Dit jaar op 11 november is het precies 100 jaar geleden dat de coöperatie Avebe werd opgericht. Binnen ons bedrijf wordt uiteraard op diverse manieren aandacht aan dit eeuwfeest gegeven. Zo hebben onlangs een aantal van mijn collega’s een enorme fietstocht van 800 km gemaakt langs alle productielocaties van Avebe (vanaf Groningen via allerlei tussenstops naar Malmö in Zweden). Deze grote prestatie werd in slechts 5 fietsdagen afgelegd… Dat heb ik dus niet gedaan. Ik herinnerde mij nog wel een fietsrouteboekje uit 1996 langs diverse gebouwen in en om de stad Groningen die een relatie hebben naar Willem Albert en z’n zoon Jan Evert Scholten en heb dat maar weer eens opgezocht. W.A. Scholten was de grondlegger van het Scholtenconcern. In 1978 werden, na het faillissement van het Scholtenconcern, de aardappelzetmeelactiviteiten van Scholten overgenomen door Avebe. Ik kwam in dienst bij Avebe-Foxhol op 1 juni 1980 en heb deze overname niet bewust meegemaakt (maar er wel veel over gehoord). Willem Albert Scholten noemde zijn eerste fabriek in Foxhol ‘Tonden’, naar de streek van zijn jeugd in Gelderland. W.A. Scholten vond in Foxhol de perfecte plek voor het bouwen van zijn eerste fabriek. Het schone water wat nodig was kwam uit het Foxholstermeer en het vervuilde water werd geloosd op het Winschoterdiep. De route die ik gefietst heb is ongeveer 30 kilometer lang, en laat een en ander zien van de rijkdom en invloed van Willem Albert Scholten en z’n zoon Jan Evert Scholten op Stad en Ommeland. Hoewel dit niet de directe voorgeschiedenis van Avebe betreft is het natuurlijk wel een interessant aspect van de geschiedenis van onze regio. De bijschriften bij de foto’s heb ik uit de routebeschrijving van de fietstocht overgenomen.

Meer over Avebe...
De naam Avebe is de afkorting van Aardappelmeelverkoopbureau, met als telegramadres de afkorting Avebe. De coöperatie werd opgericht op 11 november 1919 als één verkoopcentrale tussen 12 Groningse en Drentse boerencoöperatieve Aardappelmeelfabrieken om namens hen goede verkoopprijzen te bewerkstelligen voor natief (onbewerkt) aardappelzetmeel. In 1921 traden nog 4 coöperatieve fabrieken toe tot de verkoopcentrale. Avebe begon al snel met inkoopcentralisatie, organiseerde kwaliteit- en procesverbetering en een uniforme boekhouding tussen de fabrieken. De boerencoöperaties verdrongen langzamerhand de private zetmeelbedrijven naar de productie van zetmeelderivaten. In 1948 werd de naam Avebe gewijzigd in coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van aardappelmeel en derivaten Avebe B.A. en in 1956 werden de eerste derivaten (afgeleide producten van aardappelzetmeel) geproduceerd. De geschiedenis van Avebe is sterk verbonden met de geschiedenis van de Groninger Veenkoloniën. In 1963 nam Avebe de aardappelmeel- en derivatenfabriek Duintjer Wilkens Meihuizen & Co, opgericht in 1870, over en werd aldus een belangrijke speler op de wereldmarkt der zetmeelderivaten. Na het faillissement in 1978 van Koninklijke Scholten-Honig (KSH) werd een deel van het zetmeelbedrijf van het Scholten-concern, opgericht door Willem Albert Scholten in 1841, Nederlands eerste multinational, overgenomen.
Meer over Koninklijke Scholten-Honig...
De Groninger grootindustrieel Willem Albert Scholten was de grondlegger van de eerste moderne Nederlandse multinational. Aardappel(zet)meelfabrikage vormde de basis van het Scholtenconcern, W.A. Scholten werd geboren in het dorpje Loenen op de Gelderse Veluwe. Zijn vader was dorpspredikant. In 1841 vestigde W.A. Scholten zich in Groningen. Daar werden immers kolossale hoeveelheden aardappelen verbouwd. Onder de rook van Hoogezand-Sappemeer, in Foxhol, stichtte W.A. zijn eerste Groninger fabriek. Willem Albert schijnt ooit tegen Jan Evert gezegd te hebben: ‘Mijn zoon, wij zullen 25 fabrieken bouwen’. Die score van 25 haalde hij net niet. Hij stichtte namelijk 24 fabrieken: 14 in Nederland en 10 in het buitenland. Bij zijn dood was Willem Albert Scholten eigenaar van een fiks aantal fabrieken, grootgrondbezitter in de Groninger en Drentse Veenkoloniën, en grootaandeelhouder van de beroemde Holland-Amerika Lijn… En dat allemaal met maar enkele jaren lagere school… W.A. Scholten was een vermogend man toen hij in 1892 overleed. Omgerekend naar de huidige tijd bedroeg zijn nalatenschap ongeveer 100.000.000 euro. Willem Albert Scholten was in zijn tijd één van de rijkste mannen van Nederland. Hij liet zijn imperium na aan zijn zoon Jan Evert. Voortvarend als hij breidde Jan Evert het roemruchte familiebedrijf nog verder uit. Toen hij in 1918 in Den Haag stierf, was hij vele malen rijker dan zijn vader geweest was. Na Jan Everts’ overlijden ging het geleidelijk aan bergafwaarts met het ooit zo machtige Scholtenconcern. Aan het zelfstandige bestaan van de Scholtenfabrieken kwam een eind in 1965. Toen fuseerde Scholten met grootafnemer ‘Honig’ te Koog aan de Zaan. In 1978 raakte ‘Koninklijke Scholten Honig’ aan de rand van de afgrond en kwamen alle aardappelzetmeelactiviteiten in handen van de ‘AVEBE’, de Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van Aardappelen en Derivaten. Vandaag de dag bestaat het Scholtenconcern dus niet meer. Maar Willem Albert en Jan Evert leven voort in talrijke bouwwerken die ze hebben nagelaten. Verder zijn er monumenten die herinneren aan het illustere tweetal. Vader en zoon Scholten waren namelijk, naast ‘harde zakenmannen’, ook weldoeners. Ze besteedden erg veel geld aan de ontwikkeling van de regio en het welzijn van de bewoners.
Willem Albert Scholten liet de theekoepel bouwen in 1868–‘69. Het oogstrelende gebouwtje werd ontworpen door Scholtens huisarchitect J. Maris. Kosten nog moeite werden gespaard voor de bouw en de inrichting. Bovenop de koepel staat een goudkleurig beeld van Mercurius, de god van de handel. In nissen, helemaal beneden, staan ook fraaie beelden. De vergulde S-jes boven de ramen verwijzen natuurlijk naar de naam van de voormalige eigenaar. Willem Albert Scholten. De bouw van de koepel en de aanleg van de spoorlijn naar Zwolle verliepen nagenoeg gelijktijdig. Scholten wilde best wel een strook grond aan de spoorwegen afstaan… Maar dan moesten de treinen natuurlijk wel op elk gewenst tijdstip voor hem stoppen. Het toegangshekje in het hekwerk langs de spoorlijn zou een herinnering zijn aan deze bijzondere privé-halte van Willem Albert Scholten.
Vandaag de dag torent de imposante graftombe van de familie Scholten nog steeds hoog uit boven een zee van grafzerken. Op de tombe, helemaal boven, staan trots de landen vermeld waar Willem Albert zijn 24 fabrieken stichtte: Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Rusland. Sinds W.A. Scholten zijn de landsgrenzen in Midden- en Oost-Europa echter meerdere keren verschoven. Het rijtje zou nu moeten zijn: Nederland, Duitsland, Polen, Tsjechië en Oekraïne. Symbolen van de handel, de nijverheid en de industrie zijn verwerkt in grote ovalen reliëfs. Boven een zware koperen toegangsdeur is een treurende vrouwenfiguur te zien, in haar hand houdt ze de buste van grootindustrieel Willem Albert Scholten.

In mei 1923 vond de plechtige onthulling plaats. De Scholtensbank was het eerste monument in Groningen dat voor Jan Evert Scholten werd opgericht.

Willem Albert Scholten beschouwde zichzelf als een buitenmens. Daarom liet hij in 1871 Villa Gelria bouwen, zijn buitenverblijf. De villa werd vernoemd naar de provincie waar Willem Albert geboren werd; Gelderland. Huisarchitect J. Maris was waarschijnlijk de ontwerper van Scholtens landhuis. De imposante villa ligt op een enigszins opgehoogd terrein, omringd door een gracht. Rechts op het terrein staat nog steeds het koetshuis. De tuin is aangelegd in Engelse landschapsstijl. In de jaren 1991-’94 heeft de huidige eigenaar, ‘Koop Holding’ de villa in oude luister terug laten brengen.
Jonkheer Quintus liet in 1900 de villa Sonnevanck bouwen. Zeven jaar later werd de villa gekocht door Willem Albert Scholten, een zoon van Jan Evert Scholten (daarmee de 3e generatie in Groningen). Het duurde decennia voordat het gebouw zijn huidige vorm kreeg. Eerst werd het linker gedeelte van de villa gebouwd. Omstreeks 1920-’25 volgde een uitbouw naar rechts. Het markante torentje werd pas in de jaren ’30 geplaatst om de villa wat meer ‘smoel’ te geven.
Aanvulling Juni 2021: Fietsend over de Hoornsedijk passeer je het sluisje bij de Nijveensche Brug. Willem Albert Scholten was de opdrachtgever voor de bouw van het sluisje. Dit sluisje maakte het voor hem mogelijk om met z’n boot z’n beide panden aan de oever van het Paterswoldse Meer te bereiken.
De Meerweg heette vroeger de Kunstweg. Jan Evert Scholten liet de weg aanleggen in 1907.
In 1908 liet jan Evert Scholten de elegante Paalkoepel aan het Paterswoldse Meer bouwen. Jan Evert was een groot liefhebber van de watersport. Al snel fungeerde de Paalkoepel als uitgangspunt voor roei- en zeilwedstrijden op het meer. Dames met indrukwekkende hoeden, heren met bolhoeden en sportieve jongelui met strohoeden verzamelden zich bij de Paalkoepel om de wedstrijden te bekijken. Het bouwwerk diende niet alleen voor ontspanning, er werd ook driftig vergaderd. Waterschap Zuidoost Drenthe, waarvan Jan Evert de voorzitter was, kwam regelmatig bijeen in de Paalkoepel, omdat – zo vermelden verschillende bronnen – Jan Evert Scholten altijd geweldige wijnen in huis had. Jan Evert Scholten, zelf een verwoed drankbestrijder, hield zelf wel van een glaasje.
In 1916 liet Jan Evert, samen met enkele andere industriëlen pal naast de Paalkoepel een clubhuis voor roei- en zeilvereniging ‘De twee provinciën’. Het clubhuis nam spoedig de watersportfunctie van de Paalkoepel over. Vanaf dat moment kon er weer in alle rust wijn gedronken worden in de Paalkoepel…
Het Scholtenmonument, onthuld in 1931, was een eerbetoon aan Jan Evert Scholten als medeoprichter van het Stadspark. Jan Evert maakte de gereedkoming van het ‘park voor het volk’ niet meer mee. Maar zelfs na zijn overlijden leverde hij nog een flinke bijdrage aan de voltooiing van het Stadspark. Zo bleek hij de vereniging ‘Het Stadspark’ testamentair zeer goed bedeeld te hebben: liefst 40.000 gulden liet hij na voor de bouw van het paviljoen (tegenwoordig is daar het restaurant Ni Hao daar gevestigd) en de harddraverijbaan. Jan Evert was, naast watersporter, namelijk ook een groot liefhebber van paarden.
De straat werd aangelegd in 1913, met steun van Jan Evert Scholten. In een zittingsverslag van de gemeenteraad van Groningen staat het volgende over de ontstaansgeschiedenis van de straatnaam: ‘Zowel om hare ligging, als ook met oog op de wijze waarop zij tot stand is gekomen, achten wij het niet onpassend, dat de straat den naam zal dragen van wijlen den industrieel W.A. Scholten, wiens arbeid voor de gemeente en de provincie van zooveel beteekenis is geweest’.
Links van de W.A. Scholtenstraat (Turfsingel 46) staat nog steeds het gebouw dat lange tijd gediend heeft als hoofdkantoor van het Scholtenconcern. Tegenwoordig is het in gebruik door de Odd Fellows.
Rechts van de huidige W.A. Scholtenstraat liet Willem Albert om 1862 een fabriek bouwen. In het complex werden kandij en stroop gemaakt. Ook werd er suiker geraffineerd. Willem Albert noemde de fabriek ‘Self Help’, naar het gelijknamige boek van Samuel Smiles. In het boek wordt het economisch liberalisme verheerlijkt. Zakenlieden die op hun eigen kracht vooruit weten te komen, worden uitbundig geprezen. Hulp van de overheid is volgens Smiles uit den boze. De fabriek werd afgebroken in 1980, om plaats te maken voor woningen (zie het grijze bouwblok met blauwe raamkozijnen en de aangrenzende bebouwing met vier puntgevels).
Een schilderij van Harold Kleyn van de Turfsingel. De voormalige fabriek van W.A. Scholten staat afgebeeld. De afbraak van de fabriek is echter reeds begonnen op het moment dat schilderij gemaakt werd.
Een oude afbeelding van de fabriek ‘Self Help’ zoals die aan de Turfsingel in Groningen gestaan heeft. De afbeelding is afkomstig van de Beeldbank van de Groninger Archieven.
In 1841 vestigde Willem Albert Scholten zich in de stad Groningen. Aan de Grote Markt kocht hij, stuk voor stuk, drie aan elkaar grenzende historische panden. Willem Albert liet ze alle drie afbreken en op de lege plek verrees het reusachtige Scholtenshuis. De eerste verdieping werd bewoond door Willem Albert Scholten en zijn vrouw, de tweede verdieping door Jan Evert Scholten en zijn gezin. Het Scholtenhuis, gebouwd in 1878, werd ontworpen door de huisarchitect J. Maris. Winkler Prins – die van de encyclopedie – noemde het huis: ‘Een sieraad voor de stad, dat eeuwenlang de inwoners van Groningen zal doen gedenken aan degene op wiens last het is verrezen’. De meeste Groningers dachten er echter anders over… Ze vonden het huis erg pompeus en protserig. In de Tweede Wereldoorlog diende het Scholtenshuis als hoofdkwartier van de Duitse Sicherheitsdienst. Het huis werd berucht vanwege de martelpraktijken die er plaatsvonden. Tijdens de bevrijding door de Canadezen werd er hevig gevochten in de stad Groningen. Een groot gedeelte van de binnenstad werd verzwolgen door één grote vuurzee. Ook het Scholtenshuis viel ten prooi aan de vlammen en is vanwege het verleden tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit herbouwd. Een paar jaar geleden is het nieuwe gebouw van Studentensociëteit op min of meer de plek van het Scholtenhuis gebouwd. Dit gebouw staat dan ook op bovenstaande foto. Een interessante website is gewijd aan de geschiedenis van het Scholtenhuis in de Tweede Wereldoorlog: www.scholtenhuis.nl
Als Willem Albert Scholten uit het raam keek van zijn woonhuis, keek hij in de richting van het Stadhuis van de stad Groningen. Hij vond het maar een sober en kaal gebouw. Om zijn eigen uitzicht wat op te fleuren schonk hij de gemeente Groningen een windvaan. In 1890 werd het ‘vaantje van Scholten’ op het stadhuis geplaatst. De windvaan werd gemaakt door A. Fongers, een plaatselijke smid. In 1897 stichtte deze smid de ‘Groninger Rijwielenfabriek A. Fongers’. Jan Evert Scholten investeerde 100.000 gulden in de oprichting van de fabriek, een kwart van het benodigde startkapitaal.
Jan Evert Scholten liet in 1913 het koetshuis bouwen in de onmiddellijke nabijheid van het Scholtenshuis. Beneden stonden de koetsen, boven woonde de koetsier met zijn gezin. De letter S boven de grote groene deur verwijst natuurlijk naar de naam van de toenmalige eigenaar, Jan Evert Scholten.
Frederik Jan Keizer, een arts, liet het statige pand bouwen in 1883. Het pand werd ontworpen door J. Maris, de huisarchitect van Willem Albert Scholten. Heresingel 30 is een verkleinde kopie van het Scholtenshuis, met alleen wat minder toeters en bellen. Het is helaas niet bekend waarom J. Maris het Scholtenshuis kopieerde. In 1902 werd het pand verkocht aan de fabrikant Oving, de echtgenoot van een dochter van Scholten. Tot 1961 bleef het pand in bezit van de familie Scholten.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.