Tijdens de afgelopen zomervakantie in Krachtighuizen (vlakbij Putten) op de Veluwe stuurde een vriendin van P ons ’t volgende grapje toe: ‘Zomervakantie… Da’s toch wanneer de zomer vakantie heeft?’. We hebben er behoorlijk om gelachen en vonden dat het wel héél aardig klopte. De eerste volledige dag zonder regen was namelijk de dag dat we weer terug naar Groningen reden. Ergens anders vond ik de volgende Grunneger vertaling van een paar dichtregels van de Duitse dichter Eugen Roth (in dit geval prachtig vertaald door Jan Siebo Uffen):
‘n Zummerregen is verkwikkelk; ‘n regenzummer bloots verschrikkelk.
We hadden ons huisje aan het begin van het kalenderjaar al vastgelegd. We hadden zelfs bedacht 16 dagen te gaan, iets langer dan de voorgaande jaren. Wisten wij veel dat het precies tijdens onze vakantie twee weken achtereen zou regenen in Krachtighuizen… Maar we hadden voorzorgsmaatregelen genomen. P en ik hadden beiden een stapeltje boeken mee. Thuis zie je altijd allerlei werkjes die nodig gedaan moeten worden en dat fenomeen staat het lezen behoorlijk in de weg. Op een vakantieadres zijn de prioriteiten ineens anders geworden en lezen gaat daardoor een stuk makkelijker. Beiden zijn we uitgekomen op een daggemiddelde van circa 175 pagina’s… Over twee boeken van Marten Toonder senior schreef ik tijdens de vakantie deze post.
Toch hebben we tijdens ons verblijf in Krachtighuizen meer gedaan dan alleen dikke boeken lezen. Zodra het er op leek dat het even droog zou blijven moesten er boodschapjes gedaan worden, konden we even buiten in het zonnetje zitten of hadden we de gelegenheid om even door het bos te fietsen (iets waar ik me voorafgaand aan de vakantie erg op had verheugd). Zo hebben we de Oude Kerk bekeken van waaruit in 1944 honderden mannen werden weggevoerd. Ik kreeg bij de ingang een klein informatieboekje in handen gedrukt; de tekst van ‘t volgende blokje heb ik uit dit boekje overgenomen. Een uitgebreidere weergave vindt u hier.
Na de inval op 10 mei 1940 paste de Duitse bezetter ‘de tactiek van de fluwelen handschoen’ toe ten aanzien van de Nederlandse bevolking. Na het keerpunt in de oorlog (de nederlagen bij El Alamein in Noord-Afrika eind 1942 en Stalingrad, begin 1943) toonden de Duitsers hun ware gezicht. De maatregelen van de Duitsers kregen een steeds grimmiger karakter. Met name na de slag om Arnhem, die begon op 17 september 1944, kwam de oorlog voor de Puttenaren dichterbij. De verschillende verzetsgroepen in Nederland fuseerden begin september 1944 tot de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. De Binnenlandse Strijdkrachten stonden onder leiding van Prins Bernhard. Een groep verzetslieden opereerde vanuit de afgelegen Enny’s Hoeve aan de Hunnenweg, een zijweg van de Arnhemse Karweg. Deze groep, bestaande uit acht personen, beraamde een aanslag op een stafauto van de Wehrmacht tussen Nijkerk en Putten. In de nacht van zaterdag 30 september en zondag 1 oktober 1944 werd de aanslag uitgevoerd bij de Oldenallersebrug. Bij de aanslag ging van alles mis. Tijdens de schotenwisseling werden een verzetsman en een Duitse officier zwaargewond. Beide mannen bezweken korte tijd later aan hun verwondingen. De Wehrmacht besloot Putten zwaar te straffen. De Duitsers wilden Putten als afschrikwekkend voorbeeld gebruiken voor het Nederlandse verzet. Ons dorp werd op de zondagmorgen, in alle vroegte, door ruim 1000 soldaten van het Hermann Göringregiment omsingeld. Iedereen werd gesommeerd zich te begeven naar de Oude Kerk en de Openbare Lagere School op de markt. Dit laatste gebouw is begin jaren ’50 afgebroken. Op die zondag werden al zeven personen, waaronder een jonge vrouw, ‘op de vlucht’ doodgeschoten. In de overvolle Oude Kerk zaten de mannen, vrouwen en kinderen in angstige afwachting van de komende gebeurtenissen. Bijna niemand wist waarom ze daar zaten, onder de voortdurende bedreiging van de Duitse mitrailleurs, die op de galerijen stonden opgesteld. De Duitse officier Fullriede las het vonnis voor van Generaal Christiansen. Het vonnis over Putten luidde: [1] De schuldigen van de aanslag dienden te worden neergeschoten; [2] De mannelijke bevolking tussen de 18 en 50 jaar dienden te worden gedeporteerd; [3] De vrouwen en kinderen dienden te worden geëvacueerd; en [4] Het dorp Putten diende te worden afgebrand, behalve de huizen van de bewoners die pro-Duits waren. Dominee C.B. Holland, toen de enige predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk in Putten, probeerde nog te bemiddelen. Dat bleek tevergeefse moeite te zijn. Aan het einde van de zondag werden de vrouwen en kinderen naar huis gestuurd met de opdracht de volgende dag met voedsel en kleding terug te keren voor de mannen. Na een lange en bange nacht moesten de mannen afgemarcheerd worden naar het station. Dominee Holland vroeg toen toestemming aan de Duitsers om nog met de mannen te mogen bidden. Bovendien verzocht hij de mannen Psalm 84: 3 en 4 te zingen. Eerst weifelend en onzeker, later krachtiger, zongen de 660 mannen deze psalm.
Welzalig hij, die in al zijn kracht En hulp alleen van U verwacht, Die kiest de welgebaande wegen; Steekt hen de hete middagzon In ’t moerbeidal, Gij zijt hun bron, En stort op hen een milden regen. Een regen die hen overdekt, Verkwikt, en hun tot zegen strekt.
Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort; Elk hunner zal, in ’t zalig oord Van Sion, haast voor God verschijnen Let, Heer der legerscharen, let Op mijn ootmoedig smeekgebed; Ai, laat mij niet van druk verkwijnen; Leen mij een toegenegen oor, O, Jacobs God, geef mij gehoor.
Vervolgens werden de mannen afgevoerd naar het doorgangskamp Amersfoort. In dit kamp werden 58 mannen vrijgelaten. Na ruim een week doorgebracht te hebben in Amersfoort, werden de mannen uit Putten en andere plaatsen, zoals Nijkerk, Ermelo, Harderwijk en Arnhem en Oosterbeek gedeporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Onderweg slaagden nog 13 mannen er in uit de trein te springen. In Neuengamme verloren ze hun namen, die vele Puttenaren bij hun doop in de Oude Kerk hadden gekregen werden ze gedegradeerd tot nummers. De weggevoerden van de Puttense razzia hadden vervolgens alle omstandigheden tegen: het weer, ondervoeding, ziektes, slavenarbeid, en de dodenmarsen op het einde van de oorlog. In de avond werden verschillende huizen in brand gestoken. Gelukkig bleek de volgende dag dat een groot gedeelte van het dorp gespaard was gebleven. Uiteindelijk keerden er slechts 49 mannen terug naar Nederland na de bevrijding. Het totale aantal slachtoffers van de razzia in Putten was uiteindelijk 522. De razzia in 1944 heeft diepe sporen nagelaten in Putten. Een zichtbaar bewijs daarvan is de herinneringssteen die hangt bij de ingang waardoor u naar binnen kwam. Hierop staan de namen van de jongeren die destijds op de jeugdvereniging zaten en nooit zijn teruggekeerd uit Duitsland.
Die rondjes door het bos hebben we welgeteld twee keer kunnen doen. De eerste keer was het een rondje aan het einde van de middag voor een ijsje naar ijssalon IJstijd in Garderen (een prachtige naam) en vervolgens via Drie weer terug naar ons huisje in Krachtighuizen. In Drie aten we een pannenkoek en besloten we een keer terug te komen voor het stoofpotje met ree. Dat stoofpotje moet trouwens wachten tot een volgende vakantie. Ons tweede (en laatste) fietsrondje van deze vakantie was een ommetje toen we wat boodschapjes voor het avondeten hadden gedaan.
Het Solse Gat is een locatie midden op de Veluwe. In de oeroude bossen tussen Putten, Garderen en Drie ligt een grote kuil tussen de heuvels, die het Solse Gat is komen te heten. Volgens een eeuwenoude legende is hier, in het Speulder- en Sprielderbos, gedurende de Middeleeuwen iets duisters gebeurd.
P had een vooruitziende blik en had een paar spellen meegenomen. Mijn favoriet daarvan was ‘Keer op Keer 2’. De bedoeling is meer punten te verzamelen dan je tegenstander. Het spelverloop is voor een deel geluk, voor een deel strategie en voor een deel toeval. Merkwaardig trouwens dat P twee derde van alle potje gewonnen heeft… Zou zij gewoon meer geluk gehad hebben? Nieuwsgierig geworden? Meer informatie over dit spel (dat met twee personen gespeeld wordt) is hier te vinden…
Het is een beetje moeilijk om te stellen dat we een mislukte zomervakantie gehad hebben. Da’s absoluut niet waar. Het weer heeft ons wel een beetje dwars gezeten. Maar als je kijkt naar de weersomstandigheden van dit jaar (zomer 2023) zijn we er nog behoorlijk goed van afgekomen… Denk maar aan Noord Italië, aan Slovenië, aan Spanje, aan Griekenland, aan Noorwegen… We hebben op de laatste dag in Krachtighuizen onze spulletjes weer netjes bijeen gepakt, zijn terug naar Groningen gereden en doen gewoon een nieuwe poging in de volgende zomer…
Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.
Kiek Harry… Binnen de kring van de Birdeyes lezers binnen de culinaire oetspatsen van die en P algemain bekend. Moar het mooie en soms ook schokkends binnen de verhoalen dei er bie heuren. Dat van Putten is natuurlijk dramatisch. Is hoast nait mit een penne te beschrieven en dat kloosterverhoal is vermokkelijk. En aal dat wotter wat ons de mond loopt bie aal dei culinaire oetspatten… Het zei die vergeven!!
Ik ben voornamelijk geïnteresseerd in traditionele folk- en countrymuziek, Groninger (cultuur)geschiedenis, en allerlei buitengebeuren. Vroeger trok ik er vaak op uit om meerdaagse fietstochten te maken, tegenwoordig fiets ik meer in de omgeving van de stad Groningen. In de jaren 80 van de vorige eeuw begon ik foto's te maken van de verschillende (huis)concerten die ik bezocht. Een paar jaar geleden heb ik al mijn oude negatieven gedigitaliseerd. Deze website kwam tot stand vanuit de wens iets met de toen gedigitaliseerde negatieven te doen...
Kiek Harry… Binnen de kring van de Birdeyes lezers binnen de culinaire oetspatsen van die en P algemain bekend. Moar het mooie en soms ook schokkends binnen de verhoalen dei er bie heuren. Dat van Putten is natuurlijk dramatisch. Is hoast nait mit een penne te beschrieven en dat kloosterverhoal is vermokkelijk. En aal dat wotter wat ons de mond loopt bie aal dei culinaire oetspatten… Het zei die vergeven!!
Da’s wel fijn dat ons dat vergeven wordt; we hopen nog een tijdje op dezelfde voet voort te gaan…