Zo af en toe fiets ik graag even door de Onlanden, het waterbergingsgebied ten oosten van de stad Groningen, en ten zuiden van Hoogkerk. Veel water valt er daar de laatste paar weken niet te bergen, maar ’t blijft naar mijn mening een interessant gebied om te fietsen. Meestal volg ik dan een vaste route door het gebied en geniet ik van de rust en de uitgestrektheid van het landschap. Vaak maak ik foto’s op dezelfde plekken (daar betrapte ik mezelf laatst op). Afgelopen zaterdagavond vond ik het weer tijd worden voor een avondrondje. P had die avond al een paar keer gezegd dat ik ‘nu echt maar eens moest gaan fietsen’, maar ik wilde het moment van zonsondergang meepakken…

Sint Jacobskruiskruid is een veel voorkomende wilde plant die in een steeds grotere mate voorkomt in het landschap. De plant houdt van een typisch iets armere grond. Paarden en koeien herkennen de geur van de plant en zullen deze proberen te vermijden vanwege de giftigheid. Als er grasgemaaid wordt waarin ook Sint Jacobskruiskruid voorkomt beginnen de problemen. Tijdens het inkuilen gaat de kenmerkende geur van de plant verloren en zullen paarden en/of koeien deze plant ook eten. Leverproblemen zullen het gevolg zijn en de dieren die deze planten (te veel) eten zullen er zelfs aan kunnen overlijden.

De molen ‘Woldzigt’ is genoemd naar het herenhuis ‘Woldzigt’ dat hier heeft gestaan. Het huis stamde uit de Middeleeuwen en werd omstreeks 1831 afgebroken. De molen ‘Woldzigt’ is een industriemolen die in 1852 gebouwd is in opdracht van S.J. Datema en E.F. Aukema. In de gevelsteen aan de voorkant van de molen is dat vastgelegd. De molen heeft een gemetselde fundering en een vierkante onderbouw die overgaat naar een achtkant en is voorzien van een stelling. De bovenbouw en kap zijn met riet bekleed. Het bijzondere aan deze molen zijn de zijvleugels, waarin wooneenheden gevestigd zijn voor enerzijds de molenaar en anderzijds voor de molenaarsknecht en zijn gezin. ‘Woldzigt’ was ingericht om uit koolzaad-, raapzaad- en lijnzaadolie te slaan (op de begane grond) en koren te vermalen tot meel (op de stellinghoogte). Beide onderdelen zijn nog in functie en worden door vrijwilligers in stand gehouden. De combinaties van de zijvleugels en de twee industriële functies zorgen ervoor dat deze molen bijzonder is en een hoge zeldzaamheidswaarde heeft. In de molen is het Nederlands graanmuseum gevestigd. In 1970 is de molen door de toenmalige eigenaar, de gemeente, gerestaureerd en in bruikleen is gegeven aan de ‘Stichting Olie- en Korenmolen Woldzigt’. Sinds 2016 is de Stichting Het Drentse Landschap de eigenaar van deze molen.

Het Hoornsemeer is een recreatiemeer ten zuiden van de stad Groningen. Het meer ligt op ca. 5 km afstand van het centrum van de stad. Het meer is ontstaan door het wegzuigen van de zandlaag die onder een veenpakket ligt. Het gewonnen zand werd gebruikt voor de aanleg van de A7 en voor de aanleg van de wijk Corpus den Hoorn-Zuid tussen 1973 en 1981. Het Hoornsemeer is eigenlijk een uitbreiding van het al bestaande Paterswoldsemeer. In 1981 werd het laatste stuk grond dat het Hoornsemeer van het Paterswoldsemeer scheidde afgegraven. In het jaar daarna werd het meer officieel geopend als een recreatiemeer. Het meer wordt beheerd door het Meerschap Paterswolde en qua peilbeheer door waterschap Noorderzijlvest. Het peil is -0,93 m t.o.v. NAP.
Wall House #2 (ook wel Bye House genoemd) is een gebouw in de stad Groningen, dat werd ontworpen door de Amerikaanse architect John Hejduk (1929-2000). Wall House #2 is het enige ontwerp uit Hejduks vroege periode dat daadwerkelijk is gebouwd. Oorspronkelijk werd het in 1976 ontworpen als woonhuis voor Ed Bye, toentertijd is het echter niet uitgevoerd. Na de dood van Hejduk in 2000 is het op initiatief van de gemeente Groningen en enkele private partijen gerealiseerd aan de westzijde van het Hoornse Meer in de gelijknamige wijk. Het is het tweede werk van Hejduk dat in Groningen te vinden is: in 1990 werd zijn stadsmarkering The Tower of Cards langs de A7 voltooid. De inrichting is in de loop der jaren veranderd. Om het gebouw meer een functie voor de buurt te geven, is het originele interieur verwijderd. Vanaf 2016 is het Groninger Museum beheerder van Wall House. Het is voor publiek geopend in de weekends. In het gebouw zijn geregeld tentoonstellingen.

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.