De afgelopen weken reden we in meerdere etappes een mooie autopuzzeltocht langs de Groninger borgen. Nu de route ‘klaar’ is vonden we het jammer dat we geen ‘doel’ meer hadden. We bedachten vervolgens dat we natuurlijk ook op eigen houtje naar een borg zouden kunnen gaan. Deze eerste Paasdag was het aangenaam weer om even te wandelen. Dat zouden we ook bij Landhuis Ekenstein kunnen doen toch? Voorafgaand aan de Corona pandemie waren P en ik eens voor een familiefeest uitgenodigd in het Schathoes van Ekenstein. Toen hadden we helaas geen gelegenheid om op eigen houtje even rond te wandelen. Kortom, ik had Ekenstein nog nooit bij daglicht gezien…. Stiekem had ik ook bedacht dat we ook nog wel even in Krewerd bij de Mariakerk zouden kunnen kijken als we tijd over zouden hebben. We zouden wel zien hoe het ons deze dag zou vergaan,
Landhuis Ekenstein werd in 1648 gebouwd aan de weg langs het Damsterdiep. De eerste bewoners waren Johan Eeck en zijn vrouw Johanna Bernards. Eeck was arts en werd later burgemeester van Groningen. Later is het landhuis in de handen geweest van verschillende families. In 1772 werd de borg uitgebouwd en werd er een slotgracht aan toegevoegd. Het neogotische uiterlijk kreeg Ekenstein pas later, toen Willem Carel Alberda de borg in 1870 liet verbouwen en daarbij gebruik maakte van bouwfragmenten uit verschillende afgebroken Ommelander borgen. In 1946 werd Ekenstein aangekocht door de gemeente Appingedam die het landhuis opknapte. Tegenwoordig fungeert Ekenstein als hotel, restaurant en conferentieoord.
We reden via de stadsweg richting Appingedam en ter hoogte van Garrelsweer namen we de weg direct langs het Damsterdiep. Mij viel op dat het kanaal hier niet kaarsrecht was zoals ter hoogte van Groningen. Dat moest uitgezocht worden. Het gedeelte van het Damsterdiep vanaf Delfzijl tot aan Ten Post heette vroeger Delf en is waarschijnlijk een van de oudste gegraven vaarwegen in ons land. Vanwege de invloeden van eb en vloed heeft dit gedeelte een wat meanderend karakter. Men denkt dat dit gedeelte van het kanaal voor het jaar 1000 gegraven is. Het kanaal had toen een open verbinding met de zee. Pas rond het jaar 1300 werden er drie zijlen (= sluizen) gebouwd waardoor de invloed van eb en vloed verdween. Waarschijnlijk laat de naam Delfzijl laat zich op die manier verklaren. Het gedeelte van het Damsterdiep van Ten Post naar Groningen is aanzienlijk jonger vanwege het ontbreken van de invloeden van eb en vloed (en is daardoor rechter). Dit deel van het Damsterdiep dateert van omstreeks 1424.
De auto werd op het parkeerterrein bij Landhuis Ekenstein geparkeerd en wij besloten allereerst terug te lopen naar de Steenfabriek Rusthoven. Toen we aan kwamen rijden kreeg ik pas in de gaten dat je op een afstand van amper 150 meter de borg Rusthoven, de steenfabriek Rusthoven en Landgoed Ekenstein hebt. Dat deze drie bijzondere locaties zo dicht bij elkaar lagen wist ik niet. Over de steenfabriek Rusthoven had ik onlangs gelezen in Golden Raand, het kwartaalblad van het Groninger Landschap.
We hoefden maar een klein stukje terug te lopen om voor het terrein van de oude Steenfabriek Rusthoven te komen. Een ander echtpaar volgde op veilige afstand. Terwijl we bij het hek stonden te kijken kwam er een klein gesprekje tot stand waarbij de man tegen ons zei: ‘ik heb als kleine jongen hier regelmatig gespeeld en vond het toen altijd al een héél erg spannende plek!’. Dat was het nu niet echt meer. Het Groninger Landschap had allerlei begroeiing opgeruimd en daarmee het terrein een stuk strakker en overzichtelijker gemaakt. Vanaf de weg heb je duidelijk zicht op de oude ringoven. De openingen waar op de foto hierboven het licht door naar binnen schijnt zijn nu afgesloten het houten platen. het is de bedoeling dat dit platen Cortenstaal worden voorzien van zodanige openingen dat vleermuizen naar binnen en naar buiten kunnen. Cortenstaal verweert mooi en gaat dan goed op in het landschap.Aan het Damsterdiep ter hoogte van Wirdum staat de ruïne van de voormalige steenfabriek Rusthoven. Het is de enige nog overgebleven steenfabriek met ringoven in de provincie Groningen. Samen met de nabijgelegen borg Rusthoven en landgoed Ekenstein vormt de steenfabriek een prachtig stukje cultuurhistorisch erfgoed in Groningen. De ringoven, waarin de bakstenen gebakken werden, is nog redelijk gaaf en is een belangrijke overwinteringsplek voor vleermuizen. Het Groninger Landschap zal zich inzetten om de ringoven als industrieel erfgoed te behouden, de vleermuizen te beschermen en het terrein middels een wandelroute open te stellen voor het publiek. Het terrein van steenfabriek Rusthoven is inmiddels volledig gesaneerd, de ringoven is weer prachtig in het zicht en de vleermuizen kunnen beginnen aan hun winterslaap.
We maakten een paar foto’s en probeerden een beetje over het afgesloten terrein rond te kijken. Veel is er niet te zien, behalve dat er op dit moment nog allerlei werkzaamheden aan de gang zijn. Maar ik zou graag een keertje gaan kijken als deze plek voor het publiek wordt opengesteld. Dat zal nog wel een paar maanden duren denk ik. Wij sjouwden rustig aan terug naar Ekenstein om daar een stuk door de tuin te wandelen. Willem Alberda van Ekenstein gaf in 1827 opdracht aan Lucas Pieters Roodbaard om een tuin in Engelse landschapsstijl te ontwerpen. Deze tuin is momenteel vrijwel ongewijzigd.
Toen het Landgoed Ekenstein in 1723 eens verkocht werd met de landerijen er bij luidde de omschrijving van het pand: ‘een fraai huis, onder- en bovenkamers en kelder, aparte kamer, keuken, meierskamer, schuurtje, loopstal, met de hoven, grachten, singels, bomen en plantages, konijnholenbergje met elderen beplant en de parken in het achterste hof met stenen opgezet, alles met stenen, straten, vermuurd en onvermuurd (exempt de zerken beelden) met poorten en muren, staketsels en afschuttingen, zijnde tevoren alleen 12 grazen bij de borg gebruikt en de andere 20 onder een huis dat afgesleten is beklemd, echter nu alle vrije landen’.
Nog steeds is het een indrukwekkend huis met een erg fraaie tuin er omheen. Wij hebben er heerlijk gewandeld! Tijdens onze wandeling hoorden we heel veel kraaien erg veel lawaai maken. Vlak bij het Landhuis waren een paar bomen te zien die onevenredig vol met kraaiennesten zaten. En een lawaai dat ze hadden… En een hoop viezigheid op de grond… Dat is natuurlijk vaker zo, dat vogels viezigheid achterlaten op de plek waar ze veel verblijven. In de tuinen moesten we af en toe kijken of we bosanemoontjes zagen of iets anders… Ik was erg onder de indruk van de details op het gebouw, zoals bijvoorbeeld het wapen op de gevel. Op de achtergevel (en vanaf het terras goed zichtbaar) van het hoofdgebouw waren ook dergelijke wapens te zien. Op een bepaald moment hadden we het gevoel dat we het meeste wat er te zien was wel hadden gezien. Het was nog niet heel erg laat, ik zou graag samen met P nog naar de kerk van Krewerd willen om daar even rond te kijken.
Eigenlijk was het een simpel ritje. Terug rijden naar de N360 richting Appingedam en vervolgens richting Holwierde. In het plaatsje Holwierde staat richting Krewerd aangegeven. Hoe vaak ben ik wel niet in Krewerd geweest om de kerk te boeken voor een optreden van A.G. & Kate? Hoeveel optredens zou ik er gezien hebben? Ik weet het niet meer. Voor mij is Krewerd bekend terrein dus. Nu ik weer terug was om de kerk eens wat beter te bekijken voelde dat wat apart. Even was ik bang dat de kerk afgesloten zou zijn. Ik kreeg de deur namelijk niet open. Teleurgesteld liep ik weer naar P die nog bij de auto stond te wachten. In de tussentijd kwam een ander gezin aanlopen en stapte zonder enig probleem de kerk binnen. Toch niet afgesloten dus. Het lag dus aan mij. Amper 3 minuten later had het gezin de kerk bekeken en hielden ze het voor gezien. Nu hadden wij de tijd om ook naar binnen te gaan…
Toen ik jaren geleden regelmatig naar Krewerd ging had ik amper de tijd om goed rond te kijken. Nu waren we met z’n tweeën en hadden we alle tijd. Sinds de jachtiger jaren van de vorige eeuw is er wel het een en ander veranderd. Zo is er sinds een paar jaar een mooi toilet gebouwd en ook is er een klein keukentje. Ik was erg onder de indruk van het hoekje dat ik op de foto hierboven heb afgebeeld. Prachtig!
Wat ik ook erg mooi vond is het verhaal van de Heilige Hatebrand, die ook weer een connectie met de Mariakerk in Krewerd heeft. In de Mariakerk zijn een aantal dingen zichtbaar die naar het verhaal van Hatebrand verwijzen, dat maakt het voor mij dan weer erg verleidelijk om een en ander verder uit te pluizen. In een persbericht van Stichting Oude Groninger Kerken van juni 2018 las ik het volgende: Op zaterdag 7 juli 2018 komt de heilige Hatebrand terug naar Feldwerd, naar de wierde bij Holwierde (en Appingedam), waar hij meer dan 800 jaar geleden zijn klooster stichtte. Twee kerkbestuurders uit het Belgische Kortrijk-Dutsel brengen dan een relikwie van Hatebrand – een stukje van zijn gebeente – voor even terug naar zijn geboortegrond. Dankzij het speuren van Meester Edze de Boer, geboren in Holwierde-Katmis, die zijn hele leven gezocht heeft naar sporen van de stichter en het klooster Feldwerd, gaat dit gebeuren. Bij de komst van het Protestantisme en het opheffen van alle middeleeuwse kloosters hadden de laatste nonnen van Feldwerd het gebeente van hun heilige stichter in veiligheid gebracht naar Antwerpen. In Vlaanderen werd Hatebrand sindsdien op meerdere plaatsten als een heilige en noodhelper vereerd. Nu is iets van zijn gebeente teruggevonden. En zo kan hij voor even terugkomen. Eerst naar de wierde van Feldwerd, waar grote hopen kloostermoppen én de dobbe nog herinneren aan het vroegere klooster (dit is een besloten gedeelte), daarna naar de kerk van Krewerd, dit is een voor het publiek toegankelijk gedeelte. In de kerk worden de reliek en het broederschapsboek getoond, Meester de Boer vertelt over zijn speurtocht, Stef Tuinstra bespeelt het orgel uit 1531 en kunsthistoricus Dr. Kees van der Ploeg houdt een causerie over de ‘terugkeer’ van middeleeuwse heiligen naar het protestantse Groningerland.
De Mariakerk is een Romano gotische zaalkerk uit 1280. De kerk staat op een verhoogd kerkhof in het hart van Krewerd en bezit het op één na oudste bespeelbare orgel van Nederland en enige gemetselde doksaal. De Mariakerk van Krewerd is de enige kerk in Fivelingo waarvan de stichtingsgeschiedenis bekend is. Volgens de kroniek van de Constinuatio werd de kerk gesticht door Tyadeke, de borgvrouwe van de Steenhuusterheerd die rond 1250 in Krewerd stond. Deze Tyadeke had God beloofd dat zij een kapel zou bouwen wanneer haar ernstig zieke zoon Menco zou genezen. Menco herstelde, maar Tyadeke kwam haar belofte niet na. In plaats hiervan arrangeerde zij een huwelijk tussen Menco en Tete, de knappe dochter van de rijke deken uit het naburige Loppersum. Het jonge paar was geen langdurig geluk beschoren. In korte tijd overleden Menco, Tete en hun kind. Deze tragische gebeurtenissen brachten moeder Tyadeke tot inkeer. Zij liet alsnog de beloofde kapel bouwen. Zij droeg de kapel op aan Maria en schonk haar aan het klooster Bloemhof te Wittewierum [ongeveer 10 kilometer verderop]. Deze kapel vormt de grondslag voor de tegenwoordige Mariakerk.
Facebook reacties