Donderdag 21 november 1991; de zesde vakantiedag.
Tegen een uur of negen begon m’n kleine reiswekkertje me te vertellen dat het nu eindelijk tijd werd om maar eens op te staan. Het viel echter niet mee het zo zorgvuldig voor mij opgemaakte bed te moeten verlaten. Nog eventjes keek ik naar de Wedgewood verzameling van de vrouw des huizes voordat ik naar beneden ging. Trudy had mij de voorgaande avond gevraagd of ik de gewoonte had ’s morgens ook te ontbijten en of ik in het geval m’n antwoord ‘ja’ zou zijn maar om een uur of negen beneden wilde zijn. Gelijk nadat ik beneden kwam werd ik achter een gigantisch ontbijt gezet met onder andere ‘cereals, bacon & eggs, tomatos, bread, marmelade, grapefruit and tea’. Genoeg om deze vogel volledig uit het lood te slaan; geen wonder trouwens dat de dominee zelf zo’n stevige kerel is… Na het ontbijt heb ik de rest van de morgen, zeker tot een uur of één besteed aan het praten met de dominee, het lezen van m’n boek en het kijken naar ITV, een van de Engelse zenders die we toentertijd in Hoogezand (nog) niet op de kabel hadden.

Dit onderdeel van het ontbijt heb ik destijds maar laten liggen. We zijn inmiddels 32 jaar verder, het is nog steeds een soort fruit waar ik beslist niet gek op ben…

Om ongeveer 14:00 uur gaf Norman aan dat hij naar de kerk moest en omdat ik gezegd had dat ik nog een foto van de kerk wilde maken bood hij mee een lift aan. Bij de kerk aangekomen bleken er voorbereidingen voor een uitvaartdienst getroffen te worden. Inmiddels was het ook begonnen te regenen, dus na het maken van de foto’s ben ik (op voorstel van Norman) maar bij de dienst gebleven. Een oude dame, Ethel Redfern, bleek te zijn overleden. Binnen in de kerk werden de (door Norman gedrukte) liturgieën uitgereikt en voordat ik het goed en wel doorhad was er voor mij geen weg terug meer. De kist van Ethel stond voor in de kerk, Norman was druk met z’n dienst bezig en ik voelde mij vreselijk misplaatst en wilde dat ik maar weer bij het duo was…

A.G. & Kate waren inmiddels naar het huis van Norman en Trudy gereden om mij op te halen. Trudy zei dat ik even met Norman naar de kerk was gereden voor een foto en dat ik zo wel weer terug zou komen lopen. Wisten zij veel dat ik inmiddels weer bij Norman in de auto gestapt was en naar het crematorium was gegaan voor het laatste gedeelte van de rouwdienst. Al met al vond ik met name de crematie nogal kort, kil en onpersoonlijk, zelfs een beetje gehaast.

Onwillekeurig ga je dan over je eigen wensen en gedachten op dit gebied nadenken, over wat je graag wel en wat je beslist niet zou willen. Het is dan ook niet zo dat ik op basis van allerlei religieuze overwegingen tegen crematie zou zijn, maar de ervaringen die ik al eerder hier in Nederland opgedaan heb, gecombineerd met de crematie van Ethel Redfern heeft mij wel tot de overtuiging gebracht dat hetgeen ik hier gezien heb niet helemaal mijn wensen zijn…

Tegen de tijd dat ik weer terug kwam van mijn min of meer onvrijwillige excursie waren A.G. & Kate via de ‘manse’, volgens Trudy inmiddels al vertrokken naar Big Barn Lane, de kerk waar deze avond zouden optreden.

Toen ik naar de kerk toe gelopen was en mij bleek dat de Landrover daar niet stond realiseerde ik me dat het duo en ik elkaar dus weer eens misgelopen waren. Omdat ik in m’n uppie niets bij de kerk te zoeken had ben ik maar weer terug naar de ‘manse’ gelopen. Na een tijdje kwamen ook A.G. & Kate hier aan en konden we eindelijk met z’n drieën onze gang gaan. A.G. & Kate wilden graag nog even de stad in om wat te ‘browsen’ en mogelijkerwijs een paar boekenwinkels bezoeken. Onderweg naar de stad kon ik eindelijk m’n verhaal over de rouwdienst en de crematie van Ethel Redfern kwijt. Reken maar dat A.G. Kate behoorlijk verwonderd over m’n belevenissen waren…

Eenmaal in het centrum van Mansfield aangekomen volgt de inmiddels overbekende routine. De Landrover wordt geparkeerd en er volgt een run op de verschillende ansichtkaartje- en boekenwinkels. Veruit het meest populair (ook bij mij) zijn de winkeltjes waar zowel ansichtkaartjes en boeken (het liefst tweedehands en van religieuze aard) verkocht worden. A.G. is dan de eerste paar uur volledig het besef van tijd en geld kwijt en komt dan ook niet eerder weer tevoorschijn voordat de behoeften aan kaartjes en boeken (in omgekeerde volgorde) bevredigd zijn…

Onderweg naar weer de volgende boekenwinkel zagen we in een portiek een zieke, wat verfrommelde duif liggen. A.G. kreeg direct medelijden met het beestje en wilde of het dier meenemen zodat het in de caravan verzorgd kon worden, of Kate ter plaatse een dierenarts laten bellen zodat iemand anders voor het beestje kon zorgen. Uiteindelijk hebben zodanig op A.G. ingepraat dat hij er van overtuigd was dat het beter was als we eerst maar achter de boeken en iets te eten aangingen. Toen we tijdens onze wandeling langs een Kebabzaak kwamen hebben we onmiddellijk onze slag geslagen. Ik heb er een heerlijke Döner-kebab gehad.

Er zijn in hoofdzaak twee soorten Kebab’s. Je hebt een Döner-kebab, hier is rundvlees het voornaamste bestanddeel. De andere, ook zeer populaire soort is de Shish-kebab, hier wordt schapenvlees in verwerkt. De Döner-kebab heeft eigenlijk mijn voorkeur, hoewel het verschil met de Shish-kebab maar nihil is.

Later, bij een evangelische boekenwinkel waar ook koffie verkocht werd, liet A.G. z’n koffie koud worden omdat er eerst een kast met boeken doorgewerkt moest worden. Kate zei het ook tegen de verkoopster: ‘A.G. is more interested in books than he is in coffee’. De volgende ochtend moesten we volgens A.G. weer terug naar deze boekenwinkel omdat ze plastic beschermhoesjes voor boeken te koop hadden. A.G. wilde wel een stuk of 15 kopen, maar Kate gaf aan dat hij beter hoesjes voor de boeken kan kopen waar ze beslist om moesten ter bescherming van het betreffende boek. In een bak met LP’s  stonden nog 4 LP’s (‘Let me commend my Saviour to you’) van het duo. Het duo greep z’n kans en ruilde ze om tegen 4 nieuwere LP’s omdat de ‘Let me commend’s’ bijna uitverkocht waren. Een mazzeltje dus.

PERSBERICHT VOOR DEZE TOURNEE. For 19 years, 1972-1991, A.G. and Kate have been travelling all over the world. Every year they return to England, Wales, America, every couple of years they go back to Shetland and in between tours they work in Holland. When they first started, in 1972, A.G. was a teacher and Kate was still studying. The playing was mainly done during the holidays and in weekends. Their first trip to England, as a duo, was in 1975. and they been back every year. In 1982 and in 1983 they sang at the Wembley Country Music Festival in London, one of the biggest in the world. In 1975 their first mini-LP was released, and two more followed in 1976 and 1977. On the 1st of January 1978 they decided to take the big step and become fulltime musicians. A big jump from a secure job to a very insecure one. A year later their first L.P. was released on the Strictly Country label. An album full of their own songs, just like the three mini-LP’s. The same year they did a recording session with Don Stover (banjo) and Red Rector (mandolin). It took till 1987 to have the first part of these sessions released on album. Ever since they started, they organized shows in their own home, The Grand Ole Opry, in Rijen, Holland. People like, Bill Clifton, Don Stover, Red Rector, Patsy Montana, Joe Val and the New England Bluegrass Boys, Jim Eanes, Wade and Julia Mainer, The Bailes Brothers, Lonnie Glosson, George Hamilton IV, Allan Taylor, Brian Golbey etc. etc. performed and stayed at their Grand Ole Opry. The Bailes Brothers came over in 1982. One of them, Walter Bailes, is an independent minister, and having them around and doing programs together in several churches in Holland, started changing A.G. & Kate’s life. They had been brought up in Christian homes, featured gospel songs in their programs, but weren’t very committed. After that tour they started doing more and more gospel programs. The same year saw the releases of two albums, a country, and a gospel album. The gospel album came out to celebrate their 10th anniversary. Early 1983 they received an invitation from the Bailes Brothers to come to the U.S.A. for a three-week tour. It turned out to be a success and ever since then, they’ve been back every year and the last tour (1990) lasted 5 months! So far, they sang in 13 different States, played the Grand Ole Opry 5 times, (ones the regular Country show and 4 times the gospel section), did other T.V. and radio work, played big and small Festivals and mainly church work. More and more their work has grown into a ministry. That all started in Shetland. The first trip up there was organized by the Country Music Club, and only lasted 12 days. This was long enough to get a taste of Shetland, and in 1984 they came back for 2 months. During that tour they got acquainted with the Sankey Hymns and the Methodist church. Both are unknown in Holland. When they came back to Shetland in 1985, they sang at a lot of Methodist chapels and heard the first Charles Wesley Hymn. Things started moving from then on. The Charles Wesley hymns ‘hit them hard’ and they felt the call to move even more into the ministry. In 1987 they recorded the first Wesley hymns, and they were released on a double album, the same year. In the same year a country album was released to celebrate their 15th anniversary. Because of the celebration year, they contacted a lot of Methodist churches to see whether they would be interested in a Wesley program. The result was a lot of work in Methodist churches all over the country, ever since. In 1988 another album, with mainly Wesley hymns, was released and in 1989 they sang at the North Arkansas Conference of the Methodist Church in Conway, Arkansas, U.S.A. and later that year at the Darlington Synod. In December of that same year another ‘Wesley album’ was released and in 1990 the 4th one came out. The more they read the Wesley hymns, the more they fall in love with them. In December of 1990 and January of 1991, they started recording some of the Hymns on the Lord’s supper (by the Wesley’s), which will be released to celebrate their 20th anniversary in 1992. They hope to be able to re-kindle the love of the Wesley hymns and show those who are not familiar with them, how beautiful they are and how full of Scripture they are. During their programs they point out the words to the people, ask them to join in and involve them by asking their favorite lines. They bring song sheets with them and use the hymnbook wherever possible. As far as they’re concerned, they’ll carry on like this as long as they can. They love taking the gospel to all these different places, travelling, and meeting all the people and making friends everywhere they go.

Toen A.G. & Kate ’s avonds op het podium in de kerk stonden, werden ze door Norman geïntroduceerd aan het aanwezige publiek. Wat hij over A.G. gezegd heeft weet ik niet meer, wat hij over Kate zei heb ik onmiddellijk opgeschreven: ‘beauty is in the eye of the beholder…’ Prachtig toch? Het programma dat A.G. & Kate die avond in Big Barn Lane brachten was duidelijk geënt op evangeliseren, actief zijn, en begon met een stukje tekst van Donald English: ‘So my sisters and my brothers, why aren’t you more excited? How do you manage to make your worship so dull? How do you manage to look so serious?’ Een van de eerste hymnen van het programma van deze avond was # 264 uit het nieuwe hymnbook (‘Jesus the name high over all’) met daaraan verbonden de vraag om voor je zelf te bedenken welke regels uit deze hymne tot evangelisatie uitnodigen.

Jesus – the name high over all,
In hell, or earth, or sky!
Angels and men before it fall,
And devils fear and fly.

Jesus – the name to sinners dear,
The name to sinners given!
It scatters all their guilty fear,
It turns their hell to heaven.

Jesus – the prisoner’s fetters breaks.
And bruises Satan’s head;
Power into strengthless souls it speaks.
And life into the dead.

O, that the world might taste and see
The riches of his grace!
The arms of love that compass me
Would all mankind embrace.

His only righteousness I show,
His saving grace proclaim;
‘Tis all my business here below
To cry: ‘Behold the Lamb!’

Happy if with my latest breath
I might but gasp his name;
Preach him to all, and cry in death:
‘Behold, behold the Lamb!’

A.G. & Kate gebruikten het op één na laatste couplet altijd als een refrein. Ik vond dit zelf een van de mooiere Charles Wesley hymnen en zong het dan ook altijd mee. Wat betreft de vraag welke van de coupletten/regels het meest tot evangelisatie aanspoorde kwamen er verschillende antwoorden uit de gemeente, zij het wat schoorvoetend. De meeste mensen zijn er niet aan gewend dat er iemand op het podium staat die nog vragen stelt ook en dan rustig gat staan wachten tot dat er antwoorden gegeven worden. Voor mijn gevoel sprongen er echt twee regels uit bij deze hymne, te weten:

His only righteousness I show,
His saving grace proclaim;

Veel van de aanwezigen waren (toch wel wat voorzichtig) de zelfde mening toegedaan. De link die A.G. & Kate ook al in eerdere programma’s legden tussen evangelisatie en de Bijbel laat zich het gemakkelijkst uitdrukken in Mattheus 28, het zendingsbevel. Dit was dan ook het Bijbelgedeelte dat A.G. & Kate gedurende deze tournee erg vaak gebruikt hebben. Kate was in de regel degene die de Bijbelgedeelten voorlas, zo ook deze keer. Om de Bijbelse boodschap en het geleerde vanuit de hymnen nog eens extra in te laten zinken zongen we het tweede gedeelte van de hymne nog een keer, gevolgd door ‘And can it be’, u weet nog wel… De praktijk van evangelisatie werd uitgelegd vanuit de stellingname dat Johannes gebruikt werd om Petrus te ‘vangen’, dus:

His only righteousness I show,
His saving grace proclaim;

Dit fragment gold ook voor Johannes en Petrus, waarom dan vinden wij vaak dat het niet voor ons geldt? De lofzang voor deze avond was ‘O for a thousand tongues to sing’ (# 744), volgens mij was dit de eerst Wesley hymne die ik een beetje fatsoenlijk mee kon zingen:

O for a thousand tongues to sing
My great Redeemers’s praise
The glories of my God and King,
The triumphs of his grace!

En dan natuurlijk ook het 2e couplet, dat is het couplet dat voor mijn gevoel de lijn van het programma van deze avond het best weergeeft:

My gracious Master and my God,
Assist me to proclaim,
To spread through all the earth abroad
The honors of thy name.

Deze hymne gaf vervolgens weer de aanleiding om een boom op te zetten over het verschil tussen geloven met je hoofd en geloven met je hart. De slothymne van deze avond illustreerde dat een beetje, bovendien gebeurde het betrekkelijk zelden dat A.G. & Kate aan het einde van het programma ‘Wrestling Jacob’ in z’n geheel zongen. Meestal had A.G. de mensen al van te voren bang gemaakt met een verhaal over een hymne van wel 14 of nog meer coupletten, en dan nog refreinen er bij ook…

Na het programma duurde het natuurlijk nog even voordat de LP’s verkocht waren aan de mensen die daar belang bij hadden (doorgaans te weinig in aantal) en de aanwezigen weer naar huis gingen. Al die tijd stond Norman rustig op ons te wachten, zodat we rustig aan met elkaar naar hun huis konden gaan om daar de discussie van gisteravond nog een stuk voort te zetten. Het zal dan ook niet verbazingwekkend zijn dat deze discussie duurde totdat A.G. & Kate afdropen naar de caravan (weer terug naar Big Barn Lane dus) en schrijver dezes zijn grote warme tweepersoons bed maar eens ging opzoeken…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post