In 1972, ik was toen ongeveer 14 jaar oud, emigreerden mijn ouders naar Canada. Iets meer dan een jaar later kwamen we weer terug naar Nederland. Ik heb een lange tijd terug een serie van vier posts gemaakt over dit avontuur. Door hier te klikken gaan u naar de eerste van deze posts. Eenmaal weer terug in Nederland kwamen we uiteindelijk in Stadskanaal terecht. Daar verdiende ik m’n eerste geld met een krantenwijk. Op de weg terug van school naar huis bracht ik elke dag snel het Nieuwsblad van het Noorden rond in een wijk niet zo ver van het huis waar we woonden. Eén van de eerste dingen die ik deed met het zelf verdiende geld was een abonnement op de National Geographic nemen.
Het jaar in Canada had ervoor gezorgd dat mij Engels met sprongen vooruit was gegaan. Dat wilde ik graag in stand houden. Eerder had ik al kennis gemaakt met de National Geographic, en dat leek me een aardige mogelijkheid om te blijven oefenen met mijn leesvaardigheid. Met enige regelmaat werden er destijds artikelen over de Yukon, een van de noordelijke provincies van Canada geplaatst. Deze artikelen bevatten vrijwel altijd een paar regels van gedichten van Robert W. Service. Ik was destijds al enorm onder de indruk van de manier waarop deze dichter de sfeer van de Canadese wildernis beschreef. Wij waren in 1972–’73 niet verder geweest dan East Selkirk, Winnipeg en een paar stukjes van de iets wijdere omgeving, maar ondanks dat had ik bij het lezen van dit soort artikelen het gevoel alsof het verhaal dankzij de dichtregels van Robert W. Service beter aankwam.
Robert William Service was een Brits-Canadese schrijver en dichter. Hij werd in 1874 geboren in Preston, Lancashire in Engeland en emigreerde in het begin van de 20e-eeuw naar Canada. Veel van zijn werk is geïnspireerd door de goudkoorts in de Klondike in de late 19e en begin 20e-eeuw. Klondike is een gebied in het noorden van Canada dat grenst aan Alaska. Robert W. Service werkte in Canada bij een bank en reisde veel in het noorden van het land, voornamelijk in de Yukon. Klondike en Yukon vormden de inspiratie voor zijn meest beroemde gedichten zoals ‘The shooting of Dan McGrew’ and ‘The cremation of Sam McGee’. Het werk van Robert W. Service heeft enorm bijgedragen aan het beeld wat we hebben van gebieden zoals de Yukon en het onvoorspelbare bestaan van de goudzoekers aan het begin van de vorige eeuw. Verschillende gedichten van Robert W. Service behoren inmiddels tot de klassieke Canadese literatuur. Thema’s zoals rechtvaardigheid en medelijden met mensen in nood komen vaak voor in zijn werken. Ook schreef Robert W. Service vaak over diegenen die aan de rand van de maatschappij een bestaan op probeerden te bouwen.
In 1979 maakte ik een wat langere reis (6 weken) door Texas, Louisiana en New Mexico. Voor mij dé gelegenheid om een aantal boeken van Robert W. Service aan te schaffen. Die heb ik allemaal gelezen en later nog eens gelezen. Jaren later, toen ik een keer bij A.G. & Kate was blijven overnachten na een huisconcert hoorde ik de volgende ochtend ‘Tales of the Yukon’, een wat oudere LP van Hank Snow met allemaal materiaal van Robert W. Service. Opnieuw een grote ontdekking! Ik vond de muziek van Hank Snow destijds een beetje zoetig, maar daar denk ik tegenwoordig iets anders over. Ik had er nooit over nagedacht dat materiaal van Robert W. Service zich ook leende voor bewerkingen door iemand als Hank Snow. Het duurde dan ook niet al te lang of ik had een exemplaar van de betreffende LP van Hank Snow gevonden en in mijn eigen verzameling opgenomen. Hieronder Hank Snow’s uitvoering van ‘Dangerous Dan McGrew’…
Weer jaren later ontdekte ik dat Robert W. Service ook ‘gewone’ boeken had geschreven (dus geen gedichten). Het was in de tijd dat A.G. & Kate regelmatig op tournee in Engeland gingen en dat ik een aantal keren als ‘roadie’ mee op tournee ging. Tijdens die reizen werden er doorgaans talloze tweedehands boekenwinkeltjes bezocht. Op een bepaald moment kwam op die manier het eerste deel van de autobiografie van Robert W. Service boven water. Tijdens het lezen daarvan ontdekte ik dat er [1] een tweede deel van de autobiografie zou moeten zijn en [2] dat er ook verschillende romans van onze hoofdpersoon zouden moeten zijn. probleem was alleen om ze te vinden.Stelselmatig zocht ik dus in allerlei boekenwinkeltjes naar voor mij onbekend werk. Vroeger zeiden we altijd al ’the fun is in the hunt’. Meestal beleef je veel meer lol aan het zoeken dan aan het vinden van iets – in mijn geval was dat niet anders natuurlijk. Op het moment dat ik deze ontdekkingen deed hadden we het al over boeken van tussen 60 en 70 jaar oud…
Ook Jim Reeves heeft zich gewaagd aan de gedichten van Service en heeft een volledige LP met werk van hem opgenomen. Hierboven is zijn versie van ‘The spell of the Yukon’ te beluisteren. Het was in de Yukon dat Robert W. Service zijn eerste gedichten schreef. Hij had daar een blokhut waar hij veel verbleef en wat een van zijn favoriete plekken was. Een moderne foto van de blokhut staat bovenaan deze post. Een veel oudere is hieronder afgebeeld.
Stuart Hamblen kennen we omdat hij ‘This ole house’ heeft geschreven (en er een wereldhit mee heeft gehad). Ook schreef hij de bekende gospelsong ‘It is no secret (what God can do)’. Ik wist van de gospelsong, maar heb eigenlijk nooit geweten dat ‘This ole house’ ook van Stuart Hamblen was. Ook van Stuart Hamblen is een LP met uitsluitend materiaal van Robert W. Service te vinden (u moet wel héél goed zoeken vrees ik). Ik heb maar weer voor ‘The shooting of Dan McGrew’ gekozen…
Eerder al gebruikte ik een uitvoering van ‘The cremation of Sam McGee’ door Johnny Cash op deze site. Het zou zonde zijn om in de opsomming van mijn favoriete artiesten Johnny Cash niet te benoemen. Daarom laten we ‘um dit gedicht nog maar eens voordragen. Ik denk niet dat er veel bezwaar tegen zal zijn – het is immers een prachtige uitvoering…
In november 1981 kwam Debby McClatchy samen met A.G. & Kate naar Harpel voor een optreden. Mijn goede vriend Bert Nobbe zei laatst eens tegen me dat het één van de mooiste optredens was die hij in ‘The Home of Strictly Country’ mee heeft gemaakt. Ik denk eerlijk gezegd dat er nog wel een paar héél erg mooie optredens in Harpel te bedenken zijn, maar ’t optreden van Debby McClatchy staat ook in mijn lijstje. Op een van haar LP’s is een wat onbekender gedicht van Robert W. Service te vinden. We hebben het over ‘The ballad of Blasphemous Bill’. Ik vraag me af of dit toen in Harpel hebben kunnen beluisteren (maar nu wel)…
Verschillende uitvoeringen van het werk van Robert W. Service kwam ik tegen doordat ik flink aan het zoeken ben geweest op YouTube. Daar vond ik bijvoorbeeld dat Stuart Hamblen werk van Robert W. Service heeft uitgevoerd. Van Hank Snow, Johnny Cash, Debby McClatchy en Jim Reeves wist ik het omdat dat materiaal in mijn eigen verzameling zit. Hieronder ‘Why do birds sing’, een stukje Bob Dylan. Ik was enorm verbaasd dat ook hij werk van onze dichter heeft uitgevoerd…
Ik heb nog steeds iets meer dan één plank in mijn boekenkast gewijd aan Robert W. Service. Die boeken blijven daar ook staan denk ik. Ze zijn voor mij nog steeds een soort bruggetje naar een wonderlijk jaar in Canada. Soms denk ik dat het fijn geweest zou zijn als we daar waren gebleven. Veel vaker denk ik dat het gewoon goed geweest is dat een ander zo is gelopen als dat het uiteindelijk gelopen is. En zo af en toe lees ik ook nog wel eens een stukje Robert W. Service…
En hoe ging het verder met onze dichter? Hij kwam uiteindelijk in Frankrijk terecht en vestigde zich in Monte Carlo waar hij zich vanwege de populariteit van zijn eerdere werken volledig aan het schrijven kon wijden. Hij overleed op 85-jarige leeftijd in het jaar dat ik geboren werd (in 1958) in Frankrijk en is daar ook begraven. Voor de doorzetters heb ik een iets uitgebreidere levensbeschrijving (in het Engels) gevonden…
Robert William Service (1874–1958) was a British-Canadian poet and writer, best known for his colorfully vivid descriptions of the land and the people of the Yukon Territory. Although he did not arrive in Dawson City until ten years after the great gold rush of 1898, his poetry and writings of the era helped shape the romantic ideals of the Klondike. He was born in Preston, in the English county of Lancashire, on January 16, 1874, the first-born child of a Scottish bank clerk who married the daughter of a wealthy distillery family. He would have nine siblings, six brothers and three sisters, and his parents apparently felt the stress of his father’s work not going well. At the age of five, Robert and his younger brother John were sent to live with an uncle, the postmaster of Kilwinning, Scotland. In 1883, when Robert was nine years old, his mother received a legacy and the Service family moved from Preston, Lancashire to Scotland’s largest city, Glasgow, and Robert and his brother rejoined the large family. At school his sense of humor and his easy facility with words made his company enjoyable. By the age of thirteen he dreamed of going to sea, but his parents did not approve, so he took his first job, in a shipping office. After that company failed, Robert, then 14, accepted a position as an apprentice at the Commercial Bank of Scotland, which would become the Royal Bank of Scotland. In 1909, when his Dawson bank wanted Robert Service to return to Whitehorse as a manager, he decided to resign. After quitting his job, he rented a small log cabin, built in 1897, and became a full-time author. In 1893 Robert Service attended the University of Glasgow, taking to the formal study of English Language and Literature so well that after mid-year examinations he stood fourth in a class of two hundred. However, for the final class project Service wrote an essay on Shakespeare’s Hamlet, focusing on the character of Ophelia, which was not received well by his professor. Miffed, Robert issued a challenge to a round of fisticuffs, but it went unaccepted, and he left the university, disenchanted and disappointed. He spent the next two years working, saving his money, and dreaming of being a cowboy in Western Canada. In 1895 Robert turned 21 years of age, resigned from his job at the bank, and announced his intentions to be a cowboy to his family. His father, apparently understanding, bought his son a Buffalo Bill Cody-type outfit complete with hat, high leather boots, and a fringed leather jacket. Robert sailed to Montreal, took the train across Canada, and went to work for a Scottish family in the Cowichan Valley on Vancouver Island. He learned to milk cows, ride horseback, and do farm chores. After several months he moved to a more remote place to live and work with a rugged loner he calls Hank in his autobiography, Ploughman of the Moon. Hank ran about 20 head of cattle on his place, and Robert kept Hank company and helped with chores. Hank taught Robert to bake bread and told him stories about travels in California. After a year Robert left Hank to become a farm hand on a large dairy, but in 1897, at 23 years of age, he set off to by ferry to Seattle and south to San Francisco and the Barbary Coast, where he took up rambling, became a self-described hobo, or bindlestiff, and drifted, occasionally working, picking oranges or washing dishes, and for a spell, as a gardener and handyman at a house of ill repute where someone gave him a six string guitar. He returned to British Columbia and eventually became a storekeeper, a position he kept for four years. One day in 1903, in Victoria, while Robert was standing outside the Canadian Bank of Commerce, an acquaintance hailed him and after some discussion encouraged him to go into the bank and apply for a job. He did so, using his references from the Scottish bank, and was hired. He was soon transferred to the town of Kamloops, in the desert-like interior of British Columbia, and in 1905 he was transferred north to the branch in Whitehorse, Yukon Territory. Whitehorse was a frontier town, begun in 1897 at the White Horse Rapids on the Yukon River, as a camping site for prospectors on their way to Dawson City to join the Klondike Gold Rush. The railroad that Robert Service rode into town on from Skagway, the White Pass and Yukon Route, had been built over the mountains from the coast only five years before. In Whitehorse Service listened to stories of the great gold rush, and he took part in the active social life of the town. As was popular at the time, he entertained at concerts and church socials by reciting Rudyard Kipling poems and singing songs to banjo accompaniment. Hearing him, the editor of the Whitehorse Star, E. J. “Stroller” White, suggested he write something original about life in the Yukon. Soon after this, as he was returning from an evening walk, the sounds of men celebrating in a nearby saloon inspired him, and by the next morning Service had penned the lines to one of his most famous poems, ‘The Shooting of Dan McGrew.’ The noted Canadian author and journalist Pierre Berton interviewed Robert Service in 1958 in Monte Carlo—the last interview Service ever gave. Berton had crossed paths with Service since childhood; in his book, ‘Prisoners of the North’ (Carroll & Graf, 2004), Berton wrote, “My mother knew him when she was a young kindergarten teacher in Dawson City; he even asked her to a dance—the kind of social affair he usually avoided. His original log cabin stood directly across from my childhood home under the hill overlooking the town.” In the Monte Carlo interview, recently uploaded to YouTube, Robert Service describes writing ‘The Shooting of Dan McGrew’ after one of the churches asked him to do a bit in a program. Thinking it over on one of his long walks, he decided to take his friend Stroller’s advice and write something original: “….I heard sounds of revelry, and the line just popped into my head, ‘A bunch of the boys was a whoopin’ it up,’ and there I got my start. I felt quite excited about it, I ate scarcely any supper, and after supper I went to my teller’s cage, and I started to write. Well, believe it or not, I wrote on almost continuously through that ballad, and finished it, oh, around about two in the morning. I wrote it as it stands now, scarcely a line has been changed, and finally I went to bed, my job was finished. I put it away in a drawer and forgot all about it.” Pierre Berton asks him, “You didn’t recite it at the church social?” Robert Service: “Oh no, the cuss words in it were something that they wouldn’t stand for!” Pierre Berton picks up the story in his book, ‘Prisoners of the North.’ “One evening, he encountered a big mining man from Dawson, overweight and important, who removed his cigar long enough to remark, ‘I’ll tell you a story Jack London never got,’ and spun a yarn about a man who cremated his pal. A light bulb flashed in Service’s mind: ‘I had a feeling that here was a decisive moment of destiny.’ He left and went for a long, solitary walk. On that moonlit evening, his mind ‘seething with excitement and a strange ecstasy,’ the opening lines of The Cremation of Sam McGee burst upon him, and soon ‘verse after verse developed with scarce a check.’ “After six hours, the entire ballad was in his head, and on the following day, ‘with scarcely any effort of memory,’ he put the words down on paper.” Several of Robert Service’s poems and novels were made into Hollywood movies, from silent films to the the visually impressive “Trail of ’98,” filmed in California and Colorado. With a $1.5 million price tag, “The Trail of ’98” was one of MGM’s most expensive and ambitious projects to date. Service even portrayed himself —with Marlene Dietrich—in the movie based on Rex Beach’s novel set in territorial Alaska, “The Spoilers.” Walking along the Yukon River from his Whitehorse cabin, often to the rock cliffs above Miles Canyon, Robert Service penned more poems, ‘bubbling verse like an artesian well.’ He collected enough poems for a book, and sent them, along with his Christmas bonus from the bank to his father, who had emigrated to Toronto. The elder Service oversaw the publishing of ‘Songs of a Sourdough,’ which was an immediate success, going through seven printings even before its official release date. Service eventually earned more than $100,000 for Songs of a Sourdough, equal to about $2.6 million today. In the United States, the book would be titled ‘The Spell of the Yukon and Other Verses.’ When the bank transferred Service to Dawson City in 1908, he met veterans of the Klondike Gold Rush who loved to reminisce, and Service used their tales to write a second book of verse, ‘Ballads of a Cheechako’ (1908), which also became an overwhelming success. In 1909, when his bank wanted Service to return to Whitehorse as a manager, he decided to resign. He rented a small two-room log cabin in Dawson City and began his career as a full-time author. Like his two volumes of poetry, his first novel, ‘The Trail of ’98,’ also became an immediate best-seller, and Service, newly wealthy, was able to travel widely. But he felt that he still had a score to settle with the north. Robert Service had long felt that he was a bit of a fraud, for while he wrote compellingly of the Yukon and the gold rush era, he had not ‘paid his dues,’ so to speak. He hadn’t trekked over the Chilkoot Pass, nor risked his life in the perilous journey down the Yukon in a flimsy craft. Seeking to earn his sourdough stripes, he decided to return to Dawson City the hard way, via the notorious 2,000-mile Edmonton Trail, by birch bark canoe down the Mackenzie River, over the Mackenzie Divide via the Rat River and down the Bell and the Porcupine to the Yukon River, then up the Yukon to Dawson City. It was a properly arduous—and dangerous— journey, and by the end of it he felt vindicated. Happily returning to his log cabin on the hillside, he wrote his third book of poetry, ‘Rhymes of a Rolling Stone.’ Robert Service left Dawson City for the last time in 1912, taking the last boat of the season. He moved to France, purchased a villa on the Emerald Coast of Brittany which he named Dream Haven, and married Germaine Bourgoin in 1913. He was 41 years old when World War I broke out; he lied about his age and tried to enlist, but was refused. He became a war correspondent, and volunteered for duty as a stretcher bearer and ambulance driver with the American Red Cross, but when his health broke he found himself convalescing in Paris, where he wrote a volume of war poetry, ‘Rhymes of a Red Cross Man,’ in 1916. It became a critically acclaimed best-seller. The book was dedicated to the memory of Service’s brother, Lieutenant Albert Service, Canadian Infantry, Killed in Action, France, August, 1916. In January, 1917 Germaine gave birth to twin girls, Doris and Iris. The following winter, when the family traveled to the Riviera, little Doris caught scarlet fever. She died in February, 1918. In the fall of 1921 Service received a check for $5,000 for the film rights to ‘The Shooting of Dan McGrew,’ and the family traveled to Hollywood, where Robert’s mother joined them from Alberta. That winter Robert traveled alone to Tahiti and Moorea for two months before returning to France. For the next ten years the family spent much time traveling, north to Brittany in the summers, south to Nice in the winter. They travelled to Spain, North Africa, Denmark, Finland, and Robert visited Germany, Poland, and the U.S.S.R. for two months, among other places. During World War II, Robert Service returned to California, playing himself in the movie ‘The Spoilers’ (1942), working alongside John Wayne, Randolph Scott, and appearing in a scene with Marlene Dietrich. After the war, Robert Service and his wife returned to their home, Dream Haven in the town of Lancieux, Brittany, to find it in ruin from the German occupation. They had it rebuilt, as Robert Service had a deep affection for the town and its scenic seaside. On many occasions, he made monetary gifts to the town, including for the school and for a war memorial. Robert Service spent winters at his Villa Aurora in Monaco on the French Riviera, overlooking the warm Mediterranean, but during the summers he returned to Dream Haven. He wrote prolifically during his last years, publishing two volumes of autobiography, ‘Ploughman of the Moon’ (1945) and ‘Harper of Heaven’ (1948) and nine original books of verse (1949 to 1955). Robert Service, The Bard of the Yukon, passed away at his beloved Dream Haven on the coast of Brittany, in September, 1958, and was buried in Lancieux. He was eighty-five.
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.
Allereerst Harry, mor goud dast doe noa een joar Canada teruggekommen bist. Wie verwelkommen die met terugwaarkende kracht. Een mooi verhoal dizze keer. Zelfs het heule laange stuk met de biografie van Service. In dat stuk onthol ik veuraal dat hai speult het in een film met John Wayne. En de oetvoerens van Snow, Reeves, Hamblen, McClatchy, Cash, Dylan en Service zulf. Altmoal mooie oetvoerens. Moar wees nou es eerlijk… De impact van de stem van Cash mokt aale verdere begelaidensfrivoliteiten overbodig. Kiek moar es een keer de tousproak bie 4th July 1976 in het Capitool (200 joar onoafhankelijkhaid). Mor zoas ik al zee een mooi stuk en Debby was inderdoad een heule mooie oavend. .
Ik ben voornamelijk geïnteresseerd in traditionele folk- en countrymuziek, Groninger (cultuur)geschiedenis, en allerlei buitengebeuren. Vroeger trok ik er vaak op uit om meerdaagse fietstochten te maken, tegenwoordig fiets ik meer in de omgeving van de stad Groningen. In de jaren 80 van de vorige eeuw begon ik foto's te maken van de verschillende (huis)concerten die ik bezocht. Een paar jaar geleden heb ik al mijn oude negatieven gedigitaliseerd. Deze website kwam tot stand vanuit de wens iets met de toen gedigitaliseerde negatieven te doen...
Gelezen: Sander Blom – Heilige grond (thriller)
Ynskje Penning: Overleven; de lotgevallen van zeven Nederlandse mariniers in WOII
Allereerst Harry, mor goud dast doe noa een joar Canada teruggekommen bist. Wie verwelkommen die met terugwaarkende kracht. Een mooi verhoal dizze keer. Zelfs het heule laange stuk met de biografie van Service. In dat stuk onthol ik veuraal dat hai speult het in een film met John Wayne. En de oetvoerens van Snow, Reeves, Hamblen, McClatchy, Cash, Dylan en Service zulf. Altmoal mooie oetvoerens. Moar wees nou es eerlijk… De impact van de stem van Cash mokt aale verdere begelaidensfrivoliteiten overbodig. Kiek moar es een keer de tousproak bie 4th July 1976 in het Capitool (200 joar onoafhankelijkhaid). Mor zoas ik al zee een mooi stuk en Debby was inderdoad een heule mooie oavend. .
Ik ben het in alle opzichten met je eens Bert… En ik voel me ook nog steeds welkom hoor…