Al meerdere jaren ben ik lid van de vereniging Stad en Lande in Groningen. De vereniging heeft als doel de geschiedenis van ‘Stad en Ommeland’ bekender te maken dan veelal het geval is. Het motto van de vereniging is dan ook niet voor niets ‘kennis van de eigen geschiedenis verrijkt’, een motto waar ik het helemaal mee eens ben. Samen met mijn collega Jan-Albert heb ik over de loop der jaren een groot aantal lezingen bezocht in de hal van de Groninger Archieven. We zijn mee geweest met verschillende excursies (daar heeft u op deze site het nodige over kunnen lezen). Ook zijn we regelmatig naar de Dag van de Groninger Geschiedenis geweest; ook dat waren (en zijn) doorgaans prachtige dagen.
Kort voordat de Coronapandemie ook in onze provincie toesloeg werd ik aangesproken door de toenmalige secretaris van de vereniging. Hij gaf aan dat het – wat hem betreft – tijd werd voor een opvolger en op de een of andere manier had ik zijn aandacht getrokken. Het duurde uiteindelijk nog tot november vorig jaar voordat ik aan mijn nieuwe taak als secretaris van de vereniging kon beginnen.
De eerste grotere klus waren het scheppen van de voorwaarden waaronder de vereniging het kwartaaltijdschrift een facelift zou kunnen geven. Het aandachtsgebied is uitgebreider dan het was; we richten ons nu op ‘Geschiedenis en erfgoed in de provincie Groningen’ en daarin werken we samen met verschillende erfgoedpartners in de provincie. Gisteravond was het dan zo ver; het ‘eerste exemplaar’ van Stad & Lande 2.0 kon aan het publiek worden getoond. Een en ander vond plaats in het MADA (het voormalige Scheepvaartmuseum aan de Brugstraat in Groningen). Het Museum aan de A is gevestigd in één van de oudste gebouwen in de stad en sowieso de moeite van het bezoeken meer dan waard (weet ik uit eigen ervaring).
Een inleidend praatje, de overhandiging, bedankjes aan alle betrokkenen, een hapje en drankje, en twee korte lezingen… Daarna was de avond weer voorbij. Maar we hebben een nieuw tijdschrift. Een glossy zowaar van 84 bladzijden dat bovendien 4 maal per jaar verschijnt. Daar mocht ook wel een leuke avond met lezingen, bedankjes, hapjes en drankjes voor georganiseerd worden!
Ik vind het goed zo. Ben benieuwd naar lezingen en excursies. Groeten Wiert
Ben het eigenlijk in alle opzichten met je eens Wiert. Tijdschrift ziet er erg mooi uit. En inderdaad… Ik mis de lezingen en de excursies ook wel een beetje…
Op zien oldere dag sprait Den Vogel zien (siktoares) vleugels nog es oet. Net as een oadeloar kin e nog heul veul vlaigen en glieden en doarnoast worden oadeloars goud old. Den Vogel gait nog joaren mit.
Ik was ‘siktoares’ geworden, geen (eind)redacteur, dat heb ik dus aangepast… Maar dat ‘gait nog joaren mit’ lijkt me wel wat…