Mijn opa van vaders kant was Harm Vogel (1887–1953). Ik ben 5 jaar na z’n overlijden geboren en volgens de regels van het vernoemen – zoals dat in 1958 nog gebruikelijk was – werd ik vernoemd naar de vader van mijn vader (opa Vogel dus). Mijn ouders kwamen te wonen in het huis aan de Molenhorn in Zandeweer waar opa en oma Vogel eerder hadden gewoond. In m’n verzameling oude foto’s van de familie zit er eentje waar opa Vogel trots zijn nieuwe fiets (zonder kettingkast en een bagagedrager, maar met een prachtige carbidlantaarn) laat zien voor de camera.
Tijdens de tweede wereldoorlog was het gebruikelijk dat rijwielen (fietsen) ingeleverd moesten worden. Opa had echter in 1942 vrijstelling gekregen van het inleveren van zijn rijwiel. Zou dat deze fiets geweest zijn? Zowel opa als oma verdienden in die tijd hun inkomen op het land bij de boeren in de buurt. Ze waren dagloners (alhoewel er op hun beide persoonsbewijzen staat dat ze landarbeider en landarbeidster waren). Tegenwoordig zouden we zeggen dat het tweeverdieners waren…
Het was een hard bestaan met veel lichamelijk werk. Opa Vogel heb ik nooit gekend, maar oma Vogel wel; terugkijkend is het wel duidelijk dat oma een hard en zwaar leven gehad heeft (en daarmee opa waarschijnlijk ook). Ik denk dat opa in die tijd te zeer afhankelijk van zijn fiets was om inkomen voor het gezin te genereren. Er was sprake van een groot gezin met een bovengemiddeld aantal kinderen (zeker naar de tegenwoordige maatstaven). Naast mijn vader Marten (die de jongste was), was er nog Jogchum, Geert, Jan en Giene. het was dus bittere noodzaak dat opa bleef fietsen om geld te kunnen verdienen…
Facebook reacties