Het meeuwenjong (Eiland in de verte & De oudste ochtend)
De Bezige Bij, Amsterdam (1959 en 1960); deze uitgave 1980 – 615 bladzijden
Klei en zout water
De Bezige Bij, Amsterdam (1954); deze uitgave 1980 – 532 bladzijden

Een tijdje terug postte ik in de rubriek ‘(On)bekende Groninger’ een stukje over Marten Toonder senior. Een paar dingen wist ik, zoals de geboorteplaats en ook een stukje van het levensverloop van Marten Toonder senior was mij bekend. Veel heb ik bijeen gesprokkeld op het Internet en herschreven. Toen ik m’n post publiek had gemaakt bedacht ik me ook eens m’n boekenkast in te duiken. Ik wist namelijk dat ik de autobiografie van Marten Toonder junior (de tekenaar/schrijver van onder andere de Olivier B. Bommel-strip) in de kast heb staan (moet ik trouwens nog een keer lezen). Wat ik echter vergeten was is het feit dat ik ook ooit een drie boeken van Marten Toonder senior heb aangeschaft (en ook die moesten nog steeds een keer gelezen worden).

P en ik houden er allebei van om af en toe een boek te lezen. Meestal komen we daar wat minder aan toe dan we eigenlijk graag zouden willen, maar tijdens de vakanties is het vaak net andersom. Dan wordt er dus flink gelezen. Het was dus niet vreemd dat ik onlangs twee stevige boeken aan mijn ‘nog te lezen’ stapeltje toevoegde, namelijk de drie boeken van Marten Toonder senior…

Marten Toonder senior was al 75 jaar oud toen hij, behoorlijk gestimuleerd door z’n zoon Marten junior, begon te schrijven over z’n zeemansjaren. Het ruwe materiaal werd bewerkt door Jan Gerhard Toonder, de jongere broer van Marten junior. Het eerste boek dat op die manier tot stand kwam verscheen bij Uitgeverij De Bezige Bij in 1954 en had als titel ‘Klei en zout water’. Later verscheen in 1959 ‘Eiland in de verte’ en in 1960 ‘De oudste ochtend’. De beide laatste titels werden in 1980 in één band uitgegeven als ‘Het meeuwenjong’. Jan Gerhard Toonder hielp z’n vader ook bij het (her)schrijven van het tweede en derde boek. Ik heb de drie boeken (in twee banden) in de juiste volgorde gelezen; beginnend bij de kinderjaren in Warffum. Het is grappig te lezen dat Marten senior de boeken over z’n leven achterstevoren heeft beschreven, terwijl van voor naar achter lezen de juiste volgorde is…

‘Het meeuwenjong’ is een schitterend gevonden titel. Meeuwen broeden de eieren uit waarna de jonge meeuwen volledig op zichzelf zijn aangewezen. Dat was bij Marten senior ook het geval. Z’n moeder werd zwanger van een onbekend gebleven man. Moeder ging voor de bevalling naar opa en oma en vertrok vervolgens uit het leven van haar pasgeboren zoon. Grootmoe Maike nam – na het overlijden van opa – de zorg voor het ‘lutje jong’ op zich. Het ‘Eiland in de verte’ is Rottumeroog. Op de foto bovenaan deze post ziet u Marten Toonder senior in het haventje van Noordpolderzijl met een verrekijker. Op die manier is Rottumeroog goed te zien (op een heldere dag zelfs zonder kijker). De beide boeken in deze ene band beschrijven het harde leven op het boerenland rondom Warffum (het dorp waar ook mijn vader is geboren). Het verschil tussen de boeren en de arbeiders is schrijnend en het is pijnlijk om te lezen hoe grootmoeder voor een paar luttele stuivers de hele dag moet zwoegen en zichzelf uit de naad moet werken om überhaupt het hoofd maar boven water te houden. Het ‘lutje jong’ kreeg daar zijn portie van mee; hij was pas acht jaar oud toen hij met grootmoe mee ging. Dat werken op het land ging ten koste van school. Er was destijds al wel een wet (het Kinderwetje van Van Houten uit 1874) die het onmogelijk maakte dat kinderen jonger dan twaalf jaar uit werken gingen, maar de nood was dusdanig in het huisje van grootmoe Maike dat men zich niets van de wet aantrokken (ik denk dat ze sowieso geen idee hadden dat er een dergelijke wet was). Toen grootmoe Maike niet meer in staat bleek om samen met het ‘lutje jong’ voldoende stuivers te verdienen om te overleven werd Marten als jochie van negen jaar oud uitbesteed aan de voogd van Rottumeroog. Het verblijf van het ‘lutje jong’ op Rottumeroog is indrukwekkend beschreven in ‘De oudste ochtend’. Als jonge kerel werkte mijn vader voor Rijkswaterstaat op Rottumerplaat, het eiland dat naast Rottumeroog ligt. De beschrijving van het leven op Rottumeroog maakte grote indruk op mij en ik realiseerde me dat Marten Toonder senior deel uitmaakte van de generatie voorafgaand aan de generatie waar mijn vader deel van uitmaakte. Een paar keer ben ik zelf op excursie naar Rottumeroog geweest en ik herkende bepaalde beschrijvingen van Marten Toonder senior aan de hand van eigen ervaringen.

Marten Toonder senior liep al naar de twintig toen hij zich realiseerde dat zijn achternaam ‘Toonder’ was en hij was al ruim twintig toen hij zich realiseerde dat hij niet kon lezen, schrijven, en rekenen. In ‘Klei en zout water’ beschrijft Marten Toonder senior op een indringende manier hoe hij zich omhoog heeft gewerkt. In 1900 begonnen als lichtmatroos en in 1914 geëindigd als gezagvoerder ter koopvaardij. Een en ander betekende natuurlijk dat eerst de basisvaardigheden (lezen, schrijven en rekenen) aangeleerd moesten worden voordat hij ook maar kon denken aan een opleiding aan de Zeevaartschool in Delfzijl. Een ander had natuurlijk een prijs… Marten Toonder junior schreef eens over zijn vader (die slechts drie keer per jaar thuiskwam): ‘In die prille tijden stelde ik hem op één lijn met Sint-Nicolaas: een mystieke figuur waarvan je het bestaan niet zeker weet…’.

Ik heb de beide boeken (alle drie de titels) in één ruk uitgelezen. Me in het eerste verhaal verbijsterd over de ‘rangen en standen’ zoals die toen op het Noord-Groninger land golden en me nog meer verbijsterd over het verschil tussen boer en arbeider. Het verklaart – wat mij betreft – voor een deel de hardheid en de rauwheid van redeneren zoals de generaties van bijvoorbeeld mijn grootouders die hanteerden. Ik was gegrepen door het verhaal over het leven op Rottumeroog. Het leven was er minstens net zo hard, maar het ‘lutje jong’ had er tenminste goed te eten (dat had grootmoe Maike goed gezien). Tenslotte las ik ‘Klei en zout water’ en concludeerde dat ik een enorm respect had voor het doorzettingsvermogen van Marten Toonder senior om daar te komen waar hij – maatschappelijk gezien – graag wilde zijn. Ik was oprecht onder de indruk van het verhaal dat me werd verteld!

In het nawoord bij ‘Klei en zout water’ schrijft Marten Toonder senior: ‘Ik had het niet gedacht – dat ik in deze grijsheid nog jong genoeg zou zijn om mijn leven te herleven en daarbij te ervaren dat zij, die van mij afstammen, werkelijk, naar mijn wensen, sterker en beter werden dan ik en het verder brachten; dat ik nog jong genoeg zou zijn om me door hen te laten leiden naar het begrijpen dat als enige het mensenleven zin kan geven’.

Mocht u één of meerdere van deze drie titels een keer tegenkomen, koop ze dan en ga een paar regenachtige dagen besteden aan het lezen van een paar goede boeken…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.