Een paar weken terug las ik iets over het kerkje van Fransum, en toen ik een paar dagen terug iets eerder dan gebruikelijk klaar was met het werk voor die dag besloot ik om via de wierde van Fransum terug naar huis te fietsen. Fransum ligt in het gebied ten noorden van het Van Starkenborghkanaal in het gebied dat vroeger tot de (uitgestrekte) landerijen van het Cisterciënzer klooster van Aduard behoorde. Op de een of andere manier is het gebied waar ik meestal fiets iets meer naar het oosten gelegen – ik was dus nog niet eerder in Fransum geweest (hoewel ik al sinds 2006 in Groningen woon).

Foto van het gebied waar ik gefiets heb op Google Maps. De rode pijl geeft Fransum aan. De zwarte streep helemaal rechts is het Aduarder Diep dat indertijd door de monniken van het Cisterciënzer klooster van Aduard is gegraven.
Het klooster werd gevestigd in een kweldergebied dat nog nauwelijks werd beschermd door dijken en zodoende doorlopend door de zee werd bedreigd. De kloosterlingen hebben zich van meet af aan ingezet voor de bedijking van het gebied en inpoldering van de kwelders. Voor het in stand houden van afwatering vanuit het zuidelijke gebied en bevaarbaar houden van de verschillende rivieren werd door het klooster, in het begin van de 14e-eeuw, het waterschap Aduarderzijlvest opgericht, het eerste waterschap van de provincie Groningen.
Hoogtekaart van min of meer hetzelfde gebied. De lichtere plekken zijn wierden die hoger liggen dan de omgeving. Duidelijk is het te zien dat het er erg veel zijn…

Op een bepaald moment kreeg ik het Kerkje Harkema in Den Ham in het vizier. Ik wist niet meer dan dat het kerkje van recente datum is en door een boer in de buurt is gebouwd. Nieuwsgierig geworden ben ik er maar even op af gefietst…

De Geschiedenis van het Kerkje Harkema. In het landschap tussen Aduard, Den Ham en Fransum ligt de kloosterboerderij ‘Arbere’. Rond 1960 werd Albert Harkema er veehouder. Veertig jaar later was dat een bijzaak geworden en had hij een lang gekoesterde passie vormgegeven; het bouwen van een eigen kerk. Zoals hij zelf zei, uit liefde voor de baksteen en voor de mensen die de kerk bezoeken. Jaarlijks komen duizenden bezoekers van heinde en verre naar het kerkje van Harkema, zoals het in de volksmond heet. Harkema begon met het uitgraven en vergroten van de oude gracht om de kloosterboerderij en bouwde de kop-hals-romp boerderij in miniatuur na, als onderkomen voor de eenden. Later construeerde hij er een toren. Men zei toen: ‘Waarom bouw je er geen kerk bij?’ Dus bouwde Harkema een kerk. De 12.000 benodigde bakstenen haalde hij uit België, het orgel uit IJhorst en de Mariabeelden uit nog zuidelijker oorden. Het kerkje ligt in het hart van het oude eiland Middag, aan alle kanten omgeven door een landschap dat meer dan tweeduizend jaar oud is. Hier werden kloosters gebouwd. Het bewerken van de landerijen lieten de monniken over aan de zogenaamde conversen, half monniken. Overal in het landschap rond Aduard bouwde het klooster op wierden boerderijen, waar de conversen hun arbeid verrichten. Alleen ’s morgens en ’s avonds bezochten zij de kloosterkerk. Vaak werd er bij de boerderijen een kapel gebouwd met een slaapzaal en een eetzaal, zodat ze niet iedere keer naar ’t klooster hoefden te lopen. Zo’n kleine agrarische kloostergemeenschap noemen we een voorwerk. De oudste vermelding van zo’n kloosterboerderij is die van voormalige boer Harkema. In een overeenkomst van 1313 tussen de abt van Aduard, Lieuwerderwolde, Peize, Roderwolde en Foxwolde, wordt gesproken over een sluis ‘die wij gezamenlijk hebben gelegd bij de plaats die Arbere heet’. Niemand wist wat men bedoelde, totdat in de eerste helft van de 20e-eeuw iemand de naam ‘Arbere’ ontdekte op een gedenksteen in de boerderij van de toenmalige boer Harkema. ‘Arbere’ is een oud-fries woord dat graanschuur betekent.

Fransum is een klein wierdedorp, ontstaan in de vroege middeleeuwen. Er is nooit veel bewoning geweest omdat de meeste grond in het bezit was van het Cisterciënzer klooster Aduard. Ook woonde men liever in Aduard, waardoor Fransum al eeuwenlang dezelfde uitstraling heeft: een kerk op de wierden met in het oosten een grote boerderij en een aantal woningen in het zuidwesten. In de monumentale kop-hals-rompboerderij met een 18e-eeuws voorhuis, zitten twee bedsteewanden uit die bouwperiode. De eenvoudige Romano gotische zaalkerk uit de 13e-eeuw heeft een driezijdig gesloten koor en een dakruiter. Het koor en de westgevel zijn in de 16e-eeuw vernieuwd. De enige in de provincie Groningen overgebleven gemetselde preekstoel staat in dit bedehuis, rustend op een vroeg-gotisch kapiteel. De poldermolen ‘Eolus’ bemaalt al sinds 1821 de ten oosten van de wierde gelegen Fransumerpolder.

In 1939 schilderde Jan Jordens dit schilderij van de kerk van Fransum.
Ik wilde héél graag een paar foto’s van het interieur van de kerk maken. De kerk van Fransum blijkt de enige gemetselde preekstoel in de provincie Groningen te hebben. Toen ik de kerk binnenstapt bleek er een koor te repeteren. Ik heb daarom mijn toevlucht genomen tot twee foto’s die ik op het Internet heb gevonden.

De wierden zijn goed zichtbaar in het landschap…
Je ziet Duindoorn niet vaak langs de kant van de weg groeien, maar deze dag had ik geluk. Vlak bij het Van Starkenborghkanaal groeide een klein rijtje van deze prachtige struiken.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.