Al een aantal jaren achtereen hebben P en ik de gewoonte om tijdens de verschillende schoolvakanties via Airbnb een huisje te boeken. Ooit werd ik door twee collega’s getipt dat het toch wel leuk zou zijn om via Airbnb een (vakantie)onderkomen te zoeken; we zijn nog steeds enthousiast over de verschillende mogelijkheden en de enorme verscheidenheid van aanbod. Afgelopen najaar vonden we een plekje voor de komende voorjaarsvakantie. Het zou een vakantiehuisje worden aan de oevers van het Lauwersmeer, we zouden naar Anjum gaan. Feitelijk staat het vakantiehuis op een park in Oostmahorn (dat weer onder Anjum valt), en daarmee is dan ook gelijk maar uitgelegd dat we niet in Anjum zelf zijn terechtgekomen.
Het huisje dat we hadden geboekt ligt amper 10 meter van de over van het Lauwersmeer en in de voorafgaande weken had ik me al behoorlijk verheugd op het uitzicht over het water en de steeds veranderende kleuren en luchten. Het leek me heerlijk om daar rustig naar te kijken… In de week voor ons vertrek trokken drie stormen voorbij (Dennis, Eunice, en Franklin), waarbij Eunice verreweg de meeste impact had. Hoe dichterbij het moment van vertrek naar Friesland kwam, hoe meer we bedachten dat een en ander wel eens een winderige aangelegenheid zou kunnen worden.
Hoewel het huisje op Airbnb 5 sterren scoort (van de 5 die mogelijk zijn), vonden wij dat we minder ruimte tot onze beschikking hadden dan we graag zouden willen. Op zich geen probleem, want we hadden allebei genoeg te doen. P heeft veel werk aan het op orde houden van de administratieve schooltaken (leerkracht zijn betekent ook veel administratie) en ik had een paar boeken mee en allerlei plannen in m’n hoofd voor wat betreft deze website…
Het regende toen we arriveerden op de maandagmiddag en het regende de hele dinsdag (eigenlijk aan één stuk door). Bovendien waaide het behoorlijk. Het waaide zo hard dat we onze verkenningen op de fiets maar vooruit schoven tot een dag dat het beter weer zou worden (als dat het überhaupt al zou worden). Ondertussen had ik me een beetje ingelezen in de achtergronden van Oostmahorn of ‘De Skâns’ zoals ook op het plaatsnaambord is te lezen. Die achtergronden zijn interessant. Op een website vond ik de volgende alinea…
De geografisch gunstige ligging op een hoogte (‘horn’ betekent ‘landtong/hoogte’) in het noordoostelijke puntje van Friesland en het diepe water tot aan de wal, maakte van Oostmahorn eeuwenlang een strategische plek van betekenis. Oostmahorn ontwikkelde zich als vesting en diende – tot de afsluiting van de Lauwerszee – lang als uitvalsbasis voor diverse nautische diensten. De Lauwerszee is ontstaan in de 10e of 11e-euw, toen stormvloeden in de monding van het riviertje de Lauwers het veen wegsloegen. Het huidige Lauwersmeer ontstond na de afsluiting door een 13 kilometer lange dijk en de drooglegging van diverse polders. Gelegen midden in het Waddenzeegebied, verwierf Oostmahorn veel faam als reddingsstation van de NZHRM, vooral door de roemruchte reddingsboot Insulinde van de legendarische reddingvaarder Mees Toxopéus. Het militair belang van Oostmahorn (bij de lokale bevolking bekend als de ‘Skâns’ = Fries voor ‘schans’) vond vooral zijn beslag in de Tachtigjarige Oorlog. Tegen het einde van de zestiende eeuw waren in Oostmahorn 14 vendels gelegerd (1 vendel is 300 man). Om deze manschappen elders in te kunnen zetten moesten er destijds voor het transport 150 schepen opgetrommeld worden.
Een meer uitgebreide geschiedenis van deze plek...
Op kaarten wordt Oostmahorn al vroeg in de 16e-eeuw afgebeeld als een omwalde vesting. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) speelde de schans van Oostmahorn een rol van betekenis als landingsplaats, als verdedigingspunt voor Friesland en fungeerde het voor de Staatse troepen onder leiding van Willem-Lodewijk van Nassau als uitvalsbasis voor de verovering van Groningen op de Spanjaard. De periode vanaf het midden van de 16e eeuw tot 1594 was voor de bevolking in het Lauwersmeergebied een zware, onzekere periode. Behalve de herhaaldelijke overstromingen werd het gebied geteisterd door kapers en smokkelaars en had de bevolking te lijden onder strooptochten door legerhorden. In 1562 waren de kapers zo brutaal geworden dat werd voorgesteld om de kusten van het Waddenzeegebied met oorlogsschepen te beschermen.
De beeldenstorm ging ook aan Friesland niet voorbij. Zo kwamen in 1569 de opstandsgezinden aan wal bij Oostmahorn en plunderden het nabij Anjum gelegen klooster. De conclusie was dat er bij Oostmahorn een afdoend verdedigingswerk moest komen. Zodoende kon in 1571 bij Oostmahorn een tweede aanval van opstandsgezinden worden afgeslagen. In het geuzenjaar 1572 verloor de Spaanse bezetter in de Nederlanden stad na stad. In dat jaar zette geuzenkapitein Gijsbrecht, in dienst van de Prins van Oranje, met enkele tientallen manschappen bij Oostmahorn voet aan wal om de 12 kilometer westelijker gelegen vestingstad Dokkum te bevrijden. De bewoners van de dorpen rond Dokkum zagen hierin een mooie kans om aan de terreur van de in de stad gelegerde Spaanse troepen een einde te maken en sloten zich bij Gijsbrecht aan. Slechts voor even wisten ze Dokkum te ontzetten, maar de geuzen legden het in strategisch opzicht al snel af tegen de bekwame kolonel Caspar di Robles, die na de herovering in de stad een enorm bloedbad en grote verwoestingen liet aanrichten.
De Prins van Oranje gaf vervolgens in 1575 de geus Barthold Entes opdracht Friesland te bevrijden. Met soldaten uit Bremen zette Entes koers naar Oostmahorn en slaagde erin de schans te veroveren. De inmiddels door de Bourgondiërs tot stadhouder benoemde Di Robles zag het belang van Oostmahorn als landings- en verdedigingspunt en belegerde Oostmahorn. Entes moest de strijd uiteindelijk opgeven vanwege honger en gebrek aan Staatse legersteun. Nadat in 1578 Friesland uiteindelijk geheel bevrijd was, probeerde de Spanjool in 1580 Friesland opnieuw in handen te krijgen. De zuidwest hoek werd veroverd, maar het noorden bleef verschoond van de dood en verderf die de Spanjaarden daar zaaiden, mede omdat Oostmahorn en omgeving goed verdedigd werden. Groningen bleef nog lang nadat Friesland bevrijd was in Spaanse handen. Oostmahorn diende in deze situatie als een van de verdedigingspunten tegen de Spaanse troepen. In de schansenstrijd die op de grens van Friesland en Groningen losbrandde werd de schans van Oostmahorn verschillende malen aangevallen, verwoest en opnieuw opgebouwd.
In 1593 werd de 23-jarige Willem-Lodewijk van Nassau kapitein-generaal van Friesland. Een jaar later, in 1584, volgde Willem-Lodewijk zijn door Balthasar Gerards vermoorde broer Willem van Oranje op als stadhouder van Friesland. In dat jaar werd hij ook aanvoerder van de Staatse troepen en was het met de Spaanse successen afgelopen. Willem-Lodewijk (die in Friesland bekend staat als Ús Heit, ús = ons en heit = vader) was een sterk voorstander van de aanvalsoorlog. In plaats van opstandige gebieden te beschermen, moesten de opstandelingen de door de Spanjaard bezette gebieden aanvallen. In 1589 begon hij vaart te maken met de verovering van Groningen. De aanval werd vanuit Oostmahorn ingezet. Met 800 man aan boord zette Willem-Lodewijk op 15 oktober 1589 vanaf Oostmahorn koers naar Zoutkamp (Soltcamp) dat op 20 oktober veroverd zou worden. Voor de bevolking in het gebied rond de Lauwerszee braken eindelijk rustiger tijden aan, hoewel de Spaanse kapitein-generaal Francisco Verdugo in 1593 nog een strooptocht op Friesland inzette. In datzelfde jaar voer Willem-Lodewijk met 2.200 man, opnieuw vanuit Oostmahorn, via de Waddenzee naar het Oost-Groningse Bellingwolderzijl waar hij een schans opwierp (nu: Oudeschans). Vervolgens slaagden de Staatse troepen in 1594 onder leiding van Willem-Lodewijk en Prins Maurits erin heel Groningen definitief onder Staats gezag te brengen. De Spanjaarden kwamen niet meer in de buurt van Oostmahorn en de Schans werd verwaarloosd.
Tegen het einde van de 18e-eeuw komt Oostmahorn als vesting opnieuw in beeld. Dan wordt er een batterij aangelegd, een aantal kanonnen met bemanning. Ten tijde van de Bataafse Republiek waren er in Oostmahorn tot 1813 twee Franse detachementen gelegerd. De Franse kazerne en het buskruithokje stammen uit deze periode.
De laatste krijgshandelingen in Oostmahorn vonden plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de nadagen van deze oorlog werd er van Duitse zijde vanaf Schiermonnikoog nog een felle aanval op Oostmahorn ondernomen. Daarbij is veel kapotgeschoten. Bij de bevrijding van de stad Groningen vluchtte op 16 april 1945 een groep Duitse- en Nederlandse SS’ers en SD’ers uit het beruchte Scholtenshuis naar Schiermonnikoog. Het Scholtenshuis bood in de oorlog onderdak aan de Gestapo en hier was volop gemarteld. Deze groep van 126 personen, waaronder ook een aantal vrouwen, herbergde dan ook de meest gevreesde beulen van Groningen. Met vier boten kozen ze zee vanuit Zoutkamp. Tijdens de overtocht werden ze vanuit Oostmahorn door de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) onder vuur genomen, waarbij enkele van hen gewond raakten. Eenmaal onderdak op het eiland eiste deze groep dat er een vergeldingsactie zou worden uitgevoerd op Oostmahorn. Met gevorderde schepen werd de aanval op de geallieerden in Oostmahorn ondernomen. Bij het naderen van de kust werden enkele van de schepen tot zinken gebracht. Ondanks de heftige tegenstand wisten de Duitse troepen nog op de dijk te komen. Na felle gevechten trokken ze zich toch weer terug op Schiermonnikoog. De veerboot ‘Brakzand’ werd niet gebruikt bij dit offensief. De kapitein had het schip op het laatste moment ‘onklaar’ weten te maken. Niet eerder dan op 25 mei landden de Canadezen op het eiland. Pas op 11 juni 1945 werd de Duitse bezetter van Schiermonnikoog afgevoerd.
Met andere woorden: we wilden graag de omgeving wat verder verkennen… Die kans kregen we op de woensdag (de eerste mooie dag van deze week). Het waaide nog steeds behoorlijk, maar er scheen wel een zonnetje. Dat zorgt er dan gelijk voor dat de foto’s wat vrolijker worden en bovendien ga je dan met iets meer zelfvertrouwen naar buiten. Het kwam goed uit dat we voor een paar boodschapjes naar de dichtstbijzijnde supermarkt moesten (in Anjum). Tijdens ons fietstochtje heen en weer naar de supermarkt zouden we een paar foto’s kunnen maken. Uiteindelijk kwam het er op neer dat slechts de woensdag een mooie ‘buitendag’ van onze midweek in Oostmahorn was…
Aalscholvers denken allemaal: ‘Kun je nog scholven, scholf dan aal’.
Doch door de golven diep bedolven
wil weinig aal zich laten scholven.
Zo scholft zo ’n beest zich uit de naad
terwijl het woord niet eens bestaat.
Auteur: Trijntje Fop (Kees Stip)
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.
Ik ben voornamelijk geïnteresseerd in traditionele folk- en countrymuziek, Groninger (cultuur)geschiedenis, en allerlei buitengebeuren. Vroeger trok ik er vaak op uit om meerdaagse fietstochten te maken, tegenwoordig fiets ik meer in de omgeving van de stad Groningen. In de jaren 80 van de vorige eeuw begon ik foto's te maken van de verschillende (huis)concerten die ik bezocht. Een paar jaar geleden heb ik al mijn oude negatieven gedigitaliseerd. Deze website kwam tot stand vanuit de wens iets met de toen gedigitaliseerde negatieven te doen...
Rit door Noordenveld, Drenthe
Groningen off the beaten track. Eerste deel van de autoroute zuid.
Mooi Harry. Most eem ’n keer Sibe van Aangium intypen. Hai het ongeveer 12 bouken (jeugd) over Oostmahorn en Anjum schreven. Prachtige verhoalen.
Heb ik gedaan… Ben vroeger nooit verder gekomen (qua Friesland dan) dan De Kameleon…
En hou leken dei bouken die tou Harry? Ik heb ze altmoal had en tig keer lezen. Spannend!
De Kameleon vond ik heel spannend toen ik een klein jochie was, nu wat minder…
Er weer eens lekker van tussenuit geweest Harry, leuk verslag en mooie foto’s!
Ja, kan wel zeggen dat we ‘lekker uitgewaaid’ zijn. We snakken naar een paar dagen met iets minder wind dan de afgelopen paar weken…