk zorgen we er voor dat de zaak in één keer propvol zit… Vanuit Franeker reden we de polder Het Bildt binnen.


Voorgeschiedenis Het Bildt:
De Middelzee was ooit de trechtermond van de rivier de Boarn, die geleidelijk aan is dichtgeslibt. Het de bedijkingen van Het Bildt in 1505, 1600 en 1712 is de volledige inpoldering van de voormalige Middelzee voltooid. In 1505 liet de Friese landsheer Albrecht van Saksen Het Bildt bedijken door een consortium van voornamelijk Hollandse notabelen. Ten noorden van de oude slapersdijk (de Grienedyk) begint de vroegmoderne polder, die van Albrechts legeraanvoerder Veith von Drachsdorf een strak en rechtlijnig wegenplan kreeg. Dat wegenplan werd door Von Drachsdorf ontworpen op een kladje tijdens een mislukt beleg van Groningen. Rijke
Franekers hadden grote stukken van Het Bildt in gebruik en de stad zelf was eigenaar van circa 180 hectare Bildtland tussen Sint Jacobiparochi en de (Oude) Bildtdijk. Wij hebben een wandeling gemaakt door deze Franekerlanden. Op een kaart uit 1545 is te zien dat er aanslibbing plaats had gevonden ten noorden van de Oude Bildtdijk. Dat is in 1600 ingepolderd. Aan de nieuwe Bildtdijk ligt het streekje Zwarte Haan. Daar staat ook het standbeeld van de slikgraver, een verbeelding van de circa 1500 seizoenarbeiders die in 1505 door het consortium van Hollanders voor de eerste dijk zijn geworven. Dat was een bijna militaire operatie. ‘Homanschappen’ van honderd man legden elk een kilometer dijk aan. Binnen een jaar was de klus geklaard. Daarna vertrokken de arbeiders weer naar elders. In de halve eeuw na 1505 werd Het Bildt geleidelijk aan bevolkt met pachtboeren elders uit Friesland, maar vooral uit het overvolle Holland. Hun rijkdom (en herkomst) is te zien aan de kostbare wapenzerken in de Van Harenskerk in Sint Annaparochie.

Sint Jacobiparochie
In Sint Jacobiparochie wordt de bus in de nabijheid van de De Groate Kerk geparkeerd. Gezamenlijk luisteren we naar een quizvraag van Kees Kuiken. Waar doet deze kerktoren je aan denken? Het bleef opmerkelijk stil in het reisgezelschap. Pas na de hint van Kees hadden we het in de gaten… De toren van de kerk vertoont een opvallende gelijkenis met het torentje van Huis de Wolf aan de Rijksstraatweg 76 in Haren (zie foto). Geen wonder, want één van de eigenaren van Huis de Wolf – Atze Nannes Wassenaar (1867-1916) – kwam uit Sint Jacobiparochie in Het Bildt. Hij had een stukje van zijn geboortedorp meegenomen naar Haren als het ware.
Wij wandelen tot aan de plek waar de oude spoorbaan Stiens–Harlingen de weg kruiste; de oude spoorbaan lag om Sint Jacobiparochie heen. Tegenwoordig is de spoorlijn verdwenen, maar in het landschap is nog wel zichtbaar waar eens de spoorbaan lag. Wij wandelen door de Franekerlanden richting de Oude Bildtdijk. Tijdens de wandeling hebben we prachtige wolkenluchten, akkers met mosterdzaad, en suikerbieten gezien. Het is hier inderdaad een vruchtbaar gebied; zelfs een eigen aardappelras (zoals één van de medereizigers me toevertrouwde; de Bildtstar)… Ik heb enorm genoten van de wandeling en de verschillende gesprekken die ik tijdens de wandeling gehad heb. Ondertussen begint de lucht te betrekken, maar we zijn net op tijd bij de bus voordat de regenbui echt losbarst. Als we allemaal weer een zitplek hebben gevonden rijdt de bus naar Zwarte Haan. Onderweg is duidelijk te zien dat aan de ene kant van de Oude Bildtdijk kleine arbeidershuisjes staan, terwijl de kapitale winkelhaakboerderijen allemaal aan de andere kant van de Oude Bildtdijk te vinden zijn. Winkelhaakboerderijen zijn vooral in Het Bildt te vinden, maar zijn er waarschijnlijk door Zuid-Hollandse boeren geïntroduceerd. In onze hand-out van vandaag staat een kaartje uit 1596 van het dorp De Zilk bij Hillegom. Op dat kaartje zijn deze boerderijen duidelijk herkenbaar.


Zwarte Haan
De bus stopt bij Café-restaurant De Zwarte Haan, dat toepasselijk gelegen is in het buurtschap Zwarte Haan. Hier is voor ons een lunchbuffet voorbereid. Tomatensoep, mosterdsoep, belegde broodjes en een kroketje zorgen er voor dat het op een bepaald moment opmerkelijk stil wordt in het reisgezelschap. We laten ons een en ander goed smaken. Onze pauze is zodanig lang dat er nog tijd en gelegenheid is om met een aantal mensen uit ons gezelschap even naar de dijk te lopen en over het wad te kijken. In de verte zien we Terschelling liggen. Mij doet de setting een beetje aan Noordpolderzijl bij ‘ons’ in Groningen denken, maar dan anders. Door even op de dijk te staan wordt het opeens duidelijk dat je in een polder aan de kust bent en niet zo ver van de Waddenzee verwijderd bent. Het monument van de Slikwerker laat duidelijk de ontstaansgeschiedenis van Het Bildt zien. De noodzakelijke dijken zijn indertijd met schep en kruiwagen aangelegd. Inderdaad een monnikenwerk! Bovenop de dijk staan twee lange banken tegenover elkaar. Het blijkt een monument te zijn ter nagedachtenis aan de PVDA-politica Anita Andriesen (1957-2008) uit Oude Bildtzijl die zich gedurende haar carrière erg heeft ingezet voor het behoud van de kwaliteit van de ruimte in het Friese landschap. Ik vond het heerlijk om even uit te kunnen waaien en gelukkig was het weer droog geworden.



Sint-Annaparochie
Hier bezichtigen we de Van Harenskerk. Tussen 1682-83 werd de huidige kerk gebouwd op deze plek. Eerder hadden op deze plek twee andere kerken gestaan die steeds vervangen werden door grotere kerken. De bouwmeester van de huidige kerk was Willem van Haren. De kosten van de bouw werden bijeen gebracht door Willem van Haren zelf en een aantal rijke boeren uit de omgeving. Op een bepaalde manier is de kerk ook een tempel voor Willem van Haren en zijn vrouw. Zij hebben er een grafkapel. In de tweede kerk trouwde Rembrandt van Rijn met Saskia van Uylenburgh op 22 juni 1634, een beeld op het terrein van de kerk herinnert aan deze gebeurtenis. Het huidige kerkgebouw is in 2013 overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Vanuit Sint Annaparochie rijden we naar onze volgende en laatste stop van deze excursie.




Oudebildtzijl
We reden Sint Annaparochie naar Oudebildtzijl. In 1505 was Oudebildtzijl voorzien als zeehaven met een zijlhuis, maar in 1545 was de toegang tot de haven al volledig dichtgeslibt. We kregen de gelegenheid om in Cultureel bezoekerscentrum Aerden Plaats even onze benen te kunnen strekken. Ik kocht er een potje honing (lekker op m’n ochtendboterham) en na wat foto’s gemaakt te hebben van verschillende archeologische vondsten kreeg ik in de gaten dat het proefschrift van Kees Kuiken hier voor € 17,50 te koop was. Zowel Jan-Albert Bleeker als ik hebben een exemplaar gekocht en gelijk maar door onze reisleider laten signeren. In mijn geval werd een boek voor Vogel door Kuiken gesigneerd (zie foto). Ik heb er wel om kunnen lachen. Een paar deuren verder, bij het Graauwe Paard, stond weer koffie met oranjekoek voor ons klaar.
We hebben nog wat nagepraat en zijn via Stiens, Leeuwarden en Drachten terug naar Groningen gereden. Hier kwamen we tegen 18:30 uur voldaan en tevreden aan. We hebben deze dag weer veel geleerd. Wat ik altijd fijn vind aan deze excursies is het feit dat bij alles wat je in het landschap kunt zien historisch verklaarbaar is. Eigenlijk is het een hele lange geschiedenisles in de openlucht.

Geweldig verhaal! En leuke prachtige foto’s! 😀 Bedankt Harry voor zo veel moeite om zo’n gedetailleerde geschiedenis verhaal te schrijven!
Hé Mariya, wat een leuke verrassing dat je reageert! Jan Bleeker en ik gingen altijd samen mee met de excursies van Stad & Lande. Sinds Corona zijn er geen excursies meer, maar wie weet komen er nog nieuwe excursies. Wij gaan dan natuurlijk weer samen mee (Jan en ik).