Op woensdagavond 26 september ’18 ben ik naar een lezing van Remi van Schaik geweest in de hal van de Groninger Archieven aan het Cascadeplein in de stad. Sinds een jaar twitter is als vrijwilliger over de lezingen zoals die regelmatig in de Archieven gehouden worden. Ik ga graag naar dergelijke lezingen omdat ik (1) hou van de geschiedenis van Stad en Ommeland en (2) erg kan genieten van een spreker die met enthousiasme kan spreken over het dagelijkse werk dat hij vaak zijn/haar gehele werkzame leven gedaan heeft. De lezing van afgelopen woensdagavond verraste me omdat ik het – bij nader inzien – een prachtig onderwerp vond en ook omdat mijn beide tweets over deze lezing wel héél erg vaak zijn bekeken…

De eerste tweet verzond ik op de dinsdagavond; de tweede tijdens de lezing. Drie dagen later staat de teller op gezamenlijk meer dan 1600 weergaven. Wonderbaarlijk!

De lezing ging over onderzoek dat uitgevoerd is om te bepalen welke van de overgeleverde geïllustreerde vroegmiddeleeuwse handschriften (die overwegend in kloosters gemaakt werden) hun oorsprong in de Groninger kloosters hadden. De manier waarop men te werk is gegaan is om van die handschriften waarvan met zekerheid was te achterhalen in welk klooster ze geschreven waren, de specifieke kenmerken te bepalen, zodat in andere handschriften naar dezelfde kenmerken kon worden gezocht. De presentatie van afgelopen woensdagavond richtte zich in het bijzonder op drie Groninger kloosters die helaas niet meer bestaan: Selwerd, Thesinge en Felwerd.

Tijdens de presentatie werd duidelijk dat van de circa 90 vroegmiddeleeuwse handschriften waarvan bekend is dat ze hun oorsprong in Groningen hebben, bijna de helft in het klooster Selwerd is geschreven, vervolgens Thesinge en van een véél kleiner aantal (circa 5) is met enige mate van zekerheid toe te wijzen aan het klooster Felwerd.

‘Selfie’ van Alheyt van Limberghen uit het genoemde geschrift. Foto gemaakt van de op deze avond getoonde Powerpoint…

Het aantal verluchte handschriften uit onze streek dat  bewaard is gebleven is helaas uiterst klein. Een van de mooiste en rijkst uitgevoerde exemplaren is geschreven (letterlijk) en geïllustreerd door Alheyt van Limberghen. Ze voltooide het werk op kerstavond 1491, en vermeldde ergens onopvallend dat ze non was in het ‘Olde Cloester by den Damme’; het Benedictijnenklooster Felwerd (dat niet ver van Appingedam was). Het getijdenboek – want dat was het – was bestemd voor haar moeder Lyesebth die getrouwd was met Johan van Limberghen uit Deventer.

Dit getijdenboek is gedecoreerd in een stijl die kenmerkend is voor Groningen, met het uitgesproken donkerblauw en oranje. Ook is er niet zuinig omgesprongen met het aanbrengen van bladgoud, iets wat heel normaal was voor Middeleeuwse handgeschreven boeken. Eikeltjes en eikenblaadjes komen als illustratie in de marge ook regelmatig voor in Groninger handschriften.

Bijzonder was het ook dat we tijdens de pauze in de lezing naar de Studiezaal konden gaan. Daar lagen een aantal mooie handschriften (uit de collectie van de Groninger Archieven) uit de periode 1470 – 1530 voor ons klaar om te bekijken. Het is een apart gevoel om een geschrift van > 500 jaar oud in je handen te hebben (zonder handschoentjes).

Eén van de handschriften die ik daarwerkelijk in handen heb gehad. Een opsomming van eigendommen van het klooster in Thesinge…

De conclusies zoals die aan het einde van deze avond aan ons gepresenteerd werden waren:

  • Overgeleverde Groninger vroegmiddeleeuwse handschriften zijn overwegen gebeden- en getijdenboeken, hebben vrijwel allemaal hun oorsprong in Benedictijner kloosters en werden vrijwel uitsluitend door nonnen geschreven.
  • Deze handschriften werden overwegend geschreven in de periode 1470-1530. Het klooster Selwerd had de hoogste productie, vervolgens Thesinge, op afstand gevolgd door Felwerd.
  • Onderscheid tussen verschillende kloosters kon worden gemaakt door verschillen te constateren in tekst, initialen, penwerk en randen en zeer incidenteel voorkomende gehistorieërde initialen (initialen met daarin een verhaaltje afgebeeld).

Het mag duidelijk zijn dat ik een geweldig interessante en leerzame avond heb gehad over een stuk van onze Groninger geschiedenis waarvan ik geen weet had dat het bestond!

Naschrift 21 oktober ’18: In het Historisch Jaarboek 2017 van Stad en Lande is een prachtig verhaal te vinden met de titel ‘Het Groninger Stadboek gebonden en verlucht’ van Remi van Schaik met medewerking van Jildou Bijlstra. Zeer de moeite waard om na te lezen!

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.