Op de één of andere manier heb ik iets met paddenstoelen. Ik houd van de aardse smaak van paddenstoelen in een gerecht, alhoewel ik daarvoor nooit paddenstoelen uit de vrije natuur zou gebruiken (daar heb ik te weinig kennis voor, dat vertrouw ik niet). Bovendien kunnen andere mensen er niet meer van genieten als iemand met de paddenstoelen aan de haal gaat natuurlijk… Vliegenzwammen zijn – naar mijn mening – de mooiste. Ergens in de afgelopen week zag ik dat er op een klein hoekje, op amper een paar honderd meter vanaf ons huis, dit jaar een heleboel staan. Ik vond dat zo mooi, dat ik, zodra ik ’t in de gaten kreeg, m’n fiets aan de zette en een paar foto’s maakte.
Prompt werd ik aangesproken door een dame die op de bus stond te wachten. Uiteraard ging het over de paddenstoelen. Zij had ook al foto’s gemaakt omdat het volgens haar ook een erg mooi hoekje was. Ze wist me ook te vertellen van het liedje dat we vroeger op de kleuterschool hadden geleerd…
Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen
Zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen
Krak, zei de paddenstoel
Met een diepe zucht allebei de beentjes
Hoepla in de lucht…
Het voorgaande jaar waren er op precies dezelfde plek ook een grote groep mooie vliegenzwammen geweest wist ze me te vertellen, maar na een paar dagen hadden een stelletje ‘Oeroeboeroes’ ze kapot getrapt (gelukkig had ik toen niet daarvoor foto’s kunnen maken). Ik wist dat niet, want ik had toen al foto’s gemaakt. Ze begreep dat kapot trappen niet en vond het compleet zinloos om zo iets moois kapot te trappen en deze dag (een jaar later) maakte ze zich daar nog steeds boos over. Ik was het er mee eens. Iets later dan gebruikelijk kwam ik op m’n werk aan en vervolgens heb ik de hele ochtend heb ik binnenpret gehad vanwege haar gebruik van het woord ‘Oeroeboeroe’…
Mooi verhaal en mooie vliegenzwammen Harry.
Dankjewel Martha…