Op zaterdag 13 oktober ’18 was weer de dag van de Groninger Geschiedenis in de Groninger Archieven aan het Cascadeplein in de stad. Sinds Jan-Albert Bleeker en ik weet hebben gekregen van deze activiteit zijn we vaste bezoekers geworden. We waren behoorlijk op tijd deze keer, vonden zelfs een zitplaats en probeerden naar het openingswoord te luisteren, probeerden een paar lezingen bij te wonen, en de laatste drie jaar plannen we een boottochtje in (dit jaar dus ook). Dit jaar stond de DGG in het teken van ‘Opstand’. Daarmee sloot het thema aan bij dat van de nationale Maand van de Geschiedenis.

In de vele activiteiten die her en der in de stad werden georganiseerd, kwamen onder meer de Tachtigjarige Oorlog, de Provobeweging, allerlei fabrieksstakingen, de vrouwenemancipatie, het verzet in de oorlog en de woede over de aardbevingsproblematiek aan bod. We hadden al meerdere keren het prachtige affiche met Vrouw Kimkes die één en al ‘Opstand’ uitstraalde tijdens een verkeersactie on de H.L. Wichersstraat in 1972 zien hangen.

Hans Goedkoop tijdens de opening.
De quiz aan het einde van de dag. Ik zat op het moment van de foto nog in de race…

Jan-Albert en ik hebben enorm genoten van de opening door Hans Goedkoop. Hij is naast historicus ook de presentator van het programma ‘Andere tijden’. De afgelopen weken kijken we thuis trouw naar zijn programma ‘De oorlog van tachtig jaar’, over de Tachtigjarige Oorlog en dus eigenlijk over het ontstaan van Nederland. Ik was onder de indruk van zijn toespraak! Hij stelde: We zitten steeds minder vast aan onze geschiedenis. We hebben zoveel keuzevrijheid, maar waar willen / moeten/ kunnen we heen? Wie zijn verleden kent, kan pas zijn toekomst uitzetten’. Ook hebben Jan-Albert en ik voorafgaand aan de opening de soundcheck van Bert Hadders gezien, de eigenlijke opening door Hans Goedkoop gehoord/gezien, naar een lezing van Harry Perton geluisterd, de boekenmarkt bezocht en boeken gekocht. Natuurlijk hebben we buiten op het plein een patatje Brander gegeten, en hebben we eenmaal weer binnen naar een lezing van Carl-Heinz Dirks geluisterd. ’s Middags hebben we een boottochtje met de Emma gemaakt (vanaf het sluisje vlakbij de Archieven naar de Tasmantoren en weer terug). Aan het einde van de dag heb ik nog aan de geschiedenisquiz meegedaan (volgens het principe van hoedje op/af), helaas had ik het antwoord op de 8e vraag fout… Toen we samen ’s avonds op het terras van het Prinsenhof nog wat napraatten over de dag kwamen Jan-Albert en ik tot de conclusie dat we een prachtige dag gehad hadden! De verschillende activiteiten die Jan-Albert Bleeker en ik gedaan/bezocht hebben, heb ik hieronder wat verder beschreven…

Harry Perton.

Het Oldambt was de opstandigste regio van Nederland. Waarom was dat zo, vraagt Harry Perton zich af in zijn lezing. In de periode 1630-1930 moesten militaire troepen herhaaldelijk de rust herstellen in het Oldambt. Zo gebeurde dat bij:

  • De Oldambtster onafhankelijkheidsstrijd (1639-1650)
  • Een orangistisch oproer te Midwolda, Scheemda en omgeving (1748-1749)
  • Een orangistisch oproer te Midwolda, Scheemda en omgeving (1785)
  • Een orangistisch oproer te Zuidbroek en omgeving (1787)
  • Een orangistisch oproer te Midwolda en omgeving (1799)
  • Een oproer tegen de grondbelasting in Winschoten en Beerta (1836)
  • Socialistische oproerigheid in Beerta, Finsterwolde en omgeving (1892-1893)
  • De grote landarbeidersstaking, met name in Beerta en Finsterwolde (1929)

En dan zijn de fiscale, kerkelijke en dijkwerkersoproeren in de 18e eeuw nog niet eens meegerekend. Elke generatie was het, kortom, wel eens raak en het Oldambt geldt daarmee als de opstandigste regio van Nederland. Hoe kon smeulend ongenoegen in de Dollardstreek telkens weer leiden tot een uitslaande brand?

Carl-Heinz Dirks.

Carl-Heinz Dirks vertelt in zijn lezing over de watergeuzen. Van alle groepen die het Alva danig lastig maakten, waren de watergeuzen het moeilijkst te bestrijden. De kleurrijke vloot bevatte de meest uiteenlopende elementen: edelen, geleerden, kooplieden, vissers, handwerkslieden, met als voetvolk gespuis uit alle zeventien gewesten. Zij beoefenden de zogenaamde ‘vrije nering’, wat inhield, dat ze zich alles toe-eigenden wat ze konden gebruiken, zonder dat ze erop letten aan wie ze nu eigenlijk schade berokkenden. Willem van Oranje had vanaf 1568 getracht deze vloot van ballingen voor zijn doel te gebruiken, door ze kaperbrieven mee te geven. Als tegenprestatie moesten de watergeuzen een deel van hun buit aan de prins afstaan. Van dat laatste kwam weinig terecht. het knappe van deze lezing was dat Carl-Heinz Dirks de lezing deed zonder PowerPoint en in het Nederlands (weliswaar doorspekt met wat Duitse zinsvormen; maar bijzonder goed te volgen).

Jaap Ekhart (met sandalen).

Het schip is zondemeer dé trots van het Noordelijk Scheepvaartmuseum: de Emma (PW 17). Dit directievaartuig werd in 1922 gebouwd op de Groninger scheepswerf Gideon in opdracht van Provinciale Waterstaat. In 2010 werd het Noordelijk Scheepvaartmuseum de nieuwe eigenaar. Op diverse evenementen in Groningen en omgeving is Emma altijd aanwezig, zoals bij de Pinksterfeesten in Delfzijl, tijdens WinterWelVaart in Groningen, en natuurlijk bij de Dag van de Groninger Geschiedenis. De prachtig gerestaureerde salon heeft een capaciteit van 12 personen. Tijdens de rondvaart vertelde Jaap Ekhart over de Groninger geschiedenis aan de hand van wat er onderweg te zien was. De route die de Emma aflegde was dezelfde die de beide voorgaande jaren hebben afgelegd (vanaf het sluisje nabij het Cascadeplein richting Tasmantoren en weer terug). Het was echter wel verrassend dat – hoewel we nu drie jaren achtereen dezelfde route hebben gevaren met drie verschillende gidsen – het verhaal van de gidsen steeds verschillend is…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.