Voor de wijk Paddepoel stond een groot gedeelte van het afgelopen jaar in het teken van de aanleg van het leidingennet van Warmtestad. Twee keer eerder (hier en hier) heb ik daar over geblogd. Met behulp van dit leidingennet wordt de restwarmte van de Zernike Campus (waar ik werk) hergebruikt voor het verwarmen van diverse gebouwen in de wijk. Met dit project lopen we in de stad Groningen dan ook voor op veel andere steden. Van te voren wordt er in dit soort gevallen een plan gemaakt met een tijdpad. In veel opzichten is dat tijdpad slechts een soort van droom gebleken, de werkzaamheden zijn behoorlijk uitgelopen. Voor de wijkbewoners was dat zeer vervelend, want er waren maar een paar manieren overgebleven om de wijk binnen te komen en te verlaten. Voor de verschillende hulpdiensten zijn zelfs af en toe aparte aanrijroutes aangelegd. Met mensen die wat slechter ter been waren zou rekening gehouden worden, maar uiteindelijk was iedereen gewoon erg blij dat er geasfalteerd werd en we weer ‘zoals vanouds’ van en naar huis konden komen. Persoonlijk vind ik het af en toe nog steeds wennen als ik over de Plutolaan fiets – dat is erg lang niet mogelijk geweest.
De volgende stappen die gezet gaan worden is het aanplanten van nieuwe bomen en struiken op de plekken die daar voor bestemd zijn. Er zijn allerlei vlakken langs de straat gekomen waar bomen en struiken aangeplant moeten gaan worden. Midden in de zomer was dat echter niet zo’n goed idee. Bomen en struiken plant je het beste in het najaar heb ik vroeger geleerd. Tot die tijd liggen de daarvoor gereserveerde plakken ‘braak’. Nou ja, ‘braak’? Op de een of andere manier duurt het maar een paar dagen voordat er allerlei vormen van onkruid beginnen te groeien. Na een paar weken staat een en ander heuphoogte zullen we maar zeggen. Vervolgens bloeit er van alles, zaden worden gevormd en verspreid en het hele proces herhaalt zich… Mijn vader zei vroeger wel eens: ‘Wie één jaar zijn onkruid laat staan kan zeven jaar uit wieden gaan’.
Toch heeft het ook wel wat… Het viel me trowuens op dat het aandeel zonnebloemen wel erg groot is in het onkruid. Ik vind zonnebloemen mooi, maar dan wel op een plek waar ze gepland waren, niet zo zeer op een plek waar ze spontaan opkomen. Al meerdere keren is met allerlei gereedschap gepoogd van het onkruid af te komen. Dat lijkt weer geweldig, maar twee dagen later ben je vergeten dat er 4 mannen een paar dagen bezig geweest zijn om alles weer netjes te krijgen. Dat belooft nog wat er al straks ook nog bomen en struiken geplant moeten gaan worden. Af en toe moet ik dan weer aan de woorden van mijn vader denken (terwijl ik vroeger een hekel aan dat soort uitspreken van mijn vader had. Maar da’s weer een ander verhaal).
Facebook reacties